Jos L. Knaepen

20140816_jos-toots-001Een maand geleden is Jos L. Knaepen overleden. Jos was de meest bekende jazzfotograaf van Vlaanderen en omstreken, met een faam die tot ver buiten de landsgrenzen reikte. Zijn foto’s werden gebruikt in o.a. Downbeat en Jazz Times, en door het Smithsonian Institute bij de verjaardagsspecial over Wynton Marsalis. In 2008 exposeerde hij in het American Jazz Museum in Kansas City, en werd hij door de Jazz Journalists Association (JJA) ook genomineerd voor de Excellence in Photography Award. Wie naar Gent Jazz Festival of Jazz Middelheim komt heeft zijn foto’s zeker al gezien, op de levensgrote spandoeken die verspreid over het festivalterrein zijn opgehangen. En Jos was ook huisfotograaf van Jazzmozaïek. Van bij het ontstaan tilden zijn foto’s het tijdschrift op een hoger niveau.

Jos was ook een vriend.

Hij was al een tijdje ziek, en de laatste weken voor zijn dood was er duchtig gecommuniceerd, voornamelijk met Tessa. Eerst met Jos zelf, en nadien met Greet, de onmisbare Greet die al vijftien jaar deel van zijn leven uitmaakte. Er was hoop, veel hoop, maar uiteindelijk zou de meedogenloze realiteit zoals steeds de bovenhand halen. Jos liet de laatste levensadem in de armen van Greet. Zijn Greet.

Toen ik iets meer dan tien jaar geleden voor het eerst naar Opatuur trok, had ik nog niet van hem gehoord. Ik was helemaal nieuw in het jazz wereldje, waarin ik hardnekkig zou blijven plakken. Een paar maanden later was er het Blue Note festival (editie 2005), en via Gentblogt kwam ik daar vlotjes bij de fotografen in de frontstage te staan. Eén fotograaf stak er met kop en schouders bovenuit, niet zozeer door zijn gestalte, maar wel door de ogenschijnlijke bedaardheid waarmee hij eerst de scène overschouwde, en vervolgens doelbewust een paar foto’s ging maken. Hij had een gigantische lens op één van zijn toestellen zitten, en stond vaak aan de zijkant rustig te kadreren, geholpen door een monopod, afwachtend tot de artiest net op die manier in zijn lens kwam gesprongen als hij voor ogen had.

Achteraf hoorde ik dat die man Jos Knaepen was (met vaak die ‘L.’ daar nog tussen), en bekend stond als de jazzman. Hij was de officiële festivalfotograaf. Gaandeweg heb ik Jos beter leren kennen, en hoewel hij uiterlijk veelal rustig blijft, had hij een gefundeerde mening over zijn vak. Een visie, die hij graag deelde met de minder ervaren fotografen. Fotograferen is kijken en zien, stelde Jos. Observeren hoe zo’n artiest zich gedraagt, en dan weet je gewoon wanneer die goede foto eraan komt. Wie zich openstelde voor de feedback van Jos, leerde met bakken bij.

Jos maakte die foto’s als vakman. Vaak werkte hij digitaal omdat de foto’s nu eenmaal snel nodig waren, maar het liefste van al werkte hij analoog. Naar Gent Jazz Festival bracht hij een halve studio mee, inclusief flitsers en achtergrond, om de grootheden uit de jazz op een deftige manier te kunnen portretteren. Hadden ze geen zin, dan hadden ze geen zin, maar ze waren dun gezaaid, de muzikanten die niet voor zijn camera wilden plaatsnemen.

In de zomer van 2014 werd mij gevraagd om Jos te interviewen voor Jazzmozaïek. Jos had net de Muze van Sabam gekregen, en Bernard Lefèvre had mij in de persruimte van Gent Jazz Festival even apart genomen om mij —buiten het hoorbereik van Jos— daarover te polsen. Jazzmozaïek had mij al een paar kreeg halvelings gevraagd om een interview af te nemen van deze of gene muzikant, maar ik had die boot altijd afgehouden: ik durf dat niet.

Jos bevragen, dat was iets anders. Jos was ondertussen een vriend geworden, en we deelden die twee onvergankelijke liefdes: jazz en fotografie. We spraken af om dat interview te laten plaatsvinden op Jazz Middelheim, waar we tijdens de soundcheck de perstent voor onszelf hadden. Voor we het wisten hadden we goed drie kwartier vol gepraat, en we zijn eigenlijk alleen gestopt omdat de volgende groep aan de soundcheck begon, en we elkaar niet meer konden horen door de muziek.

Jazzmozaïek had slechts een paar paragrafen nodig, en voorzag (vanzelfsprekend) veel meer plaats om de foto’s zelf te laten spreken. Misschien publiceer ik het interview hier binnenkort nog wel eens integraal.

“Jazz is about being in the moment.”, moet Herbie Hancock ooit gezegd hebben. Wel, daar was Jos ook altijd te vinden, met zijn camera in de aanslag om dat moment décisif vast te leggen. Ik ben zo ontzettend dankbaar dat ik hem heb mogen kennen.

Vacances à Bouillac

Een paar keer per jaar gaan wij naar Bouillac, ergens in het zuiden van de Périgord (Dordogne), zowat op de grens tussen de Périgord Noir en de Périgord Pourpre. Vorig jaar hadden we prachtig weer tijdens de paasvakantie, maar gezien Pasen dit jaar vroeger viel, was het weer net iets minder. Minder bleek in elk geval goed genoeg, om een broodnodige ontspannende vakantie te krijgen.

Minpuntje: ik had mijn sopraansax mee, en nadat ik er een uurtje op geoefend had, bleek ik mijn lippen helemaal de vernieling in te hebben geblazen. Geef mij maar de tenor —size matters, alvast wat de combinatie mijn lippen en mondstukken betreft. Resultaat: ik sta vol aften, ben helemaal uitgeput, en krijg met moeite iets over de lippen.

Dat mocht ginds de pret niet drukken –ik speelde pas op dinsdag, en de aften zetten zich pas donderdag echt door, en toen waren we al op weg naar huis.

Bouillac en die ganse Dordogne regio is een prachtige streek, vol rust en natuur (duh). En het internet is er lamentabel (joepie!).

20160402_bouillac-001

20160403_bouillac-002

20160403_bouillac-004

20160404_bouillac-005

20160404_bouillac-006

20160404_bouillac-007

20160406_bouillac-008

Maandoverzicht (maart 2015)

20150323_overzichtIk heb ze niet gezien, de zonsverduistering, die slechts voor een beperkte massahysterie heeft gezorgd. De zoon was met de ganse school naar de Kouter getrokken, onder het mom van een brandoefening, en alwaar ze met sterrenkijker en verduisteringsbrilletjes welzekers een paar seconden verduisterde zon hebben waargenomen. Hijzelf plaatste een betrokken foto op Instagram, met als bijschrift “Look, I can see the #solareclipse”. Dat doet er mij aan denken dat ik hem nog eens moet aanspreken over zijn vreemdsoortig taalgebruik. Of het Nederlands niet goed genoeg is voor meneer, en dergelijke. Maar ziet, een paar dagen later nam ik dan weer een mooie maansverduistering waar, al wisten bijdehandse mensen mij onmiddellijk te vertellen dat zoiets wel vaker voorkomt. Mensen verwonderen zich over niets meer, tegenwoordig.

20150317b_overzicht 20150326_overzicht

Neem nu het weer: een conversationele dooddoener voor sommigen, of hooguit een noodthema, als er voor de rest geen vonk meer is om het gesprek gaan de te houden. Al is het eigenlijk een onuitputtelijke bron van inspiratie. In maart was er, naast bovenvermelde fenomenen, plaats voor een prachtige warme zon, die de mensen uitnodigde kledij af te werpen, waardoor we nu in een nieuwe griepgolf zijn terecht gekomen. Luttele dagen later was er een gezonde regenvloed, die erin slaagde zelfs de vestzakken van mijn regenjas blank te zetten –ik had even overwogen om er goudvissen in te transporteren, maar ze zaten al vol sleutels en handschoenen (de jaszakken, niet de goudvissen).

20150318_overzicht

Tussen de buien door was er tijd voor werkschuw tuig om, op de stoep aan de overkant, wat krijttekeningen te plaatsen. Aan die overkant bevindt zich het kantoor van de locale CD&V, en die hadden zich waarschijnlijk over iets uitgelaten dat het volkje niet zinde. Waarom ze dan echter ook het trottoir bij de buren van het betreffende kantoor, van krijttekeningen moesten voorzien, ik weet het niet. Vermoedelijk nam de innerlijke holbewoner de bovenhand of, wie weet, vergis ik mij deerlijk in het evenement, en ging het om een kunsthappening. Misschien komt Luc Tuymans er binnenkort nog munt uit slaan.

20150324c_overzicht

De zoon ging schermen in Ukkel en Aarlen, en had op het einde van de maand, terwijl de wederhelft in Istanbul zat, examens. Zijn moeder, schuldbewust als ze dan altijd is, liet hem mysterieuze boodschappen na. Ook deze keer slaagden wij er niet in, haar handschrift helemaal te ontcijferen. In Istanbul mocht ze –onder ruime belangstelling– ’s werelds meest schattige miniposter presenteren. De foto’s daarvan blijf ik u schuldig.

20150317a_overzicht 20150315_overzicht

Volgens De Hipste Adresjes Van Gent, moest ik dringend Mondvol proberen, maar dat is mij eigenlijk niet helemaal goed bevallen. Vriendelijke mensen, dat wel, maar zo speciaal is de dun belegen broodjeszaak nu ook weer niet. Voorlopig blijft, hier in de stationsbuurt, Richelieu met stip op één staan.

Langs geen kanten vergelijkbaar, edoch in maart gingen wij ook naar De Verborgen Tuin in Geraardsbergen. Voor een lunchke; we wisten toen nog niet dat het restaurant recentelijk een ster van Bibendum had gekregen. Geheel verdiend overigens, want wij vroegen bijvoorbeeld een vegetarisch alternatief voor hun lunchmenu, dat ons met grote zorg werd bereid. Aanrader.

20150321b_overzicht 20150321a_overzicht

Vlak voor Tessa op congres vertrok, heeft ze nog eens keihard aan mijn mouw getrokken, tot ik mij bijna geheel vrijwillig liet beroken tijdens het indoor Kerk Food Festival in Gentbrugge. Het was lekker, dat wel, maar een beetje duur misschien. Er was genoeg vegetarisch voedsel voorzien, inclusief een Dutch Weed Burger, waarvan het Hollands gespuis mij verzekerde dat het niet over dát soort weed ging. Nee, joch, het is gewoon zeewier.

20150312_overzicht

In maart ging ik ten overvloede in de Hot Club langs, en woonde ik de jazz lezingen van de UGent op de Blandijn bij –met wisselend succes. Goede vrienden kaapten mij echter ook weg om naar een recital te luisteren in de Raadzaal van het Provinciehuis. Goede vrienden, want het recital was de moeite. Van de violiste van het Pianotrio Impression, Fien Van den Fonteyne, is ondertussen bekend dat ze meedingt in de Koningin Elisabethwedstrijd (4 tot 30 mei).

20150319_overzicht

En tot slot had ik nog een (on)gezonde interesse voor dit project, maar helaas niet het geld. Misschien moet ik een crowdfunding project beginnen. Naar het schijnt is dat helemaal hip in Gent.

De Superette

De storm is al een beetje geluwd. In de boekskes toch, want bij De Superette zelf schuift het volk gretig de benen onder de tafel, en al zeker op een –vergeef mij de Suske & Wiske titel– zonnige zondag. Wij troffen er veel goed volk (zwaait naar de barista kampioene en de festivalorganistor) dat er gezellig zat te keuvelen en te genieten van zowel voedsel als sfeer.

De Superette, mocht u het gemist hebben, is de artisanale bakkerij annex restaurant van Kobe Desramaults. De chef van In De Wulf (Heuvelland/Dranouter) en De Vitrine (Gent), haalde onlangs nog het nieuws omdat hij met In De Wulf op de eerste plaats van de Europese restaurants werd gerangschikt door foodblogger Steve Plotnicki (van Opinionated About Dining). Over De Superette zijn de meningen duidelijk verdeeld: men is blijkbaar ofwel helemaal voor ofwel helemaal tegen. Vorige week sprak fotograaf Michiel Hendryckx zich onverdroten uit tegen het restaurant in DS Weekblad, terwijl tegelijkertijd in DS Magazine een oorverdovende loftrompet werd afgestoken voor hetzelfde etablissement, door Bruno Vanspauwen.

20140531_superette Op zowat de dag van de opening hadden wij al croissants en brood in huis gehaald. De croissants waren te hard gebakken (en toen we er een week nadien opnieuw gingen halen waren ze dat nog steeds), maar het brood was overheerlijk. Wel wat duur, vonden wij, 6,5 euro voor een brood is niet goedkoop te noemen. De prijzen in het restaurant zagen er niet meteen goedkoper uit, daarin konden we Michiel Hendryckx alvast bijtreden. 11 euro voor twee sneden brood met daartussen “kipsla, groene sla en piccalilly-uitjes voor crunchy plezier” (zoals Vanspauwen het omschreef), is al even prijzig als dat ongesneden brood zelf.

Die prijzen lijken mij op Amerikaanse leest geschoeid. Wie vergelijkt met gereputeerde Amerikaanse bakkerijen zoals Tartine Bakery in San Francisco, merkt een ontegensprekelijke parallel in zowel filosofie als prijzenstelling. In de VS heeft men trouwens een minder rijke broodtraditie dan in pakweg België en Frankrijk. De laatste jaren is daar gelukkig verandering in gekomen, maar in de VS blijft de speciality bakery meer een fenomeen dan voor de verwende Belg, die in zowat elk dorp aan deftig brood kan geraken.

Het brood van De Superette is wel degelijk anders, begrijp mij niet verkeerd. Het epitheton artisanaal bij het woord bakkerij is voor De Superette wel degelijk relevant (net zoals bij Chad Robertsons Tartine of bij Ken Forkish’ Ken’s Artisan Bakery in Portland). Er is gewerkt aan de ontwikkeling van dit brood, en de smaak is er ook naar. Het is bijzonder lekker, met een krokante (maar niet: harde) korst en een elastische (niet: taaie) binnenkant. Ik koop het graag, maar gezien de prijs beperk ik mij tot hoogstens eens per week. Wat geen slechte zaak hoeft te zijn, want dat zorgt ervoor dat ik er niet te veel gewoon aan geraak en het brood speciaal blijft.

Vandaag gingen we er lunchen. Ik was er naartoe getrokken in de overtuiging het restaurant achteraf aan de kaak te kunnen stellen als overgehyped. Al was ik het alvast oneens met de opmerking van Hendryckx over de aankleding. Het interieur en de uitstraling zijn best geslaagd, hooguit kan de betegeling van het plafond getuigen van een wel erg slechte smaak. Gezien ik evenwel zelden met mijn hoofd in de nek lig, was dat bezwaarlijk onoverkomelijk.

De lunch wordt geserveerd van 11.30 u. tot 14.30 u. De menukaart komt op een clipboard, waarop drie sandwiches, twee slades, een soep en een zoetigheid vermeld stonden. Gezien we met drie waren, en gewaarschuwd werden voor de relatief kleine porties, bestelden we aan de verbaasde ober meteen “alles van de kaart alstublieft (voorlopig behalve het zoet)”. De bediening is vlot en hoffelijk. We kregen dra onze drankjes: koude melk (3 euro), Monaco Tonic (3 euro) en 23 oolong thee (3,5 euro). De tonic was ok, maar niet bijzonder, de 23 oolong was lekker: subtiel en zacht.

20140622_superette01 20140622_superette02

Alle schotels van de lunch kwamen, zoals het hoort, op hetzelfde moment aan tafel. Het gezelschap deelde Varken, kimchi, Chinees bieslook (12,5 euro) en Kip salade, radijzen, zure room, lente-ui (10 euro). Zelf had ik voor de Eiersalade op granenbrood (8,5 euro) gekozen. Elk was onverdeeld tevreden. Het geel van mijn gepocheerd ei had misschien iets meer lopend mogen zijn, maar met de smaken zat het alvast bijzonder goed. Het was fris en rustiek, maar soms een beetje onhandig om met de handen eten (mes en vork helpen natuurlijk).

Er was ook nog Bouillon van geroosterde kip met geroosterde groenten (8,5 euro): heel lekker, beweerden de niet-vegetariërs, en Groene salade, croutons, karnemelkdressing (10 euro) en Bieten, gerookte yoghurt, granen (13 euro). Wat prijzige salades misschien, zeker de groene salade, die eigenlijk uit niet veel meer bestond dan wat eenvoudige blaadjes sla met dressing. Een lekkere dressing, maar toch geen 10 euro waard. De bieten waren dan weer voortreffelijk, lekker zacht met voldoende beet en vergezeld van citroenklaver.

20140622_superette03 20140622_superette04

Achteraf bestelden we toch nog het zoet. De Rabarber, custard (6 euro) was vergezeld door een chocomelk (3,6 euro) en een cappuccino (2,8 euro). Lekker, maar daarom niet meer dan dat.

Het totaal klokte af op 86,4 euro ofte net geen 30 euro per persoon, dranken inbegrepen. Dat is inderdaad niet goedkoop, maar toch ook niet uitzonderlijk duur. Ik was bijzonder te spreken over zowel het duurste (de bieten) als het goedkoopste (de eiersalade) gerecht, en ik zie mij eerlijk gezegd beide gerechten nog wel eens bestellen. Ik ben ook zeer benieuwd geworden naar het avondmenu (waar de groene salade 2 euro duurder is –al is dat ook niet echt een uitzondering).

Wie het restaurant enkel beoordeelt op de prijzen, is op een dwaalspoor geraakt. Het voedsel is met veel zorg bereid, de smaken zitten juist, en ik durf te opperen dat het gerechtvaardigd is om hiervoor een weinig extra te betalen. Het is zeker niet allemaal onvoorwaardelijk perfect (de harde croissants en de karige groene salade), maar soms komt het wel heel dicht in de buurt (de bieten en de eiersalade). Op zijn minst gaat u, zoals ik, eens langs met grote vooringenomenheid. Ik heb mijn mening alvast in positieve zin moeten bijstellen.

Hanglamp

Zoals ik schreef op facebook: ik ging donderdag naar Ikea, en ik bracht deze hanglamp mee voor de zoon.

De lamp is een gesloten bol, die zich mits enig touwtjegetrek ook laat openen. Het zag er een soort exploderende death star uit, en ik dacht dat hij dat wel wreed wijs zou vinden. (En dat klopte gelukkig ook.)

20140322_bol04

20140322_bol03

20140322_bol02

20140322_bol01

De nieuwe man, die álles kan

’t Is een beetje druk, deze dagen, dus ik heb eventjes geen tijd gehad om berichtjes te posten. Edoch, vorige week verscheen mijn smoel in de vacature, want men had mij geïnterviewd omdat ik tot de minderheid der thuisblijvende mannen behoor –of zoiets. An Kokken heeft daar een heel mooi artikel over geschreven, en Yves Coussement heeft mij fotografisch tot levitatie bewogen.

De nieuwe man, die álles kan

Dit hebben ze er verder ook speciaal uitgelicht:

Het is in België ontzettend moeilijk om iets bij te verdienen. Doet er zich sporadisch een leuke opportuniteit voor […], dan komt daar immers veel rompslomp bij kijken en moet ik meteen een deel afstaan aan de staat, waardoor het sop de kool niet waard is. Het is logisch dat je bijdragen moet betalen, eenmaal je op regelmatige basis geld verdient, maar op dit moment is het quasi onmogelijk om beetje bij beetje een bescheiden carrière op te bouwen. Het huidige systeem demotiveert mensen enorm om actie te ondernemen.

Waarmee ik bijvoorbeeld bedoel: het is een beetje jammer, dat men als werkloze ongeveer 700 euro per maand kán ontvangen, daarbij volledig in orde is voor de pensioenopbouw en de sociale zekerheid, maar dat wie voor datzelfde bedrag als zelfstandige werkt, plots belastingen en sociale zekerheidsbijdragen moet betalen. (Opgelet! Dit is géén kritiek op de werkloosheidsuitkering.)

Zou het niet interessant zijn, om een gelijklopend systeem voor zelfstandig werkende individuen te hebben, waarbij die belastingsvrij kunnen werken tot bijvoorbeeld dezelfde som als de werkloosheidsuitkering (op jaarbasis berekend)? En waarbij de staat de sociale zekerheid voor haar rekening neemt (vs sociale zekerheid, pensioenopbouw én werkloosheidsuitkering)? Misschien dat er op die manier meer werklozen kunnen geactiveerd worden en zwartwerk alweer een beetje kan verminderd worden?