Chantal Acda

Wat was dat.

Een paar maanden geleden (of was het al meer dan een jaar?), had ik de live-albums van Chantal Acda ontdekt in Tidal (eerst Live In Dresden, en wat later verscheen ook Live In Münster). Die albums lagen hier verscheidene weken op repeat, en haalden vervolgens een plaatsje op mijn zeer bemeten ‘offline content’ lijst op de gsm. De platen zijn live opnames, en hoewel dat geen vervanging is voor een echt optreden, biedt zo’n momentopname vaak een extra dimensie boven een studio-album. De concertdatum in Gent stond dan ook al geruime tijd in mijn agenda gemarkeerd.

Als voorprogramma kregen we de fragiele, verlegen stem van Eyemèr. Mooi, nog een beetje onwennig op het podium misschien, maar vol belofte. De stem zat goed (bij momenten heel goed, maar vaak zat er wat te veel galm op), en deed op zijn best wat denken aan Edie Brickell uit haar tijd met de New Bohemians.

En toen kwam Chantal Acda op het podium, vergezeld van een keure muzikanten: Alan Gevaert (bas), Gaëtan Vandewoude (gitaar, keys), Eric Thielemans (drums) en Niels van Heertum (euphonium). Van verlegenheid viel hier niets te merken. Het duurde een paar liedjes eer ik er ook maar aan dacht om iets van notitie te nemen, zozeer palmde deze muziek de zaal in.

Hoewel ik ondertussen redelijk vertrouwd was met het minder recente (live) werk, gaat zo’n concert toch nog wel een grote stap verder. Live is Acda absoluut zaalvullend, met bijzonder veel zelfzekerheid en présence –een beetje onverwacht, gezien haar stem en de schijnbare broosheid van de composities. De groep hangt heel goed aaneen, de grapjes vliegen rond (“we wachten op jou hé Eric”, klonk het toen Thielemans even de inzet voor het volgende nummer vergeten was), en we kregen zelfs inzicht in Acda’s innerlijke Jane Fonda toen ze het over haar extreme fitness obsessie had. Maar ik dwaal af.

I Need You To Go (“soms moet je al eens banden verbreken”) is een van de topnummers van het nieuwe album, compleet met vintage gitaardrama en doorzettende percussie als enig houvast. Hartenbrekend! Fight Back is, samen met Our Memories enorm typerend voor haar stem en stijl. Ik had eigenlijk geen idee dat Acda een Nederlandse was, tot ik haar tijdens het concert hoorde praten, en terwijl dat zeker bijdraagt tot de klankkleur van haar stem, is er gelukkig geen sprake van nederengelse uitspraak.

Over klankkleur gesproken: dat euphonium van Niels van Heertum, jongens toch, wat een verrijking. Mag ik fan zijn? (Sst. Ik ben al langer fan, maar niet verder vertellen.)

(My Night, met die stevige walking bass, was er ook bij –Alan Gevaert had er duidelijk schik in.)

“Voor mij lijkt het alsof ik nog maar tien minuten bezig ben, maar eigenlijk zitten we nu al aan de laatste twee nummers van de avond”, klonk het plots. Gelukkig kwam er nog een encore.

Twijfelen hoefde ik helemaal niet, dus na afloop haalde ik meteen de lp in huis. Ik heb nu drie Acda-albums bij mijn ‘offline content’ staan. Nee, dat is niet overdreven.

Chantal Acda (cd-release) / support: Eyemèr speelde woensdag 10 mei in de Handelsbeurs.

Op 4 augustus 2017 palmt Chantal Acda de Club Stage van Jazz Middelheim in. Ze speelt die dag vier keer, met evenveel verschillende projecten. Moet ik het nog zeggen? Niet te missen!

Christophe Devisscher Quartet @ De Handelsbeurs

“Doordat het luchtverkeer verstoord is, raakt Satoko Fujii niet in België”, stond er op de site van de Handelsbeurs. Het Christophe Devisscher Quartet speelde daardoor niet in een double bill, maar bracht twee sets van (een dikke) 45 minuten. Het was niet de enige wissel, want ook pianist Christian Mendoza werd vervangen (door Bart Van Caenegem). Het kwartet nam eind 2015 het nieuwe album A Fisherman’s Tale op, dat tijdens een JazzLab series tournee in maart werd gepresenteerd.

Devisscher heeft lang gewacht om eindelijk onder eigen naam met een groep naar buiten te treden. Hij speelde lang als sideman in allerlei formaties, van Pascal Schumacher tot Frank Deruytter en Bart Defoort, en het is een beetje een understatement om te beweren dat hij een graag geziene en opgemerkte muzikant is. De muziek van het kwartet is gemakkelijkheidshalve te omschrijven als aan de oppervlakte toegankelijk, en biedt veel ruimte voor ritme en tempo, waarbij elk instrument breed aan de beurt komt.

Christophe Devisscher Quartet, Handelsbeurs, Gent, BE, 24.03.2016

We onthouden met veel gemak het laatste nummer van de avond, La Mariposa, genoemd naar de Chileense vriendin die Devisscher nog heeft gehad. Het is een zeer aanstekelijk en bijna groovy nummer, dat bijzonder energiek inzet, maar door de iets te lange bas- en drumsolo’s een beetje op een anticlimax in de coda leek aan te sturen.

Verder was er ook Oy, genoemd naar de uitroep waarmee in Australië (en ik dacht ook Groot-Brittannië) terecht worden gewezen. De muziek was net zo: als een ongehoorzaam kind leek het alle kanten uit te willen, terwijl het op en tijd in de maat moest worden gehouden. Het was een zeer intrigerend stukje, dat qua sound dicht leek aan te leunen bij het Charlie Brown gevoel.

Meest doordringend was het nummer Nominal Velocity, dat door Devisscher werd opgedragen aan de recent overleden Guy Van de Poel, freelance jazzfotograaf en graag geziene gast bij de Belgische jazzmuzikanten. Nominal Velocity begint als een solo piano ballad, waarna eerst door de bas, en snel nadien ook indringend door de sax van Frank Deruytter wordt ingepikt. Pas dan komen er de voorzichtige brushes van Dré Pallemaerts bij. De piano blijft helemaal de hoofdrol spelen, waarbij de instrumenten als een heel breed klankpallet worden ingezet. Het stuk klonk, zeker in de context, als een golvende klaagzang, waarin telkens voorzichtig wat hoop werd geïnjecteerd. Mooi.

Christophe Devisscher Quartet, Handelsbeurs, Gent, BE, 24.03.2016 // Christophe Devisscher (contrabas), Frank Deruytter (tenorsax), Christian Mendoza –op het concert vervangen door Bart Vancaenegem (piano), Dré Pallemaerts (drums) // A Fisherman’s Tale is verschenen bij Cornfish Music.

Recent bracht Christophe Devisscher ook een album met Carlo Nardozza uit, Duology, met een aantal herkenbare maar toch eigenzinnige interpretaties van bestaand werk. Wij onthouden daaruit zeer graag de (ondertussen tot Belgische standard verworden) Valse des Escargots van Carlo Nardozza en de intrigerende bewerking van het largo van Dvoraks Symfonie Nr 9.

Sinister Sister / Rémi Panossian Trio

Het was een dubbelconcert gisteren in de Handelsbeurs, en er waren duidelijk mensen die enkel voor het eerste luik gekomen waren —niet overdreven veel, maar er waren toch wat stoelen die leeg bleven na de pauze.

Sinister Sister speelde Zappa, in een “creatieve verwerking” volgens de blurb op de Handelsbeurs site. Misschien was dat wel zo voor de die hard Zappa fans, maar heel erg veel heb ik daar eigenlijk niet van gemerkt. Er zaten vanzelfsprekend wat jazztoestanden in (slechts een heel klein beetje impro), maar zeker niet genoeg om de verwerking als creatief te omschrijven. Anderzijds: ik ben dan wel redelijk bekend met Zappa, maar niet zoals met pakweg The Beatles.

De groep is gegroeid uit het Zappa-fandom van vibrafonist Pieter Claus en drummer Lander Gyselinck, die probleemloos saxofonist Maayan Smith, gitarist Jan Ghesquière en bassist Michel Hatzigeorgiou in het project met zich mee trokken. Sinister Sister speelde zoals een steengoede begeleidingsband, met enorm veel kennis en vakmanschap, maar zonder veel schwung of eigenheid/identiteit. De muziek was zeer afgelikt en gerepeteerd, vol erg goed ingestudeerde partituren en met een hoop unisono momenten in het drieluik vibrafoon – saxofoon – gitaar.

20151216_jazz-001

Die gasten kunnen spelen, maar ik miste betrokkenheid en de scherpe kantjes —die zaten er enkel in de titels van de songs (en soms in het volume). Die titels pasten overigens geheel niet bij de muziek die gebracht werd. Zappa is de ultieme tongue in cheek, expliciet in het geïmpliciteerde, en met een krachtig contrast tussen de kitscherig-afgelikte maar fantastische en erg muzikale arrangementen die haaks op de teksten van de nummers staan. Neem die teksten weg, hou alleen de arrangementen over, verzuim het om daar een bijtende ironie aan toe te voegen, en de nummers zijn niets meer dan een inside joke voor de kenners.

Niettemin: aan kenners geen gebrek, gisterenavond, want de groep kreeg een staande ovatie.

20151216_jazz-002

Het Rémi Panossian Trio was evenzeer wat ontgoochelend. Ik volg ze al een paar jaar, al is het pas de tweede keer dat ik ze live zie (de grapjes waren nog hetzelfde). Het trio zit helemaal gevangen in het format van de staccatojazz à la Neil Cowley, Phronesis, Yaron Herman, en vele anderen. In dit concert waren ze wel zeer vergelijkbaar met Cowley: de piano kent voor Panossian blijkbaar ook enkel dubbel forte, want er zat totaal geen dynamiek in het volume. De muziek moet het dus voornamelijk hebben van het ritme, en die combinatie (ritme zonder dynamiek) zorgt er dan weer voor dat de nummers in hoge mate inwisselbaar worden. Jammer.

Sinister Sister / Rémi Panossian Trio, gehoord in de Handelsbeurs op 16.12.2015.

AKA Moon ft. Fabian Fiorini: ‘The Scarlatti Book’

Na Monteverdi, Bach en Brahms, ging Fabrizio Cassol –op vraag van het Instituto Italiano de Cultura de Madrid– nu ook grasduinen in het oeuvre van (Domenico) Scarlatti. Samen met pianist Fabian Fiorini namen ze het album The Scarlatti Book op, waarmee ze een bescheiden tournee aanvingen. Gisteren speelden ze in de Gentse Handelsbeurs.

20151126_aka-moon-001

Meestal wordt barok omgezet in het soort minimalisme dat we kennen van Michael Nyman, die met ongekende gretigheid en immer stijgende populariteit (ik was fan nummer 1) de muziek van Purcell transformeerde tot pulserende, energieke ritmes, die de luisteraar genadeloos in hun kielzog meesleurden. Bij Cassol & cie is van minimalisme geen sprake –of het moest zijn in de beperking van de bezetting. If anything, kan hem hooguit wat geflirt met rock opera aangewreven worden.

“Je ne sais pas s’il y en a entre vous qui connaissent Scarlatti,” vroeg Cassol voorzichtig bij de aanvang van het concert. “Bon je ne suis pas certain que vous l’allez découvrir ce soir, parce que la musique va être transformée.”

Er lagen partituren klaar voor Cassol (en op de piano bij Fiorini), waar hij terloops een paar blikken op wierp voor een paar frasen, die hij terstond hertaalde in het Oosterse, Afrikaanse en Balkan getinte lingo van AKA Moon. Drummer Galland speelde gesyncopeerde en vaak anders tegenstrijdige ritmes, en Hatzigeorgiou legde een speelse basso. Er zaten nog een paar foutjes in: een verkeerde aanzet of fout akkoord, maar het concert werd er enkel nog spontaner door.

Bijwijlen leek het concert een gigantische (en welverdiende) showcase voor Fiorini. De pianist speelde fantastisch: de vingervlugheid waarmee hij de klassieke pianopartijen speelde, de omschakeling van de bijna zuivere barok naar de geïmproviseerde jazzpartijen die hij daarbij toverde… het was wonderlijk.

In contrast lijkt de opname van het album veel te braaf en gestroomlijnd. Het was nochtans al zulk een interessante release, maar de levendigheid en de rauwheid van de live versie tilde het concept nog een gans niveau hoger. Beluister echter zeker het album als u daartoe de kans krijgt –voor een concert bent u waarschijnlijk te laat.

Colin Stetson & Sarah Neufeld // Lionel Beuvens Quartet

Net toen ik onder de indruk was geraakt van de capriolen van Håkon Kornstad, een Noorse rietblazer met een bijzonder veelzijdig gebruik van stem en instrument(en), programmeerde het ondertussen in de ijskast verdwenen festival Jazz & Sounds, Colin Stetson. Dat was in 2010, toen de rietblazer boven in de Domzaal van de Gentse Vooruit, gezwind de altsax inwisselde voor een klarinet en nadien ook voor een bassax, een gewichtig instrument waarmee hij stond te schommelen als was het een tenor. De geluiden die Stetson toen reeds uit zijn instrumenten haalde, waren zonder meer betoverend. De man heeft zijn —extended— technieken ondertussen nóg verder geperfectioneerd, en dat zegt iets over de ambitie en de passie van de muzikant die reeds mijlen verder stond, dan wat men toen voor technisch (heel) begaafd versleet. Tot die extended technieken rekent men o.a. circulaire ademhaling (waarbij met het blaasinstrument continu blijft bespelen, terwijl men ondertussen ook adem haalt), multifone klanken en harmonieken, altissimo (hogere klanken dan het instrument officieel aan zou kunnen, hoger dan de fa kruis in het geval van de saxofoon), microintervallen (kleiner dan een halve toonsafstand), percussie via de kleppen, en zang. Zang terwijl men het instrument bespeelt, welteverstaan.

Colin Stetson & Sarah Neufeld, Handelsbeurs, Gent, BE, 29/04/2015
Colin Stetson, Handelsbeurs, Gent, BE, 29/04/2015

Stetsons evolutie valt min of meer te volgen via de New History Warfare trilogie, drie albums (2007, 2011, 2013) waarin hij steeds verder ging in de exploratie van zijn instrumenten –voornamelijk die bassax. De muzikant experimenteerde met opnametechnieken door zijn instrument op verschillende plaatsen van microfoons te voorzien, waarbij hij ook een microfoon op zijn keel aanbracht. Logisch, zo vond hij, gezien de saxofoon vaak wordt omschreven als het instrument dat het dichtste staat bij de menselijk stem.

Zopas bracht hij, samen met Sarah Neufeld, het album Never were the way she was uit. Neufeld en Stetson leerden elkaar kennen tijdens hun werk voor de indie rock groep Arcade Fire. Beide muzikanten kunnen een opzichtig palmares aan samenwerkingen en solo verwezenlijkingen voorleggen, en dit album toont aan hoe symbiotisch een samenwerking in duo kan zijn.

Colin Stetson & Sarah Neufeld, Handelsbeurs, Gent, BE, 29/04/2015
Colin Stetson & Sarah Neufeld, Handelsbeurs, Gent, BE, 29/04/2015

Beide artiesten stonden gisteren samen op het podium van de Handelsbeurs, om die cd live kracht bij te zetten. De muziek blijkt zeer schatplichtig te zijn aan de minimalisten, van de aanhef van de stukken van Michael Nyman, de phase shifting bij Steve Reich, en de klankkleur en de repetitiviteit van Philip Glass. Die invloeden versmelten zonder meer in eigen sound, die, voorzien van de extended technieken van Stetson, veeleer een half orkest doen vermoeden dan een duo.

Stetson had een band rond de keel, waarin een microfoon zat voor de zang, tikte met de rechterhand vaak het ritme op de kleppen, terwijl de linkerhand veelal –maar niet exclusief– voor de melodie werd gebruikt. Neufeld speelde viool aan het ijltempo dat alleen krachtgetrainde violisten lijken aan te kunnen, en ondersteunde de klank met ijle zangpartijen.

Inherent nadeel van zo’n opzet is misschien wel dat de muziek versterkt móet worden, om al die technieken tot hun recht te laten komen. Het geluid lijkt dan vaak iets te artificieel voor de verwende oren van wie een meer akoestische setting gewoon is. De zuivere klank van de instrumenten kwam nooit aan bod, wat destijds, in 2010, wel het geval was. Maar als het resultaat zoals gisteren was, dan leggen we ons daar graag bij neer.

Het concert verliep vlekkeloos, en stopte op het hoogtepunt van verlangen. Het nieuwe album ligt hier al een paar dagen op repeat, en ik heb het vermoeden dat het nog wel een tijdje zo zal blijven. (Aanrader, samen met die New History Warfare trilogie.)

Lionel Beuvens Quartet, Hot Club De Gand, Gent, BE, 29/04/2015
Lionel Beuvens Quartet, Hot Club De Gand, Gent, BE, 29/04/2015

(Als de Handelsbeurs geen double bill presenteert, dan zorgen we er zelf voor. Just kidding. Serieus. Ik ben geen fan van double bills.)

Het was misschien niet het meeste briljante plan, om achteraf nog even in de Hot Club naar het Lionel Beuvens Quartet te gaan luisteren. Beuvens toert momenteel met zijn op Igloo verschenen album Trinité, een melancholisch album, dat helaas niet kan optornen tegen het volumetrische bravoure van het duo in de Handelsbeurs. Jammer, want de muziek op zich staat er best, en ik had er zonder twijfel veel meer van genoten op een gewoonlijke Hot Club avond. Op 2 mei zijn ze trouwens nog te horen in de Lokerse Jazz Klub, waar het delicate werk zeker tot zijn recht zal komen.

That’s entertainment (Stefano Bollani in de Handelsbeurs)

De voorbije jaren heb ik Stefano Bollani al een paar keer zien passeren; met Enrico Rava, met Hamilton de Holanda, met Martial Solal, en zelfs solo; op Gent Jazz, op Jazz Middelheim, en op Newport Jazz. Dinsdag speelde hij in de Gentse Handelsbeurs, solo piano.

Het concert begon met een uitgebreid stukje Bechet (Si tu vois ma mère) gevolgd door Harry Belafontes Matilda. Twee doeltreffende openers, waar Bollani niet alleen de aandacht behoudt door de aanstekelijke melodie, maar waarbij hij meteen ook minder evidente stukken improvisatie laat binnensluipen. Het blijft altijd herkenbaar, melodieus, en Bollani laat die melodie graag in verschillende stijlen horen (van klassiek tot pop via blues). De linkerhand krijgt voldoende aandacht, zelfs helemaal expliciet, wanneer Bollani pretendeert alsof zijn rechterhand aan zijn linker instructies heeft, en hij niet meer is dan een neutraal lichaam dat er toevallig tussen zit. Het is een typerend stukje theater voor de muzikant die steeds vol energie en fratsen zit, en zich met een zelfzekere flair probleemloos de aandacht van het publiek toe-eigent.

Hij gaat door met een waanzinnige medley waarin hij onder andere Nino Rota citeert en Mozart, zichtbaar misbaar maakt over de moeilijkheid van zijn partituur of net de saaiheid ervan, om dan prompt de partituur ondersteboven te draaien en Júrame (een enorme hit voor Juan Camacho in 1976) te coveren –inclusief zang. Hij sluit af met een variatie op London Bridge Is Falling Down in ragtime, en ergens herkennen we ook nog Monks In Walked Bud. Hij kondigt af: “so I played a few pieces such as Júrame… and other things I simply don’t remember.”

20150303_jazz01

Bollani belegert en bekruipt de piano van alle mogelijke kanten, wringt zich in allerlei bochten, klopt op de kast en het binnenwerk, veert op van de pianostoel, speelt staand en zittend, en vergeet vaak dat er ook pedalen aan het ding zitten. Hij heeft een uitstekende techniek, maar vooral ook een ongeziene beheersing van zijn lichaam, wat hem toelaat tijdens al die capriolen ook nog schitterend piano te spelen. Hij speelt een stukje Zappa, want daar gaat zijn meest recente album over, en zingt vol enthousiasme mee op Bobby Brown, want hij had zin in een liefdesliedje.

“He’s really a genius,” vertrouwde een Italiaanse promotor mij vorige zomer in Newport nog toe. “He has an amazing memory –he knows all these songs, all these pop tunes, since he used to play for Italian pop stars. At the end of his concerts he often asks the audience for what they would like him to play, and he knows all of the songs. One time there was a song he didn’t know, and they hummed a few bars for him and then he simply played it by ear. And of course everbody said it was better than the original song –which he had never heard.”

Ook in Gent mocht het publiek voor het bisnummer tien liedjes nomineren, die hij dan tot één afsluitend stuk samenvoegde. Hij speelde zijn Per Elisa, ofte Beethovens Für Elise in de versie zoals hij ze hoorde op de oude 78-toerenplaat van zijn grootmoeder. “I still don’t know whether it was an artistic choice of the piano player or a problem with the record.” Er volgen een absoluut hilarische imitatie van Paolo Conte; de vogeltjesdans; Verdi’s La donna è mobile; en afsluiten doet hij met de sirtaki.

Bij het (tweede) applaus komt hij opnieuw terug, om de avond definitief af te sluiten met Samba de Uma Nota Só (One-Note Samba). De man is een meesterlijk entertainer.

20150303_jazz02

Na afloop van het concert, fietste ik nog gauw even naar… de Hot Club, waar Woodworks, het duo van fluitist Stefan Bracaval en pianist Pierre Anckaert hun jongste cd kwam voorstellen. Als de trend van de voorbije dagen zich verderzette, zou ik immers mooi op tijd zijn voor de tweede set. Helaas: het duo speelde die avond één lange set, en ik was nog net op tijd om de laatste twee (en een halve) liedjes te kunnen meepikken.

Edoch, dat zorgde ervoor dat ik nog net op tijd thuis was om de zoon te zien, die op dinsdag laat van zijn schermtraining terug komt, dus dat was dan weer mooi meegenomen. (En woensdagavond ben ik thuis gebleven.)

Trixie Whitley Tryout

Trixie Whitley

Trixie Whitley speelt in minder dan een maand twee keer voor een uitverkochte Handelsbeurs, op 21 februari en op 10 maart, en voor een uitverkochte AB op 9 maart. Wie door al die uitverkochte concerten Trixie toch nog moet missen (of haar nog eens wil zien), kan deze zomer terecht op het Gent Jazz festival waar ze op 20 juli optreedt.

Haar debuutalbum, Fourth Corner is nog maar een kleine maand uit, maar het heeft ondertussen al goud gehaald. Gisteren speelde ze een try-out in de Handelsbeurs, en kreeg ze een gouden exemplaar van het album overhandigd door de Gentse burgemeester Daniël Termont.

Trixie Whitley

Score Man

Score Man in de Handelsbeurs door Bruno Bollaert

U herinnert zich misschien nog dat we op de Gentse cultuurmarkt in de Human Grijpmachine twee tickets voor Score Man op 27/10 in de Handelsbeurs hadden kunnen… scoren. Die voorstelling was gisteren, en het was een heus feest met Thomas De Prins als energieke leider met een hoekje af.

Score Man in de Handelsbeurs door Bruno Bollaert

Muzikanten uit tal van sterke formaties zoals, El Tattoo del Tigre, Think of One, Internationals, Dez Mona, Brazzaville, Whodads en Seatsniffers schrijft de Handelsbeurs. Wij herkenden gisteren op het podium o.a. Filip Wauters, Bruno Vansina, Tom Callens, Erik Bogaerts, Carlo Nardozza, Herman Pardon, Piet Verbist, en vergeten daarbij schaamteloos de rest van de ongeveer 20-koppige Score Man band te vermelden. De volgende keer gaat u toch gewoon zelf kijken?