tips

Gezien ik mijn del.icio.us feed te weinig aanvul, wil ik hier op heel onregelmatige tijdstippen wel eens wat tips doorgeven. Deze drie om te beginnen.

The Flemish Jazz Meeting is essentially a showcase to hip foreign concert promoters to what’s happening in Flanders (though not all musicians involved were Flemish, and a few were even Dutch). It’s an insider thing, somewhere between a pageant, a super-market and a mail-order catalogue, that’s not even listed on Vooruit’s website – I got in because I won a ticket (and, thankfully, I was in excellent company). Five bands each got a short set of generally three songs each.

Mwanji Ezana over de Flemish Jazz Meeting – 08/09/2007@Vooruit, Gent. Lees er zijn bespreking van de vijf groepen, en bekijk meteen ook zijn zeer uitbundige be.jazz weblog. (Lees ook eens zijn post over building your own diyPod.)

I have never made tortilla patata before only because I have yet to see a recipe with less than one cup of olive oil in it. If you’ve made it to your thirties without unsavory things like cellulite, bless you, but all the rest of us have good reason to be wary of fat by the cup full, even so-called ‘good’ fat. However, my desire to conquer this dish at home got the better of me on Saturday morning (also, Saturday afternoon: uh, this dish takes a long time to make) and so I decided to approach it like a scientist, measuring the oil going in and out. I am so glad I did, because as it turns out this entire dish uses but four tablespoons of oil, and probably even less because there is no way I got all the excess out of our 19-pound Dutch oven. Low-fat? Not really, but not that big of a deal.

Deb van Smitten Kitchen maakt tortilla de patatas. Ik ken alvast één iemand die dat zeer goed kan klaarmaken.

American Power is particularly difficult, in part because of its geographic and conceptual bigness, but also because of Homeland Security I have been stopped more than once on public property for photographing distant coal stacks. Once, in Poca, West Virginia, a total of six law enforcement officers, including two FBI agents, questioned me and my assistant for hours.

Een beetje uit de context gerukt, maar toch wel sprekend voor het American Power project van Mitch Epstein. Jörg Colberg had A Conversation with Mitch Epstein

time capsule

Hm. Opruimen brengt zo zijn verrassingen met zich mee. De twee Billy’s die ik gisteren heb gemonteerd, noopten mij tot een lichte herorganisatie van mijn documenten. Dat wil zeggen, ik hoop dat het snel papierophaling is, want ik denk dat ik een paar dozen oud papier heb om aan de voordeur te zetten. Sommige dingen gaan evenwel niet weg, zoals Knack nr. 39 van 27 september – 3 oktober 1995. Alwaar ik op pagina 123 lees:

KUIFJE IN CYBERSPACE
De Hergé-page: een uitstekend IDEA

De Gentse student Bruno Bollaert bouwde een schitterende web-site voor Kuifje. Het is zonder meer de mooiste web-pagina over de bekende stripheld. Er waren er al tientallen (waaronder een Finse en een hele mooie van Sony), maar die van Bollaert valt op door zijn eenvoud en vooruitstrevendheid. De Hergé-page is volkomen in HTML 3.

HyperText Markup Language (HTML) is de gecodeerde taal achter de web-pagina’s. De nieuwste standaard in evolutie is versie 3. Op zich niet erg moeilijk, de grootste computeranalfabeet kan web-pagina’s schrijven. Het alfabet telt echter ook maar 26 letters en de notenbalk slechts 8 noten. Toch kent elke generatie jammer genoeg weinig grote komponisten of schrijvers. De Hergé-page verhuisde al drie keer van adres. Een typisch fenomeen waardoor de meeste gebruikers bij een tweede bezoek verloren lopen. Het leven van de meeste web-sites is overigens kort. Het nieuwst adres is gehuisvest bij Netpoint. Een joint-venture van twee grafische bedrijven en IDEA. Bollaert en een vriend uit Gent zijn de mannen achter IDEA. Van studeren zal allicht niet veel meer in huis komen…

[door Lode Goukens]

Muhahaha. Twaalf jaar geleden, dames en heren, twaalf jaar. IDEA stond voor Internet Design and Authoring, en ge moogt drie keer raden wie die vriend uit Gent was (zonder te spieken).

draai

Grmbl. Ik vind mijn draai niet. De minuten, uren, dagen vliegen aan mij voorbij, en ik heb er op een of andere manier geen grip meer op. Wat raar is, heel raar, want ik had eigenlijk verwacht meer grip te hebben.

(Wat mij verschrikkelijk destabiliseert is het feit dat ik mjn 5D nog steeds niet terug heb. Ik heb het gevoel dat ik stagneer in mijn fotografische ontwikkeling, en dat gevoel laat mij zo zoetjesaan flippen.)

Vanochtend ben ik –voor de eerste keer na de migrainestop– opnieuw gaan lopen, en hoewel het (heel) vlot ging, voel ik aan mijn spieren dat ik iets te rap ben herbegonnen.

En ik heb twee Billy’s in elkaar gestoken. Eindelijk, want (1) ze lagen al een week op mij beneden te wachten en (2) nu kan ik eindelijk wat strips en boeken van de her en der verspreide stapels een deftige plaats geven. Hm, misschien is de tijd rijp om eens wat orde in mijn strips te steken.

Bon, ik voel mij zo coherent als deze tekst. Maar ik kom er wel. Zoals steeds.

Flemish Jazz Meeting

De Flemish Jazz Meeting is een tweejaarlijkse gebeurtenis, gericht op de mensen die beroepshalve met jazz bezig zijn. Beroepshalve, dat betekent onder meer muzikanten, organisatoren en zalen, en pers. Het initiatief is redelijk nieuw, gezien het dit jaar pas voor de tweede keer werd georganiseerd. De vorige editie, in 2005, vond geheel plaats in en rond Brugge, maar dit jaar kwam de meeting ook een dagje in Gent doorbrengen.

Door omstandigheden heb ik de debatten over Jazz policy in Flanders and Europe en Jazz as an attitude: define or defy, die vrijdag plaatsvonden in Brugge, aan mij moeten voorbij laten gaan. Zaterdag, in de Gentse Vooruit, was ik er wel bij, voor een schets van de huidige Vlaamse jazzscène en een daaropvolgende discussie over jazzprogrammatie.

Een paar zaken vielen op. Hoewel jazz steeds meer ingang vindt, blijft de programmatie en het publiek dat ervoor moet gevonden worden, nog steeds broos en weinig honkvast te zijn. Eigenlijk is dat weinig verwonderlijk, gezien de verschrikkelijk grote diversiteit binnen de jazzrichting. En daaraan gekoppeld de beperkte duiding die het publiek krijgt. Nemen we aan het ene uiterste Jef Neve, en aan het andere Mâäk’s Spirit, dan zit daartussen een enorm scala van muziek dat noch bij het ene noch bij het andere uiterste, en zelfs niet noodzakelijk ergens temidden daarvan valt onder te verdelen. Wat ze allemaal gemeenschappelijk lijken te hebben, is evenwel de factor improvisatie. Improvisatie loopt als een rode draad –in meer of mindere mate– door alle jazzstijlen heen. En laat het nu net die factor zijn die de mensen in verwarring brengt.

Improvisatie wordt immers al te vaak als voor synoniem voor moeilijk gezien, en dat houdt een heleboel mensen ervan om jazz een kans te geven. Om meer mensen aan jazz bloot te stellen is er dan ook een initiële taak weggelegd voor de media om het publiek te tonen dat de stelling jazz = impro = moeilijk niet (noodzakelijk) opgaat. Het publiek dient wegwijs te worden gemaakt in de verscheidenheid van jazz, en dat kan alleen maar door voldoende exposure. Nu jazz een zeker populariteit kent, dient de media van dat momentum gebruik maken om de aandacht van het publiek te behouden en tegelijk een groter publiek aan te spreken.

Natuurlijk is de programmatie van jazzconcerten een belangrijk onderdeel van die strategie, maar minstens net zo belangrijk is een basis die door de media kan worden aangereikt. Om naar een concert te gaan moet het publiek het huis uit, terwijl de media de huiskamer wordt ingebracht. Kranten, radio, televise, en internet zijn een onderdeel van dagelijkse bezigheden. Om het publiek tot bij de jazz te brengen dient men eerst jazz tot bij het publiek te brengen. En net daarin ligt een grote uitdaging en verantwoordelijkheid voor de media.

perspectief

“Wat ik mij dan afvraag hé, is of ge hem dat in zijn gezicht zoudt durven zeggen.”

– “Dat hij gelijk ne kleuter speelt? Dat is geen kwestie van durven, maar natuurlijk zou ik hem dat niet in zijn gezicht zeggen.”

“En tegen een recensent?”

– “Natuurlijk wel.”

“…”

– “Maar dan niet zo h�. Ik zou waarschijnlijk zeggen dat ik zijn spel te klinisch en te koud vind, dat hij elke noot afzonderlijk speelt zonder samenhang, of misschien zou ik het zelfs te veel staccato durven noemen. Dat is hetzelfde, maar dat geeft meer autoriteit als ge daar zo’n moeilijke woorden voor gebruikt.”

migraine

’t Was lang geleden, maar ik heb nog eens migraine (ik bespaar u de gedetailleerde uitleg)

Dat betekent evenwel dat al mijn zorgvuldig geplande activiteiten voor de rest van de dag niet kunnen doorgaan. Jammer, want ik had een bijzonder drukke en belangrijke dag voor de boeg, en ware het niet dat ik er bijna een uur over gedaan heb om dit te tikken wegens betraande gen en kotsneigingen, zou ik alles toch afgehandeld hebben. Zo belangrijk was mijn dag. (Jaja, dat is een referentiepunt, want als persoon met hypochondrische neigingen zoek ik mijn bed op zodra ik het begin van een hoofdpijn voel opkomen.) Ik hoop in elk geval dat ik morgen naar de Flemish Jazz Meeting kan, want dat zou een regelrechte ramp zijn, als ik daar niet naar toe kon.

Naast migraine heb ik bovendien ook veel ideeën, en misschien is het ene wel met het andere in verband te brengen. Dat of een teveel aan koffie natuurlijk.

boeken 200708

Slechts één boek, vorige maand. National Book Award Winner, geschreven door Philip Roth, hey, het kan niet fout gaan, dacht ik toen ik het boek kocht in Chicago vorige maand. Helaas. Ik heb het naar overal mee naartoe gesleept, en mij moeten verplichten om het uit te lezen. op het vliegtuig was het ideale literatuur om bij in slaap te vallen, maar voor het wachten tussen twee fotoshoots op pakweg Middelheim, was het veel te hoogdravend om zomaar in te lezen.

U zal mij niet horen beweren dat dit een slecht boek is, laten we het erop houden dat het niet mijn ding is. Het kon mij niet beklijven, maar ik ben ervan overtuigd dat er mensen zullen rondlopen die dit boek bijzonder geslaagd vinden. En dat stemt mij blij.

Daarna ben ik als anti-dote in wat pulp begonnen, maar ik ben ondertussen ook verschrikkelijk geïntrigeerd geraakt door Beatland, waarin Frank Albers Jack Kerouacs On the Road gebruikt als handleiding voor een tocht door Amerika. Mogelijks herlees ik eerst Kerouacs meesterwerk, en spoed ik mij dan naar de winkel om Albers’ epos te verorberen. (Of misschien moet ik mij eerst maar eens tot ‘On the Road’, de ongekuiste versie wenden.)

  1. Sabbath’s Theater / Philip Roth / 1995 / *(*)

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

chiggers

Nog niet zo lang geleden maakten wij ons een beetje druk om een aantal bobbels op Henri zijn lijf, waarvan we toen zijn uitgegaan dat het spinnenbeten waren. Nog minder lang gelden heb ik met mijn schoonvader een dakgoot uitgekuist, waarna zowel Henri (die op de grond heeft meegeholpen) als ikzelf opnieuw vol beten stonden. Dat was bijna drie weken geleden; ondertussen staan die bobbels er nog steeds –voornamelijk op de onderbenen. En ze jeuken verschrikkelijk.

We gingen er gemakshalve van uit dat het spinnenbeten waren. De madam had van een collega gehoord dat er nogal veel spinnenbeten waren, wat ons vermoeden alleen maar sterkte. Maar spinnenbeten blijven hooguit een week of zo, leerde het internet ons. Een beetje zoals muggenbeten.

harvest miteBij verder speurwerk –googlen op insect bites, en terecht komen bij o.a. Diagnosing Mysterious “Bug Bites”— bracht de ware schuldige naar boven: Trombicula autumnalis. In het proper Engels is dat harvest mite, in het poëtische Frans heet het aoûtat, en in het Vlaemsch oogstmijt of hooimijt. Het beest behoort tot de arachnida of spinachtigen, en houden zich graag op in droog gras. Bij de mens kruipen ze graag in de buurt van elastiekskes, zoals bij de kousen of de band van uw onderbroek. En ze bijten. Eerlang werd bovendien valselijk aangenomen dat de dingen niet alleen beten, maar meteen ook in de huid kropen om zich daar een beetje te vermeien. Niets van waar, en binnen dit en een week (of twee) zouden de bobbels moeten verdwenen zijn. Ik kijk ernaar uit.

(Meer? Zie ook: Got CHIGGERS?, en Chiggers!.)

Foto credit: Mundo Poco.

life…

rocks on a caffeine overdose

De eerste schooldag dusver: te laat opgestaan (7u20), alsnog een halfuurtje gaan intervallopen (tot een piek van 178 bpm), in due process mijn huissleutel kwijtgespeeld, gedouched, Henri naar school gebracht, allemaal sympathieke ouders teruggezien, bij mijn terugkomst ontdekt dat de ontbijtvlokken op waren, dan maar koffie gedronken met een ontbijtkoek, e-mail gechecked, een business decision genomen, deel 1 van Vanished op de video bekeken, met de tram naar het centrum getrokken, een sleutel laten bijmaken bij MisterMinit in de Veldstraat, 6 rolfilmpjes binnengedragen bij Dirk, een toast kramiek gegeten en twee dubbele espresso’s gedronken (bij de mokabon natuurlijk), te voet naar huis gekeerd (en onderweg gezien dat er bij Verstraeten weer zo’n Hasselblad Superwide voorligt).

Tot zover de voormiddag.

Oh, en mag ik u nog een Serieuze Tip meegeven? Lifeline, de nieuwe van Ben Harper & The Innocent Criminals, kan u met een gerust hart in huis halen. Ik heb mijzelf moeten verplichten om de repeat af te zetten.