Och kijk: een gratuite uitspraak die toont dat sommige mensen (nog steeds) niet verder kijken dan hun neus lang is. En als ze erover aangesproken worden, dan hebben ze het zo niet bedoeld, lag de nuance anders, of is het vanzelfsprekend niet van toepassing op iedereen.
Maar toch: dokters, dat heult en dat zeult met de maffia. Dokters willen zich alleen maar verrijken, ze hebben totaal geen empathie met hun patiënten, en ze behandelen het verplegend personeel als stront. (Enfin, de dames en heren specialisten
toch, de huisartsen mogen waarschijnlijk wel opnieuw tot het werkvolk worden gerekend.)
Er loopt er hier zo één rond, die om kwart voor negen naar haar werk vertrekt en om kwart na vijf al terug thuis is. Op zaterdag en zondag toch, als ze van wacht is. En als het niet te druk was. En het bezoek rap uitgevraagd was. Tijdens de week mag ik blij zijn als we ’s avonds samen kunnen eten. Als ze om elf uur niet uitgeput in slaap valt, terwijl ze nog een hoop brieven zit te dicteren. Blij zijn als het rustig is gedurende de tien minuten ontbijt die we hebben. Blij zijn dat ze ’s middags tijd heeft om te eten en niet rap een boterham in haar mond moet vouwen terwijl ze van de ene ronde naar de andere vergadering hotst. Of zullen we het naast de fysieke afmatting ook eens hebben over de psychische stress op een afdeling hematologie?
En dat ze zo content is van de samenwerking met de verpleging op haar dienst, dat heb ik hier overigens ook al tot treurens toe mogen horen. En zelf mogen meemaken trouwens, op de feestjes –met verpleging én de dames en heren specialisten
— waar ík aan haar mouw moet trekken om eindelijk naar huis te gaan want ze weet toch dat ik zo geen nachtmens (meer) ben.
Maar och, laat ons nog maar eens afgeven op de dokters. Want als het verkeerd gaat, ligt de verantwoordelijkheid vanzelfsprekend wel bij hen! En hebben ze het de facto opzettelijk verkloot ook. Doe gerust dus, kots uw gal. Dat is nog zo gemakkelijk, en ze zijn het onderhand toch gewoon.
Bah.