gekrompen

Eén meter, achtenzeventig centimeter, zoveel bleef er nog over van de één meter tachtig centimeter die ik veronderstelde sinds mijn volgroeidheid mee te dragen. De meneer van de fietsenwinkel mat mij volledig op om de fiets geheel op mijn maat af te kunnen stellen –inclusief de hoogte van mijn kruis– en pietste daarbij ongewild twee centimeter van mijn ego af.

“’s Middags zijt ge al wat korter dan ’s ochtends hoor”, trachtte hij me gekschrevend te troosten, maar het kwaad was al geschied. Niet langer kan ik prat gaan op mijn meter tachtig, dat net zo goed bekte als mijn drieëntwintigjarige leeftijd. Maar ook dat ligt al een tijdje achter mij. Volgens mij ligt het aan mijn houding –niettegenstaande ik met rechte rug onder, boven en tussen het apparaat heb plaatsgenomen. Ik zak teveel onderuit, i.p.v. mooi rechtgerugd in de zetel of op een stoel te zitten. Nochtans heb ik een perfecte –en destijds spotgoedkoop aangeschafte– bureaustoel, waar ik toch ettelijke uren per dag in slijt. Maar plant mij voor tv, aan een eettafel, op een caféstoel of in een cinemazetel, en binnen de kortste keren zak ik door. Stak ik mijn hand in mijn broeksband, u kon mij met Al Bundy vergelijken. Of toch net niet, maar u begrijpt mij best, ik weet het.

Edoch: één meter achtenzeventig dus. Twee centimeter ongetwijfeld pijnlijk samengedrukt merg of andere substantie tussen mijn ruggewervels. Hoe lang is het bij u geleden dat u zich nog eens –nauwkeurig– hebt laten opmeten? (En bent u dan ook zo geschrokken / gekrompen?)

zeef, meet geheugen

Soms weet ik niet meer wat erin zit, in dat hoofd van mij. Dat het er niet lang in blijft zitten, dat is niet meteen een geheim –mijn korte-termijngeheugen laat zeer te wensen over. Normaal gezien vertrouw ik op een resem agenda’s, maar ook dat systeem is niet waterdicht, zo blijkt.

Gisteren werd de nieuwe Ancienne Belgique site site gelanceerd, en op die opening was ik –samen met een heleboel andere bloggers– uitgenodigd. En ik zag dat wreed zitten. Aansluitend was er overigens een concert van Tom Helsen voorzien, iemand die ik niet eens half slecht vind (ik heb hier nog ergens een cd van hem liggen). De nieuwe site werd ontworpen door de mensen van Netlash, waarvan u allemaal minstens Netlashen Bart kent. De nieuwe site site nogal wijs in elkaar, lees ook wat Netlash er zelf over te vertellen heeft, en als u de AB vaak bezoekt, maakt u zich maar beter een profiel aan –voor zover dat nog niet is gebeurd.

Edoch, het weekend was een beetje (gezellig) druk, waardoor ik zondag geheel op automatische piloot –na eerst, zoals beloofd, met Henri naar Junior Eurosong te hebben gekeken– richting De Centrale ben getrokken voor de wekelijkse portie Opatuur. Een solo concert van (Gentenaar) Frederik Leroux, een uitstekend concert, niet op muziektechnisch vlak, maar wel zeer creatief. Binnenkort leest u er meer over bij Het Project.

Frederik Leroux

(Canon EOS 5D, EF 70-200mmf/2.8L IS USM@180mm, f/2.8, 1/80s, 1000ASA)

aanpakken

Het wisselen van de seizoenen brengt nog wel meer dingen mee dan alleen aften en koude. Dikke stapels liggen op mijn bureau verspreid, waaronder zich cds, halve besprekingen, boeken, tijdschriften en rekeningen bevinden. Het nieuwe cultuurseizoen biedt zich aan –het is volgens sommigen al druk onderweg– en mijn kalender is dan ook virtueel reeds tot aan de rand gevuld, alleen heb ik alsnog verzuimd alles ook effectief aan te vullen. Het huis ligt er dermate slordig bij, dat het beter lente dan herfst zou worden (niet dat zulks temperatuurgewijs veel verschil maakt) want ik ontwikkel lenteschoonmaakgevoelens.

Het begon met een piano, en vandaag loop ik rusteloos de trap op en af, van zolder tot kelder en terug, onderwijl grootse plannen smeedend en verwoed naar verwijderbare objecten speurend. Een beetje zoals Terminator, maar dan zonder al dat metaal in mijn lijf. Of computer in mijn hoofd. Of bionische superkrachten. Of… enfin, u begrijpt mij best. Het is overigens ook een beetje de schuld van mijn buurvrouw (nee, niet die van buurman), die gans haar huis prachtig aan het verbouwen is, en waar ik gisteren een kleine rondleiding in heb gekregen. Wij denken nog steeds aan een badkamer en een keuken, en het dak van onze achterbouw. De bank ziet het zitten om mee te werken, nu wij zelf nog.

Edoch, we gaan beginnen met de agenda bij te werken, en dat zal vermoedelijk samengaan met mijn bureaublad (het échte, niet dat van de computer) leeg –of op zijn minst: geordend– te krijgen; en dat zal resulteren in duidelijkheid omtrent een aantal deadlines.

  • Trompetlessen Henri regelen done
  • blurbtekst (of twee-drie) schrijven
  • aan drie artikels voor Het Project werken
  • een paar cds bespreken/concerten aankondigen (deels voor Het Project ook); ik heb er twee liggen die heerlijk klinken, en één die niet echt mijn ding is, maar het betreft wel een bijzondere editie –die u misschien wél ligt
  • koekjes bakken en daarover berichten
  • confituur maken en daarover berichten
  • Pieters vraag eindelijk eens beantwoorden

Ondertussen verricht ik ook verder opzoekwerk rond Project Fiets; morgen ga ik nog eens een andere fietsenwinkel bezoeken. Ik heb mijn hart al verpand aan een bepaalde racefiets, maar ik wil eens luisteren of het niet interessanter is een cyclocross aan te schaffen. Kwestie van in de herfstwinter ook gemakkelijk buiten te kunnen komen. Oh, onderwijl begeef ik mij ook richting autokeuring –dat ligt op de baan. Mijn boek heb ik al klaargelegd, want de lengte van het bezoek raakt mijn kouwe kleren niet, zolang ik maar niet moet terugkeren.

Gisteren heb ik mijn nieuwe VISAkaart ontvangen, nu is het nog wachten op mijn ‘geheime code’.

En ik moet dringend meer tijd voor fotografie maken; op de laatste vergadering van Het Project zag het ernaar uit dat ik kandidaten had gevonden voor een project waar ik al een tijdje op broed. Ik ga eerst eens een test shoot doen met Tessa en dan beginnen we daar ook aan.

Nu we het toch over fotografie hebben: de Canon 5D mark II werd zopas voorgesteld. 2.500 EUR voor de body, of 2.700 USD –wat dan weer hertaalt naar 1.900 EUR. Voor (veel) minder dan 600 EUR kunt ge tegenwoordig wel aan een retourtje New York geraken zeker? De meest belangrijke feature is deze: New 21.1 Megapixel CMOS sensor with improved EOS Integrated Cleaning System (E.I.C.S.) (en dan nog voornamelijk dat laatste gedeelte), en hopelijk een verbeterde (hoge) ISO-gevoeligheid.

Ah, en enkele van mijn foto’s werden gepubliceerd in een tijdschrift. Maar daar vertel ik bij een volgende gelegenheid wel over.

krabben als het jeukt

…al mag dat niet van de dokter. Toch niet van de mijne. Maar sinds zaterdag(avond), nadat ik mijn gemillimetreerde coupe nog eens erm…gemillimetreerd heb, heb ik nu toch jeuk op mijn rug. (Misschien ben ik allergisch aan mijn eigen haar.) En ik voel zowat bobbels precies. Van de onderkant van mijn rug tot in mijn nek. En mijn spieren zijn nog stram –ook al van zaterdag— dus krabben is een beetje marteling, maar dat komt goed uit, want ik mag eigenlijk toch niet krabben. Van mijn dokter.

Ik ga mijn zinnen even verzetten. Koffie drinken. Foto’s bewerken. Boeken lezen. Film bekijken. Anders word ik zot.

spieren moet ge voelen

Mijn eerste twintig kilometer zitten erop. T.t.z. de eerste keer dat ik aan één stuk door twintig kilometer heb gelopen. Drie keer de Watersportbaan, en dan heen en terug naar huis. 1u39 voor de 20km; 1u41 voor de totale afstand enkele honderden meters verder. Een gemiddelde van 12 km/u, wat precies een redelijk constante snelheid blijkt bij mijn trainingen. Aan snelheid moet dus worden gewerkt. Het waren twintig kilometer gietende regen, dat ook, maar dat vind ik helemaal niet erg –integendeel. Het meest verfoelilijke weer vind ik als er windvlagen zijn, die u bijna achteruit i.p.v. vooruit doen lopen.

Niet dat mijn spieren daarvan pijn doen (vandaag toch nog niet). En ook al niet van de literfles Cranberry Juice (light) die ik na mijn training achterover heb geslaan. Neuh. Via-via (sorry, ik weet echt niet meer wie) kwam ik onlangs terecht op How to Lose 20 lbs. of Fat in 30 Days… Without Doing Any Exercise –niet dat mijn ambitie daar ligt; ik vind zo’n dingen grappig om lezen– en waar onderaan een verwijzing stond naar From Geek to Freak: How I Gained 34 lbs. of Muscle in 4 Weeks. Ook die ambitie is niet de mijne, al wil ik wel eens aan de gewichten hangen. Of de gewichten eerder aan mij. En gezien variatie goed heet te zijn, en vooral de saaiheid van zo’n oefeningen tegengaat, onthield ik uit gans dat diagonaal doorgenomen artikel enkel dit:

Perform every repetition with a 5/5 cadence (5 seconds up, 5 seconds down) to eliminate momentum and ensure constant load.

En gisteren, zo vlak voor ik een paar uur foto’s ging trekken, had ik de lumineuze inval om dat nog gauw eens te proberen. Ewel, ik voel mijn spieren. Nu goed?

maar bruno!

…wat doet gij toch allemaal met uw tijd, trekken ze dan aan mijn mouw. Niets meer of minder dan een ander denk ik. Mijn boeken-, cd-, concert-, en filmlijstjes verschijnen deze week, dan bent u weer mee (en ik ook).

Eens zien, de zomer is voorbij, sinds juli zijn we opnieuw in ’t land, en mijn tijd is voornamelijk weggevlogen in jazz. Van jury (Jong Jazztalent) tot foto’s (Gent Jazz, Jong Jazztalent, Jazz Middelheim, Jazz in ’t Park), waaruit we graag nog eens het huisfotograafschap voor Jazz Middelheim aanstippen. Ik heb het gevoel dat ik weer gigantisch veel dingen heb bijgeleerd.

Voor de zottigheid heb ik ook eens gekeken naar de artikels die ik de voorbije maand voor Het Project heb geschreven, en ik kwam uit op 22 (dat is één elke drie dagen, en niet meegeteld de artikels waarvoor ik enkel foto’s heb geleverd):

Komt daar ook nog eens bij mijn hondstrouwe looptraining, die enkel kort werd onderbroken voor Jazz Middelheim. Dagelijks 8 tot 11 km lopen, en zelfs 15 km op zondag. Deze maand voeren we die afstand op, met een minimum van 10 km per dag, en piekjes van 20 km op zondag en 15 km op woensdag. Zaterdag blijft een rustdag. Aan dat lopen ‘verlies’ ik gemakkelijk toch anderhalf tot twee uur (inclusief stretchen en douchen nietwaar).

Maar ik beleef er alleszins veel leute aan. (Anders zou ik het niet blijven doen natuurlijk.) En ik hoop Tessa en Henri toch ook een beetje, want die dutskens worden door mij meegesleurd van het ene naar het andere evenement (waarvoor dank). Zaterdag zat ik er even door, en ik ben dan ook zowel zaterdag- als zondagavond redelijk snel van Jazz in ’t Park naar mijn bed vlucht zodra ik mijn foto’s had. Ik ga het deze week eens wat kalmer aan doen, denk ik.

tempus fugit

“We slapen te weinig.” Vergezeld van deze eenvoudige constatie kwam Tessa mijn tas halen om ze met de koffie te vullen waar ik lief om had verzocht. Van het bed in de loopkleren, van de douche naar het Zuidpark, van de tram achter de computer en weer in het bed. Zo ongeveer zien de dagen eruit sinds we in juli terug thuis zijn gekomen. Voor één van de projecten die ik verkeerdelijk heb toegezegd is eigenlijk geen tijd, want al de rest slorpt gewoon met de tijd ook alle energie uit mij.

Mijn eerste prioriteit gaat uit naar mijn gezin, dacht ik vanochtend in bad terwijl ik alles op een rijtje trachtte te zetten. De tweede naar Het Project en ‘de jazz’ –en achter beide items gaat een onnoemelijk heelal van deelgebieden schuil. De derde naar lopen en lezen en muziek en film en andere dan de concertfotografie die onlosmakelijk met die tweede prioriteit is verbonden. En dan is er tijd voor al de rest. Of liever, geen tijd meer.

Vergis u niet, dit is geen klaagzang, en ik vind mijn leven fantastisch en interessant en boeiend –maar ook uitputtend soms. En dan ben ik nog geeneens aan verbouwingen begonnen en moet ik overdag geen tijd verliezen aan/bij een werkgever.

Soms zet ik hier wel eens van die lijstjes, met deadlines of zaken die ik niet mag vergeten. Zo staan er volgende week er drie artikels gepland voor Het Project; een resem aankondigingstekstjes; fotoverwerking van het voorbije weekend; een verjaardagslunch; een vergadering in Antwerpen; de wekelijkse persconferentie in Gent; Jazz in ’t Park; en mogelijks/hopelijk nog wat avondconcerten. Op iets langere termijn zou ik eigenlijk zou twee interviews willen afnemen (voor artikels op Het Project), en op nog langere termijn (klaar tegen volgende zomer) een nieuwe project in elkaar steken. (Nog goed dat ik die iPhone heb –samen met iCal en Things— om alles een beetje bij te houden.)

Oh, en heb ik al vermeld dat ik in de herfst graag zou beginnen fietsen? En –ergens volgend jaar in de herfst of zo misschien– zwemmen ook?

Carpe diem!

intrigerend

…dat is wel het minste wat men van deze dag kan zeggen. En dan heb ik het nog niet eens over het weer. Een dag vol interessante conversaties, met een Lama die mij Batman comics kwam bezorgen bijvoorbeeld (dankuwel!!!), met mijn fotomeneer, mijn boekhouder, en met Haruki Murakami. Jawel, ook een boek lezen kan een vorm van converseren zijn. Vooral met een titel als What I talk about when I talk about running.

Het leven is passie, heb ik uit deze dag meegedragen, en of uw passie nu in uw werk of elders ligt, is eigenlijk van ondergeschikt belang. (Zolang mijn boekhouder de administratieve obstakels maar uit de baan kan ruimen –ik heb er het volste vertrouwen in.) Geld hoeft daarbij overigens geen hinderpaal te zijn.

Hm. Benieuwd hoe u die laatste zin interpreteert.

zo compleet mogelijke toegang

“1,3 miljard Chinezen, 10 miljoen Belgen. We gaan al onze supporters nodig hebben.”, zo laat het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC) in de media optekenen.

Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) eist dan weer –bij monde van Jacques Rogge– “een zo compleet mogelijke toegang tot het internet”. Let wel, niet voor die 1,3 miljard Chinezen, die voor de rest precies gerust gecensureerd mogen blijven, maar voor al onze supporters die –via het internet natuurlijk– van het verloop van de Olympische Spelen op de hoogte moeten worden gehouden.

The IOC has always encouraged the Beijing 2008 organisers to provide media with the fullest access possible to report on the Games, including access to the internet, knowing this is important for them to do their job. [bron]

Het is tenslotte één van de fundamenten van de (westerse) democratie.

Lees meer over Censorship in China en Human rights in China and the Beijing Olympics bij Amnesty International en over Internet censorship in the People’s Republic of China op Wikipedia

en, kunt ge ’t een beetje gewoon worden?

De titel van deze post zou eerst zijn geworden: “looptoeristen”, maar ik denk dat de vraag van mijn fruitboer de situatie beter omschrijft. De man heeft –zo vertrouwde hij me toe voor wij aan ons avontuur begonnen– in zijn jonge dagen ook geruime tijd in de verre staten doorgebracht, en ik heb het gevoel dat hij er nog steeds met gemengde melancholische gevoelens op terugblikt. En terwijl ik bijna met een volmondige ‘neen’ op zijn vraag antwoordde, kon ik mij nog net op tijd herpakken. “Een beetje wel,” begon ik, “maar in ’t algemeen zijn de mensen hier toch verschrikkelijk onvriendelijk.” Waarop ik hem vlug verder uitlegde dat ik niet specifiek hem bedoelde, en vanzelfsprekend ook niemand die ik van dichtbij of veraf zou kunnen kennen –ik kies mijn kennissenkring zorgvuldig uit, meneer, mevrouw– maar het louter had over het superficiële contact in de straat.

Laat ons even in algemeenheden praten. Toen we in Seattle zaten heb ik met veel lof gesproken over de automobilisten, die net nog zichzelf niet in het (verkeers-)ongeluk storten om de voetgangers te laten oversteken. Vanzelfsprekend is niet elke automobilist zo voornaam, maar algemeen beschouwd kunnen we zonder de minste aarzeling stellen dat de overgrote meerderheid van de automobilisten stopt voor voetgangers. Op dezelfde manier kunnen we stellen dat zulks niet gebeurt in België. Er zijn er wel die dat doen, maar (1) die groep beperkt zich tot de minderheid die dit blog leest en (2) dan nog doen ze dat uiterst zelden op dezelfde onbaatzuchtige manier als in Seattle.

Houdt u vooral deze methode van veralgemening in gedachten als u onderstaande paragraaf leest.

Looptoeristen zijn zoals wielertoeristen: een grote posse mensen die meent alleenrecht te hebben op de baan –waarbij toeristen soms kan worden ingewisseld voor terroristen. Ach, ik juich toe dat zovele mensen starten met sport. De Belgen bengelen tenslotte op de elfde plaats in de top tien van de hoogste BMI in Europa, lees ik net in De Morgen. Maar moeilijk kan het toch niet zijn, om met die start-to-runregeltjes (die allemaal neerkomen op: bouw uw sportbeoefening geleidelijk aan op), meteen ook wat etiquette mee te geven. Wie en masse loopt (of fietst) moet rekening houden met de andere mensen op de baan. Daar: zo eenvoudig is het. Of neen, vergeef mij, het is veel eenvoudiger: hou gewoon rekening met de andere(n). Of ge nu alleen loopt of in groep –maar wie alleen loopt kan zich nu eenmaal moeilijk in een muur wringen om de grote groep looptoeristen die hij op zijn baan treft, te laten passeren.

Och ja, dat is betutteling, populisme, dedeckerisme, verrechtsing, en er bestaan nog wel andere woorden voor, om u van uw verantwoordelijkheden te verontschuldigen. Maar ik heb (had?) het dus wel wat lastig, met die aanpassing. Pas op, ik kan u meteen drie-vier-vijf tegenvoorbeelden geven van zaken die ik fantastisch vond bij onze terugkomst. Niet in het minst de mensen die ik in de laatste maand om (semi-)professionele reden ben tegengekomen, en de vrienden die we hebben teruggezien en waar ik bijlange nog niet zoveel tijd heb in kunnen steken als ik zou willen wegens het drukke zomerseizoen.

U weet het zelf ook wel, België is een dorp, en op het hoogste niveau wordt er enkel aan heel enge dorpspolitiek gedaan. En dan ken ik eigenlijk behoorlijk wat echte dorpspolitiekers (en gemeenteraadsleden –om nog te zwijgen van de ambtenaren) waarvan ik weet dat ze veel meer doen dan er binnen de zes Belgische regeringen gebeurt. Zes regeringen, goed voor een kleine zestig ministers en staatssecretarissen op dertigduizend vierkante kilometer grondgebied met goed tien miljoen inwoners. Ook ik lach groen.