Proficiat, rector De Paepe

Ik was maar matig enthousiast toen ik met een half oog de berichtgeving zag over de rectorverkiezingen aan de UGent. In de media werd de tandem Mortier-De Paepe afgeschilderd als eentje waarin vooraf was afgesproken dat de ene rector en de andere vice-rector zou worden, en toen bleek een dag of twee geleden dat daar plots van zou worden afgestapt. Ik ben niet zo tuk op afspraken die tijdens de uitwerking worden gewijzigd.

Het korte interview met Anne De Paepe, dat ik vanochtend in DS las, en de handelingen van Freddy Mortier, tonen evenwel een bijzonder positief verloop. Het is bijzonder groot van Mortier dat hij een stap opzij heeft gezet na de ‘indicatieve’ stemming, zodat De Paepe zonder tegenwerking van zijn kant rector kon worden (dat zegt iets over Mortier, niet over de kwaliteiten van De Paepe trouwens).

En dan lees ik volgende fantastische uitlatingen van De Paepe:

Bent u nu geen excuustruus, want rector geworden louter en alleen omdat u een vrouw bent?
‘(fel) Absoluut niet. Ik heb er vertrouwen in dat de kiezers en de leden van de raad van bestuur wijs genoeg waren om iemand te kiezen voor diens kwaliteiten. Op dit niveau heeft een excuustruus niets te zoeken.’

Zal genderevenwicht nu een prioriteit van uw beleid worden?
‘Een vrouwelijke rector zal daar meer oog voor hebben, ja, maar het is niet omdat er een vrouw aan de top staat dat het probleem opgelost is. Er gelden quota in alle organen. Ik ben daar geen voorstander van, maar soms zijn ze nodig om een signaal te geven. Ik wil die quota invullen in alle redelijkheid, en het zal wellicht jaren duren.’

Hoe maakt u de universiteit vrouwvriendelijker?
‘Bij de evaluatie van onderzoek wil ik rekening houden met zwangerschaps- en ouderschapsverlof. Ook voor mannen, hé. De mentaliteit moet eruit dat de vrouwen voor de gezinstaken opdraaien. Ik ken vrouwelijke chirurgen wiens man het huishouden bereddert. Mijn man, die gepensioneerd is, helpt mij, zodat ik kan doen wat ik doe.’
‘Ik wil de kinderopvang op de universiteit en in het UZ flexibeler maken, met latere openingstijden. Ook thuiswerken zal ik aanmoedigen. Als je een tekst moet schrijven lukt dat vaak beter in alle rust thuis. Het zal de kwaliteit van het werk ten goede komen. Maar pin me alstublieft niet op genderkwesties vast, ik wil me ook met vele andere dingen bezighouden.’

Nagel op de kop! Ik herinner mij niet dat ik het ooit al zo helemaal goed verwoord heb gezien. Ik kijk heel erg uit naar haar beleid. (En de samenwerking met Mortier.)

Trixie Whitley Tryout

Trixie Whitley

Trixie Whitley speelt in minder dan een maand twee keer voor een uitverkochte Handelsbeurs, op 21 februari en op 10 maart, en voor een uitverkochte AB op 9 maart. Wie door al die uitverkochte concerten Trixie toch nog moet missen (of haar nog eens wil zien), kan deze zomer terecht op het Gent Jazz festival waar ze op 20 juli optreedt.

Haar debuutalbum, Fourth Corner is nog maar een kleine maand uit, maar het heeft ondertussen al goud gehaald. Gisteren speelde ze een try-out in de Handelsbeurs, en kreeg ze een gouden exemplaar van het album overhandigd door de Gentse burgemeester Daniël Termont.

Trixie Whitley

Belfort Restaurant

Belfort Restaurant door Bruno Bollaert

Gisteren was het de tweede keer dat ik ging lunchen in het nieuwbakken Belfort Restaurant onder de al even nieuwe (en omstreden) Stadshal op het Emile Braunplein in Gent. Het Emile Braunplein was vroeger voornamelijk bekend van de bovengrondse parking, Klokke Roeland, de Fontein der Geknielden van George Minne, en van de Duvel Droomschiptent waar eerlang tijdens de Gentse Feesten o.a. het Jong Jazz Talent Gent jazzconcours plaatsvond. Lucien De Vos, de man achter dat Droomschip, heeft er zijn tent nu permanent neergepoot, met het Belfort Stadscafé en het Belfort Restaurant.

Het publiek heeft duidelijk al de weg naar het café gevonden, want het was er gezellig druk, tot op het terras –niet vanzelfsprekend in deze herfsttijden. In het restaurant was het (veel) minder druk: restaurant en café zijn voorlopig slechts op twee manieren bereikbaar, waardoor de weekendshoppers het restaurant nog niet in hun parcours hebben opgenomen. Ik raad u aan zo snel mogelijk eens langs te gaan, want het zou er binnen afzienbare tijd wel eens een pak drukker kunnen worden.

Het gezelschap ging voor de kaart, ik maakte mijn keuze uit het menu (35 euro). Het restaurant heeft doelbewust aan de florerende vegetarische populatie gedacht. Zo is op de kaart en in het menu telkens een vegetarische optie voorzien, maar ook de dagsoep wordt bijvoorbeeld gemaakt met groentenbouillon, en de frieten worden gebakken in plantaardige olie.

Belfort Restaurant door Bruno Bollaert

Als voorgerecht nam ik de Gegrilde aubergine schijven, die op de kaart ook als hoofdgerecht beschikbaar zijn. Bovenop gegrilde schijven aubergine, worden buffel mozzarella en rucola besprenkeld met balsamico en olijfolie. Een eenvoudig gerecht, maar het werkt.

Belfort Restaurant door Bruno Bollaert

Voor het hoofdgerecht koos ik de Canneloni (sic) met bospaddestoelen (sic). Ik stond eerder sceptisch bij mijn keuze, want ik had gevreesd voor een overstuffed buis pasta met voornamelijk kaas en daarin ergens vermalen champignons. Niets bleek minder waar. In de cannelloni (gemaakt van een voortreffelijke pasta) zaten heerlijke gebakken bospaddenstoelen, met net de juiste hoeveelheid ricotta en noten. In de jus van venkel en salie was er misschien een ietsje te subtiel met de salie omgesprongen, maar dit blijft absoluut een aanrader.

Belfort Restaurant door Bruno Bollaert

Eigenlijk was ik het al een beetje vergeten, maar bij de menu kwam ook een dessert. Drie bolletjes vanille ijs, gemaakt van een zorgvuldig geselecteerde mengeling van vanille, heel keurig afgewerkt door een lekker smakend romig ijs. (Ik vond het zo lekker dat ik bijna vergeten was een foto te nemen.)

Belfort Restaurant door Bruno Bollaert

De koffie komt van De Draak, de praline die erbij wordt gegeven werd gemaakt door Chocolatiers Van Hoorebeke.

Wij komen zeker terug.

Het Belfort Stadscafé is alle dagen open vanaf 7 uur (men kan er ook ontbijten); het Belfort Restaurant is open van dinsdag tot zondag van 11u30 tot 14u en van 18u tot 22u. Reserveren kan telefonisch op het nummer +32 9 223 35 65, of via e-mail naar reservatie@belfort-restaurant.be

Boomtown, dinsdag 17

Boomtown door Bruno Bollaert Boomtown door Bruno Bollaert Boomtown door Bruno Bollaert

Na Gent Jazz is het de beurt aan Boomtown, waar ik gisteren naar Stealing Sheep, Kimya Dawson en Mary&Me ging luisteren. In muzikale volgorde van voorkeur strijden Stealing Sheep en Kimya Dawson om de eerste plaats –ik heb het vermoeden dat ik vooral live naar Dawson wil luisteren, maar er niet meteen een plaat van zou kopen (van de schaapjes wel). Mary&Me is totaal mijn ding niet, en komt mij een beetje te gekunsteld over, net zoals de schrijfwijze van de naam. Er valt eventueel een hint van Nouvelle Vague te bespeuren, maar dan zonder de humor.

Zeer fotogeniek allemaal, maar er is bijzonder weinig licht, op Boomtown. Het lijkt wel alsof men bang is dat de toeschouwers de bands ook zouden zien!

Baloni

Gisteren speelde Baloni –vorig jaar heetten ze nog Voladores– bij Opatuur in De Centrale. Joachim Badenhorst (rieten), Frantz Loriot (viool), Pascal Niggenkemper (contrabas) speelden er een afwisselende, dynamische set. Net zoals vorig jaar was Opatuur de start van hun toernee; hun cd is zonet verschenen bij Clean Feed (in België verkrijgbaar bij Instant Jazz). Ze komen in mei 2012 terug naar Gent en toeren ondertussen in Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Nederland.

Pascal Niggenkemper, Baloni @ Opatuur door Bruno Bollaert Pascal Niggenkemper, Baloni @ Opatuur door Bruno Bollaert

Ha! En ik heb ook twee stukjes opgenomen. Het eerste vindt u hieronder, het tweede alhier.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=yWl2NMupfGQ&w=500&h=284]

Voor de volgende Opatuur sessie begeeft u zich op zondag 4 december rond 20 u. naar De Centrale, alwaar u dan Bart Maris (trompet) & Peter Vandenberghe (piano) aan het werk kan zien.

Jazz & Sounds

Vorig jaar in januari, ondertussen bijna twee jaar geleden, werd een nieuw festival boven de doopvont gehouden. Op een persconferentie in de Miryzaal van het conservatorium werd toen het Jazz & Sounds Festival voorgesteld. Maar liefst vier Gentse instituten zaten aan de perstafel: Conservatorium Gent, Gent Jazz Festival, Kunstencentrum Vooruit, en Muziekcentrum De Bijloke; in de rand verleenden o.a. ook El Negocito, IPEM en Logos Foundation hun medewerking. Het festival was niet onverdeeld goed, maar wel meer dan goed genoeg om op de kaart te worden gezet. Onder andere The Wire, één van de meest invloedrijke magazines voor avant-garde en geïmproviseerde muziek, besteedde aandacht aan het festival.

Edoch. Niet alleen werd het festival door omstandigheden verplaatst van het voorjaar naar het najaar (wat zorgt voor een bijna naadloze aansluiting met de Antwerpse tegenpool Follow The Sound), maar een persconferentie zat er deze keer niet in. Bovendien werd pas sinds deze maand — mondjesmaat — wat ruchtbaarheid gegeven aan de tweede editie. Al heeft dit alles gelukkig geen weerslag op de inhoud. In een recente nieuwsbrief omschreef Kunstencentrum Vooruit de komende driedaagse als ‘de hoogmis van jazz en creatieve muziek’, en dat heeft alles te maken met de muzikale gasten die op het festival werden uitgenodigd.

Lees meer bij Gentblogt: Jazz & Sounds, tweede editie. Hopelijk tot straks (ik voorzie mij van oordoppen en koppijnstillende middelen).

Why so serious? (La Resistenza)

De migraine had lang genoeg geduurd, besloot ik gisterenavond, en na een korte test in de vooravond (Henri opwachten in de OR), besloot ik het er toch maar op te wagen en in La Resistenza voorzichtig een concert te gaan bijwonen. En meteen ook eens van het eten te proeven.

Er is een vegetarische schotel voorhanden, voor net geen tien euro. De maaltijd werd aan mijn tafel opgebouwd als was het een gezellige stop motion film. Eerst bracht men een suikervat en een (leeg) theeglas, een halve minuut later gevolgd door een (volle) theekan. De vruchtenthee is er heel lekker, in La Resistenza. Even later kwam een bordje met twee sneden brood en een kleiner bordje met twee sneden boter. Net toen ik mijn thee uitschonk volgde een bord met mijn vegetarische bolti. Bolti is een vis zegt Google mij, maar dat lag gelukkig niet op mijn bord. Er was wel balti (cfr de reacties –dank u, Rogé), en dat kwam met couscous, tomaat, courgette, en asperge-aren. Lekker, in een adequate portie. Edoch: muziek.

Nate Wooley / Marc Ducret / Teun Verbruggen + guest: Andrew D'Angelo @ La Resistenza door Bruno Bollaert Nate Wooley / Marc Ducret / Teun Verbruggen + guest: Andrew D'Angelo @ La Resistenza door Bruno Bollaert Nate Wooley / Marc Ducret / Teun Verbruggen + guest: Andrew D'Angelo @ La Resistenza door Bruno Bollaert

Het was de derde keer op evenveel dagen dat Nate Wooley in België optrad; ik ben blij dat ik er toch minstens één optreden van heb kunnen meemaken. Geen Teun Verbruggen op de foto’s, verontschuldig ik mij even; Wooley bleek iets te breed om ook nog onze Belgische drummer te kunnen vastleggen –of ik zat gewoon net op de verkeerde stoel.

“So, do you tune to 440 or…”, vroeg Andrew D’Angelo aan Marc Ducret toen hij hem aan zijn gitaar zag frutselen.

En als Ducret hem tot antwoord expressieloos aanstaart, vult hij zelf aan: “…right.”

“I’m just pretending man”, beweert Ducret, al zien we hem toch zijn oor tegen de snaren van zijn –nog even onversterkte– gitaar leggen om te checken of de toon wel goed zit.

Teun Verbruggen heeft zijn drumparafernalia mee in een stevige zak van Delhaize; Andrew D’Angelo heeft een gele plastic zak om het mondstuk van zijn altsax gewikkeld. Mogelijks zit dat rietje er al op van tijdens de soundcheck (of nog langer), heeft het de toon die hij wilt, en houdt hij het zo vochtig, zodat hij straks meteen kan beginnen spelen. Al kan het net zo goed een andere reden zijn.

Het begint chaotisch, het is wat zoeken naar structuur, maar uiteindelijk leidt Verbruggen vaak de rest in een stevig ritme. Het is luid (zelfs met oordopjes), maar genuanceerd, al is het zeker niet naar ieders smaak. Hoewel het naar tevredenheid gevuld was, in de kelder, glipte er na elk stuk steeds wel iemand weg.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=YEFgH1kOgy4?hd=1&w=500&h=284]

Zoals we dat in België gewoon zijn, applaudiseerde het publiek automatisch tussen de stukken. “This is some serious audience”, verklaarde Andrew D’Angelo, die duidelijk meer animo verwachtte. Hij flirtte met de camera’s die het concert vastlegden, stripte uit zijn roze hemd tot hij in een (te) kort zwart t-shirt stond, en ging tegen het einde van het concert op de grond zitten omdat hij wat moe was, en het van daar gemakkelijker speelde. De extraverte D’Angelo stond in schril contrast met de bijna mystieke verschijning van Nate Wooley, die geheel in de muziek verdwenen was. Hij was totaal mee met alles wat er muzikaal rond hem aan het gebeuren was, maar speelde slechts spaarzaam en to the point mee. De verscheidenheid aan karakters tekende het concert, en maakte het ook boeiend –al moest u er bij dit soort muziek ook vaak zelf wel wat moeite voor doen.

Zaterdag (19/11) komen De Beren Gieren naar La Resistenza, en maandavond (21/11) speelt Giovanni Barcella in duo met Bart Maris. De bescheiden bijdrage voor het concert is onmiddellijk omzetbaar in spijs en drank.

Nathan Daems Quintet

Nathan Daems Quintet @ Vooruit door Bruno Bollaert

Het was een sterk statement van Nathan Daems, om het concert in Vooruit bijna solo te openen, enkel gesteund door drummer Simon Segers. Het Nathan Daems Quintet wordt immers druk bevolkt door de leden van De Beren Gieren, iets wat ongetwijfeld ook de jury van het Jong Jazztalent Gent concours niet was ontgaan toen ze het kwintet in 2010 bekroonden, een jaar nadat De Beren Gieren zelf de wedstrijd hadden gewonnen. Beide groepen zijn echter beslist verschillend, en zelfs onder het aanstekelijk-spontane haantjesgedrag van wonderkind Fulco Ottervanger blijft de klankkleur van Daems nadrukkelijk present.

Het openingsnummer wordt gespeeld op sopraansax en geeft een duidelijk oosters getinte indruk; het tweede nummer gaat absoluut de rockerige kant op. In het derde nummer, Koekel Ziet is Alles, een bijna chaotische compositie van Ottervanger, komt de gierende gitaar van Bart Vervaeck op de voorgrond, en bespeuren we een gezonde invloed van rock opera. Met deze drie nummers werden meteen ook de drie bepalende factoren in de groep geïntroduceerd: eerst Daems zelf, vervolgens het Quintet, en tot slot de invloed van Ottervanger.

Er zit een aanstekelijke dynamiek in de groep, waardoor een context wordt gecreëerd voor de melodieën die Daems er tegenaan gooit. Typisch voor deze aanpak zijn de nummers Rashko –geschreven voor een vriend– en The After Renovation Lack –“ge weet wel, ge renoveert een huis, en dat is allemaal nieuw en goed en zo, maar toch verdwijnt er ook iets, in die renovatie”, legt Daems uit. In de samenwerking in het kwintet is het net andersom: er wordt alleen maar toegevoegd. Zelfs al lijkt het soms dat Daems wat verdwijnt in de storm van de andere muzikanten, hij blijft hardnekkig doorgaan als een wervelende onderstroom met zijn eigen beslissende rode draad.

Wie het kwintet anderhalf jaar geleden heeft gehoord tijdens het Jong Jazztalent concours en nadien op Gent Jazz 2011, zal de gigantische evolutie die deze groep heeft meegemaakt, niet zijn ontgaan. Ondertussen is de groep nóg gegroeid, en dat belooft voor de toekomst. De positieve vibe is bijna tastbaar, de energie en het samenspel zijn opvallend. Bas Gommeren speelde een schijnbaar onverwachte solo op contrabas, waarop Simon Segers intuïtief inpikte –Segers speelt graag met onverwachte maar organische ritmes– en de medodie kwam uiteindelijk bij Ottervanger terecht. Dit samenspel is de essentie van jazz.

Ook Nathan Daems genoot zichtbaar; tijdens het encore stond hij een tijdje –zoals Wayne Shorter– geleund tegen de piano mee te genieten van de uitwisseling tussen zijn medemuzikanten. “Dankuwel, dit was een schitterende avond”, vertrouwde hij het publiek toe.

Er is een cd uit, bij De Werf, maar ik heb hem nog niet gehoord. U kan vier stukjes voorbeluisteren op de soundcloud van het Nathan Daems Quintet, of de cd aanschaffen na het optreden. Dit is echter een groep die u zeker live aan het werk moet zien, en dat treft, want de groep toert momenteel in het kader van de JazzLab Series door Vlaanderen. Zo kan u zaterdagavond (20.30 u.) terecht bij De Werf in Brugge, en zondagnamiddag (17 u.) bij Vrijstaat O. in Oostende. Sterk aangeraden.

La Resistenza Barcella

Giovanni Barcella @ La Resistenza door Bruno Bollaert

Als ik in La Resistenza toekom, zo ongeveer een kwartier voor de voorziene aanvang van het concert, zit Giovanni Barcella er te eten met de twee muzikanten die hij heeft uitgenodigd om die avond met hem te concerteren. De begroeting is hartelijk. Ik ken Gio niet alleen van de lokale scène, we zetelen beiden al een paar jaar in de jury voor het Jong Jazztalent Gent concours dat gehouden wordt tijden het Gent Jazz festival. Barcella is de Gents-Italiaanse drummer die elke maandagavond een programma in elkaar steekt voor La Resistenza. Vroeger deed hij dat voor El Negocito, waar hij zorgde voor de Barcella Sessions en de concerten in duo met tenorsaxofonist Jeroen Van Herzeele. Toen Rogé Verstraete, de man achter El Negocito en La Resistenza, het el NEGOCITO Records label boven de doopvont hield, was de eerste release een live album van het Barcella/Van Herzeele duo. Nu de jazzactiviteiten van El Negocito overgeheveld zijn naar La Resistenza, verhuisden de Barcella maandagavonden mee.

Net zoals El Negocito is ook La Resistenza een eet- en praatcafé. Voor 12 euro is er een lunch voorzien (soep, schotel naar keuze en koffie of thee), en wie naar een concert komt, kan de integrale entreeprijs dezelfde dag aanwenden voor drank of voedsel. Een fantastisch concept, dat voor de bezoeker zorgt dat hij zo goed als gratis concert een concert bijwoont, en tegelijk de uitbater garandeert van een minimale omzet. Het café bevindt zich op het gelijkvloers, de concerten vinden plaats in de kelder. Er is geen deur tussen beide ruimten, maar er werd een zwaar gordijn gehanden aan de voet van de trap om muzikale kruisbetuiving te vermijden. In het café moet men kunnen blijven praten, in de kelder moet men enkel de muziek horen.

“Je vais vous lire une petite quelque chose de deux lignes”, zegt Barcella als we allemaal een plaatsje in de kelder hebben gevonden, en hij verontschuldigt zich meteen voor zijn Engels.

Never divide the great longing
into a host of small satisfactions.

Hij declameert het met een tongval die uit The Godfather kon komen, alleen is het bij hem niet geacteerd. Barcella haalde zijn inspiratie uit een ondertussen beduimeld tijdschrift waar hij tijdens de maaltijd nog ijverig in zat te bladeren. Als ik het citaat thuis in Google steek, kom ik terecht bij Esther (Etty) Hillesum, een jonge Joodse die op 29-jarige leeftijd gestorven in Auschwitz in 1943. Sinds 1941 hield ze een dagboek bij, op advies van haar minnaar, Julius Spier. Het dagboek werd pas in 1981 gepubliceerd en pas nog later (in 1983) vertaald in het Engels. In 2006 werd aan de UGent het Etty Hillesum Onderzoekscentrum (EHOC) opgericht.

Elke bezoeker aan de kelder –vijf euro was de toegang die avond– krijgt drie fotocopies die met een nietje in de linkerbovenhoek haastig met elkaar werden verbonden. Het herinnert mij aan de bijeenkomsten uit mijn studententijd, een periode waar de meeste bezoekers nog middenin zitten. Barcella soleert, en zijn drumspel klinkt zoals zijn aankodiging. Hij bouwt een verhaal op, eerst in snelle beats die van een machine konden komen, en waaruit hij dan specifieke klemtonen haalt. De gasten die hij heeft uitgenodigd, knikken geboeid mee.

Yuko Oshima neemt de solo van Barcella over, in een stijl die nu nog wel haaks op die van haar voorganger staat, maar die straks geheel complementair zal blijken. De brushes bouwen een langzaam ritme op, de cymbalen worden spaarzaam maar nadrukkelijk gebruikt.

In het derde deel speelt ook tubist Daysuke Takaoka mee. Barcella leest voor uit het gedicht dat voor ons werd gefotocopieerd, in een rustige, bijna monotone stem: “considera prima di tutto la posizione delle cose”. Het gedicht heet La prossima malattia (de volgende ziekte), van Adriano Spatola, die wordt gerekend tot een van de belangrijkste dichters uit de Italiaanse neo avant-garde. De tuba van Takaoka en de drums van Oshima zorgen voor de klankkleur bij de voordracht.

Wanneer het gedicht helemaal is voorgelezen en Barcella meedrumt, blijkt hoe groot de noodzakelijke symbiose tussen de drie muzikanten wel is. Terwijl beide drummers voor een basis zorgen, exploreert Takaoka de grenzen van zijn instrument. Hij legt het mondstuk weg en in de buis van de tuba als was het een dwarsfluit, of bespeelt hij een elleboogstuk dat hij van het instrument het losgemaakt.

Als ik niet veel later naar huis fiets, komen flarden van het concert opnieuw bij me op. De declamatie van Barcella, de brushes van Oshima, en het gefluister van Takaoka vergezellen me naar huis.

Volgende week maandag (14 november) is er een ‘Barcella invite’ en spelen Nate Wooley en Marc Ducret samen met Teun Verbruggen. En wie donderdag (10 november) niet op Follow The Sound in Antwerpen zit, mag gerust opnieuw naar La Resistenza voor een double bill van John Hollenbeck & Jorrit Dijstra en het Alexandra Grimal Quartet.