…maar een niet zo positieve, op het eerste gezicht.
De mensen worden apathisch, wordt wel eens beweerd. Op een halve meter van waar ze staan wordt een man in elkaar geklopt of een vrouw beroofd, en geen kat die een poot uitsteekt om te helpen. Bang voor de repercussies, bang om zelf slachtoffer te worden, of gewoon te verbouwereerd om te reageren (onderschat dat laatste maar niet). Nochtans, tegenwoordig kunnen we de krant niet meer openslaan of er staat weer een slachtofferverhaal in.
Man bemiddelt in gevecht en verliest oog: deels eigen schuld, mag ik vandaag in DM lezen.
Khalid Boussaïd, de Genkenaar die in 2007 wilde bemiddelen in een gevecht en daarbij een oog verloor, heeft dat verlies volgens de rechtbank deels aan zichzelf te danken. ‘Als hij niet tussenbeide was gekomen, had hij zijn oog nog.’
Een waarheid als een koe, denken wij dan. Maar als de beide partijen niet met vechten waren begonnen, had hij zijn oog ook nog, willen we die simplistische redenering gerust verder doortrekken.
“Mijn cliënt heeft de ruzie niet eens zien ontstaan, laat staan dat hij er deel van uitmaakt”, zegt Boussaïds advocaat An Persegaele. “Hij zat in dezelfde coupé toen zijn vrienden in een gevecht verwikkeld geraakten. Hij is opgestaan om tussenbeide te komen. Dat bevestigen alle partijen.”
We zouden het wat te ver drijven om de uitspraak van het gerechtshof een zekere vorm van amaurisme (i) toe te dragen –zeker al omdat we met de finesse van de zaak niet bekend zijn en ons enkel op dat ene krantenbericht kunnen baseren– maar bemoedigend voor al wie een helpende hand wil uitsteken, is die uitspraak evenmin te noemen.
—
(i) Arnaud Amaury, abt van de cisterciënzers, is de geschiedenis voornamelijk ingegaan omwille van zijn uitspraak Tuez-les tous, Dieu reconnaîtra les siens.. Het was zijn antwoord op de vraag van de kruisvaarders die, toen ze de stad Béziers belegerden om hen van de ketterende Katharen te ‘bevrijden’, vroegen hoe ze de katholieken van de Katharen moesten onderscheiden. De hele stad, goed voor zo’n 20.000 mensen, waarvan volgens sommige bronnen amper 200 Katharen, werd vervolgens uitgemoord.