Ik word al een paar dagen geplaagd door een anonieme beller. Telkens ik opneem, en mijn vriendelijke vast-lijngroet uitspreek, hoor ik iemand aan de andere kant de adem inhouden, en toeleggen. Dat ze haar minnaars beter moet opvoeden, had ik gekscherend tegen Tessa gezegd, eergisteren.
Gisteren had ik evenwel prijs.
“Bonjour, est-ce que je pourrais parler avec le docteur Tessa Kerre?”
Oeps. Frans. Een schitterende taal, ik versta ze naar behoren en u kan mij zelfs met het occasionele geheel in het Frans opgestelde boek betrappen, maar ik kan het niet spreken. Sla mij gerust in het Nederlands (du-uh!) of het Engels om de oren, en ik zal u zonder enige aarzeling te woord staan, maar laat het Frans waar het hoort: in de boeken.
“Oui. Euh. Non. Euh. Le docteur n’est pas là. Elle. Euh. Elle est à l’hospitâl. Euh. Où elle travaille. Euh.”
Het blijft even stil. Hij hangt terug op, denk ik, wanneer hij plots alsnog een redelijk eloquent Frans over mij uitstort. Iets over Bourgogne en een bezoek aan België en dat wij toch ook Bourgondiërs zijn, en dat we dus wel goede wijn drinken toch, en of ik of –bij voorkeur– le docteur Kerre die meneer niet wil ontmoeten. In haar wijnkelder?
“Ah bon,” daagt het mij, “vous vendez du vin?” Ik ben er mij zeer van bewust dat ik die mens moet vousvoyeren.
Het blijft weer even stil. Ik hoop maar dat ik hem niet beledigd heb. Maar neen, daar steekt hij opnieuw van wal. Dat wijn niet verkocht wordt, maar gesavoureerd, gesmaakt, gekoesterd. Ik moet hem onderbreken.
“Désolé, monsieur, mais on ne boit pas de vin.”
Nu blijft het niet zomaar stil. De verbazing is hoorbaar, en sijpelt bijna uit de hoorn van de telefoon. Hij onderdrukt een kreet.
“Vous, vous, vous ne buvez pas de vin?”, slaagt hij er uiteindelijk in uit te brengen. “C’est donc vrai? Des gens comme vous, ils existent vraiment?”
Hij blijft beleefd, en we nemen vriendelijk afscheid. Later op de dag word ik opnieuw opgebeld, en daarnet ook. Maar na mijn begroeting blijft het stil, en wordt de verbinding verbroken. Zou dat opnieuw mijn Franse wijnhandelaar zijn die hoopt le docteur Kerre zelf aan de lijn te krijgen om zich er van te vergewissen dat ook zij echt geen wijn drinkt?
—
(Verbeter gerust ook mijn geschreven Frans in de commentaar.)
Ik wordt
Oplettende lezertjes zullen vast al gemerkt hebben dat Bruno een kleine wedstrijd zoek de fout in sommige berichten verwerkt, en dat deze een echte instinker was met de aanmoediging om het geschreven Frans te verbeteren.
Niet met mij, Bruno, niet met mij!
wordt is zonder t 🙂
Ik sluit mij aan bij de anderen : het geschreven frans tot daar aan toe, maar het geschreven nederlands ligt ook in de prullenmand- “Ik wordt” ? Zo’n beginnersfout, dat moet met opzet zijn.
Bruno, ik werd ook gebeld door dezelfde organisatie, en dit is dus blijkbaar een valstrik om mensen de wijn te laten bestellen en laten ophalen, zodat de mensen niet thuis zijn en er een inbraak plaats kan vinden.
Het klinkt inderdaad nogal vreemd, maar er is vanuit de politie een waarschuwing uitgegaan op o.a. teletekst tegen deze praktijk.
“Dus weest gewaarschuwd.”
(dat heeft dus ook nog voordelen dat je geen wijn drinkt:-))
nog een paar jaar geduld dan kan je die franstaligen laten terugbellen na schooltijd, dan is iemand thuis die frans spreekt 😉
Same here. Al een paar keer een franssprekend iemand aan de lijn gehad. Heel joviaal altijd, ’t is alleen zonde dat ik er niets van versta door een slechte lijn.
Ik had al wel het vermoeden dat het iets met wijn te maken had, ik veronderstel dat ze dus half vlaanderen aan’t afbellen zijn. 🙂
Mais votre français n’est pas mal du tout!
Dju. Ik had echt gedacht dat ge er allemaal gingt overlezen, over die ‘ik wordt’. In de eerste regel is natuurlijk wat van het goede te veel. :p
(Bedankt voor de info Charles!)
Vous ne buvez pas du vin?
Nee hoor, “de”. Ik zou wel zeggen “nous ne buvons pas de vin”, ofwel “on ne boit pas de vin chez nous”. Maar alla.
Wij worden ook regelmatig opgebeld door franstalige wijnsjacheraars met een sterk Noord Afrikaans tongval. Ik heb twee standaard antwoorden, naargelang mijn humeur
-” Si je veux du vin, je vais au magasin”, waarna ze meestal zonder boe of ba inhaken
– “Je suis musulman, ma réligion m’indertit de boire des boissons spiritueux” waarna ze meestal niet goed weten wat te antwoorden en excuses beginnen te mompelen voor ze inhaken
Bij mij hebben ze ingehaakt toen ik met loodzware stem zei dat ik geen alcohol mag drinken ‘parce que je suis enceint’.
Michel, dat vraagteken stond er omdat ik het niet zeker wist. Ik zou in mijn spreektaal frans du gezegd hebben, maar alla.