Jazz Middelheim kleurt blauw

(breaking news)

Er is een principieel akkoord tussen de VRT en de organisatoren van het Blue Note Records Festival in Gent om vanaf 2008 Jazz Middelheim aan BNRF uit te besteden. Het BNRF zou zowel de organisatie als de programmatie van het festival op zich nemen, dat vanaf dit jaar opnieuw jaarlijks zou plaatsvinden. Tot nog toe vond het Jazz Middelheim festival tweejaarlijks plaats in het Antwerpse Park Den Brandt.

Jazz Middelheim blijft evenwel een VRT omroepfestival, zo benadrukken beide partijen, dat met respect voor het verleden zal worden georganiseerd en herkenbaar zal blijven voor de trouwe bezoekers. De sfeer en setting van het festival zijn uniek en dat moet behouden blijven.

wij onderbreken uw televisieavond

Jef Neve doet van radio, elke vrijdag van 19u tot 21u op Klara. Samen met Lies Steppe (in Pietelspeak: “wie denkt dat de babes bij de popradio’s zitten, moet maar eens naar Klara moet kijken”).

De centrale gast vanavond is Tuur Florizoone, maar ook die andere Tuur zal er te beluisteren zijn. Geen zin om 50 first dates te missen? Dan programmeert u toch gewoon de digicorder? (Of u herbeluistert “Neve” via het internet!)

Om uw geheugen op te frissen: Tuur Florizoone is de man van Tricycle, en van Florizoone-Horbaczewski-Massot. U hebt mij al meerdermaals over hem bezig gehoord. Zijn foto staat overigens bij de aankondiging op Klara, mijn credits proper uit zijn knieën weggesneden. (Mijn foto op flickrde klara homepage. Naamsvermelding? Moet dat dan?)

Edoch, luisteren! Beide Tuurkes zijn zeer sympathieke én interessante mensen!

dia- vs negatieffilm

Wat is het verschil tussen een diafilm en een negatieffilm? Behalve the obvious dan wel. Anders gezegd, wat is het voordeel van het een tegenover het ander?

Kodachrome (diafilm) zou veel langer meegaan dan negatieffilm: tot 200 jaar. Zoals onderstaande foto (Shaftesbury Avenue from Piccadilly Circus, in the West End of London), gemaakt door Chalmers Butterfield in 1949. Negentien negenenveertig, jawel. En ik die dacht dat het leven zich toen in zwart/wit afspeelde.

Photo by Chalmers Butterfield

Kodachrome wordt echter niet meer gebruikt (er is nog één locatie die kodachromes ontwikkelt), en de alternatieven zoals ektachrome en fujichrome gaan blijkbaar minder lang mee dan hun negatieffilm-tegenhangers (30-50 jaar vs 50-70 jaar).

Maar dus wat is het verschil? De manier waarop ze met kleur (en saturatie) omgaan? Dat er minder exposure latitude is en de belichting dus correcter moet zijn?

Misschien is de vraag wel dit: zijn er nadelen aan diafilm? Of kan ik ze gewoon beschouwen als een manier om licht vast te leggen zoals negatieffilm? Waarbij elke film zijn eigen specifieke kenmerken heeft?

Daarover gesproken, bij de films die ik woensdag ging afhalen zat naast de dia ook een Kodak 160VC, en ik kan al meteen zeggen dat ik van die film alvast niks meer moet hebben. Verschrikkelijk tegenvallende kleuren en saturatie –geef mij maar Fuji.

eucalyptus

Gisteren ben ik bij Vits-Staelens langs gegaan om er wat broodnodige kruiden en specerijen in te slaan, zoals gemalen kokos, gedroogde mango (zit al in de broodpudding), rietsuiker, peperkorrels, en… een zak eucalyptusbladeren. Voor slechts 1,27 euro: het was sterker dan mezelf.

Meteen daarna heb ik een lamsschouder gekocht bij buurman El Hallal, en ik was half van plan om die in de eucalyptusbladeren te wikkelen, maar zo zonder referentie betrouwde ik dat toch niet. De lamsschouder is ondertussen geheel op (eigenlijk was er genoeg om twee dagen van te eten –Henri is er zot van), na eerst een gezonde drie uur in de oven te hebben doorgebracht.

Edoch, die eucalyptusbladeren, wat kan ik daar allemaal mee doen? (Kookkunstgewijs dan liefst, en bij voorkeur iets anders dan ’thee van trekken’.) Iemand?

duo of trio?

Dat is de vraag die ik stelde op Het Project naar aanleiding van het schitterende concert in Vooruit, gisterenavond. Slecht licht, dus (?) slechte foto’s.

Fiorini - Rzewski Duo Erik Vermeulen Trio

(Canon EOS 5D, EF 70-200mm f/2.8L IS USM, f/2.8, 1/60s, 1000 ASA)

Het is verdomd saai, altijd die superlatieven te moeten gebruiken. Ik had het mezelf nochtans moeilijk gemaakt, gisteren. Bonkende koppijn had ik namelijk, toen ik naar dit concert vertrok. En koppijn is wel degelijk de enig mogelijke omschrijving voor de neanderthaler die met een puntige knots zichzelf genoodzaakt zag uit de binnenkant van mijn hoofd te breken. Eerder die dag nog liep het traanvocht zelfs oeverloos uit mijn ogen, toen ik enkele vermetele stappen buitenshuis had gewaagd. Nee, ik zag het verloop van dit concert eerder somber in.

[…]

Het concert werd opgenomen, zo kondigde muziekprogrammator Wim Wabbes aan, en dat wordt alvast een cd die in mijn collectie zal prijken. Ondertussen kan ik u alleen maar aanraden om het concert alsnog mee te pikken. Nieuwjaar is nog niet zo lang geleden, maar als het allemaal zo goed zal zijn, wordt 2008 een topjaar!

Waar er tussen de openingsparagraaf en het slot staat, leest u bij Het Project: Duo of trio?

het goede knopje

Hij huilde, toen hij na de vierde keer eindelijk de telefoon beantwoordde.

“Papaaa? Papaaa?! Ik vind het goede knopje niet! Papaaa?”

Hij was er zich niet eens van bewust dat ik hem deze keer kon horen. Ik trachtte hem te kalmeren.

“Rustig jongen, dat is toch niet erg. Zolang we blijven proberen, komen we er wel, zoals je ziet. Je hoort mij nu toch?”

“Maar. Ik. Wist. Niet. Wat. Het. Goede. Knopje. Was.”

Tussen elke woord zat een lange schokschouderende snik.

Tessa is deze week van wacht, en dat betekent o.a. dat ’s avonds weggaan geen evidentie is. Het is anders al moeilijk genoeg voor haar om te zorgen dat ze om 19u thuis kan zijn als ik weg moet, tijdens een wachtweek is dat helemaal een ramp. Er moet overgedragen worden, er zijn resultaten waar op moet worden gewacht, etc.

Om 19u15 kon ik niet langer wachten. Het concert begon om 20u, eer ik aan de halte was en er een tram langskwam, zou het goed 19u30 zijn, en als het meezat was ik dan tegen 19u45 aan Vooruit. Dus liet ik Henri eventjes alleen.

Niet dat het de eerste keer was. Ik ga soms een kleine boodschap doen, en hij is tenslotte toch al acht jaar. Achtenhalf zelfs. Tessa zou hooguit nog een kwartiertje wegblijven (we hadden telefonisch overlegd), en die korte periode leek niet echt onoverbrugbaar.

“Neem de huistelefoon, en binnen vijf minuutjes bel ik je op”, troostte ik hem.

Vier keer heb ik moeten proberen voor hij het juiste knopje had gevonden. Nochtans heeft hij het elke keer goed gehad, maar de knoppen van onze telefoon staan dermate dicht bijeen, dat hij er waarschijnlijk twee tegelijk had ingedrukt. Telkens werd ik ‘on hold‘ gezet. Ik wist niet eens dat dat kon.

een fotoblog, mja

“Goh, ik ben nog maar goed twee weken bezig, en ik ben al geheel de mist in aan ’t gaan met dat fotoblog.”

“Nee toch”, antwoordde Tessa niet geheel vrij van sarcasme toen ik haar gisterenochtend over mijn twijfels vertelde.

“Ik bedoel maar…”, begon ik mijzelf uit te leggen.

“…dat alleen al de mogelijkheid van enige druk om er elke dag iets te posten nu al op uw zenuwen begint te werken? Hoewel ik weet dat ge al voor minstens veertien dagen foto’s liggen hebt? Is het dat wat ge bedoelt?”

“Euh…”

“Zeventien, bijna achttien jaar zijn we samen, schat. Ik begin u een beetje te kennen, denk ik.”

Reversal Innocence

(Hasselblad 500c/m, Zeiss Sonnar CF 150mm f/4 T*, Kodak Tmax 100TMX, 100ASA)

Het is niet echt waar ik naar op zoek was –integendeel, ik speel er mijn vrijheid een beetje mee kwijt. Misschien ga ik foto12 wel ombouwen naar een portfolio. Ik heb mij goed geamuseerd met nog eens een site te (ver)bouwen, maar ik heb eigenlijk geen zin om er twee weblogs op na te houden. Al mijn foto’s komen toch op één van mijn flickr accounts, en soms postte ik daar wel eens iets uit op deze plek.

Want het is meer dan die dwang –ik schrijf tenslotte dagelijks op dit weblog, en heb mij daartoe nog niet echt verplicht gevoeld. Maar ik vertel liever verhaaltjes, ook met mijn beelden, dus dat statisch gepost van één foto per dag is simpelweg niet mijn ding. Voor die portretten, die ik een tijdje geleden hier had gepost, heb ik me al serieus moeten beheersen om er maar één per dag te posten. En ook de manier om een aantal foto’s tot reeksen te verwerken, zie ik nog niet meteen eleganter gebeuren op een fotoblog dan op een gewoon weblog.

Daarbij, dit blog is –willens nillens– een deel van mij. En die ‘mij’ dat staat voor én tekst én foto’s én lopen én eten (én alles waar ik goesting in heb). ’t Is alsof ik in eenzelfde adem ook zou afsplitsen naar een kookblog. Ik kan (wil!) mijzelf niet splitsen, dus ook dit blog niet. (Tot zover mijn portie drama voor vandaag.)

Er komen dus opnieuw meer photoblogachtige postjes alhier. (Sorry Mike, de categorie photoblog wordt weer geactiveerd, vrees ik. Maar die heeft –zoals elke categorie– ook een eigen feed!)

Edoch! Tegen het einde van de week (*gasp* –is het al woensdag?!) heb ik het over een ander fotoblog. (Just a little more) patience, young grasshopper. (Schone foto’s op uw fotoblog overigens.)

En ik heb mijn dia’s terug. Binnenkort meer daarover.

Week van de Soep

Week van de Soep

(Canon EOS 5D, EF 16-35mm f/2.8 L II USM @16mm, f/2.8, 1/320s, 400 ASA)

De Week van de Soep, georganiseerd door Knorr i.s.m. de Voedselbanken en vijf Belgische Hotelscholen, is volop aan de gang. Maandag ging ik voorproeven in de Hotel- & Bakkerijschool van Gent (Lange Violettestraat), en het resultaat kan u zien en lezen op Het Project: Week van de soep (editie 2008)

Week van de Soep Week van de Soep

bang van analoog

Het is raar, somtijds: ik ben nog vaak bang van analoog. Bang dat de foto’s niet gaan gelukt zijn, onderbelicht vooral, hoewel ik eigenlijk nog maar zeer zelden een onderbelichte foto heb gemaakt. Vaak betrap ik mij erop dat ik denk in termen van “goh, toch maar digitaal, want ik kan altijd nog aan de belichting prutsen achteraf”. In sommige gevallen is dat terecht (concerten zie ik mij nog steeds liever niet met film verslaan), in de meeste gevallen is dat totaal quatsch.

(Het is ook handig natuurlijk als de foto’s onmiddellijk beschikbaar moeten zijn, voor Het Project bijvoorbeeld –maar daar gaat het eigenlijk niet om.)

Daarnet ben ik snel eens mijn flickr account doorlopen. Ik heb gisteren foto’s gemaakt voor het project, en ik wou er hier ook een paar plaatsen, maar zet ik ze nu op flickr of niet? En wat blijkt? De meeste foto’s op mijn flickr account werden met film gemaakt. Er zitten een paar digitale tussen, maar pakweg 90% is analoog.

Gisteren had ik zelfs een analoge camera bij me, en ik heb er even aan gedacht om chef-kok Peter Aesaert te vragen of ik hem daarmee mocht portretteren, maar ik heb het niet gedurfd. Slechts een heel kleine fractie daarvan was schroom (Aesaert is een heel vriendelijk manspersoon); een deel daarvan was tijd (kan ik die man om zoveel minuten vragen); maar het grootste deel was bang om de belichting verkeerd te hebben.

Waar komt die angst vandaan?

Macarons de Nancy

De laatste tijd ben ik in de koekskes geslagen. Rond de jaarwisseling heb ik een speculaasachtig iets gemaakt (twee varianten zelfs), en zaterdag had ik bij de groenteman gemalen amandels gekocht. Tijd voor amandelkoekjes of, in de termen van Les classiques de Camille: Macarons de Nancy.

Benodigdheden

  • 200 g amandelpoeder
  • 200 g poedersuiker (bloemsuiker)
  • 2 eiwitten
  • 2 soeplepels honing

Zo gemaakt

Veel is het niet, dus dat kan niet mislukken. Meng alle ingrediënten goed samen, en laat het drie uur rusten op een koele plaats.

Verwarm de oven voor op 120°C, maak rondjes uit het deeg, en schik ze op bakpapier. Rondjes maken kan op veel manieren. Het gemakkelijkst vind ik door plakkerig deeg zoals dit in vershoudfolie te wikkelen, en dan plat te drukken tot 0,5 – 1 cm dikte. De rondjes kan je er uit halen met een dresseerring, maar je kan ook andere vormpjes gebruiken (dat kost twee keer niks, zo’n vormpje).

Macarons de Nancy

Zet het 20 minuten in de oven, laat afkoelen, en ziezo: klaar. De moeilijkheid bij koekjes vind ik momenteel om te geloven dat ze klaar zijn. Vaak zijn ze nog een beetje slapjes als ze uit de oven komen, maar eenmaal afgekoeld, zal u zien dat ze stevig zijn geworden.

Bewaar de koekjes in een luchtdichte doos zodat ze niet uitdrogen.

Niet mijn favoriete koekjes. Ze smaken te sterk naar de honing (hangt ervan af welke honing je gebruikt waarschijnlijk), en ik ben niet meteen een honing-fan. Tessa en Henri des te meer, en toen ik vanochtend in de keuken kwam, merkte ik dat Tessa de halve voorraad naar het werk had meegesmokkeld.

Binnenkort maak ik chocolate chip cookies, maar ik zal maar al beter een goede (ver)bergplaats zoeken.