Soms heb ik wel wreed zin om gewoon terug analoog te gaan werken. Vooral als ik zie welke bedragen er moeten worden neergeteld voor de digitale reflexcamera’s. Natuurlijk wil ik zo’n D200, en voor concertfotografie is het gewoon gemakkelijker om digitaal door te kunnen klikken, en het is goedkoper dan film, vooral als je bijna niks afdrukt. Maar ik wíl wel afdrukken. En zeker van concertfoto’s. Ik heb ondertussen toch een aantal jazzfoto’s die ik graag aan de muur zou hangen, maar ik ben niet echt tevreden van de afdrukken die ik uit mijn ‘foto’-printer krijg.
Hoezo digitaal is goedkoper? Mijn Leica gaat langer meegaan dan ikzelf; het enige wat ik moet betalen zijn de filmpjes en de afdrukken. Na twee jaar denk ik er nu aan mijn D70 te vervangen (afhankelijk van wat de belastingen mij bieden), voor een body die bijna zoveel kost als mijn Leica body. Als ik dat bedrag elke twee jaar uit mijn portemonnee moet kloppen, ben ik allesbehalve goedkoper uit.
Eigenlijk ben ik wreed gewonnen voor een systeem zoals bij Hasselblad: de camera is een kubus, waarrond je al de rest bouwt: zoeker, lens, en backs. En die backskunnen zowel film (analoog) als digitaal zijn. Voor de prijs van twee van die bodies –op de tweehandsmarkt is dat allemaal nog goedkoper, en bovendien in zeer degelijke staat– heb je een basisuitrusting die (bij een amateurfotograaf) minstens een leven lang meegaat.
Zelfs Tessa was enthousiast, tot ze de prijs voor de digitale backs zag natuurlijk. En dan kunt ge maar beter pretenderen dat zo’n Nikon (met een digitale en een analoge body) eigenlijk ook een verwisselbare back is, telkens met geïntegreerde zoeker. Waarbij de kwaliteit van zo’n 35mm negatief niet vergelijkbaar is met de kwaliteit van een medium format (6X6) negatief. Idem voor het digitale formaat overigens, al zijn ook de prijzen daar niet echt erm… vergelijkbaar.
Ze zijn allemaal niet nieuw natuurlijk, die twijfels en gedachten. En het ligt toch allemaal buiten mijn budget. Laat ik maar hopen dat de belasting mij gunstig genegen zijn.