dag 22/11

“Hm”, zei Tessa toen ze de keuken inkeek. “Ik vind dat ge ons eten precies koopt in functie van uw weblog, deze week.”

Met de klok mee, te beginnen links onderaan: het ontbijt (watermelkkoffie + twee sneetjes grof boerenbrood); de clementijen; de lunch (drie sneetjes grof boerenbrood + Royco Minute Soup: kip + twee canapés die overbleven van de lunch van een of andere Executive Meeting); het avondmaal (brochettes rund & varken + paksoi + quinoa).

“Paksoi, papa, wat is dat?”

– Dat is heel lekker, jongen, dat is een beetje gelijk dinges, spinazie. Ge weet wel, wat Popeye eet om sterk te worden.

“Powpaai, papa, wat is dat?”

week van de smaak week van de smaak
week van de smaak week van de smaak week van de smaak

communicatie

Wat is dit nu weer? Karel De Weerdt, van de fotoredactie van de VUM, wijst er An Nelissen vriendelijk op dat ze eigenlijk niet zomaar foto’s van anderen op haar weblog mag gebruiken. Onmiddellijk wordt er geprotesteerd:

Ten eerste wil ik gerust mijn excuses aanbieden aan die arme Marc en AFP, en ik neem me voor enkel nog beelden te gebruiken van fotografen die niet als een kip op hun ei zitten. […]

Natuurlijk is het niet zo zwartwit: ik ben zelf ook fotograaf, en ik vind het niet leuk als mensen mijn beelden stelen. Computerleeks kunnen mijn beelden dan ook niet gemakkelijk downloaden.

Met een beetje slechte wil kan ik dat interpreten als is het de schuld van de fotograaf. Die moet zijn foto’s maar niet downloadbaar maken. Waarschijnlijk is dat zoiets als de appels die ik zonder te betalen meegrijp van mijn groentenboer. Hij moet ze maar niet in die bakken aan de straatkant leggen, waar eenieder ze maar voor het rapen heeft. Overigens zou die middenstander ze beter allemaal gratis uitdelen ipv als een kip op zijn ei te zitten.

Wettelijk heb ik natuurlijk geen verhaal. Toch weiger ik de voorbije posts te wissen. Ik verdien geen geld noch roem met deze blog. De foto’s staan hier zo klein dat mijn lezers ze nadien ook niet kunnen misbruiken. Bovendien is het een vorm van reclame.

Voila! Dat ik er zelf niet opgekomen ben. Als ik zijn appels eet, verdien ik er geen geld mee. En bovendien zeg ik tegen iedereen dat ze verschrikkelijk lekker zijn, en dan komt iedereen ze daar pikken. Appels van excellente kwaliteit! Komt dat zien, komt dat proeven! Gratis en voor niet dames en heren. Zolang ge er maar geen geld aan verdient.

Misschien ben ik te ijdel; zoveel lezers/kijkers heb ik niet. Daarmee bewijs ik nogmaals dat de fotografen die hier dus wel een verhaal van maken gewoon bekrompen bloedzuigers zijn. Gelukkig zitten 90 % van de mensen goed in elkaar, en stelt het probleem zich dus niet.

Wow! Wat een redenering. Wie niet have en goed afgeeft is een bekrompen bloedzuiger. Geld verdienen, dames en heren, is slecht!

*zucht*

Weet ge, op een bepaalde manier kan ik mij best vinden in Ans standpunt. Het is absoluut het einde van de wereld niet als je eens een beeld van iemand gebruikt op een persoonlijk weblog. Zolang je maar duidelijk uw bron vermeld en/of de auteur de nodige credits geeft. (Al probeer ik dat gebruik zelf te vermijden.)

Want het komt gewoon neer op respect voor andermans werk. Een goede reactie ware geweest: “tiens, eigenlijk is dat waar; in het vervolg vraag ik het gewoon.” Wat er totaal over was, is de manier waarop An de fotografen, wiens werk ze gebruikt, zomaar door het slijk haalt, enkel omdat ze erop gewezen wordt dat wat ze doet, niet correct is. Dat hebben die fotografen nergens aan verdiend.

Als Nelissen overigens een mailtje had gestuurd naar de fotograaf, dan denk ik dat er geen enkel probleem zou geweest zijn betreffende het gebruik van die foto. Met Het Project doen wij dat ook. Het budget voor wat dan ook is bij ons nul komma nul (wij verdienen geen geld met Het Project, integendeel). Maar als we om een foto verlegen zitten, en we ontdekken bijvoorbeeld een relevante foto op flickr, dan sturen we die fotograaf gewoon een mailtje. Ook al mogen we de foto gewoon overnemen volgens de zelf ingestelde creative commons licentie. Want weet ge wat? Dat hoort gewoon zo. Communiceren, noemen ze dat. En ook: beleefdheid. Daar hoeven verder geen overdreven en belachelijke copyright regels aan te pas komen.

flickr tattoos

Geen paniek, de volgende episode komt eraan. Ondertussen zijn er ook op het Grote Internet schitterende zaken te vinden over tattoos, zoals bijvoorbeeld op flickr.

Simpelweg de tag ‘tattoo‘ levert al meteen meer op dan u ooit had gewild. Maar er zijn ook gerichtere groepen, zoals Tattoos (duh!) of Tattooed girls (doe maar eens een search). Het leidt je vaak naar diverse flickr sets zoals Tattoo Nation en Full Coverage Exhibit.

Al zijn er vanzelfsprekend ook sets waarop de evolutie van iemands tattoo is te volgen, zoals Project Koi, een van mijn favorieten.

En wat dacht u van deze prachtexemplaren, zoals de rug van dit meisje waarop een Mucha werd getatoeëerd. Of de Japanse boom op Megans rug of de bloesem bij Emily.

Kijkt u maar even uw ogen uit!

een typische dag

6u15: de wekker loopt af. Nu ja, niet de wekker, maar de Palm Tungsten die Tessa ooit heeft gekocht en nooit echt voor iets anders is gebruikt. Ik spurt naar de badkamer, waar ik de noodzakelijke ochtendlijke handelingen verricht.

6u40: terwijl ik mij verder aankleed kijk ik rap eens na of er geen urgente e-mails zijn, en of het internet misschien niet is ontploft.

6u50: boterhammen mee, schoenen aan, deur dichtgetrokken, op weg naar het station

6u59: aankomst station

7u08: vertrek naar Noord, tijd om Tessa haar krant te lezen (DM)

7u56: aankomst Noord, celementijnen kopen

8u03: inklokken op het werk, koffie halen, ontbijten.

Laten we er gemakshalve even vanuit gaan dat dit een vrije dag is, en dan gaat de dag verder als volgt:

8u15: eigen weblog nakijken; Het Project nakijken; e-mails lezen; mails vanop redactiemailbox van Het Project doorsturen naar de mailing lijst.

9u00: eerste item schrijven, dagplanning opstellen voor Het Project

9u30-15u45: meer zaken voor Het Project: teksten redigeren, foto’s bewerken, van networking doen. Onderwijl onderbroken door pauzes om te eten, tekst(en) voor eigen weblog schrijven; dat alles gepaard met de nodige research.

Op een (hypothetische) werkdag zou dat ’s avonds betekenen:

16u02: vertrek naar Noord

16u14: trein naar Sint-Pietersstation, tijd om een boek te lezen

17u00: aankomst in Gent, Henri van school halen

17u20-?: huishoudelijke taken zoals Henri’s dagelijkse trompetoefeningen, eten maken; toch maar even mail etc checken; een poging ondernemen tot het spenderen van quality time met de zoon; concert of film meepikken of tv-kijken; internettoestanden; (eigen) foto’s bewerken; etc. Enfin, veel te divers om een poging tot systematiek in te kunnen ontdekken.

Tuurlijk is bloggen geen dagtaak. (Maar ik wil toch maar zeggen: het zijn fantastische tijden, bij Het Project.)

(En, hoe ziet uw dag er uit?)

Carlo Nardozza

Het zat echt wel goed met de winnaars van de vorige twee edities van het Jong Jazz Talent in Gent concours. In 2004 won Robin Verheyen, wat hem een tournee met de JazzLab Series –en de opening van het Blue Note Records Festival— opleverde, en onder andere resulteerde in twee uitstekende concerten in Gent. Eerst was er het duo met Harmen Fraanje bij Opatuur, en wat later het concert met het Narcissus Quartet in de Vooruit. In 2005 was het de beurt aan het Carlo Nardozza Quintet, dat we vorige week in wisselende bezetting in Gent mochten ontvangen, alweer bij Opatuur én in de Vooruit in het kader van de JazzLab Series.

Carlo Nardozza Quintet (ii)“Voor we verder gaan, wil ik even de groepsleden aan u voorstellen”, glimlachte Nardozza in de Vooruit, nadat hij ons uitlegde dat de set begonnen was met Table for Five en De Zahir (naar het gelijknamige boek van Paulo Coelho). “Ik ben een grote fan van dat boek –al is het waarschijnlijk ook omdat dit het enige boek is dat ik in drie jaar heb gelezen.” Humor zou een constante blijven tijdens dit concert, zowel verbaal als muzikaal.

“Even vermelden dus,” ging hij verder, “dat ondanks sterke gelijkenissen, ik niet Admiral Freebee ben, die zit in een andere zaal. Want voor je ’t weet schrijven al die recensenten morgen dat de admiraal een toch sterk jazzy geïnspireerde set heeft neergezet.” Het CNQ zelf laat bij momenten dan weer rock invloeden horen, zoals even later bij Rubber Duck, waarin Melle Weijters (gitaar) met verve de hoofdrol vertolkt. Nu is een gitaar op zich niet zo uitzonderlijk in een jazzformatie, maar wel de manier waarop Weijters ze gebruikt. Geen tokkelende solo’s, maar een vaak rauwe klank die meer aan Jimi Hendrix appelleert dan aan Django of Scofield. Maar wat een aanwinst: Weijters komt er op subtiele manier in bijna elke compositie aan te pas, al leeft hij zich natuurlijk pas echt uit in Rubber Duck (een eigen compositie) of in Comba.

Dat laatste nummer, Comba dus, is dan weer –samen met Down To Bernina uit de tweede set– het nummer bij uitstek om te genieten van het samenspel tussen Nardozza en Daniël Daemen (sax). Niettegenstaande Daemen in de groep een beetje op de achtergrond blijft, vult hij nochtans zijn rol als tegengewicht voor Nardozza zeer goed in. Een zeer mooi wisselspel, goed gebalanceerd, maar dat soms wat krachtiger zou mogen zijn.

Het CNQ beperkte zich niet tot het repertoire van de CD Making Choices, maar bracht ook nieuw (?) werk (Tango Kangoo), en een stuk uit de Dozzy Suite (Winterslag). Het was overigens met die Dozzy Suite dat het CNQ in 2005 het Jong Jazztalent concours won. Wie al stukjes uit de Suite heeft gehoord, wacht waarschijnlijk met mij vol ongeduld tot Nardozza ze op plaat uitbrengt.

Het publiek werd in elk geval wild van het concert, en het CNQ was on ter wille met maar liefst twee bisnummers (waaronder een uptempo versie van Down To Bernina). Waarna de techniek resoluut de lichten aanstak en een CD door de luidsprekers duwde of we zaten daar ongetwijfeld nog. Met veel plezier overigens.

Nardozza, Gruarin en Van Acker (vi) Nardozza, Gruarin en Van Acker (v)

Maar goed, het CNQ moest verder op tournee, en het waren dan ook een zwaar vermoeide Carlo Nardozza en Tom Van Acker die we in het gezelschap van Alano Gruarin troffen bij Opatuur. De JazzLab Series tournee had hen ondertussen ook nog naar Genk (waar eerst het CNQ speelde en Nardozza nadien met Texier op de planken stond tijdens het Motives Festival) en Borgerhout gebracht, en zoiets gaat duidelijk in de kleren zitten.

Het concert dat bij Tuur werd gebracht was zoals voorspeld van een ander alooi dan met het CNQ. De composities die werden gebracht waren stuk voor stuk standards, zoals Footprints (Wayne Shorter) en The Thrill is Gone (Chet Baker). “Het doet deugd om ook eens die stukken te kunnen spelen waar ik normaal gezien slechts op CD naar luister,” vertrouwde Nardozza ons toe. De ritmische achtergrond van Van Acker (hij begon destijds als drummer) kwam hier extra tot uiting. En pianist Alano Gruarin –“mijn stadsgenoot”, dixit Nardozza– was een aangename ontdekking.

Hopelijk hebt u minstens één van beide concerten kunnen meepikken, want (beginnende!) groepen van dergelijk formaat komen we maar zelden tegen. Het CNQ gaat nog naar Koksijde en Grimbergen, en als u dat niet haalt, kan ik u alleen maar ten sterkste aanraden de Cd Making Choices met gezonde spoed in huis te halen. Te koop via hun website, uw locale platenboer, of, als het echt niet anders kan, ongetwijfeld ook in de fnac.

Het Carlo Nardozza Quintet, gezien in de Vooruit op 14 november; Nardozza-Van Acker-Gruarin, gezien bij Opatuur op 19 november. Het Carlo Nardozza Quintet toert nog verder in het kader van de JazzLab Series

(Deze bespreking verscheen eerder vandaag op Gentblogt.)

dag 21/11

Do you think people visiting your blog are actually interested in seeing what you ate yesterday“, schertst collega Martini.

Tuurlijk niet, maar ondertussen heb ik weer een excuus om foto’s te maken. Rij per rij levert dat op: het ontbijt (koffie + twee sneden waldkorn); de clementijnen achteraf (ze hadden er maar vier meer in de Express GB, gisteren); de lunch (Royco Minute Soup: asperges + drie sneden waldkorn); het avondmaal (stoofpot van rundsvlees, met sjalotten en tomaten + saffraanrijst); één van twee clementijnen uit het bio-groentenpakket dat we elke week van bij de slager meebrengen.

week van de smaak week van de smaak week van de smaak
week van de smaak week van de smaak
week van de smaak week van de smaak

Johan

Na afwisselend gezelschap, deel ik mijn kantoorruimte opnieuw met collega Martini. Eerst zou het duren tot zijn bureau –mijn oud bureau– heringericht werd, maar de laatste tijd vernemen we dat hij tot januari hier zou blijven. Wat niet noodzakelijk betekent dat hij in januari terug naar boven verhuist.

Ondertussen krijg ik ook nog steeds allerlei stagiaires in mijn bureau geduwd, al is de meest recente tot mijn –en Martini’s– teleurstelling een man: Johan. Een van de eerste taken die hij van het management moet ontvangen hebben, was ongetwijfeld Martini en mijzelf naar huis sturen. Johan is ziek.

Niet geestelijk ziek natuurlijk, hoewel sommigen het zouden aandurven dat in twijfel te trekken. Johan houdt immers van Metal, niet alleen als luisteraar, maar hij speelt in minstens één zelf opgerichte Metal band. Een beetje zoals Martini –ik heb toch al verteld dat Martini gitaar speelt in een of andere underground Britpop rockband? Zelf heb ik noch met het een noch met het ander genre een probleem, maar ik heb hier al mensen zuinigjes één wenkbrauw zien optrekken (meestal de linker) toen ze van de extracurriculaire activiteiten vernamen.

Maar goed, Johan is ziek. Een amechtige verkoudheid, die verder gepaard gaat met gesnotter, gekuch en een keelpijn die hij ondertussen reeds aan collega Martini heeft doorgegeven. Ik zweer ondertussen nog steeds bij mijn clementijnen om mij van de nodige vitaminen te voorzien. Voorlopig helpt het, want in een door Calvinisme ingegeven hardnekkigheid weigert Johan ziekenverlof op te nemen.

Johan is tevens een verstokt roker. Niet dat hij zich op het werk bezondigt aan zijn kankerkwekende gewoonte, dat is immers niet toegestaan, noch door de werkgever, noch door de Belgische wet. Maar elke ochtend als hij hier buiten adem toekomt, en elke middag, na zijn lunch die hij steevast buitenshuis neemt, brengt hij een walm met zich mee, waarvoor een astmapatiënt ettelijke dagen recuperatie zou nodig hebben. Toen wij er hem over aanspraken, beloofde hij zonder meer beterschap, maar dat bleken tot nog toe holle woorden.

Gelukkig is ook collega Martini fan van frisse lucht, en werken wij met het raam op een ruime kier geopend. Dat helpt niet alleen om de sigarettenwalm zo snel mogelijk te verluchten, maar tevens hopen wij daarmee de ziektekiemen zo weinig mogelijk kans te geven. En terwijl wij beiden vrolijk kwinkslagen uitwisselen, zit Johan onder twee pulls koppig te bibberen. Het lijkt me niet makkelijk, dat calvinisme op je schouders te torsen.

gouden tips (bis)

Als “mens-die-regelmatig-persberichten-mag-lezen” (ervaringsdeskundige!) geef ik u vandaag een paar gouden tips mee.

  • Een goed persbericht begint voor ik de mail open: maak gebruik van uw subject line. Duid uw onderwerp!
  • Kom terzake. Journalisten, of mensen die persberichten behandelen, krijgen dagelijks hopen van die dingen te verwerken. Als ze eerst een halve mail moeten lezen voor ze weten waarover het gaat, kan u net zo goed geen persbericht rondzenden.
  • Stuur geen (half-)lege mail met enkel een PDF. Uw subject line zal al verdomd interessant moeten zijn alvorens een journalist uw PDF/Word Document opent om uw persbericht te lezen. Stuur op zijn minst een samenvatting mee in de mail zelf.
  • Beperk uw attachments tot een absoluut minimum. Stuur geen bestanden mee van ettelijke megabytes groot. Dat wekt alleen maar wrevel op. In het slechtste geval crasht de mailbox van de journalist in kwestie, en dan hoeft u niet meer op veel goodwill te rekenen. Wel goed is om een (directe) link mee te sturen, vanwaar meer informatie kan worden gedownload.
  • Zet uw contactgegevens duidelijk in de e-mail.
  • Antwoord op de vragen die de journalist u per kerende stelt. Niet morgen, niet straks, maar binnen een redelijke termijn.

Ik weet het: dit zijn echt wel basisregels, waarvan men verwacht dat ze gekend zijn en toegepast worden. Helaas.

dag 20/11

Vaneigens dat het lukt, foto’s pakken van alles wat ik eet. Laten we beginnen met gisteren, en dan krijgt u morgen vandaag.

Het ontbijt. Niks zo goed als een flinke kop koffie. Met melk én een flinke scheut warm water. Euh, OK: een halve tas koffie, een derde warm water, en de rest melk. Want de koffie bij ons op ’t werk is gewoon niet te drinken. Veel te straf, en van slechte bonen.

Dat bolleke is een deel van zo’n groot bollekesbrood, dat wij de zondag nog wel eens durven meebrengen van bij onze bakker (Groeneweghe). Dat zondagavond niet is opgeraakt wegens dat we ’s middags uitgebreid gaan eten waren (zie verder).

week van de smaak week van de smaak week van de smaak

Na het ontbijt verorber ik al de laatste vijf werkdagen elke ochtend zo’n kilo clementijnen/mandarijnen, die ik ’s ochtends koop in de Express GB aan de uitgang van de verste tunnel van het Noordstation. Kwestie van genoeg vitaminen binnen te hebben en op die manier te trachten mijn zieke collega’s een stap voor te blijven. Ik ben een hypochonder, ik.

Lunch. Ik was de traditionele toestanden beu, dus breng ik weer mijn eigen boterhammekens mee. Helaas heb ik ’s ochtens geen tijd om die te beleggen, dus waren het gisteren gewoon drie zo’n bollekes als voor het ontbijt. Met een tas Royco Minute Soup (kippesoep).

week van de smaak

Avondmaal. De overschot van het feestmaal zondag. Zondag was de verjaardag van mijn moeder, en van daar hebben we een boel witloof, boontjes, en varkenshaasje meegekregen. De boontjes heb ik dezelfde zondagavond nog naar binnen gedraaid, de rest hebben we gisterenavond als avondmaal gegeten. Opgewarmd met een sjalot of twee en een tomaat erbij.

week van de smaak

Gezien (1) we nog overschot hadden van zondag en (2) ik nog wel honger had, heb ik daarna nog, achtereenvolgens een halve boterkoek (met rozijnen), een halve chocoladekoek, een halve mastel (met sambal), en twee stukken chocolade gegeten.

week van de smaak week van de smaak week van de smaak

Goedgekeurd?

barok

Tsja, ik ben niet meteen de man voor die cirkeljerking. Maar kijk, ik ken diene mens, en er staan nog maar amper drie postjes op, en ik ben al helemaal in de ban van zijn schrijfstijl.

Het Radiofonisch Instituut, dames en heren. Met veelbelovende paragrafen zoals:

Ooit ben ik door mijn radiobazen (vriendelijk) terechtgewezen: ik klonk nogal eens barok en wat verouderd in mijn commentaren achter de microfoon. Ik heb er dan maar op gelet en het weggewerkt. Denk ik. Maar hier zal ik me wel wat laten gaan.

Ahhh. Nog even en hij heeft het over Greenaway.