de theeregels

Sorry, ik vond nog een dt-fout, schreef Artemis gisteren, en als voorbeeld haalde ze aan: Het was helemaal anders geweest als ge u hadt beperkt…

Dt-regels zijn gefundenes Fressen, al weten regelmatige lezers van dit blog dat ik er wel degelijk met regelmaat tegen zondig. Dat heeft veel te maken met woordbeeld, maar ook met luiheid en onzorgvuldigheid. Dt-regels zijn immers heel eenvoudig, maar als ge uw (eigen) teksten niet (goed) naleest…

Mijn moeder verveelde mij in mijn jeugd met een drieregelig versje:

Ik drink nooit thee
Gij drinkt altijd thee
Hij drinkt thee als hij tegenwoordig is

Dat versje wordt soms ook met twee regels uitgebreid (cfr wikipedia: d/t-regels):

Jij drinkt alleen t(hee) als je tegenwoordig bent en voorafgaat
U drinkt enkel t(hee) als u tegenwoordig is (sic)

De gij-vorm wordt in zogezegd moderne taalleer afgeraden, maar dat is voornamelijk omdat ‘gij‘ wordt aanzien als een dialectvorm van ‘jij‘. (Ik ga daar even niet verder op in.) ‘Gij‘ is mijn favoriete persoonlijk voornaamwoord en ik wend haar complementaire werkwoordsvervoeging dan ook met veel zwier en zwaai aan.

Gij neemt altijd t

…ook in de verleden tijd!

ik vind, gij vindt, hij vindt — ik vond, gij vondt, hij vond
ik heb, gij hebt, hij heeft –ik had, gij hadt, hij had

En nog vele keren leuker zijn de vormen waarbij een onverwachtse klinkerverdubbeling optreedt:

ik kom klaar – gij komt klaar – wij komen klaar
ik kwam klaar – gij kwaamt klaar – wij kwamen klaar
(wat hij doet interesseert mij in deze niet)

Fan-tas-tisch! Taal is schitterend! Dat leeft, dat schept, dat bindt, dat glipt door uw vingers als zand en kronkelt gelijk een gedicht in uw ingewanden. Verschoning… ik liet mij even meeslepen.

En als algemeen referentiewerk wil ik nog even de ANS: Algemene Nederlandse Spraakkunst aanhalen.

much ado

…en de rest van dit stukje Shakespeare kan u zelf wel aanvullen, neem ik aan. De Site van het Jaar popularity contest begint al gelijkaardige proporties aan te nemen als het Metatale verhaal (hoe zit het daar eigenlijk mee, Bart?), een goed half jaar geleden. En dan vraag ik mij (opnieuw) af, waarover hebben we het in godsnaam.

Het is leutig om een beetje gade te slaan, dat wel. Zo is dit blog beland bij De Blogoloog (De week in blogs 2007/11/16 –de directe link werkt niet Maarten), Adhese (Jobat Site of the Year), Random Knowledge (Belgian Site of the Year Awards), Dikkie (svhj: My favorites), en ik ben zeker dat ik er heb gemist –vul gerust aan in de reacties. (Let ook op hoe ik zorgvuldig heb vermeden ook maar iemand van de GB scene te vermelden.)

Twee speciale gevallen –u hebt er elders al over gelezen– zijn Sven en Gerda. Sven komt hier wel eens langs, als ik mij niet vergis, Gerda doet haar ronde nog.

Sven kon ik in zijn analyse nog een beetje volgen, d.w.z. hij geeft een persoonlijke indruk over de genomineerde blogs, en pretendeert niet meteen één of andere (pseudo-)wetenschappelijke methode te hebben gevolgd voor zijn beoordeling. Gelukkig maar, want als je dit blog min of meer als een filmblog bestempelt, sla je de bal toch wel goed mis, zou ik denken. Maar goed, hij vindt de blog op geheel subjectieve manier goed of niet, en er is geen mens die daar kan tegen ingaan.

Gerda is een ander paar mouwen. Gerda gaat in tegen de algemene kritiek, en wil zich, bij haar eigen gratie, enkel moeien nadat ze een aantal criteria heeft vastgelegd. Waarmee ze dus de schijn van een zekere mate van objectiviteit wil wekken. Ze heeft het over gebruiksvriendelijkheid, lay-out, taalgebruik, inhoud, actie en reactie, en lengte van de artikels. Gerda geeft les, leid ik af uit haar commentaar bij Vuur (gerda (dedie van “Evaluatieleer” van ‘t zesde HSO)), al kan het ook zijn, aan haar schrijfsels te oordelen, dat ze maar net dat zesde HSO achter de rug heeft. Edoch laat ons op de bal spelen, en niet op de man. (Dat is een uitdrukking, Gerda, en dat verdraagt geen geslachtswijziging, of hooguit in saaie en hypocriete PC kringen.)

Pfft. Daarnet was ik naar een redelijk saaie film aan ’t kijken op de digicorder (Honey, met de navel van Jessica Alba), maar de onweerstaanbare drang, die ik tot dan toe had kunnen vermijden, om iets over bovenstaande zever te schrijven, was net iets groter dan de slaap die mijn verkouden hersenen bij het zien van die film tegemoet gleed. Maar ik ben plots niet meer overtuigd van mijn keuze.

Soit, Gerda. Ik ga mij beperken tot een aantal al te grote stukken gezwam in uw criteria. Of ze van toepassing zijn of niet, interesseert mij in het geheel niet. Ten andere of gij mijn blog goed vindt of niet, interesseert mij ook in het geheel niet. Als u denkt dat ik dit weblog voor u schrijf, dan verontschuldig ik mij meteen voor de indruk die ik heb mogen wekken, want ik schrijf dit weblog enkel voor mijzelf. Ook dit epistel schrijf ik niet voor u, maar enkel voor mijzelf. Therapeutisch schrijven, is de gangbare term, en het was dat of de hoofdrol spelen in een snuff movie (als acteur dan wel, niet als objet patient –bonuspunten overigens als u zonder Google weet waar ik het over heb).

Waar zaten we. Ik laat mij voortdurend afleiden, een eigenschap die ik verfoei in gesproken communicatie, maar die mij dolenthousiast maakt in de geschreven vorm. Leest gij eigenlijk, Gerda, of beperkt uw creativiteit zich tot het ontwikkelen –of eerder navolgen waarschijnlijk– van Theorieën der Evaluatieleer? Ik verwacht namelijk niet meteen een grote hoeveelheid creativiteit in uw leven, Gerda. En ik zal mijn these staven, voor u mij van argumentatie ad hominem beschuldigt. U schrijft namelijk, beste Gerda, en sta mij toe u even te citeren:

Taalgebruik – Beoordeel ik streng. Verzorgde taal is zeer belangrijk voor mij. Blogs in verkavelingsvlaams, half-dialect, tussentaal, Gents, Thuis- en Familietaal kunnen voor mij écht niet. Tenzij het er helemaal over is natuurlijk en het de bedoeling is hierdoor een bepaalde sfeer (oilsjterse carnavalblog) of typetjes (Jèhan en Petrick!!) te creeëren. Of tenzij je Herman Brusselmans bent.

Hieruit leid ik twee zaken af. Ten eerste dat ge vastgeroest zijt in de Vlaemsche klei. Met ‘ae’ en ‘sch’ jawel. Verandering is slecht en al zeker als die verandering ontstaat vanuit Vlaanderen zelf. Het was helemaal anders geweest als ge u hadt beperkt tot echte fouten zoals “dagdagelijks” en anglicismen zoals “kids”, maar er is niks mis met verkavelingsvlaams, tussentaal of Gents. Ik weerhoud mij van verder betoog, wat baten immers kaars en bril? Ten tweede –want er waren twee zaken, Gerda– bent u zonder enige vorm van twijfel het soort mens dat Brusselmans in de jaren 80 waarschijnlijk als de grootste zever had (of heeft) bestempeld. Tegenwoordig is Brusselmans gemeengoed en dus kan hij zoveel zeveren als hij wilt zonder nog iemand voor het hoofd te stoten anders dan voor publicitaire doeleinden. Hem is zowat het ergste overkomen wat een scheenschopper kon overkomen: hij is –geheel volgens de vereisten van het cliché– door het establishment, dat ook wel eens wild, maar dan geaccepteerd wild, om zich heen wil stoten, omarmd. Een beetje if you can’t beat them join them, maar eigenlijk nog net een tikje meer Borg (Resistance is futile. You will be assimilated!).

Maar goed, men kan zich ook taalvaardige uitspattingen permitteren zonder Brusselmans te zijn (gelukkig maar).

Sorry, ik moest nog eens geeuwen. Het is dan ook echt onwaarschijnlijk saai, uw criteria bespreken. Een germanist kon er een dissertatie aan wijden, aan elk punt afzonderlijk. “Gaatjeskaas”, had een van mijn professoren aan de Blandijnberg geroepen, had hij het onfortuinlijke genoegen gesmaakt uw schrijfsels onder ogen te krijgen. En daarmee moet u het dan maar doen.

Vergeet overigens niet Gerda: hoewel ik u herhaaldelijk lijk aan te spreken, doe ik dat niet. Voel u vooral niet geroepen om aan de onweerstaanbare drang (ook u ontsnapt er niet aan), die u momenteel bij de keel grijpt, gehoor te geven, en het vitriool in uw aderen in mijn commentaren binnen te kotsen. Het staat u evenwel vrij natuurlijk. The floor is yours, maar vergeet nadien niet te vegen.

Ach, en als ik mag, wil ik graag met nog een citaat eindigen. Martinus Nijhoff, als ik mij niet vergis, heeft geschreven: “Lees maar, er staat niet wat er staat.” (M.a.w., wie denkt dat dit ook maar iets met de Site van het Jaar of Gerda te maken heeft, vergist zich deerlijk.) Hou dat maar even in uw achterhoofd, ingeval u zich zou aangesproken achten mijn waarheid te weerleggen.

lachen met taal

Het was even schrikken toen ik van de Taalschrift-redactie de vraag kreeg: “Wat vindt u: is Belgisch-Nederlands een volwaardige variëteit van het Nederlands?” Dit leek wel een vraag uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Toen kon je wellicht nog voor controverse zorgen als je zei: “Ja, natuurlijk is Belgisch-Nederlands een volwaardige variëteit van het Nederlands”.

Nederlands en Belgisch Nederlands zijn evenwaardig. Toch? door Johan De Caluwe op taalschrift.org [via]

Muhahaha. Ik herinner me nog goed mijn lessen taalkunde aan het begin van de jaren 90, op dezelfde Gentse universiteit waar Johan De Caluwe toen assistent was, en Prof. Taeldeman nog niet emeritus. Nederlands zal (Noord-)Nederlands zijn, en alles wat naar Vlaams riekt is tussentaal en dus slecht. Behalve als uw tongval een Antwerpse afkomst mocht verraden, dienden we overigens net zozeer Noordnederlandse klanken uit te braken, en verder ook ons vocabularium en de rest van onze eigenheid aan de Noordnederlandse norm aan te passen.

En dat is zo typisch Vlaams. Terwijl Vlaanderen in het buitenland vaak een zekere faam geniet, wordt de geringste hint van Vlaamse persoonlijkheid in eigen regio tot op de grond afgebroken. De Vlaming gunt zichzelf het licht in eigen ogen niet.

euri! euri?

Het zijn vanzelfsprekend euro’s, of het collectief enkelvoud euro, of de afkorting EUR, of het symbool €. Keuze te over. Maar in godsnaam, onder welk voorwendsel dan ook, geen euri.

Tenzij u insisteert uw kennis van Noordnederlandse turbotaal te etaleren. Het zal wel Italiaans zijn, zo redeneren de hippe pubers die hun interesse in, en gevoel voor, taal reeds lang hebben ingeruild voor een GSMduim. En is niet het meervoud van bambino in datzelfde Italiaans bambini? Dan moet het meervoud van euro toch ook wel euri zijn. Well, guess again.

(Let wel, het betreft hier geen spelfout, want daar is niemand vrij van. Geloof mij, ik kan het weten.)

service en taal

Taal is toch zo mooi. Neem nu dit Franse voorbeeld –hoewel er ook Nederlandse zijn, en ik eigenlijk het Frans niet machtig genoeg ben, maar goed, het dient meteen als inleiding tot het tweede deel van de titel.

Notre équipe d’ingénieur a recherché l’origine des effets gênants obeservés et, a développé et testé une solution efficace pour en éliminer tout risque de réapparition. Nous avons pris toutes les précautions pour non seulement éliminer le problème, mais que la solution permette à tout M8 de satisfaire et de dépasser les exigences de performances LEICA.

Vooral die a recherché l’origine des effets gênants obeservés, heerlijk. En dan gaat het nog om een eerder technische tekst ook.

De brief werd verstuurd door Leica, en is gericht aan de kopers van de M8 –de langverwachte digitale meetzoeker. Leica heeft immers een –zelden voorkomend– probleem ontdekt (lees: klachten gekregen over) bij de M8, en schrijft de bezitters ervan aan, om ze een de mogelijkheid te bieden hun toestel –kostenloos– te laten herstellen. Zo’n service mag ook wel –hoewel het lang niet (meer) vanzelfsprekend is– voor een toestel dat 4.200 EUR kost. Enkel voor de body, welteverstaan!

Leica biedt de onfortuinlijke early adopters overigens verdere recompensatie aan. Wie zijn M8 bij (voor 31 december 2006) bij een officiële Leica dealer heeft gekocht, mag rekenen op een korting van maar liefst 30% bij de aankoop van een nieuw objectief (en als u weet hoeveel die objectieven kosten: 2-3.000 EUR) én krijgt twee UV/IR filters naar keuze (en die kosten een 100 EUR per stuk).

(’t Blijft niet mooi natuurlijk, zo’n duur toestel met een default, maar Leica doet tenminste moeite.)

beter vs beters

Argh! Nu weet ik het verdomme zelf niet. In mijn vorig stukje gebruik ik de zegswijze “dat ik er niets beter op heb gevonden“. En nu begin ik toch we niet te twijfelen of het “dat ik er niets beter op heb gevonden” dan wel “dat ik er niets beters op heb gevonden” moet zijn zeker?

Google helpt niet echt: beter (357) vs beters (383), en in beide gevallen komen bronnen voor zoals kranten en literair getinte sites (en ik heb zelfs mijzelf teruggevonden).

De van Dale helpt ook al niet, want in mijn driedelig woordenboek staat die zegswijze niet, en komt ‘beters’ maar een keer voor onder het lemma ‘beter’: (gew.) om beters wil, om bestewil.

Zelf neig ik ondertussen naar de vorm zonder ‘s’, maar ik zou niet weten waarom. Heeft iemand tekst en uitleg?

[Update] ‘niets beters‘ dus.

hoezo genoeg?

De kids, tsja. Ik ben de eerste om tegen de verengelsing op te treden (een professionele afkeer), en meteen ook de eerste om zelf toch Engelstalige computertermen te gebruiken.

Maar wat dan met ouders die elkaar aanspreken als ‘mama’ en ‘papa’, en hun kinderen als ‘broer’ en ‘zus’? En dan heb ik het niet over “vraag het eens aan uw mama”, of “help uw zus met haar schoenen”, maar wel over pakweg de aansprekingen zoals in de volgende conversatie:

– Zeg, mama, gaan we zus meenemen om boodschappen?

“Tuurlijk papa, dan kan broer op de hond letten.”

Aaarrrgghhh. Uw vrouw is niet uw moeder (tenzij uw naam Oedipus is), uw dochter niet uw zuster (alweer, tenzij uw naam Oedipus is); en –u raadt het al– hetzelfde geldt voor ‘papa’ en ‘broer’, al zal u dan waarschijnlijk Electra heten.

Henri is mijn zoon, en ik spreek hem dan ook aan als ‘zoon’, of ‘Henri’ of met een troetelnaampje. En als hij flink geweest is, dan zeg ik tegen zijn moeder dat mijn zoon weer goed zijn best gedaan heeft. Als hij –vanzelfsprekend geheel uitzonderlijk– een beetje een ettertje is, dan moet ze dringend haar zoon onder controle krijgen. Als hij een medisch probleem heeft, dan zeg ik hem: “vraag dat aan uw mama”. Maar nooit zal ik Tessa zelf als ‘mama’ aanspreken.

Het is een tamelijk wijdverbreid gebruik, maar toch. Ik heb een moeder, het is een fantastische vrouw, maar ik zou mij niet op mijn gemak voelen in bed met een vrouw die ik als ‘mama’ aanspreek.

koffie en over

Vandaag lazen we in De Standaard (Dit is het meest stresserende moment van het jaar) de volgende zinsconstructie:

Wanneer Tamara iets over half negen met grote tred en haar jongste dochter aan de hand het kleuterschooltje in Ardooie binnenwandelt, is ze al enkele minuten te laat.

Een mooi voorbeeld van een zeugma (al kan u aanvoeren dat de tweede ‘met’ verzwegen is ipv in de zin samengetrokken, maar dan nog blijft het een slordigheid). Een zeugma (Grieks: ‘juk’) is een ongrammaticale samentrekking.

Het typevoorbeeld is “hier zet men koffie en over”, waarbij het werkwoord ‘zetten’ in ‘koffiezetten’ en ‘overzetten’ een duidelijk verschillende betekenis heeft (klaarmaken vs verplaatsen).

Tussen ‘Tamara wandelt met grote tred’ en ‘Tamara wandelt met haar jongste dochter aan de hand’ zit duidelijk een betekenisverschil. In het eerste geval zegt het iets over de manier waarop Tamara loopt, in het tweede geval specifieert het haar gezelschap. Een taalkoe dus.

(Esther en Tom zijn er in juli mee opgehouden, maar hun omschrijving voor taalverwondering –de taalkoe— is blijven hangen, zodat ik het af en toe wil gebruiken om taaleigenaardigheden te signaleren.)

teras

Woord van de dag: teratogeen

Gevonden via de Wikipedia uitleg over therapie voor aften, in het bijzonder bij de mogelijke bestrijding daarvan via thalidomide (cfr Softenon).

te·ra·to·geen (bn.)
1 [biol.] misvormingen veroorzakend

[Van Dale Taalweb]

Teratogeen (gr:, teras = monster, gennan = voortbrengen) is de naam van de eigenschap van een stof of een ziekte om bij het embryo afwijkingen te veroorzaken als de moeder tijdens de zwangerschap met de stof in aanraking komt, deze inademt of inneemt, danwel de ziekte doormaakt.

[Wikipedia]

hij verjaart binnenkort

Laurens vraagt:

Klopt dat, verjaren? Mij hebben ze altijd gezegd dat enkel kaas en dossiers verjaren, mensen zijn jarig. Maar ik kan me vergissen natuurlijk.

Verjaren is een van mijn favoriete woordjes, juist door die dualiteit. Vandaar dat ik het ook heb gebruikt om mijzelf te beschrijven op de info-pagina. De eerste betekenis van het woord is, zo vertelt Van Dale Taalweb ons, wel degelijk zijn verjaardag vieren, jarig zijn. Pas in een tweede betekenis wordt verwezen naar (het juridsiche gebruik) door verloop van een bepaald aantal jaren niet meer invorderbaar, geldig of van kracht zijn.

Of kaas kan verjaren, daar ben ik nog niet uit. Maar ik verjaar nog steeds binnenkort, vrees ik.