Nederengels: de nieuwe taalvaardigheid op universitair niveau

Drieduizend professoren die lesgeven in een vreemde taal moeten volgend jaar slagen in een test. Als zij buizen, mogen ze niet meer onderwijzen. Dat kon u gisteren in de krant De Morgen, onder de hoofding Professoren moeten slagen voor taalexamens (DM 17/10/2012, p. 11).

Het inleidend blokje vervolgde aldus: ‘We zijn ongerust’, klink het bij de UGent. ‘Niet elke docent kan vlekkeloos Engels.’ Wat verder in de tekst:

‘Soms horen we dat het Engels van een docent niet voldoet’, zegt directeur onderwijsaangelegeheden Kris Versluys (UGent). ‘Dat gebeurt vooral bij de oudere generatie, die met het Frans als tweede taal is opgegroeid.’

Met zulke details houdt het nieuwe decreet geen rekening. Wie zakt voor de taaltest mag geen les meer geven in de vreemde taal. ‘Dat is problematisch’, geeft Versluys aan. ‘Vaak maken zulke academici dat goed door een uitstekende vakkennis. Als een oudere gereputeerde professor straks niet slaagt, kunnen we toch niet zijn vakken afpakken? We hebben niemand die ze van hem kan overnemen.”

Verrassende uitspraken, me dunkt. Eén van de hoofdvoorwaarden voor het doceren van een kennis, lijkt mij –naast de vanzelfsprekende beheersing van die kennis– de vaardigheid om die kennis helder en duidelijk over te brengen. Wie de taal waarin hij onderwijst niet beheerst, kan onmogelijk de kennis die hij bezit, overdragen op een bereidwillige student.

De vakken hoeven dan ook niet van die professor worden ‘afgepakt’, maar men kan –men moet– hem wel verbieden zijn kennis over te dragen in een taal die hij niet machtig is. Het Europese vereiste niveau C1 lijkt mij een minimum voor het doceren van een onderwerp op universitair niveau. U moet er maar het Can Do document van ALTE (The Association of Language Testers in Europe) op na lezen. Ga daarvoor naar Resources, selecteer Can-Do als Resource Type en selecteer de taal die u meent machtig genoeg te zijn om in te kunnen lesgeven –Engels in de meeste gevallen. Als u het document niet vlot kan doorlezen én begrijpen, hoop ik alvast nooit les van u te krijgen in die taal.

Nieuwsbrief

“Geachte ouders,” zo begon de nieuwsbrief veelbelovend.

Gewoonlijk lees ik die dingen hooguit diagonaal, maar zowel Henri (“Zijt gij een ouder misschien, snotneus, dat gij die brief gelezen hebt?”) als Tessa drongen erop aan dat ik de drie bladzijden toch maar eens wat aandachtiger doornam. En ziet, de brief zit vol goede wil en enthousiasme, en misschien ook een paar eigenaardigheden.

Opvoeden vraagt engelengeduld. Net als gerechten waar melk een lang en intensief kookproces moet doorstaan om tot hoogstaande resultaten te komen vragen kinderen, leerlingen en studenten een even geduldig proces. Wie zich niet laat opjagen de witte motor tijd gunt en in alle rust roert en spatelt, bekomt room of aanverwante smaakmakers. Idem dito in het land van scholieren. IJver en geduld oogsten niet zelden een succesvolle afloop. Hoe zit het met de kok in jou? Gaan we voor gerechten die voortspruiten uit een lange en arbeidsintensieve bereiding of zijn we een voorstander van de snelle keuken? Haute cuisine of fast food. We gaan duidelijk voor de haute cuisine op Sint-Pietersinstituut.

We hopen dat de vakantieopvang een even groot succes wordt als de paasvakantie. De kinderen beleefden een prachtige tijd. We genoten van kinderen die spelend in de zandbak, fietsend op de speelplaats, knutselend paashazen maakten.

Om de creanamiddag vlot en pedagogisch te laten verlopen vragen wij u om uw kind trimestrieel in te schrijven voor de crea tussen 14u en 16u. […] Verder (sic) infobrief zal worden meegegeven voor het einde van het schooljaar.

Reeds geruime tijd sloot de deur in de Meersstraat om 16u15. Dit om de veiligheid van uw kinderen te vrijwaren. Er is dan nog 1 toegangspoort in de Sint-Paulusstraat. Buiten de openingsuren kunt u het nummer van de school bellen.

Sommige klasgroepen zullen niet gewijzigd worden andere klasgroepen wel. […] Dit opvoedingsproces kan uw kind alleen ten goede komen voor het latere leven.

Naar jaarlijkse gewoonte organiseert het oudercomité een gezellig samenzijn met geurende koffie om het jaar af te sluiten en nieuwe ideeën op de (sic) doen naar volgend schooljaar.

De vraag rijst bij verschillende ouders om een lijst aan te leggen om wie naar volgend jaar toe wil carpoolen.

respect

Respect voor het ongeboren leven, daar sta ik volledig achter. Ook voor homo’s heb ik respect, al hoeft het homohuwelijk niet voor mij, zo laat een zeldzame jonge kerkganger optekenen in de krant vandaag (DM).

Respect, dat hebt ge voor mensen waar ge naar opkijkt. Respect, dat hebt ge voor de arm der wet, of voor de koning. Respect dat toont ge door uw zondags pak aan te trekken, met twee woorden te spreken, en in het algemeen: uw manieren te houden.

Respect is eerbied, met een vleugje ontzetting voor het gezag dat van het betreffende onderwerp uitgaat. Respect hebt ge voor een persoon, maar slechts uiterst zelden voor een idee of gedachte. Pas op, ge kunt het ongeboren leven respecteren, en homo’s ook al, maar ik zie in ’s hemelsnaam –om in de sfeer van het onderwerp te blijven– niet in waarom ge daar ontzag voor zoudt moeten hebben. De betekenis van het werkwoord in de zin van geen geweld aandoen, onbeschadigd of in zijn waarde laten: iemands opvattingen, overtuiging respecteren dat zit in dat woord respect niet in.

(Dat een krant dan nog zoiets afdrukt. Hebben nu ook journalisten al geen zin meer voor taalcreativiteit?)

Taal leeft natuurlijk, en ik ben de eerste voor taalevolutie en -uitbreiding. Het gebruik van respect in bovenvermelde context getuigt echter van taalarmoede. De betekenis werd ontleend aan het rapperslingo, rechtstreeks uit de Engelse taal gehaald, en op basis van gelijkheid van woordbeeld blindelings geënt op het Nederlandse vocabularium. Ik heb geen respect voor dergelijke regeltjes.

(bijna) haiku

’t Is bijkanst poëzie! Ik zit mijn zoon hier les te geven in spelling, en de lesbladen dwingen mij hem volgende zin(nen) te dicteren:

De wind blaast hard.
Mijn vriendje valt
van zijn fiets.

Allez, zo schoon.

Vraag de kinderen daarna om het onderwerp (eenmaal) en de persoonsvorm (tweemaal) te onderstrepen. “De woorden die je langer maakt of waarvan je een stukje langer maakt, schrijf je onderaan nog eens over.”

(Zulks was vervolgens de opdracht.)

aanpassen

De eerste Taaldrop die ik correct heb beantwoord deze week, betreft een Engels woord.

Heb je je email al gelezen? Hij heeft je over dat itempje gisteren nog te elfder ure een berichtje gestuurd.

Zou ik me dan toch aan het aanpassen zijn, hier in den Ameriek?

ten slotte, tenslotte

Ha! Taal! Recht uit de Miles Group Taaldrop. Vandaag kregen we dit via mail:

Tenslotte, zei hij tenslotte, hebben we er niet het minste idee van of we het slootje nog open zullen krijgen.

In bovenstaande zin staat geen enkele fout. De Miles Group heeft er –geheel naar willekeur– eentje uit gekozen, maar dat is volledig voor (her)interpretatie vatbaar.

Tenslotte, in één woord geschreven dus, is een bijwoord, met als betekenis eigenlijk, per slot van rekening (all things considered in proper Engels).

Ten slotte, in twee woorden, betekent tot slot, zoals aan het einde van een opsomming of reeks.

Slootje, ten slotte, is het verkleinwoord van slot, maar u had al begrepen dat dit woord niet meespeelt in de probleemstelling.

Edoch, ik herhaal: de zin Tenslotte, zei hij tenslotte, hebben we er niet het minste idee van of we het slootje nog open zullen krijgen. bevat geen enkele fout. Alles hangt af van de context.

Laten we uitgaan van de volgende context: iemand heeft een kistje gevonden, met daaraan een verroest slotje (want ja, het verkleinwoord van slot kan zowel slotje als slootje zijn). Hoe krijgen we dit open.

Interpretatie 1:

Persoon x stelt voor het ding in cola te hangen om de roest te verwijderen. Dergelijke procedure zou nogal veel tijd in beslag nemen. Persoon y steekt zijn hand op en zegt: “ik zou dat niet doen.”

Hij pauzeert even, en zegt tenslotte: “tenslotte hebben we er niet het minste idee van of we het slootje nog open zullen krijgen na dat colabad.”

Interpretatie 2:

Zelfde cola-situatie, waarop persoon y een aantal redenen geeft waarom het niet zou lukken. “Hoe krijgen we dat slot in de cola? Is dat kistje wel waterdicht? Of kan wat er in dat kistje zit wel tegen die cola?” Hij denkt even na, en tenslotte zegt hij, na een pauze van een paar seconden: “en ten slotte hebben we er niet het minste idee van of we het slootje nog open zullen krijgen met die cola.”

Interpretatie 3:

Zelfde cola-situatie, zelfde opsomming. “…kan wat er in dat kistje zit wel tegen die cola? En ten slotte,” zei hij ten slotte, “hebben we er niet het minste idee van of we het slootje nog open zullen krijgen.”

Interpretatie 4:

Zelfde cola-situatie. Persoon y steekt een gans betoog af om dat slotje gewoon stuk te slaan. “Tenslotte,” zei hij ten slotte, “hebben we er niet het minste idee van of we het slootje nog open zullen krijgen.”

Daar hebt ge het zie. Het is allemaal mogelijk. Laat u geen blaasjes wijsmaken, beste kinderen. Context is everything! Zegt dat nonkel Bruno het gezegd heeft.

(Of het allemaal even proper Nederlands is, is een andere zaak.)

taal en geslacht

Via iemand (sorry, ik ben vergeten wie) heb ik mij een tijd geleden ingeschreven op de Taaldrop van de Miles Group. Meestal zijn dat zeer interessante dingen die er worden aangekaart, en af en toe laat ik mij wel eens vangen aan hun instinkertjes. Hé, ik ben ook maar een mens (en ja, het was de bedoeling dat die uitspraak arrogant overkwam).

Vandaag kregen we volgende opgaaf in de inbox:

Zoek de fout* in de volgende zin:

Op de autosalon was het kraam van de frietbakker in de kleur van de autofabrikant geschilderd.

Toen ik bij de eerste optie kwam, heb ik zelfs niet meer doorgelezen. De salon is een kamer met bankstel, een fysieke ontmoetingsruimte in een huis. Het salon is een beurs, of een literair genootschap, een ruimte die niet meteen als kamer te definiëren valt en/of waaruit de intieme huiskamersfeer is weggevallen.

Wie zou schrijven over de literaire salon, zou het desgevallend hebben over een huiskamer met creatieve ambities. En bij de autosalon, kan ik mij nog het best een stretch limo voorstellen met ijskast, dranken en bijhorende lichtjes tipsy en verder schaars geklede Victoria’s Secret-modellen.

Bovendien markeerde onze kameraad van Dale in mijn editie van 1992 (twaalfde druk) bij het lemma salon als zevende en laatste mogelijkheid

7 (in Belg., gall.) beurs 1 (12,13)

En dan ben ik van mening dat men minstens het Belgisch gangbare geslacht daarvoor kan hanteren. Het lemma autosalon stond er toen nog niet in, maar ondertussen hebben de noorderburen ook het (auto)salon ontdekt, is het vanzelfsprekend geen Belg. of gall. meer, en hebben ze er naar eigen goeddunken een Hollandsch genus op geplakt. Geheel naar analogie met de koe, hij geeft melk waarschijnlijk.

En, louter ter info: voor het/de kraam kan ik gerust een gelijkaardige uitleg verzinnen.

Een deel van het probleem ligt mogelijks (bij mij, jaja, ik weet het) bij de criteria die voor de taaldropjes worden gebruikt:

*Iets wordt als fout beschouwd als het minstens in één taaladviesboek als fout of niet-standaardtaal wordt vermeld, ook al zijn andere auteurs het er niet mee eens. U vindt de lijst van geraadpleegde werken hier.

Bij die referentiewerken worden bronnen opgenomen die teruggaan tot 1986, en dan zou ik er mij gemakshalve kunnen vanaf maken dat ze –waarom niet– net zo goed het Woordenboek der Nederlandsche Taal in hun bronbestand kunnen opnemen. Maar goed, de bron waaruit deze keer wordt geput is VDC G. Geerts, T. den Boon en D. Geeraerts (red.), Van Dale Groot woordenboek der Nederlandse taal op cd-rom, Van Dale Lexicografie, 2000. Ondertussen is er wel reeds een editie 2008 beschikbaar.

Edoch, de autoriteit van de juistheid is geheel weg door dit deel van het criterium: ook al zijn andere auteurs het er niet mee eens. Het volstaat voor Taaldrop dat één individu/bron iets als een fout bestempelt, om het ook als fout te registreren. Dat, beste mensen, is een verkeerde manier van werken.

Ziezo. Neemt u het bovenstaande maar met een korreltje zout, het is niets meer dan een amusement mijnentwege. Als u er per se iets wilt uit onthouden (als u dit al tot het einde hebt gelezen), dan is het dat u nooit zomaar iets mag aannemen.

voltooid deelwoord als adjectief

Michiel heeft gelijk natuurlijk: wanneer het voltooid deelwoord als adjectief wordt gebruikt, dan wordt het niet werkwoordelijk vervoegd, maar verbogen. Het beantwoordt m.a.w. aan dezelfde regels als als het adjectief wat betreft de buigings- e. Een pracht van een regel.

Gisteren belichtte ik aldus de slechtst belichte film uit Dirks carrière. (Ik heb hem overigens gevraagd niet te veel correcties op de scans uit te voeren –ik ben benieuwd.)

Goed dat u waakzaam blijft, beste lezers.

taalarmoede

Bokitoproof

bestand tegen (de gevolgen van) vernielzuchtig gedrag (van dieren) en vandalisme (van mensen) · genoemd naar de zilverruggorilla Bokito, die op 18 mei 2007 uit zijn dierenverblijf in Blijdorp ontsnapte en een vrouw ernstig verwondde

…is woord van het jaar 2007. Ik mocht het vernemen op Mezzo, toen ik mij met de wagen tussen Fotoshoppen Dirk en de Media Markt in Oostakker bevond.

Niet dat het om een belangrijk evenement gaat –als we niet uitkijken wordt die woord van het jaarverkiezing al net zo belangrijk als die van de site van het jaar. Niettemin wordt het dringend tijd eindelijk die Nederlandse afsplitsing (zoals B-H-V) te overwegen, afgaande op de winnaar van dit woordconcours. Alleen formatiemoeheid en reltoerist konden mij min of meer bekoren. Een samengesteld woord dat in dit prille stadium van nieuwgevondenheid zoveel uitleg nodig heeft, heeft maar weinig kans op overleven. Overigens, zo vraag ik mij net als Koen Fillet af:

Hét Nederlandse Woord van het Jaar 2007 is dus Engels?

Maar ach, het is niet meer dan een kanttekening. Wie zijn woordenschat en -spel wil uitbreiden, slaat er Carmiggelt of Bomans of Toonder maar eens op na. Laat ze daar bij Onze Taal maar verder epibreren.

caveat (lector)

Onlangs viel er bij Pietel iets te lezen over argumentatie: Tien vuile truuken om een discussie te winnen, en Michel pikte daar graag op in met Ook tien truken van de foor, en truken tegen vuile truken in discussies.

Die lijsten zweven al langer rond op het internet, en zijn veelal terug te brengen naar Schopenhauer’s Die Kunst, Recht zu behalten (The Art of Controversyhelemaal te lezen via Project Gutenberg; er is ook een tweetalige versie). In het hoofdstuk Kunstgriffe (Stratagems) worden een aantal technieken geïllustreerd. Zie ook deze tamelijk exhaustieve uitleg in het Duits: 38 Kunstgriffe kommentiert, en –iets minder uitgebreid– in het Engels: Thirty – Eight Ways to Win an Argument.

Die zaken worden vaker toegepast dan u vermoedt.

Neem nu Artemis, die meende mij eergisteren op een fout te betrappen. Iets wat ik overigens helemaal niet erg vind, ik kan er alleen maar uit leren. Artemis had zich evenwel vergist, zie ook de theeregels van gisteren. In eerste instantie geeft ze dat ook toe: Je hebt gelijk. Maar in plaats van dan het daar dan bij te laten, wil ze toch nog haar gelijk halen.

De propositie, herinner ik u even, was deze:

Sorry, ik vond nog een dt-fout:
“Het was helemaal anders geweest als ge u hadt beperkt…”

Die werd (door mij) weerlegd met een taalregel:

Gij neemt altijd t
…ook in de verleden tijd!

En hoewel correct, werd die regel schijnbaar weerlegd in Artemis’ daaropvolgende reactie

Je hebt gelijk, enkel en alleen als je het oubollige “gij” of “ge” gebruikt. In jouw stukje worden “gij” en “u” door elkaar gebruikt.

Deze oude vormen worden in het onderwijs al lang niet meer toegepast.

Wie één van de Controversy-bronnen heeft gelezen, merkt meteen dat hier wordt gezondigd tegen Kunstgriff 3, Kunstgriff 24 en/of Kunstgriff 29 (links verwijzen naar de tweetalige versie)

Kunstgriff 3:

Another trick is to take a proposition which is laid down relatively, and in reference to some particular matter, as though it were uttered with a general or absolute application; or, at least, to take it in some quite different sense, and then refute it.

De ganse reactie is eigenlijk een schoolvoorbeeld van deze Kunstgriff. Het ging over een zeer specifieke materie (gij hadt), die in het ’tegen-‘argument wordt opengetrokken naar een irrelevante algemene stelling (vanaf enkel en alleen als), die vervolgens wordt aangegrepen om de oorspronkelijke stelling tegen te spreken (Deze oude vormen worden in het onderwijs al lang niet meer toegepast.).

Kunstgriff 24 en/of Kunstgriff 29 zijn op gelijkaardige manier toepasbaar.

Nog even over wat Artemis in haar tweede reactie schrijft:

In jouw stukje worden “gij” en “u” door elkaar gebruikt.

Ja, en dat is correct taalgebruik. De “gij” is de nominatief (onderwerpsvorm) tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord; de “u” is de accusatief en datief (voorwerpsvorm) tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord. Dat is dus zoals de taalregels dat voorschrijven.

Let wel: u bent (misschien met uitzondering van de paragraaf hierboven) verkeerd als u in bovenstaande tekst leest dat ik Artemis wil terecht wijzen. Veeleer wil ook ik u duiden op de truken van de foor, en zachtjes benadrukken dat die zaken meer worden gebruikt dan u misschien dacht. Hou met die eventualiteit zoveel mogelijk rekening, als u een tekst leest of wanneer u informatie uit slechts één onafhankelijke (!) bron verneemt.