twee punt nul

Flickr wordt beschouwd als één van de archetype web 2.0 toepassingen. Uitleg hoeft daar niet bij; samen met flickr is web 2.0 een begrip. Vraag aan zeven verschillende mensen waar dat begrip voor staat, en de kans is groot dat je evenveel verschillende verklaringen krijgt. Die daarom niet meer of minder juist zijn.

Web 2.0 zuigt. Niet alleen omdat het een hype-woordje zou zijn, maar het zuigt in sommige gevallen bandbreedte naar zich toe. Neem nu even dat flickr-voorbeeld, en beschouwen we daarin een gemiddelde pagina. Zoals de pagina waarop deze foto wordt getoond (klik voor die pagina):

dakparking

Om die pagina in uw browser binnen te halen, worden maar liefst 55 HTTP requests uitgevoerd en daarmee 377.229 bytes (368 KB of 0,359 MB) binnengehaald. Veralgemeend betekent dit dat er zo’n 55 verschillende stukjes tekst of beeld of opmaakbestaden (CSS) of javascript etc. in je browser worden gedownload.

In ideale omstandigheden moet je –enkel al om die gegevens over het internet te versassen– tussen de 2 (breedband) en 23 (ISDN/ADSL) seconden wachten voor zo’n pagina volledig binnengeladen is. Als de server, waarop die pagina wordt gehost, het op bepaalde momenten erg druk heeft, kan die wachttijd snel oplopen.

Om 11u21 vandaag, zo leren we uit de broncode van die pagina, duurde het aanmaken van die (dynamische) pagina maar liefst vijf seconden: page generated by www17 (in mud) at 11:21:37 05/21/06 in 5540ms. Een deel daarvan moet je bij die wachttijd bijtellen. Er worden maar liefst 3 opmaakbestanden (CSS) meegestuurd, en 22 (!) javascript bestanden.

Als u zich nog eens afvraagt waarom het soms zo traag gaat, bij flickr, dan hebt u hiermee alvast een deel van de uitleg.

afgeschreven

Het moet soms snel gaan, en er worden al eens fouten gemaakt. Bijzonder grappig wordt het dan, wanneer je voor bepaalde stukjes tekst snel even leentjebuur gaat spelen op het internet …waar je verkeerde informatie vindt. Wat waren nu weer de meest bekende films van Almodóvar waar Carmen Maura in meespeelde, vroeg de recensent van DS zich af, toen hij aan zijn bespreking van Volver begon.

Eens kijken:

FANS van Almodovar kennen Maura uit onder meer Pepi, Luci, Bom (1980), Que he hacho para merecer esto? (1984), La ley del deseo (1986) en vooral de tophit Mujeres al borde de un criso de nervios (1987). Voor die rol werd Maura onder de internationale prijzen bedolven, maar vervolgens als hoofdrolspeelster afgedankt en vanaf Atame! vervangen door de jongere Victoria Abril.

Huh? De tophit Mujeres al borde de un criso de nervios Ik zou gezworen hebben dat het Mujeres al borde de un ataque de nervios was. Even Google beroeren.

In La mala educacion, openingsfilm van de 57ste editie van het filmfestival van Cannes, grijpt de Spaanse scenarist-regisseur Pedro Almodovar (°1951) terug naar zijn jeugdjaren waar hij dikwijls getuige was van seksueel misbruik. Almodovar is vooral bekend van onder meer de cultfilm Pepi, Luci, Bom y otras chicas del monton, de seksuele farce Laberinto de pasiones, de zwarte komedie Atame, de kitcherige Mujeres al borde de un criso de nervios en de recentste meeslepende drama’s Tobo Sobro mi madre en Hable con ella.

Slechts één pagina met diezelfde foutieve titel. Overigens: Tobo Sobro mi madre? Ik zou gezworen hebben dat het Todo sobre… Och laat al maar. Nog goed dat de journalisten zo’n handige IMDB ter beschikking hebben.

inbeelding

Van sommige dingen word ik verschrikkelijk kwaad. (Ik vermeld vanzelfsprekend geen namen, want wij zijn hier tenslotte geen sensatiegazet. Maar ik moet het even kwijt.)

Beeld u eventjes in dat ge redelijk (eufemisme) ziek zijt, en dat ge daarvoor regelmatig naar de dokter moet. Beeld u vervolgens in, dat ge een sport beoefent, en dat ge dat niet alleen graag, maar ook goed doet. Ondanks uw ziekte. Beeld u dan verder in, dat uw coach u verwijt dat het uw schuld is dat zijn ploeg zopas het kampioenschap verloren heeft omdat gij niet een keer uw hoogst noodzakelijke maandelijkse behandeling wou overslaan. En beeld u tenslotte nog in dat het niet de eerste (en helaas evenmin de laatste) keer is dat die coach dat doet.

Kwam het op TV, ge zoudt het niet geloven.

causaal

Op het antwoordapparaat klonk, fiks en beklemtoond gesproken:

’t Is de politie. De collega staat beneden en vraagt tot bij hem te komen.

[korte dramatische pauze om op misnoegde toon verder te gaan]

En ge zijt thuis want daarnet was de lijn bezet!

Tsja, dan vraag ik mij toch af waarom de collega niet in de eerste plaats aangebeld heeft aan de voordeur. (Wat hij achteraf wél heeft gedaan.) ’t Is ook wat, met die moderne technologieën van telefoon en walkie-talkie en toestanden.

Toegevoegde complicatie is dat het belsignaal van onze telefoon (niet dat van de voordeur) niet meer werkt. Het ding geeft geen kik meer, en tenzij we constant onze ogen op het LCD schermpje gericht houden voor het geval dat het zou oplichten omdat er iemand belt, belandt iedereen steevast op ons antwoordapparaat dat minstens eenmaal daags wordt beluisterd. We zouden inderdaad eigenlijk beter gewoon een nieuw toestel kopen. (Misschien ga ik tijdens de middagpauze eens in Media Markt rondneuzen.)

Blijft de vraag, wat er in zo’n agent omgaat wanneer hij zijn walkie-talkie neemt, de centrale oproept, en vraagt om de bewoners van het huis voor welke deur hij staat op te bellen, om te verzoeken of ze de voordeur willen opendoen ipv gewoon aan te bellen.

verkennend gesprek

Kijk, zo heb ik het graag. Zeggen dat we hier nog niet volledig weten hoe we onze zaken willen integreren zou voluit gelogen zijn, maar laten we het erop houden dat we nog volop in de conceptuele fase zitten. Belangrijk in zo’n fase is dat je ofwel intern heel goed kan uitmaken waar je naartoe wilt –maar daar zijn tig belemmeringen mogelijk die ik niet allemaal kan of wil opnoemen– dan wel of je daarbij door een extern persoon kan worden geholpen.

De persoon waarmee ik een groot deel van de voormiddag heb doorgedacht denkt mee. Hij forceert niets in de besluitvorming –stuurt hooguit wat– maar weet door ervaring stilaan wat de mensen bedoelen wanneer ze het hebben over integratie, toegang, en gebruiksvriendelijkheid. En dat zo’n systeem staat op valt met zowel de planning die aan de implementatie vooraf gaat, én de opleiding/begeleiding die voor de gebruikers (en admins) wordt voorzien.

Geen aapies, geen improved releases. Het gesprek dat ik met hem had was verkennend. Binnen een redelijke termijn stuurt hij mij de weerslag ervan op, met een een (paar) voorstel(len), vergezeld van een mogelijke, (zeer) ruwe planning en dito prijs. En als het upper management geïnteresseerd blijft, volgen er demo’s van de mogelijkheden en wordt er meegebouwd aan het integratieplan.

Ziet u wel dat het kan.

T. zegt

T. zegt dat ik werk moet maken van mijn boek. Ik kijk haar tersluiks aan. “Welk boek”, probeer ik. Een van de zeven waar je op zit te broeden en waarvan je er eigenlijk al lang minstens twee had moeten uitschrijven.

Ze duwt me twee, verweerd uitziende, boeken in de handen: “Le Livre d’Amour de l’Orient” (Quatrième Partie), en “Faust” (Edition Annottée). Ik kijk haar verwonderd aan, en sla het eerste boek open. Beide boeken bevatten enkel lege bladen. Ze zegt dat ik er maar gewoon aan moet beginnen.

T. geeft niet op. Ze heeft zopas een stralend lentehoedje gekocht, dat eigenlijk veel te duur is voor een follie, maar dat zeg ik niet. “Het staat je goed, en fris, en je gaat er zelf helemaal van stralen”, fluister ik haar toe, waardoor ze nog meer gaat stralen dan voorheen. “Let maar op, of ik moet me nog zo’n goedkope zonnebril kopen”, gekscheer ik.

Daarnet heb ik haar een verjaardagscadeau gekocht. T. verjaart pas in oktober, maar ik ben blij dat ik nu al iets voor haar heb gevonden. En ze had het niet eens in de gaten. Nog steeds niet (tot ze dit zal lezen). Het is een schitterende dag vandaag.

tomeloos

Blinde bewondering hebben voor, of gedweept hebben met, bepaalde mensen, heb ik eigenlijk nooit gedaan. Ik ben altijd behoorlijk zot geweest van de Beatles (en ik heb nog steeds geen enkele popgroep gevonden die zelfs maar kniehoog komt), maar niet in die mate dat mijn kamer vol posters hing (er was er niet één). Michael Nyman is/was nog zo iemand, en hoewel ik al zijn platen heb (insert Urbanus lol here) –net zoals die van de Beatles (al zijn het daar letterlijk platen –LPs, vinyl– en bij Nyman cds)– ben ik kritisch genoeg om te zien dat bijvoorbeeld Nyman veel, erm… herbruikt. En toen ik hem (een paar keer) ontmoet heb, wist ik met moeite wat ik in godsnaam tegen de man moest zeggen. In dat opzicht volg ik Peter Greenaway, die stelde: I really, sincerely believe that one should trust the work, and not the author. (Wat overigens ook mijn houding is t.o.v. pakweg diploma’s e.d.)

Soit. Er is momenteel één iemand waar ik een tomeloze bewondering voor heb, en ik heb het daar behoorlijk moeilijk mee. Wat als die bewondering mijn objectiviteit in de weg komt te staan? Wat als ik plots i.p.v. een kritische etter een waarderend watje word? En kan zo’n bewondering wel blijven duren?

Dit heeft overigens niets te maken met vriendschappen of appreciatie. Er zijn een heleboel mensen die ik best naar waarde weet te schatten, en wiens aanwezigheid ik meer dan op prijs stel (en dat hopelijk bij wijlen ook laat blijken). Nee, dit is op het randje van het aanbidden af, een adoratie, of zoals een religie, en net dat laatste wil ik vermijden. (Religie is slecht, zo heeft de geschiedenis al meermaals aangetoond.)

Maar goed, zoals steeds laat ik het maar gewoon op me afkomen –en bewaar ik gedwongen dat kleine beetje afstand. Ondertussen dweep ik lekker verder. Want eigenlijk is dat wel aangenaam, zo iemand om naar op te kijken.

gezonde maat

Ongetwijfeld heb ik het hier reeds vermeld: ik kan geen maat houden. En dan heb ik het niet over ritme –al ben ik nu niet meteen de beste danser (onnodig dit te beamen, liefste)– maar over kwantiteit. Dat gaat van drank; over eten; over cd-, boeken-, strips-, en dvdcollecties; over projecten en plannen; over hobbies; tot de manier waarop ik met mensen omga.

Alles of niets.

Hectoliters of geen druppel; vijftien gangen of een Royco Minute Soup; een catalogus; geestdriftige deelname of latente aanwezigheid; bioscoopbezoek, fototoestellen, besprekingen, opzoekwerk, of totale negering; love or hate (al is dat laatste misschien iets overdreven –ik word ook een stukje ouder).

Misschien moet ik ooit dit internet maar eens afzweren.

niet drummen! (vrijkaarten)

Jack Van Poll & Philippe Aerts (i)Het is ondertussen algemeen bekend: drummers en volcalisten, komen er bij Tuur niet in. Tenminste, toch niet om op te treden.

De afwezigheid van de drummer, maakt echter de aanwezigheid van de bassist des te belangrijker. Vorige maand (april) hadden we maar liefst twee keer Philippe Aerts te gast, die tussen zijn drukke (internationale) agenda door –hij heeft o.a. met Galliano getoerd– eerst met Jack van Poll (piano) en nadien onaangekondigd met Bert Joris (trompet) en Nathalie Loriers (piano), op het kleine podium te beluisteren viel. Over Aerts wist mijn gezelschap te vertellen dat zijn muzikaal spel net zoals Bach was –en ik kon hem daar alleen maar in bijtreden. Van Poll houdt duidelijk van interactie met het publiek (Opatuur is daar een uitgelezen plaats voor), zowel muzikaal als verbaal, wat de belevenis er des te intenser op maakte.

De bezetting is ook voor de muzikanten uitzonderlijk, en wat leidt tot de nodige hoeveelheid improvisatie en gezellige chaos. Waaraan men alweer de topklasse van de spelers kan herkennen. Eerder hebben we al bericht over de vriendschappelijke match tussen Jos Machtel en het ingekorte Peter Beets Trio, de zelfde amicale sfeer was aanwezig tussen Bert Joris en Nathalie Loriers.

Er wordt overigens genoeg afgelachen bij Tuur. “We spelen afwisselend een stuk van Nathalie en mijzelf”, vertelde Bert Joris. “Philippe kent de muziek van ons beiden, dus op dat vlak valt het gelukkig al mee.” Waarop Loriers haar Mémoire d’O introduceerde –geschreven voor Trio+Extensions. (“Niet te verwarren met Histoire d’O“, voegde Joris er gauw aan toe.) Joris en Loriers hebben elk hun eigen muzikale taal –of stijl, zo u wilt– en het leuke daarbij is dat ze elkaar op hun eigen manier kunnen uitdagen en beantwoorden, en uiteindelijk toch in een samenspel uitmonden.

Verrassend zijn ook de verschillende muzikale stijlen. Waar bovenstaande met een beetje goed wil kan worden omschreven als eerder zuivere jazz, wordt er vaak ook geflirt met andere muziek. Jean-Philippe Collard-Neven (piano) komt eerder uit een klassiek-muzikale richting, en zijn samenwerking met Jean-Louis Rassinfosse (bas) resulteerde in de prachtige cd Regency’s nights, die ze vorige maand bij Opatuur kwamen voorstellen. Beide heren bleken als duo volledig op elkaar ingespeeld te zijn, en dat vertaalde zich in een optreden van aanzienlijk niveau. Ze brachten naast eigen werk ook composties van Ennio Morricone, en het prachtige van Palhaço Egberto Gismonti. De getokkelde muziek was zeer kenmerkend voor de palhaço (paljas, harlekijn).

En eergisteren pas, bracht Pirly Zurstrassen (accordeon) samen met Kurt Budé (klarinet) en Charly D’Iverno (gitaar) nogal wat muziek van Nino Rota (La Strada en 8 1/2). Jazz en Italië blijft een heel geslaagde combinatie.

[FLQ] Frederik LerouxNu zondag, 14 mei, kan u bij Opatuur terecht voor een optreden van Toine Thys (sax) en Frederik Leroux (gitaar). Leroux was al eerder dit jaar te gast bij Tuur, met zijn Quartet-1.

Gentenaar Leroux treedt deze keer niet op met Peter Ehwald, de saxofonist die mee in zijn Frederik Leroux Quartet zit, maar met Toine Thys, die zijn strepen al meer dan verdiend heeft met o.a. het kwartet Take The Duck. Thys is zeer begaan met compositie, en Leroux is steeds op zoek naar een nieuwe uitdaging. Dat belooft.

Bovendien heeft Gentblogt vijf vrijkaarten weg te geven voor dit concert. En daarvoor hoeft u (bijna) niets te doen. Een mailtje naar de mailbox, voor donderdagnacht 11 mei om 23u23 en met de vermelding “vrijkaart Opatuur”, kan volstaan –op voorwaarde dat de onschuldige hand uw naam uit onze virtuele hoed tovert.

Maar met of zonder vrijkaart spreken wij af op zondag 14 mei om 20u bij Opatuur, Citadellaan 17, voor het dynamische duo Leroux/Thys.

(Tot dan zal u het moeten stellen met enkele foto’s van de voorbije concerten.)

Jack Van Poll & Philippe Aerts (ii) Jean-Louis Rassinfosse & Jean-Philippe Collard-Neven (iii) Loriers - Joris - Aerts (ii) Jean-Louis Rassinfosse & Jean-Philippe Collard-Neven (iv) Musica Dal Vivo (vii) Musica Dal Vivo (v)

(Dit artikel verscheen eerder vandaag reeds op Het Project.)

samenloop

Hoezo? Het zou toch regenen vandaag? Ik ben speciaal met de trein naar Brussel getrokken, en nu blijkt de zon hier harder te blinken dan gisteren! Bovendien zijn ze bij DS net vandaag tot de conclusie gekomen dat mijn papieren abonnement verstreken is, waardoor ik op de trein nog enkel de Metro heb om door te nemen (en een goed (?) boek achteraf).

Och, laat ik het vooral maar niet aan mijn hart komen,en binnen enkele luttele uurtjes ga ik nog eens in de Brusselse Fnac rondkuieren. Het is alweer een tijdje gelden.