Downtime (encore)

Ik verplicht mijzelf morgen genezen te zijn. Om allerlei redenen: omdat ik dringend mijn (mail-)achterstand moet inhalen (die zelfs naar mijn maatstaven hallucinant-beschaamtelijke afmetingen begint aan te nemen), maar vooral ook omdat ik vrees dat Henri mijn beest heeft overgenomen, en ik voor hem paraat moet zijn. Hij is de voorbije dagen een verschrikkelijk grote hulp geweest (zeker met Tessa die in Amerika zit). “Nu begrijp ik wat jullie allemaal voor mij doen, en waarom jullie nog zoveel werk hebben als ik gaan slapen ben.” Is ’t geen schatje?

ziekskes

Beurgh. Verkouden. Meer snot dan hersenen. Maar. Maar! Waar ik vroeger dan zieltogend in mijn bed kroop, ben ik vandaag gewoon 30 km gaan fietsen. Met felle tegenwind op de terugweg (amai, nogal). Nadat ik vanochtend met Henri op controle ben gegaan (het is al flink verbeterd), nadien bloem heb ingeslaan (10 kg tarwe, 5 kg grootmoeder, 5 kg bourgondisch volkoren, 1kg dolmen, een pak rozijnen en een pak rietsuiker), en Henri naar school heb gebracht. En straks naar Vooruit voor de electronische jazz van Humcrush & Sidsel Endresen. Bring it on (en breng een pakske zakdoeken mee).

u rijdt 10

Morgen zal ik het mij zeker beklagen, maar vandaag heb ik er van genoten. De drang naar endorfines was te groot, de voorraad chocolade te klein, dus ben ik vandaag –ondanks de stevige verkoudheid met hardnekkige keelpijn– toch gaan lopen. Heel erg op het gemak, met een hartslag die nooit boven de 155 bpm is uit gekomen. En dat was niet makkelijk met zo’n tegenwind.

Het bad achteraf deed verschrikkelijk deugd, de twee grote glazen water ook.

“U rijdt 10”, beweerde het snelheidsmetende bord in grote led-cijfers toen ik het bij de aanvang van mij route passeerde. Niet erg, want ik mag er immers dertig, daar onder de brug aan de Eedverbondkaai. En bovendien rijd ik niet, maar loop ik. Wat is eigenlijkheid het snelheidsrecord voor de mens? Kan een normaal mens wel dertig halen? (Jawel, zegt Wikipedia: In een sprint worden soms snelheden van 50 km/h gemeten. Al kan men zich afvragen of een sprinter wel een normaal mens is natuurlijk.)

rasp

Dju toch. Ik was er echt van overtuigd dat ik eraan ging ontsnappen, dit jaar. Ik had al een halfdeftige verkoudheid achter de rug (en voldoende hoofdpijn/migraine), maar door de aanhoudende stroom bacteriën –door mijn huisgenoten welwillend en (de laatste paar weken) onaflatend geproduceerd– voelt mijn keel als het spreekwoordelijke schuurpapier aan. En zitten mijn sinusholtes vol mucus. Ik beloof niets, maar als u mij vanavond op de SvhJ-uitreiking tegen het lijf loopt, verhoogt dat volgens mij uw kansen op een aantal extra verlofdagen.