Loopjongen

Gisteren gingen we lopen. Hooguit een kilometer, van huis naar de Albertbrug tot de Europabrug en terug, op een rustig tempo, dat hij zelf mocht bepalen –zolang we de ganse tijd maar bleven lopen. Beter niet te rap dus, waarschuwde ik nog even, dat komt later wel.

Henri, vanzelfsprekend

Zijn gebroken rechterteen zat hem niet echt in de weg –ik had hem op de speelplaats al een paar keer zien lopen toen ik hem ’s avonds kwam halen. Eén keer per week, op zaterdag, ziet hij wel zitten, en hij is half te overtuigen dat we het beter twee keer per week zouden doen, om er toch enige progressie in te houden. Dat moet niet verder zijn dan wat we nu gedaan hebben, hield ik hem voor. Zeg maar als ge klaar zijn om wat langer of verder te lopen.

We waren sneller terug thuis dan hij had gedacht. Dat is niet half zo erg, zag ik hem denken, maar hij was nog niet bereid om dat ook toe te geven. En dat hoeft ook niet. Zolang hij maar loopt.

Realiteitszin

Het zal wel weer aan mij liggen, maar ben ik de enige die de infografiek van De Morgen behoorlijk… contrasterend vond met de inhoud?

Van een leefloon valt niet te leven

Van een leefloon valt niet te leven, zo luidt de titel van het krantenartikel op pagina 6 van de weekendeditie (DM 20-21/06/2009). Bij leefloners –zo moet men wel op de redactie gedacht hebben– past vanzelfsprekend een prentje van zorgenvrije beautiful happy people, die gezwind op reis gaan of vrolijk thuiskomen van een shopping spree. Het lijkt wel weggerukt uit reclame voor een of andere credit card. Maar misschien is het een –wel heel erg– subtiele vorm van ironie?

Snapshots

Tessa heeft zo’n Olympus µ[mju:]-II. Dat is een fantastisch toestel, en wij ‘slepen’ dat overal mee naartoe. Wij zijn geen veeltrekkers; dat is tegelijktijd voor- en nadeel van filmgebruik. Voordeel omdat we (bijna) alleen maar een foto nemen als we echt iets op foto willen; nadeel omdat het soms een tijdje duurt eer we dat filmpje laten ontwikkelen. Zo is dit filmpje al een maand of twee oud –maar nog steeds brandend actueel.

mju snapshots

Tessa wordt zwaar bij de keel gegrepen door iets wat ze deze mensen vertelt –of van hen te horen krijgt (foto: ikzelve).

mju snapshots

Henri, uitgeput na de Kids Run voor de 10km van Gent, met een half monkelende vader die niet mocht meelopen van de dokter (foto: Tessa).

mju snapshots

Nagiko, die zich afvraagt waarom we ons zo druk maken over een beetje zon (foto: Henri).

Stopping time

Toen ik vanochtend thuis kwam van de bibliotheek (waar ik mijn derde sprinter van de maand heb afgehaald), zat er een dikke envelop in de klink van de poort verwrongen. Het zag er redelijk exotisch uit, en en plakten allemaal timbers op van Canada.

Stopping Time - Paul Bley and the Transformation of Jazz

Toen Paul Bley enige tijd geleden naar Gent kwam, had ik al zin om zijn biografie te lezen. Op amazon stond het boek(je) genoteerd voor zo’n 100 (honderd!) euro, en dan nog tweedehands. Bley heeft ook een soortement eigen website, en ook daar was het te koop, gesigneerd zelfs, maar daarvoor diende ik 80 USD + verzendingskosten neer te tellen. Toen ik een beetje dieper ging graven, kwam ik terecht bij de Canadese uitgeverij Véhicule Press, en die verkochten het boek, Stopping Time – Paul Bley and the Transformation of Jazz voor ‘ocharme’ 17,95 USD (+ 6 USD verzendingskosten). Van de overal aangekondigde 224 pagina’s vind ik er evenwel maar 180 terug, maar het lijkt op het eerste gezicht niet alsof er iets ontbreekt.

Nu rap eerst nog die sprinter uitlezen (dan heb ik de hele Millennium reeks achter de kiezen deze maand), en dan kan ik eraan beginnen.

Allerindividueelste expressie

De Tachtigers (zoals in: achttienhonderdtachtig) verkondigden het reeds, bij monde van Willem Kloos (vandaar de foto hieronder): kunst is de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie. Van diezelfde Kloos is ook de uitspraak “ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten.”

De Zee, de Zee klotst voort in eindeloze deining

Bernlef merkt iets gelijkaardigs op voor jazz, in het titelstuk van de bundel Haalt de jazz de eenentwintigste eeuw?:

Alles wat interessant is aan jazz is ontwikkeld vanuit de musici en de manier waarop zij met hun instrument omgaan. Alles in de jazz is gericht op de expressie van een muzikale persoonlijkheid, niet om die ondergeschikt te maken aan een door een ander voorgeschreven groter geheel. Het gaat in de jazz niet om een graad aan perfectie waarin wij in de klassieke muziek afmeten of een uitvoering ideaal is, eerder om een graad van imperfectie. De jazzliefhebber is niet zozeer geïnteresseerd in de improvisatie als een autonoom product, maar veeleer in de expressie en creatie van een specifieke persoon op een bepaald moment.

Het zal vijf jaar zijn, denk ik, dat ik nu redelijk intensief met jazz bezig ben. En heel soms overkomt mij het gevoel dat ik er een beetje grip begin op te krijgen. Mijn grootste angst momenteel is dat ik van een jazzliefhebber in een jazzkenner zou veranderen. Er lijkt mij niets dat haakser op jazz staat dan een kenner. (Maar laat mijn angst vooral niet uw bekommernis zijn. Ga en geniet!)

Aardbeiencake

Gisteren begon ik terug te lopen, en kijk: plotsklaps had ik weer zin in dessert. Het is nog net aardbeienseizoen, dus ging ik voor deze Strawberry Coffee Cake van Joy. Het probleem met cakes is dat ze dag nadien vaak droog of rubberig zijn, maar deze –ik heb het laatste stuk daarnet verorberd– was daags nadien nog steeds zoals een cake hoort te zijn.

Aardbeiencake

Benodigdheden

voor de vulling

  • 250 g (ontkroonde en in schijfjes gesneden) aardbeien
  • 65 g fijne kristalsuiker
  • 2 eetlepels maïszetmeel (maïzena)
  • 20 ml water

voor de cake

  • 125 g ongezouten boter, op kamertemperatuur
  • 125 g fijne kristalsuiker
  • 2 eieren
  • 250 g bloem
  • 1 koffielepel bakpoeder
  • 1 koffielepel soda
  • 1/2 koffielepel zout
  • 225 g zure room
  • 1 koffielepel vanille-extract

voor de bovenlaag

  • 40 g koude, ongezouten boter
  • 70 g bloem
  • 30 g (donker)bruine suiker

Aardbeiencake

Zo gemaakt

Doe alle ingrediënten voor de vulling in een sauspan, en zet gedurende een vijftal op een matig vuur, tot de aardbeien zacht zijn, en het sap is ingedikt. Haal van het vuur, en laat afkoelen.

Verwarm de oven voor op 175°C.

Doe bakpapier in een bakvorm (van ongeveer 22-25 cm per zijde).

Klop de boter met de suiker op in een elektrische mixer. Voeg de eieren één per één toe, voeg het tweede pas toe als het eerste volledig werd opgenomen. Voeg dan ook de vanille toe.

Meng de droge ingrediënten in een kom. Voeg die in drie keer aan het botermengsel toe, alternerend met telkens de helft van de zure room. Niet langer mengen dan nodig.

Giet twee derde van het beslag in de bakworm, en giet daarover de aardbeivulling. Schep dan de rest van het beslag over de aardbeien.

Maak de bovenlaag door alle ingrediënten met de vingers in een kom te verkruimelen. Strooi vervolgens over het beslag. Bak gedurende 50-60 minuten in de oven. Doe de cake-test (mijn cake, in een vierkante vorm van 25 cm, had 55 minuten nodig).

Laat (net voldoende) afkoelen, en serveer.

Aardbeiencake

Smakelijk!

De Bollaertskamer

Restauratiewerken in het Gentse stadhuis

Vorige vrijdag mocht ik –met een hele schare collega’s van de regionale pers– rondlopen in het werfgedeelte van het Gentse stadhuis. Daar wordt omenteel de gevel van de conciërgerie en de Bollaertskamer onder handen genomen. Jan Bollaert was destijds de ontvanger van de werken, en naar hem is die bewuste kamer genoemd. Geen idee of het één mijner voorouders is.

Restauratiewerken in het Gentse stadhuis

De ganse fotoreportage staat bij Het Project: Restauratiewerken in het Gentse stadhuis

Ik leef opnieuw!

Na één maand verplichte rust kon ik het niet meer houden. Vanochtend heb ik opnieuw een rondje rond de Blaarmeersen gelopen, goed voor net geen 6 km (5,90 zegt Nike+ mij). Iets té snel om goed te zijn misschien (4’58″/km), na zo’n lange rust, maar ziet: ik heb mijzelve toch al kunnen verplichten om na één rondje terug huiswaarts te keren. Morgen zal ik zelfs een rustdag houden, en woensdag keer ik terug –misschien wel voor een net iets langer rondje rond de Watersportbaan.

Mijn knie heeft zich braaf gehouden –ik had een nauwelijks merkbaar ‘iets’ in de rechterknie tegen het einde, maar niets om mij zorgen om te maken. Donderdag ga ik overigens langs op het UZ voor een loopanalyse, en we zien wel wat daar uit de bus komt.

Mijn goesting

Mja, ik vind er mijn goesting wel, in de (Gentse) bibliotheek. Gisteren ging ik met een rugzak vol binnen te brengen boeken (van Henri) Zuidwaarts, in de rotsvaste overtuiging dat ik met een lege tas huiswaarts zou mogen keren. Maar dan besliste de zoon om toch een paar nieuwe boeken te ontlenen. Twee daarvan, De Hobbit en In de ban van de ring, mochten echter niet op zijn ‘kinderkaart’ en dus heeft Tessa zich ook maar (opnieuw) lid gemaakt. Mijn kaart stond immers al vol, want ik vond er zelf nog een boek van Bernlef (Schiet niet op de pianist) en één van Willy Roggeman (Free, en andere jazz-essays). Dat van Roggeman werd overigens gepubliceerd in 1969. En die zaken zijn allemaal out of print. (Volgende week is het boekenverkoop van de bibliotheek, ik denk dat ik er deze keer toch eens ga grasduinen.)

Euh, maar mijn sprinter moet morgen binnen, en ik heb nog een honderdtal bladzijden te gaan. Tot later!

Partij van hippies en yuppies

Eindelijk, dacht ik toen ik daarnet op mijn gemak in De Morgen het artikel ‘En toen eindigde de derde weg op een blinde muur‘ zat te lezen. Eindelijk durft iemand het eens te schrijven. Bart Eeckhout heeft het in dat artikel over waarom het socialisme op een dood spoor zit.

Als Louis Tobback nog een paar keer zijn cynische grap herhaalt dat de socialisten de tweede sterkste partij in Vlaanderen geworden zijn, dreigen ze het bij de sp.a-top nog te gaan geloven ook. Feit: het was zondag niet goed.

De socialisten hebben onvoldoende lef gehad, gaat het artikel verder, en bovendien hebben ze geen leidersfiguur om haar stem te laten horen. Meer nog: de socialisten zijn hun natuurlijke verbindingskracht met hun achterban kwijtgespeeld. De basiselementen voor de sociale maatschappij vinden we tegenwoordig ook bij de andere partijen terug, zoals CD&V en open VLD. De socialistische partij heeft zich ontzuild, en net daardoor verloren ze ook een groot deel van die achterban.

Door in te zetten op een soort ‘ethisch socialisme’ appelleerden ze aan een nieuw hooggeschoold electoraat, maar dat is dus niet altijd even trouw gebleven. [dixit Mark Elchardus, socioloog aan de VUB]

Eerder deze week schreef de Gentse burgemeester Daniël Termont nog vol trots: Sp.a is de partij van de volkshuizen én de lofts (in Gent klopt dat misschien nog nét). Het is jammer te moeten constateren dat de sp.a niet inziet dat daar een deel van het probleem in verscholen gaat. In het artikel wordt dit als volgt geïllustreerd:

“Van een arbeiderspartij zijn de socialisten overgegaan in een partij van hippies en yuppies”, valt de Nederlandse PvdA-analist Rene Cupers bij. “De yuppies werden verleid met mild marktdenken, de hippies met een libertair-progressieve agenda en een elitaire politieke correctheid, met name op multiculturele thema’s. Prototype van die koers is Freya Van den Bossche, die het bestond om met veel luister in Thailand te gaan trouwen. Dat je niet inziet dat je daarmee een slag in het gezicht geeft van je traditionele kiespubliek, zegt alles over de wereldvreemdheid van die elite.”

Het socialisme mist voeling. En ballen aan het lijf. Misschien is het tijd om terug tot de essentie te komen? Het zou jammer zijn mocht de sp.a nog maar eens van naam veranderen, om deze keer –in alle eerlijkheid– de ‘s’ weg te moeten laten.