Avonturiers

Vrijdagnacht bleven ze in een –zelfgemaakte– tent in de tuin slapen, mijn twee avonturiers. Compleet met vintage frigobox, knijpkat, luchtmatras, donsdekens, en citronella tegen de muggen (al heeft dat de muggen van steken niet tegengehouden).

Explorers --of the garden variety door Bruno Bollaert

Vandaag werd de tent gelucht, want de weekendse regenbuien had de boel toch een klein beetje blank gezet. Henri doet dat allemaal zonder morren –hij is verzot op zijn buitenhuizige schuil- en vluchtplaats.

Explorers --of the garden variety door Bruno Bollaert

Terwijl Tessa ervoor zorgt dat we binnenkort tomaten kunnen oogsten. Het weekendgevoel.

Zaad

Maandag schreef ook Mme Zsazsa over haar brievenbus. En gezien Tessa en Henri allebei zo hyper zijn over hun moestuin (in de serre), dacht ik hen eens ter verrassen.

Zaden van De Nieuwe Tuin

Vol enthousiasme volgde ik de link van Mme Zsazsa naar De Nieuwe Tuin, en voor ik het wist had ik een winkelmandje vol zaad. Blue spice basilicum, micro-erwten tom thumb, griekse basilicum, gecofure, flageolets Chevrier Vert, marconi golden, ananas noire, pink accordion, ossenhart, dix doigts de naples, purple russian, black zebra, flashy trout back sla en claremont sla: het leest als poëzie.

Maandagavond besteld, woensdag reeds in de bus. Nu maar hopen dat de winter snel voorbij is.

chiggers

Nog niet zo lang geleden maakten wij ons een beetje druk om een aantal bobbels op Henri zijn lijf, waarvan we toen zijn uitgegaan dat het spinnenbeten waren. Nog minder lang gelden heb ik met mijn schoonvader een dakgoot uitgekuist, waarna zowel Henri (die op de grond heeft meegeholpen) als ikzelf opnieuw vol beten stonden. Dat was bijna drie weken geleden; ondertussen staan die bobbels er nog steeds –voornamelijk op de onderbenen. En ze jeuken verschrikkelijk.

We gingen er gemakshalve van uit dat het spinnenbeten waren. De madam had van een collega gehoord dat er nogal veel spinnenbeten waren, wat ons vermoeden alleen maar sterkte. Maar spinnenbeten blijven hooguit een week of zo, leerde het internet ons. Een beetje zoals muggenbeten.

harvest miteBij verder speurwerk –googlen op insect bites, en terecht komen bij o.a. Diagnosing Mysterious “Bug Bites”— bracht de ware schuldige naar boven: Trombicula autumnalis. In het proper Engels is dat harvest mite, in het poëtische Frans heet het aoûtat, en in het Vlaemsch oogstmijt of hooimijt. Het beest behoort tot de arachnida of spinachtigen, en houden zich graag op in droog gras. Bij de mens kruipen ze graag in de buurt van elastiekskes, zoals bij de kousen of de band van uw onderbroek. En ze bijten. Eerlang werd bovendien valselijk aangenomen dat de dingen niet alleen beten, maar meteen ook in de huid kropen om zich daar een beetje te vermeien. Niets van waar, en binnen dit en een week (of twee) zouden de bobbels moeten verdwenen zijn. Ik kijk ernaar uit.

(Meer? Zie ook: Got CHIGGERS?, en Chiggers!.)

Foto credit: Mundo Poco.

spinnenbeet (bis)

Een (veel te) lange tijd geleden vond ik een briefje in de bus van een buur. Het was een zeer vriendelijk, handgeschreven briefje, waarin de buur uitlegde dat er een probleem was met onze dakgoot. De dakgoot in kwestie bevond zich in het bijgebouw achteraan, de buur woonde dan ook in de straat om de hoek (wij hebben vele buren). Ik ben bij hem langs geweest, ben even op zijn (plat) dak geklommen, en heb gezien dat onze dakgoot (ik wist niet eens dat daar een dakgoot was!), boordevol vuil. Bij regenval liep het water er dan ook langs de zijmuur uit, en dat was niet bepaald leuk voor die buurman.

Wij hadden evenwel geen ladder, en ik was vergeten de buurman te vragen ik of soms even de zijne mocht gebruiken (wat zonder twijfel had gemogen). Dus heb ik er één gekocht (welke huiseigenaar heeft nu geen ladder). Dat heeft evenwel een tijd geduurd (tot we een firma vonden die zo’n ladder –gratis– aan huis leverde), en dan was het BNRF, en dan GF, en dan vertrokken we op reis.

Gisteren stond ik evenwel samen met mijn schoonvader op de tot dan toe ongebruikte ladder, die we met enige moeite tussen onze overblijvende spar en de muur hadden kunnen wrikken. Hij stond wel stevig, die ladder.

De bewoners van de safari in mijn tuin, stelden deze intrusie niet echt op prijs. Ik voelde de beestjes al wriemelen in mijn t-shirt. “Henri, er zit toch geen spin op mijn hé!”, vroeg ik hem, en de jongen is heeft er nachtmerrie aan overgehouden. Nat van het zweet kwam hij gisterenavond naar beneden: “Papa, ik droom van spinnen!”

Vandaag heb ik hem dan wijselijk mijn torso niet getoond, dat –net zoals bij hem enige tijd geleden– vol (spinnen-)beten stond. En jeuken dat het doet. Nog een geluk dat de huisdokter (voor eigen gebruik) een antihistaminicum in huis heeft, waardoor de jeuk grotendeels is verdwenen. “Als het toch zou blijven, heb ik hier nog twee zalfkes. Dit is gewoon tegen de jeuk, en dit is in het geval het verergert.” Handig toch wel, zo’n dokter.

(Och, ik zou u een foto tonen van de bobbels op mijn lijf, maar ik heb zo geen digitaal fotoding meer. Benieuw of ik ze vandaag wel ga horen.)