Trigger me(graine)

Kijk, zei ik tegen Henri, het zou een schoolvoorbeeld van ironie kunnen zijn. Uw vader post iets over hoe gezond hij wel is, en vervolgens kan hij met moeite zijn bed uit van de migraine. (Tenzij om te kotsen. Maar dat wilde u niet horen.)

Ondertussen heb ik al twee triggers ontdekt, die bij mij migraine opwekken.

Een eerste is een overdosis muizen van Côte d’Or (of double lait), zo mocht ik ontdekken toen mijn schoonouders een mand met –voornamelijk gezond– lekkers hadden achtergelaten voor Tessa en Henri op hun verjaardag. De mand stond in de gang op ons te wachten toen we terug kwamen van de orkestrepetitie die vrijdag, en er zaten een heleboel van die muizen in, die ik dezelfde avond allemaal heb opgegeten en waardoor ik de volgende dag geheel onbruikbaar was. Ik zoek er geen opzettelijkheid achter.

Een tweede heeft iets met kaas te maken. Gisteren heb ik één of andere lokale kaas uit Nancy gegeten, en waarvan we eerst hadden geproefd en die ik dan volledig heb opgegeten –met een appeltje bij– omdat ik ’s avonds nog honger had. Ik ben de ganse nacht ziek geweest, en heb de rest van de dag in de zetel doorgebracht, en ik hoop straks naar een concert te kunnen (in La Resistenza, het ziet er boeiend uit), desnoods met dafalgan codeïne en oordopkens. Tessa had die kaas meegebracht, maar ik zoek er geen opzettelijkheid achter.

Te vermijden dus: muizen en kaas. Moeilijk kan dat niet zijn, gezien ik muizen niet (zelf) in huis haal, en ik zuivel probeer te mijden.

Zijt ge wel gezond? (bis)

Begin dit jaar liet ik mijn bloed onderzoeken. Ik was toen dik drie maand (strikt) vegetarisch, en de vraag die ik het meeste kreeg was of ik wel gezond was. Met mijn bloed bleek niks aan de hand, maar ik deed toen ik niet echt meer aan sport. Ondertussen loop ik al ongeveer een half jaar opnieuw, en besloten we mijn bloed nog maar eens te laten testen. Een vegetariër die een vijftigtal kilometer per week loopt, dat moet wel fout gaan.

  • B12: 594 pg/mL (vorige keer 887); de referentiewaarden liggen tussen 197 en 866
  • Ferritine: 164 ng/mL (vorige keer 270); ref. 20-280

De cijfers zijn wel wat gedaald, maar liggen nog helemaal binnen de referentiewaarden. (Voor wie met de vorige post vergelijkt: mijn cholesterol werd niet opnieuw nagekeken.) Niks aan de hand, dus we lopen lustig verder.

Aardappelgeweld

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=W4hOjBGjrjM&w=500&h=314]

Misschien moeten de mensen die o.a. hier in de reacties staan te schreeuwen over geweld, eens stilstaan bij dat geweld. Er is een veld patatten vernietigd. En hoewel het grotendeels om een kat-en-muisspel tussen politie en actievoerders ging, zijn er ook een paar schermutselingen geweest waarbij een aantal mensen werden verwond. Dergelijk fysiek geweld kan niet door de beugel. Of het nu gaat om de talloze politiemensen die we op de beelden hierboven, en op de televisiebeelden van de nieuwsdiensten van VRT en VTM, in full battle dress met matrakken op de verder ongewapende actievoerders zien neerslaan, dan wel om actievoerders die de politie hebben aangevallen, dát is een stap te ver.

Maar hoezeer dat ook te betreuren is, het gaat daar echt niet om. Het is bijzonder jammer dat een grote groep mensen daar niet voorbij kan kijken, en zich achter het afkeuren van het geweld verschuilt om een bredere maatschappelijke context uit de weg te gaan.

Het is een beetje naïef om het grootsprakerig te hebben over de voordelen van het onderzoek voor de maatschappij en over onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek (zoals hier in Terzake), als men nadien patenten en/of octrooien gaat verkopen aan bedrijven zoals BASF. De nefaste resultaten van dergelijke vercommercialisering van de voedselketen werden reeds aangetoond, o.a. in de VS, waar Monsanto de plak zwaait. Monsanto werkt samen met BASF voor onderzoek, ontwikkeling en marketing van biotechnologie.

Hoe hard men mag staan roepen dat de kenmerken van zo’n ggo-aardappel beter gekarakteriseerd zijn dan een gekruiste aardappel (cfr Marc Van Montagu en Geert Angenon), toch blijken er nog wel ongewenste neveneffecten te kunnen optreden bij consumptie. Toen Arpad Pusztai ontdekte dat de consumptie van een ggo aardappel –ontwikkeld op vraag van het Schotse Agriculture Environment and Fisheries Department— schadelijk was voor de gezondheid, werd er alles aan gedaan om hem monddood te maken. Monsanto, dat 90% van de ggo-zaadmarkt in handen heeft, was een van de actoren die druk uitoefenden.

Het recht op onderzoek mag voor de wetenschapper geen excuus zijn om zich te onttrekken aan een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een wetenschapper heeft de plicht de impact van (de resultaten van) zijn experimenten in te schatten, niet alleen wat betreft de volksgezondheid, maar ook de sociaal-economische draagwijdte ervan.

Het is gemakkelijk, om geweld af te keuren

De publieke opinie, gestuurd door de media, lijkt zich voornamelijk te richten op het afkeuren van het geweld, dat op 29 mei in Wetteren werd gepleegd. En dat blijkt een gemakkelijke manier om aan de grond van de zaak voorbij te gaan.

De jongeren die ik zondag in Wetteren gezien heb voelen zich op de ziel getrapt door een beleid en een wetenschap, die ronduit kiest voor een industrieel landbouwmodel, waar bodem, plant en dier verlaagd worden tot productiemechanismen die beheerst en hermaakt kunnen worden, en naar de hand gezet van zij die er het meeste munt kunnen uit slaan.

Dat schrijft Johan D’hulster, uitbater van het biotuinbouwbedrijf ‘De Akelei’ in Schriek, die de bewuste zondag ook aanwezig was in Wetteren (maar niet actief aan de actie heeft deelgenomen). Zijn wat ongelukkig getitelde stuk, In naam van de aardappeloorlog-actievoerders, verscheen op de website van MO*. Lees daar trouwens vooral ook het stuk De grond van de aardappelzaak van Jan Thoelen.

Het geweld lijkt voor de meeste mensen te beginnen en te eindigen op het veld in Wetteren. Heel erg verwonderlijk is dat niet, want het is ook direct zichtbaar. Veel moeilijker is het, om de effecten van economisch gedreven organisaties zoals BASF en Monsanto in te willen zien. Arbeiders worden uitgebuit, kleine landbouwers worden kapot geprocedeerd omdat ze bijvoorbeeld geen ggo zaden van Monsanto willen aankopen, en het industrieel landbouwmodel vormt op langere termijn een bedreiging voor milieu en volksgezondheid.

Inderdaad, als het geweld terug te brengen is tot het vernielen van (een deel van) een 1500m2 groot aardappelveld, dan staat het terecht in het centrum van de belangstelling. Want wetenschap staat los van de echte wereld natuurlijk.

De discussie kan niet worden afgedaan als een van wetenschappers tegenover barbaren

Het was met ongemeen veel genoegen dat ik vrijdag de opinietekst Waarom wij zondag actie voerden in Wetteren (DM, 03/06/2011, p17) mocht lezen in de krant. Het is uitzonderlijk dat men zo’n welgestructureerde en genuanceerde tekst vermag te lezen. Zelfs wie het niet eens is met de actievoerders tegen de ggo’s op het Wetterse veld, zal moeten erkennen dat de auteurs-wetenschappers van deze tekst een bijzonder boeiend en informatief betoog hebben geschreven. Het contrast met de wanordelijke kattebel die daags nadien verscheen van de hand van één van onze biotechnologische pioniers, had niet groter kunnen zijn. In Hadden de actievoerders maar even nagedacht (DM, 04/06/2011, p17), spartelen Marc Van Montagu en Geert Angenon gelijk duivels in ongetwijfeld genetisch gemodificeerd wijwater, eerst met een populistische en weinig steekhoudende paragraaf, om vervolgens met een emotieve en niet echt onderbouwde halfslachtige wetenschappelijke uitleg zichzelf totaal te verliezen.

In diezelfde krant slaagt de KU Leuven er bovendien alsnog in ons met open mond te laten lezen dat ze de onderzoekster ontslaat die mee actie voerde tegen ggo’s (DM, 04/06/2011, p06p07). Wetenschap beoefenen aan de KUL staat duidelijk niet gelijk met het behouden van een open en kritische geest.

Vandaag verschijnt er alweer een opiniestuk in DM: Wiens brood men eet… (DM, De Gedachte, 06/06/2011, p27). “Iedereen,” zo schrijft men daarin, “kan in het rapport van de bioveiligheidsraad online lezen dat – bij gebrek aan consensus – uiteindelijk via een stemming een voorwaardelijke toestemming wordt verleend.” Er bestaan zelfs twee rapporten, eentje van de Universiteit Gent, en eentje van BASF Plant Science. In beide rapporten wordt overigens gesproken over de bijen die ook in de media gonzen:

Potato (Solanum tuberosum ssp. tuberosum) is mainly a selfing species, but cross-pollination can also occur (OECD, 1997). The pollen is relatively heavy and is spread by wind and insects, especially bumblebees. […] The cultivar considered here, Désirée, flowers abundantly, produces berries frequently and sets viable true seed.

In het beide documenten (in het tweede iets uitgebreider dan in het eerste) lezen we daar een bezwarende commentaar over:

The distance of 150 m to other potato plots is in the line of distances previously recommended. Nevertheless, recent data on bumblebee foraging (Wolf, S. & Moritz, R.F.A. 2008. Foraging distance in Bombus terrestris L. (Hymenoptera: Apidae. Apidologie 39: 419-427) reporting mean foraging distances of workers of 267 m (max. 800m) may raise concern about risk of spread beyond the 150 m foreseen in the trial. Kraus et al. 2009 are even reporting male flight distances up to 9.9 km!

…maar dat wordt door de coördinator van het project / het SBB afgedaan als weinig relevant. Een beetje eigenaardig, want het genetisch gemodificeerde maïsveld dat daarvoor in Wetteren door/voor Monsanto werd aangelegd, bleek eind vorig jaar al tot besmetting te hebben geleid. Volgens het Field Liberation Front stonden er naast het veld volle bijenkorven opgesteld, en zorgden de onderzoekers daardoor voor moedwillige besmetting. De aanwezigheid van de bijenkorven werd officieel vastgesteld zo schrijven ze, maar ik vind dat alsnog nergens anders terug.

Lees vooral de teksten van de tegenstanders eens —Waarom wij zondag actie voerden in Wetteren (DM, 03/06/2011, PDF p17) & Wiens brood men eet… (DM, De Gedachte, 06/06/2011, PDF p27)– en de adviezen van de bioveiligheidsraad. Alles gecombineerd, is er op zijn minst voldoende reasonable doubt aanwezig om die proeven op het Wetterse veld niet zomaar te laten doorgaan.

Zijt ge wel gezond?

Als ik een FAQ op deze site zou hebben, zou deze vraag –en het soortement antwoord erop– dezer tijden helemaal bovenaan staan. Sinds ik mijzelf min of meer geout heb als vegetarisch, vragen de mensen mij of dat allemaal wel gezond is, zo geen dieren meer eten. Ook al gezien ik een halve topsporter ben, met mijn lopen en al.

Los van het feit dat ik al ongeveer een jaar niet meer loop (mijn knieën weigeren elke coöperatie –al ga ik binnenkort toch nog eens opnieuw starten), is het vanzelfsprekend perfect mogelijk om (1) vegetarisch te zijn én gezond en (2) daarenboven ook nog aan sport van niveau te doen (niet dat ik zelf ooit aan enig niveau zat, maar ik wijk af).

Goed, ik eet dus geen vlees of vis meer, tenzij het echt niet anders kan (heel erg zeldzaam op restaurant bijvoorbeeld, of bij mensen die uren hebben staan zwoegen over pot en pan om iets te bereiden). Ik tracht geen eieren of zuivel meer te consumeren. Eieren eet ik soms nog wel, maar dan alleen als ze van bij mijn schoonouders komen, die twee kippen hebben die op een diervriendelijke manier worden gehouden. Het grootste probleem in zuivelvrij eten betreft momenteel, geloof het of niet, de ontbijtkoeken. Ha!

Edoch, ben ik wel gezond? De mogelijke problemen bij vegetariërs situeren zich voornamelijk rond eventuele tekorten aan vitamine B12, ijzer, en omega-3-vetzuren. Begin dit jaar (na meer dan een jaar overschakeling naar vegetarisme, waartijdens ik grotendeels vlees- en visloos heb gegeten) werd mijn bloed onderzocht, en daar kwamen o.a. de volgende waarden uit:

  • B12: 887 pg/mL; de referentiewaarden liggen tussen 197 en 866
  • Ferritine: 270 ng/mL; ref. 20-280
  • Cholesterol: 146 mg/dL; ref. 151-268 (streefwaarde EAS <190)

Zelf begrijp ik er niets van, maar mijn huisarts zegt mij dat zulks puike cijfers zijn. En gezien mijn huisarts professor in de hematologie is, ben ik nogal geneigd haar te geloven. (Nee, ik heb geen voor/na-cijfers.)

Lopen! Verder lopen!

Of ik niet wil meedoen met een challenge, vroeg iemand mij niet zo heel lang geleden. “Gelijk gij zo veel loopt en omdat ge ook blogt, past ge eigenlijk zo goed als perfect in het profiel dat we zoeken.”

De challenge gaat uit van Nike. Vijf mannen komen uit tegen vijf vrouwen, om zoveel mogelijk kilometers af te leggen. De vrouwen –maak zelf uw geslachtsbevooroodeelde opmerking– mogen veertien dagen voor de mannen beginnen. Die mannen, dat zijn aaiboek, Ardi XIV, dipfico, Kristof Nizet, en ikzelve. Langs vrouwelijke kant gaat het om Jess jogt Jess sport, Kaat loopt, Lien Braeckevelt, Lies Deruddere, en mijn naam is Georgina. Wie nog niet in mijn RSS lezer zat, zit er bij deze in. Kwestie van de concurrentie en de teamgenoten wat in de gaten te houden.

We krijgen de nodige tools en gear, en de enige echte voorwaarde die eraan verbonden was, is dat we alles bijhouden op Nike+. Alles zijnde datgene wat de Nike+ sensor registreert. Vroeger heb ik zelf nog zo’n sensor gehad, maar mijn iPod nano heeft het vorig jaar laten afweten. Sindsdien loop ik met Suunto, maar zo’n Nike+ kan daar zeker bij. Mijn gebruiksnaam bij Nike+ is volume12, het mannelijke team gaat van start vanaf 1 maart. Ga ondertussen toch maar al eens kijken bij al die vrouwen, dat gaan wij mannen immers ook doen.

griep on sale

Het griepseizoen groeit zo stilletjesaan naar een climax. In een vlaag van idiotie ben ik vanochtend met het openbaar vervoer naar het centrum getrokken, op zoek naar solden.

Met het openbaar vervoer. Tijdens het griepseizoen. Jaja.

Geniepig was de hele tram zichzelf aan het begluren, en toen één onverlaat niet langer een hoestbui kon onderdrukken –hij zat al tien minuten zacht te schokken– sloeg de rest eerst vol argwaan en vervolgens met afgrijnzen de diepe en aanslepende roffel gaande. Of de man er bij de volgende halte echt af moest weet ik niet, maar onder afkeurende blikken koos hij toch maar voor een aftocht.

Veel solden heb ik niet gevonden, of ben ik de enige die een jeans van 80 euro niet echt solden vindt. En dat was al mét 50% korting. Bijna kocht ik mij nog een steelpan (in een andere winkel), maar de pan die ik op het oog had was enkel beschikbaar in een set (van 900 naar 700 euro gereduceerd weliswaar), en de alternatieven hadden ofwel geen steel ofwel een te groot volume. Dat doet er mij aan denken dat ik nog altijd iets over pannen moet schrijven.

Een kale reis dus, maar dat is goed voor de portemonnee. (Zolang het maar niet slecht is voor de gezondheid.)

dagcrème

“Doet gij dagcrème aan uw gezicht”, vraagt mijn geliefde mij terwijl ik sta te verkleumen op het Sint-Baafsplein. Het is zondag, en half Gent is naar dat plein afgezakt om er de nieuwjaarsreceptie van het stadsbestuur mee te maken. Koude maakt mij kribbig, te veel volk maakt mij kribbig. Het is leutig om mensen terug te zien, maar ik denk dat ik volgend jaar met een aantal mensen meteen in de warmte van een restaurant ga afspreken.

“Euh”, stamel ik, een beetje uit mijn lood geslagen en ook al omdat ik eerst beweging in mijn bevroren lippen moet zien te krijgen alvorens er iets verstaanbaars kan worden gemurmeld. “Normaal gezien wel,” mompel ik, “maar ik ben het vanochtend vergeten.” ‘Vanochtend’ had ik mij verslapen, en ik moest nog een taart bakken (verslag volgt morgen), en ik wou toch op tijd zijn voor de persconferentie die een half uur voor de festiviteiten was gepland en ik uiteindelijk toch niet heb gehaald.

“Het is te zien,” vertrouwde ze me achteloos toe, “uw huid ziet er nogal droog uit.”

Dat is van die f-cking koude, dacht ik, maar ik besloot die uitlating wijselijk voor mijzelf te houden.

“Hebt gij soms dagcrème op”, vroeg ik dan maar onschuldiggewijs.

“Ja natuurlijk”, riep ze uit alsof geen elke zichzelf respecterende vrouw het huis zonder verlaat. Zonder kleren eerder dan zonder dagcrème, begod.

“Het is te zien”, knipoogde ik schalks.

een dagje kliniek

Het gaat allemaal goed, begin ik dit maar, voor u zich zorgen zou maken. Tessa zal het daar niet mee eens zijn, maar zij is dan ook dokter, en enige vorm van beroepseigen verontrustmaking is haar in deze materie niet vreemd. Zaterdag, de dag waarop Tessa vanuit Venetië terugkeerde, dropten de schoonouders mijn zoon –veel te laat natuurlijk– terug bij mij af. “Hij hoest nogal erg hé”, gaf mijn schoonmoeder ter afscheid nog mee. Het blijft relatief natuurlijk, maar toen ik even in de keuken stond af te wassen, en Henri zich onderwijl met zijn lego voor de haard had genesteld, kwam ik nieuwsgierig naar de woonkamer terug, op zoek naar het hondje –een basset, zo meende ik– dat zich bij ons had binnengewerkt. Ook na herhaaldelijk toedienen van hoestsiroop, bleef dat hondje al te regelmatig zijn opwachting maken.

Toen Tessa thuis kwam lag Henri al te slapen, en pas de volgende ochtend kwam, vergezeld van een lichte paniek, die professionele bezorgdheid opzetten. “We moeten daarmee naar spoed”, was de eerste reactie, die ik –geheel onbekend met de medische wetenschappen– in eerste instantie toch lichtjes overdreven vond. Tijdens de nacht was de hoest evenwel overgegaan in een gepiep, dat reeds licht hoorbaar was tijdens de ademhaling, maar oorverdovend de oorschelp penetreerde bij het beluisteren van de luchtbeweging aan de rug van de patiënt. De pediater van wacht werd gebeld, ventolin in huis gehaald –tiens, wierp ik op, weet ge dat die ventolin voor doping wordt gebruikt– en het puffen aangeleerd. De spoed werd alsnog uitgesteld, maar Henri bracht de nacht door in het Grote Bed™ waar hij zijn ouders niet alleen mijn zijn gewroetel uit hun slaap hield, maar tevens met zijn net niet in apneu overgaande gepiep, een ademhaling met evenveel gepruttel als van een slecht afgestelde diesel die niettemin weigert stil te vallen.

Vanochtend werd een collega gebeld, en nadat ik een dik uur de Gentse ring befietst had, ging het gezin UZ-waarts voor de onvermijdelijke controle. Van NO-meting naar longfunktie, van RX naar allergietest: 50-60% peakflow waarde en een onmiskenbaar astmatische grafiek waren onverbiddelijk. Henri hangt aan de aerosol, heeft een novolizer met cortisone, en moet voorlopig even inspanningen vermijden.

De trompet komt alsnog niet in gevaar. “Wij moeten er met de juiste medicatie voor kunnen zorgen dat hij alles gewoon normaal kan uitvoeren”, beantwoordde de arts bemoedigend mijn vraag. Voorlopig werd er met een ‘lichte’ medicatie gestart (met hoge dosis) –omdat hij geen voorgeschiedenis heeft– maar als het niet betert, moet de behandeling worden verzwaard met medrol. Zover is het nog lang niet, fluister ik mijzelf toe, met diezelfde medische onwetendheid als een paar dagen geleden.