’t Is aan mij vandaag

Ik heb een stukske van dat beest van Tessa afgepakt, denk ik. Ik ben al de ganse dag half aanwezig, ergens tussen wakker en in slaap, maar ik ga ervan uit dat het morgen verdwenen is. Slaapwel.

Een paar dagen geleden

Brussel door Bruno Bollaert

’t Was feest vandaag en ik heb nog altijd wat fall-out van de migraine. Maar kijk ik was in Brussel een paar dagen geleden (voor een eigenlijk niet zo levendig concert), en zo hebt u dus nog iets om naar te kijken.

Brussel door Bruno Bollaert

Euh, ik ben een beetje moe, denk ik.

Onverwacht

Vandaag ging ik een dagje rusten. Ik heb aften, kan al twee weken geen sax spelen want de ondingen zitten op mijn onderlip. Tessa heeft vanochtend medrol voorgeschreven, dus ik hoop dat het nu wat vooruit gaat gaan. Dus gingen we een dagje cocoonen, Henri en ik. Een beetje naar tv kijken, en beetje rondlummelen in huis, een beetje recup gelijk.

Hindernis 1, nog thuis.
“Papa, we gingen wel zo’n verdeelstekker gaan halen in de Brico hé.”

Hindernis 2, aan de Brico in Oostakker.
“Gaan we eens in de Mediamarkt ook, Papa? Nu we hier toch zijn.”

Hindernis 3, terug thuis.
“Gaan we naar de Tasty World om te eten, papa? Dan kunt ge daarna nog een koffie drinken in de OR.”

Hindernis 4, aan de Zuid.
“Waar is dat nu, die Vinyl Kitchen, papa.”

Hindernis 5, terug thuis.
“Joehoe, ben ik niet op tijd thuis om naar de Ikea te gaan?”

Collega Martini zou gezegd hebben: “I’m totally knackered.”

Toch nog muziek

Gisteren lag ik geheel plat, asgrauw en misselijk met migraine in bed, vandaag was ik de ganse dag onderweg. Het grootste deel heb ik doorgebracht op redlightBlue (u hebt iets gemist), ’s avonds zakte ik af naar Opatuur in De Centrale voor het Voladores Trio met Joachim Badenhorst.

Nog goed dat het winteruur is en ik vanochtend kon uitslapen. En morgenvroeg opnieuw.

Afwerken

Mens ik ben moe. Enfin, we zijn allemaal moe. En beetje zenuwachtig, door dat British Airways stakingsgedoe. Het is al een spetterende dag geweest, vandaag, met een ontbijt met vrienden, een babyborrel met vrienden, en straks de afsluiter van een wat een belangrijk festival in de maak is. Maar ik heb voorlopig geen energei of tijd om daar allemaal verder op in te gaan. Binnen een half uur speelt Ellery Eskelin in De Bijloke, al ben ik ook zeer aangetrokken door de documentaire over Herman Leonard. En ik ben razend benieuwd naar de afsluiter Enescu re-Imagined.

Zolang ze maar geen slaapliedjes spelen…

Intermissie

“Godverdomme!” Ik weet het, het lijkt onwaarschijnlijk, maar zelfs ik laat van tijd tot tijd eens een goede vloek aan mijn keel ontsnappen. Godverdomme dus.

Na hooguit een paar uur rusteloze slaap stond ik gisterenochtend opnieuw in onze kleine keuken gebocheld. “Hé, jullie hebben een bonsaïkeuken”, ontlokte recent de binnentreding in het kamertje waarin ik mij wegmoffel om voedsel te bereiden, aan de architecten die we prospecteerden om enige verbouwingen aan onze woonst te laten uitvoeren. Mijn gebak zat in de oven, en ik ging net aan het eerste van een onwaarschijnlijk aantal afwasmomenten van de dag beginnen, toen iemand aanbelde. Qua timing kan het tellen.

“Bruno Bollaert?”, vroeg de postbode terwijl hij mij reeds een pak in de armen stopte. De man was vermoedelijk blij dat het uit zijn handen was, want ik moest mij even herpakken bij ontvangst.

“Oempf… ik bedoel: inderdaad. Dankuwel, facteur.”

Een heleboel cd’s –evenwel minder dan ge vingers aan uw hand hebt– en één boek. A Day at elBulli (een fractie van de kost van de pas verschenen Nederlandstalige versie) is evenwel goed voor een flinke drie kilo. Gisterenavond heb ik het knikkebollend uitgelezen, en het is –aan de amazon prijs– elke pond of euro waard, tenminste als u zich voor dergelijke zaken interesseert.

Vandaag krijgt u van mij nog een recept, en morgen nog één. Beide zoetigheden; van het voorgerecht en de hoofdschotel heb ik geen foto’s gemaakt want het was iets te druk toen. ’t Is wel leutig om zo eens voor een grotere bende te koken, al blijk ik ook in dit weer een gigantische chaoot. Mijn menu stond maandag al rotsvast, maar is in de nacht van woensdag op donderdag substantieel gewijzigd. Spannend! Voeg daaraan toe dat alle slagers in de buurt gesloten waren, donderdag, en ik dus nog naar het grootwarenhuis mocht trekken voor mijn vlees.

Het voorgerecht was een (eigen)hand(ig)gesneden tartaar van zalm, de hoofdschotel werd Siciliaanse vleesballetjes met een citrussla en couscous, en als dessert kregen de gasten de Panna cotta van karnemelk met mangopuree. ’s Ochtends bij de koffie waren er madeleines de commercy en tea cakes (recept volgt), en in de namiddag was er nog een dessert (recept volgt). De borden kwamen leeg terug, mijn wederhelft beweert met haar gat in de boter te zijn gevallen, dus het zal wel in orde geweest zijn, denk ik.

Schlafvergnügen

Vroeger sliep ik als een os. Een tram die voor de deur ontspoorde en een ganse straat geparkeerde wagens opvrat konden mijn slaap niet verstoren. Sinds dit jaar wordt mijn Schlafvergnügen echter beperkt. Ik weet niet waarom, maar mijn interne wekker zegt na zes uur slaap dat het welletjes geweest is. Het maak niet uit wanneer ik in bed kruip, of dat nu 20, 21, 22, 23, 00, 01, of 02u mag wezen: prompt zes uur later is het uit met de slaap. Voeg daar overigens gerust aan toe dat ik meermaals per nacht wakker word.

“Ga eens naar een dokter”, suggereert mijn doktertje. Mja, denk ik, dan kan ik meteen ook mijn knie, mijn rug, mijn aften, mijn darmen, mijn gehoor en nog wel wat laten nakijken. Dan raak ik geheid niet meer uit dat U.Z. weg.

“Misschien zijt ge niet actief genoeg”, proest ze het uit. “Ha ja hé papa,” vult de zoon aan, “misschien moet ge ook nog beginnen zwemmen. Dan kunt ge voor een triatlon trainen.”

Grapjassen. Waarschijnlijk eet ik gewoon teveel suikers, met al die taarten ook altijd…

de tirannie van het brood

“Uw brood bakt zichzelf niet”, zo wist het deeg mij vannacht op geheel telepatische wijze mede te delen, luttele seconden nadat ik de televisie had uitgezapt en mij knus in bed had geïnstalleerd. Een deeg, dat nochtans om 18u een eerste sponzen voorrijs mocht ontvangen en een half uurtje nadien een kneedbeurt. Om tot slot opnieuw liefdevol de kom in te gaan voor een eerste rijstijd.

Iets voor twaalven wreef ik aldus de slaap opnieuw mijn ogen uit en toog ik naar benenden, alwaar het bewuste deeg mij nog net niet uit de kom tegemoet trad. Ik heb het neergeslagen en in twee gesneden, in twee bakblikken gelegd en die vervolgens –zoals steeds– in een doorzichtige plastic zak geplaatst. Ik heb mijn timer op een dik half uur ingesteld, de televisie opnieuw opgewarmd, en een stukje naar de dubbelaflevering van Lost gekeken –dat ik eerder die avond had opgenomen. Normaal gezien krijgt het deeg tijd tot het in omvang is verdubbeld, maar dat zag ik niet echt zitten. Na de toegestane tijd heb ik dan ook snel de oven voorverwarmd, het brood in het volgende half uur gebakken, uit de oven genomen ter afkoeling, en eindelijk mijn bed opnieuw opgezocht.

it's food, baby

Ziehier de snoodaard, wiens wederhelft deze ochtend reeds genadeloos door de snijmachine aan stukken werd gerijt. Het vraagt soms wat werk (al valt dat mee: meer tijd dan werk eigenlijk) –en vooral geheugen– maar zo lekker, zo’n vers- en zelfgebakken brood!

slaappillen

“Waar zijn de slaappillen?”, klinkt het met een klein stemmetje, maar net zo dramatisch als ge u voorstelt.

Even voordien had ik zacht gestommel boven mijn hoofd gehoord, gevolgd door muizenvoetjes op de trap.

“Henri, blijf daar niet dremmelen op de gang, komt toch gewoon binnen”, verzuchtte ik toen hij na dik twee minuten nog steeds met de deurklink in zijn hand stond, maar ze niet naar beneden durfde te duwen om zichzelf binnen te laten.

Slaappillen dus. Waarom wil in godsnaam hij slaappillen, flitste het door mijn hoofd. Het is toch een paar jaar te vroeg voor puberale dramatiek?

“Jongen, ik denk niet dat ik in gans mijn leven al één slaappil heb genomen,” probeerde ik, “dus waarom zoudt gij in ’s hemelsnaam één of meerdere slaappillen willen?”

“Ik kan niet slapen, papa”, piepte hij.

Zijn hoofd zit vol. Vol school, vol Lego, vol verjaardag, en vol zwemangst. Schaapjes tellen lukt niet (“ik heb het geprobeerd, maar er zitten geen schapen in mijn kamer”); in warme melk met honing heeft hij geen zin; zijn hoofd leegmaken kan hij niet (“er zit geen kraantje in hé”).

We zullen samen les volgen, heb ik hem gezegd tijdens het gesprek dat op zijn vraag volgde. Gij voor de basis, en ik voor de crawl.

Of het geholpen heeft, dan wel of het van uitputting was, weet ik niet. Maar uiteindelijk is hij toch in slaap gevallen –tenminste hij is voor zeven uur vanochtend niet meer naar beneden gekomen.

Maar slaappillen. Jongen toch.