vier!

“Maar allez, het is vier uur!”, verweet Tessa mij toen ik zonet de televisie ging uitzetten in de slaapkamer. “Ik wil maar zeggen, wat is de bedoeling eigenlijk? Hoe gaat ge de rest van de week doorkomen?”

– Maar liefje toch, trachtte ik, wat doet gij nog wakker op dit onwezenlijk uur?

“Maar neen,” riposteerde zij, “ik ben van wacht, en ze bellen mij alle vijf voeten uit mijn slaap, dus ik ben mij bewust van alles wat er rond mij gebeurt. Maar gij hebt geen excuus!”

En dan weet ik eigenlijk niks te zeggen dan ‘ik zie u graag’, en als ik in een slechte bui zou zijn geweest –wat niet het geval was– had ik daaraan kunnen toevoegen dat ik tenminste om 17u thuis ben. Maar ik ben zo trots op mijn madam, met haar carrière die haar in 16 jaar –financieel– amper heeft gebracht waar ik mij al ettelijke jaren zonder credentials bevind. Maar waar zij des te meer Vergnügen uit put. Ach, niets stemt mij vreugdevoller dan wie zij is. (Behalve Henri dan.)

de kleine dingen

Zoals “het geluk zit in…”. Henri kwam hij me nog iets in het oor fluisteren voor hij naar zijn kamer trok om te slapen, gisterenavond.

“Papa, ga jij ook een paar dagjes verlof nemen, tijdens de krokusvakantie?”

(In de krokusvakantie wordt traditioneel een moeder-zoon uitstap gepland, en Tessa neemt een groot deel van de week verlof. Het is ook de periode waarna Tessa een uitgebreide e-mail rondstuurd met verslag van haar activiteiten. Die zal dit jaar waarschijnlijk ook op haar weblog verschijnen, neem ik aan.)

– Ik was het eigenlijk niet van plan jongen, waarom?

“Wel, ik zou graag hebben dat jij toch ook twee dagjes vakantie hebt.” Hij stak eerst één, dan toch maar twee vingers omhoog. “Misschien eentje zodat we met ons gedrietjes zijn, en dan één dag waarop wij tweetjes alleen zijn.”

Ik schrijf het toe aan kinderlijke naïviteit, maar toch, de gedachte dat er iemand niet alleen een dag met mij alleen wil zijn, maar daar bovendien ook nog om vraagt! Waar heb ik mijn leave request form hier weer ergens gelegd?

uit

Straks gaat de computer weer uit. Voor BBQ en, later op de dag, jazz: het laatse concert van het seizoen bij Tuur. (Ben Sluijs en Erik Vermeulen; wat een afsluiter!)

Als u ook maar een klein beetje op de zomer hebt zitten wachten, kan ik u alleen maar hetzelfde toewensen. Zelf zoek ik de zon niet op (Tessa daarentegen), maar u zal mij met geen stokken binnenkrijgen (de schaduw is mijn vriend). Een boek, een glas water met een ijsblokje, en rust. Meer hoeft dat niet te zijn.

zomervreugd

Sinds vanochtend acht uur tot ongeveer nu, een dikke twaalf uur later heb ik geen stap binnenshuis gezet. Na tien maanden winter mocht dat wel eens. U mag deze mededeling overigens nemen met een klein korreltje zout, want ik ben even tot bij de ijskast gewandeld om een fles water te halen. Maar mijn uiterst geslaagde kreeftenvermomming kan getuigen van een overdaad zon.

Het begon met een wandeling tot bij Bloch, waar wij bijna gewoontegetrouw het ontbijt nuttigen op zaterdag. Een verplichtte wandeling, want eigenlijk gingen we met de tram gaan, ware het niet dat De Lijn (dezelfde van het nakende in-stap-klaar-feest) dit weekend had uitgekozen om de tramsporen ter hoogte van ergens de Delhaize-Bernard Spaelaan-Rozemarijnbrug (ik weet niet juist waar, want ik ben er niet gepasseerd) open te breken. Een excellente timing, want niks zo goed voor de appetijt als een ochtendwandeling.

Twee filmpjes binnen gegeven bij Alltech (ik wil Fotoshop best wel eens proberen, maar het ligt gewoon veel te ver uit onze weg); daarna in de Engelse tweedehands boekenwinkel op de ajuinlei binnengewipt. Drie boeken voor 7 EUR (2 Greenes en een Ludlum); en de Fnac waar ik mijn twee ontbrekende Lee Childs heb gevonden (kan ik eindelijk verder lezen).

Braderij in de Korte Dagsteeg/Walpoortstraat; aperitief bij de Marimain; lunch in Sirena (op de hoek met de Huidevettersstraat). Telkens met grandioos zicht op de voorbijgangers. Op de terugweg in De Poort binnengewipt, snel nog om groenten en fruit in ’t Vitamientje op de Elisabethlaan, en de rest van de dag in de tuin doorgebracht. Geen telefoon, geen computers, geen internet.

En vriendelijk dat iedereen was. Ik heb geen boos gezicht gezien (wel rood, en neen, niet alleen in de spiegel). Ondanks alle gezweet en gepuf waren de mensen vriendelijk, behulpzaam, toegeeflijk, tolerant, en zeer bereid tot een gesprek. Iedereen leek met vakantie. Dat het maar altijd zo zomers is.

T. zegt

T. zegt dat ik werk moet maken van mijn boek. Ik kijk haar tersluiks aan. “Welk boek”, probeer ik. Een van de zeven waar je op zit te broeden en waarvan je er eigenlijk al lang minstens twee had moeten uitschrijven.

Ze duwt me twee, verweerd uitziende, boeken in de handen: “Le Livre d’Amour de l’Orient” (Quatrième Partie), en “Faust” (Edition Annottée). Ik kijk haar verwonderd aan, en sla het eerste boek open. Beide boeken bevatten enkel lege bladen. Ze zegt dat ik er maar gewoon aan moet beginnen.

T. geeft niet op. Ze heeft zopas een stralend lentehoedje gekocht, dat eigenlijk veel te duur is voor een follie, maar dat zeg ik niet. “Het staat je goed, en fris, en je gaat er zelf helemaal van stralen”, fluister ik haar toe, waardoor ze nog meer gaat stralen dan voorheen. “Let maar op, of ik moet me nog zo’n goedkope zonnebril kopen”, gekscheer ik.

Daarnet heb ik haar een verjaardagscadeau gekocht. T. verjaart pas in oktober, maar ik ben blij dat ik nu al iets voor haar heb gevonden. En ze had het niet eens in de gaten. Nog steeds niet (tot ze dit zal lezen). Het is een schitterende dag vandaag.