voltooid deelwoord als adjectief

Michiel heeft gelijk natuurlijk: wanneer het voltooid deelwoord als adjectief wordt gebruikt, dan wordt het niet werkwoordelijk vervoegd, maar verbogen. Het beantwoordt m.a.w. aan dezelfde regels als als het adjectief wat betreft de buigings- e. Een pracht van een regel.

Gisteren belichtte ik aldus de slechtst belichte film uit Dirks carrière. (Ik heb hem overigens gevraagd niet te veel correcties op de scans uit te voeren –ik ben benieuwd.)

Goed dat u waakzaam blijft, beste lezers.

te lang in het donker

Dirk,” ga ik straks zeggen, “op deze rol dia’s staan waarschijnlijk de slechtst belichttebelichte foto’s uit uw carrière.” We zullen er eens goed om lachen, en als ik de scans heb afgehaald zal ik er hopelijk nog om kunnen lachen.

Gisterenavond, na een uitgelopen concert bij Opatuur, ben ik nog gauw wat foto’s gaan nemen van het MSK. Op dia. Weinig foutmarge dus, maar meteen ook weinig exact tewerk gegaan. Hoe is het licht daar, en daar, en wat denk ik uit dat duister nog te willen halen? Ik heb zelfs één probeersel met de 5D genomen.

msk

(Canon EOS 5D, EF 16-35mm f/2.8 L II USM @23mm, f/11, 10s, 100 ASA)

(Zo’n tilt-shift lens zo in dergelijke omstandigheden wel handig zijn natuurlijk, dan moet ik zoveel straat niet in mijn beeld opnemen om de lijnen recht te houden.) In elk geval, ik ben benieuwd, al vrees ik dat een groot deel overbelicht zal zijn.

don’t fence me in

’t Is bijna vier jaar geleden, dus dan mag een mens al eens in herhaling vallen. Don’t fence me in, van Cole Porter and Robert Fletcher uit 1934, hier gezongen door de Andrew Sisters.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=M5B0oyJ5tHA&rel=1]

Naar aanleiding van deze flickr post. Schitterend lied (ook in de versie van David Byrne), al was Cole Porter zelf er naar verluidt niet tevreden over (mogelijks omdat hij Fletcher credits voor de tekst moest geven). Ik vind er me eigenlijk wel in terug.

perslunch

Voor Het Project woon ik elke vrijdag de persconferentie van het Gentse stadsbestuur bij. Dat duurt maximaal een uurtje, en ge krijgt er toelichting bij wat er gebeurt in uw stad. Wreed interessant, vind ik dat. Soms zijn er ook persconferenties-op-locatie, en een aantal daarvan probeer ik ook mee te pikken (zoals die van Buth, in november).

Gisteren werd er aan de pers een perslunch aangeboden. Er moest voor ingetekend worden, maar blijkbaar was er in die communicatie iets misgelopen, waardoor men mij in de eerste week van het jaar opbelde met de vraag of ik mijn komst wou bevestigen. De lunch ging door in de Hotelschool, die een uitstekende reputatie heeft, dus ik moest wel zot zijn om daar niet op in te gaan.

Het schepencollege gaf bijna voltallig present (op een paar zieken na), dus het was de perfecte gelegenheid om een beetje aan networking te doen (wie mij kent weet dat het niet mijn fort is, maar gelukkig zijn de politiekers daarin wél enorm bedreven). Er was een speech van onze sympathieke burgemeester, gevolgd door een ’tegen’speech van de journalisten (door de al even sympathieke Karel Van Keymeulen) –de twee moesten voor elkaar niet onderdoen.

Het begon met een aperitief in de ontvangstruimte van het Lieven Bauwens Restaurant, gevolgd door een Walking dinner. Enfin, eerder standing dan walking, want de gangen werden aan de tafeltjes geserveerd, maar men werd geacht zich nu en dan naar een andere tafel te verplaatsen (networking dus). Zeer gemoedelijk en ontspannen allemaal.

We begonnen met een gesmaakte bouillabaisse –ik moet dat toch ook eens maken– en dan volgden drie voorgerechtjes.

Spiesje van ratatouillequiche en mozzarella kroket op een bedje van courgette tagliatelle: lekker, mooie variatie, en de quiche was net goed van consistentie. De courgette tagliatelle was een beetje moeilijk om op het vork te krijgen.

Rolletjes gemarineerde zalm: zalm en kruiden en kaas in een flensje gerold. Ondertussen klassiek, maar fris. Opnieuw een beetje onhandig om enkel met een vork op te eten.

Croque met truffel tapenade gerookte ham en kruidentuiltje: het beste voorgerecht, wat mij betreft. De croque was een soort rollade (met die tapenade erin gedraaid) die dan in schijfjes was gesneden en gebakken/geroosterd. Daar bovenop lag een ruime portie gerookte-hamsnippers.

Het hoofdgerecht was een croustillant van forel, spinazie en ricotta op een aardappel mousseline met lamskoteletjes op een Griekse groententaart. Het lamsvlees was goed rosé, en ging gemakkelijk van het been –waarrond een stukje zilverpapier zat voor handgebruik.

Ter afsluiting was er koffie, vergezeld van een assortiment patisserie (bijna allemaal met chocolade –hmmm).

Op de site van de Hotel- & Bakkerijschool Gent, merk ik dat men er ook terecht kan voor een businesslunch (in het restaurant ‘Keizer Karel’) of een gastronomisch 4-gangenmenu (in het didactisch restaurant ‘Lieven Bauwens’). De menu’s zien er alvast lekker (en betaalbaar) uit, misschien moet ik dat maar eens proberen in het kader van een reportage voor Het Project.

Filming Locations

Antwerpenaar Pieter Dirkx heeft een Flickr set met Filming Locations, waarin hij scènes recreëert uit films, gaande van C’est arrivé près de chez vous over Any Way the Wind Blows tot Hostel en The Illusionist.

Fascinerend!

hostel Anyway the Wind Blows

Vergeet ook niet zijn schilderijen te bekijken, met o.a. deze Allghoi Khorkhoi ofte Mongolian Death Worm

Allghoi Khorkhoi

(Ontdekt via mijn flickr contacts –Pieter voegde mij gisteren toe.)

vous ne buvez pas de vin

Ik word al een paar dagen geplaagd door een anonieme beller. Telkens ik opneem, en mijn vriendelijke vast-lijngroet uitspreek, hoor ik iemand aan de andere kant de adem inhouden, en toeleggen. Dat ze haar minnaars beter moet opvoeden, had ik gekscherend tegen Tessa gezegd, eergisteren.

Gisteren had ik evenwel prijs.

Bonjour, est-ce que je pourrais parler avec le docteur Tessa Kerre?

Oeps. Frans. Een schitterende taal, ik versta ze naar behoren en u kan mij zelfs met het occasionele geheel in het Frans opgestelde boek betrappen, maar ik kan het niet spreken. Sla mij gerust in het Nederlands (du-uh!) of het Engels om de oren, en ik zal u zonder enige aarzeling te woord staan, maar laat het Frans waar het hoort: in de boeken.

Oui. Euh. Non. Euh. Le docteur n’est pas là. Elle. Euh. Elle est à l’hospitâl. Euh. Où elle travaille. Euh.

Het blijft even stil. Hij hangt terug op, denk ik, wanneer hij plots alsnog een redelijk eloquent Frans over mij uitstort. Iets over Bourgogne en een bezoek aan België en dat wij toch ook Bourgondiërs zijn, en dat we dus wel goede wijn drinken toch, en of ik of –bij voorkeur– le docteur Kerre die meneer niet wil ontmoeten. In haar wijnkelder?

Ah bon,” daagt het mij, “vous vendez du vin?” Ik ben er mij zeer van bewust dat ik die mens moet vousvoyeren.

Het blijft weer even stil. Ik hoop maar dat ik hem niet beledigd heb. Maar neen, daar steekt hij opnieuw van wal. Dat wijn niet verkocht wordt, maar gesavoureerd, gesmaakt, gekoesterd. Ik moet hem onderbreken.

Désolé, monsieur, mais on ne boit pas de vin.

Nu blijft het niet zomaar stil. De verbazing is hoorbaar, en sijpelt bijna uit de hoorn van de telefoon. Hij onderdrukt een kreet.

Vous, vous, vous ne buvez pas de vin?”, slaagt hij er uiteindelijk in uit te brengen. “C’est donc vrai? Des gens comme vous, ils existent vraiment?

Hij blijft beleefd, en we nemen vriendelijk afscheid. Later op de dag word ik opnieuw opgebeld, en daarnet ook. Maar na mijn begroeting blijft het stil, en wordt de verbinding verbroken. Zou dat opnieuw mijn Franse wijnhandelaar zijn die hoopt le docteur Kerre zelf aan de lijn te krijgen om zich er van te vergewissen dat ook zij echt geen wijn drinkt?

(Verbeter gerust ook mijn geschreven Frans in de commentaar.)

Seattle Short Term Furnished Housing

…dat is waar ik naar op zoek ben.

Een mens zou denken, in deze tijden van internet en zo, dat zo’n taak poepsimpel is. Want kijk, ondertussen begin ik Seattle al een beetje te kennen. Zo weet ik dat Public transit voor een gedeelte van downtown Seattle gratis is (Ride Free Zone), dat er een heleboel parken en musea zijn, en dat de Central Library werd ontworpen door Rem Koolhaas (de man wiens ontwerp voor het Forum in Gent werd gediskwalificeerd).

Genoeg trivia. Tessa zal zich bewegen tussen het University of Washington Medical Center (Google map) en het Fred Hutchinson Cancer Research Center (Google map), resp. in de Cascade neighborhood en aan de onderkant van het University District. Gezien we liever geen auto huren (duur!) zouden we in de buurt willen wonen, wat wil zeggen ofwel dus die Cascade neighborhood, ofwel in Capitol Hill. Op Google maps, is het ongeveer dit gebied.

Ettelijke google searches geprobeerd, e-mails verzonden, en locale mediatoestanden (worden) in de gaten gehouden (zoals craigslist en VRBO). Sommige dingen zijn waanzinnig duur: voor meer geld dan wat wij voor ons ganse huis maandelijks afbetalen, hebben we dan amper de oppervlakte van onze bureau waarin ik nu zit te tikken (aan het extreme uiteinde zelfs aan weekly rate!). Maar ik vind het wel. (Nog goed dat de dollar zo goedkoop staat.)

Tips zijn welkom.

Q&A – u vraagt, wij draaien

Hoeveel cd’s passen er (ongeveer) in zo’n billy, vroeg Darkman (back to cds).

Ewel, zoveel:

Hoeveel cd’s passen er (ongeveer) in zo’n billy

Het zijn standaard Billy’s, van 80cm breed (die rechtse is een smallere, maar lijkt groter door de vervorming van de lens), met daarin een speciaal cd-schap, dat blijkbaar niet meer te verkrijgen is (als ze wel nog ergens te verkrijgen zijn, dan hoor ik het graag, ik zoek er namelijk nog). Zo’n plugin deelde een gewoon billy-schap in acht vakjes in, en in één zo’n vakje krijg je 16 cd’s. Zonder onderverdeling krijg je er ongeveer 75 op één plank. (Ik heb iets van een tweeduizend cd’s.)

En wat ga je daar doen? MS bezoeken?, vroeg Unexpected, naar aanleiding van het Seattle-avontuur (300 euro gespaard).

Ewel, niets.

Tessa gaat voor drie maanden als visiting physician naar het Fred Hutchinson Cancer Research Center, en Henri en ik gaan mee.

In elk geval zal ik er Henri drie maand les geven. Hij zit in het derde leerjaar, dus dat moet nog wel net lukken –en ik krijg bovendien het lerarenlessenpakket mee, zodat ik niet alleen kan spieken maar ook de wettelijk bepaalde leerstof kan behandelen.

Voor de rest: veel rondwandelen, lezen, foto’s maken, en weblog postjes schrijven. Denk ik.

draaiingskes

Vannacht heb ik iets redelijk transcendentaals meegemaakt. Minstens twee keer –voor zover ik het heb geregistreerd– ben ik wakker geworden… om flauw te vallen. Serieus. Stel u voor, ge ligt heerlijk te slapen. Plots wordt ge wakker, draait alles rond u heen, voelt ge u wreed licht worden, en… klik: daar valt ge geheel weg.

En nee, het was geen droom. Het is nog eens gebeurd, en toen ik vanochtend opstond, viel ik meteen in bed terug.

“Och, ’t is iets viraals”, zei doktoor Tessa nonchalant. En toen ze mijn gezicht zag blokte ze meteen af: “nee, ge kunt daar niets tegen doen. En niet meer met de auto rijden!” (Ik moest vanochtend iets dringends gaan afleveren.)

Dank u, dokter. Dat is dan 500 frank zeker?

Ze loopt zelf al een paar maand ziek (“maar nee, ’t is mijn allergie”), waardoor de gezondheid hier stilletjesaan in een vicieuze cirkel valt. Voornamelijk beperkt het zich tussen haar en Henri, maar ze hebben blijkbaar besloten mij mee te sleuren in hun loop.

300 euro gespaard

Die zucht, die u eerder vanochtend in Gent hebt gehoord, kwam van mij, en was er één van verlichting. Het werd nu wel eens dringend tijd dat ik de tickets voor ons Seattle-avontuur aankocht, vond Tessa (al een tijdje).

Dus gaf ik gisterenavond de magische termen airline tickets online bij Google in, en de eerste link bracht mij bij ebookers.be. Ik heb een aantal sites geprobeerd, maar die ebookers.be kwam met de goedkoopste resultaten, goedkoper zelfs dan de .de en .nl regionale afdelingen van hetzelfde bedrijf. We waren (Tessa was) toch een klein beetje onzeker over de site, dus gingen we ook maar even bij de luchtvaartmaatschappijen zelf kijken. Niet de Amerikaanse (slechte ervaringen mee), niet SN (veel te duur), maar wel Lufthansa en British Airways (BA).

Bij de Duitsers vertrok onze vlucht om 7 uur des ochtends. Gezien het avontuur ons naar de paranoïde Verenigde Amerikaanse Staten brengt, betekende zulks dat we rond 4-5 uur op de luchthaven moeten zijn, dus de facto dat we die nacht niet zullen slapen. Goed voor (tegen) de jetlag, mag u denken, maar nefast voor de gezondheid.

De Britten gaven ons de mogelijheid om pas rond de middag te vertrekken. Het kostte ons –op het totaalbedrag (drie tickets heen en terug)– een (kleine) honderd euro meer, maar goed, dat behoorde nog steeds tot de goedkope(re) opties. Verkocht!

Tot we de datum uitrekenden (vanzelfsprekend pas nadat we de bestelling vervolledigd hadden), en we uitkwamen op meer dan 90 dagen. Dat klinkt zeer triviaal, edoch wanneer men meer dan 90 dagen in de USA verblijft, komt men niet meer in aanmerking voor het Visa Waiver Program. De rompslomp om een visum te verkrijgen is verschrikkelijk, en nogal duur. Zo moet men o.a. eerst een telefonische afspraak maken met de embassade (dat kost 15 euro), en daarna een visum kopen (net geen 100 euro). In ons geval een dikke 300 euro dus.

Gelukkig beschikt BA over een zeer handige website met een Manage My Booking gedeelte. Onze vlucht wijzigen zou evenwel ook 300 euro kosten. Liever dat dan die rompslomp, maar ik dacht: laat ik eens bellen met die mensen.

En kijk, vanochtend had ik een zeer behulpzame Paul aan de lijn, aan wie ik het probleem heb uitgelegd, en die mij nikske van kosten heeft aangerekend. Onze terugvlucht is vervroegd, en we blijven nu 88 dagen in USA (jaja, ik heb meteen een marge ingebouwd).

Dankuwel Paul, om mij een stap dichter bij mijn lens te brengen. Fly BA!