Eind vorig jaar was ik nog overtuigd van de superieure kwaliteiten van Aperture t.o.v. Lightroom. Begin dit jaar helde die mening al wat meer over richting Lightroom, en ondertussen ben ik heilig overtuigd van de superioriteit van Lightroom t.o.v. Aperture. Enfin, toch in mijn workflow. Want Aperture is zeker geen slecht product, maar op een bepaald moment moet je stoppen met vergelijken, een keuze maken, en werken. Het Blue Note Records Festival was meteen een kleine stresstest voor mijn RAW workflow.
De tools:
Wat betreft de compact flash cards: wie normaal foto’s maakt (en dan bedoel ik niet ‘mitrailleert’ in de hoop dat er op vijftig foto’s toch wel één goede tussenzit), heeft meer dan genoeg aan de Extreme III reeks. Spaar uw geld, en koop een extra geheugenkaartje. Ik heb overigens liever meerdere ‘kleine’ kaartjes dan één grote van 8 GB. Je weet nooit dat er eentje stuk gaat, en dan heb je van je ganse shoot niks meer over. Eén kaartje per concert, en voor wie dat niet volstaat om goede foto’s te maken, zoekt misschien beter een andere hobby.
Een card reader is een must. Vroeger sluisde ik alles door via de USB connectie van de camera, maar dat gaat verschrikkelijk traag (vaak USB 1). De card reader gaat via USB 2, en dat verschil is duidelijk merkbaar.
De foto’s worden op een externe harde schijf geladen (500 GB), via Photo Mechanic. Photo Mechanic gebruik ik nu al een tijdje, je kan er een heleboel parameters mee aan je foto’s toekennen, keywords, beschrijvingen, jobnummers, etc. Die foto’s komen in chronologische subfolders terecht waar ik verder niet meer aankom.
jaar/maand - eventuele_jobnaam/dag/orignelebestandsnaam
Vervolgens importeer ik alles in Lightroom, die de foto’s omzet naar DNG, en ze naar een andere folder kopieert. (In Lightroom heb ik bovendien een nieuwe catalogus aangemaakt voor het BNRFestival.) De foto’s worden hernoemd naar
jobnaam_datum_originelebestandsnaam
en tevens in chronologische subfolders geplaatst. De tags, keywords en beschrijvingen worden geoptimaliseerd, en alle onscherpe foto’s worden gewist (al heb ik steeds een backup in die andere folder, remember).
De foto’s worden in Lightroom verwerkt. In de ‘library mode‘ wordt er een quotering toegekend. De foto’s met de hoogste score worden in ‘develop mode‘ verder aangepast voor kleurbalans en toon (o.a. exposure en brightness). Die foto’s worden dan geëxporteerd in PSD formaat.
In principe kan je de foto’s editeren in Photoshop vanuit Lightroom, maar om er uiteindelijk ‘slechts’ jpegs van te maken, vind ik dat niet nodig. In Photoshop worden er vlekjes uitgehaald, soms een stuk microfoon bijvoorbeeld, maar veel hoeft er niet meer aan te gebeuren. Ze worden dan geresized naar 1024 pixels langste zijde, en naar flickr geupload.
Klaar.
(Oh! Behalve dan dat die 500 GB externe harddisk regelmatig gebackupt wordt naar een tweede 500 GB externe HD. Better safe than sorry.)