Chocolade

“Allez, ik wil dat wel eens zien, zo’n chocolatten Eames. We zullen gaan ontbijten in OR, ik ga mee naar de muziekles van Henri, dan gaan we naar Vitrapoint, en dan ga ik toeren.” Ze is al de ganse week van wacht namelijk, wat wil zeggen dat het weekend uit zo ongeveer twee gewone werkdagen bestaat.

Die Eames Lounge Chairs bij Vitrapoint, die hadden ze enkel in chocoladeleder (2 stuks) met palisander of in wit leder met donker (zwart) gebeitst hout (1 stuk). Ze hadden er ook nog een tafel van Siegfried De Buck die ik –helaas enkel in gedachten– hier thuis al zag staan, en nog iets anders wat ik haar wou tonen. De tafel was verkocht, de witte Eames was verkocht, de twee chocolade versies stonden er nog, net zoals het bureaumeubel die ik haar wou tonen. Een witte monoblok, met een oranje inleglade; een stoïcijns-minimalistische werktafel die niet zou misstaan in een modernistisch klooster (gemaakt door Anita Nevens voor Colect; alhier te bekijken).

Over de hoofden hoefden we niet te lopen, maar onze voeten zijn wel een paar keer stukgereden door trendy kindervoitures. Soms is het toch gewoon praktischer die dingen buiten te laten.

“Ge hebt ze nu gezien”, zei ik toen ik haar naar de tramhalte bracht –ik ging nog even met Henri naar Animato om een trompetstandaard te halen. “En wat vindt ge ervan?”

“Chocolade is om op te eten,” vond ze, “niet om in te zitten.”

(Dat zei ze niet natuurlijk, maar het kwam daar wel op neer, en vooral: het rondt mijn verhaal mooi af.)

Ik ben een god

…en dus heb ik het eeuwige leven.

“Ik was bijna dood”, zeg ik hem als we in bed liggen na te zinderen. Hij kijkt niet op, maar zucht.

Het was een bus. Ik weet niet waar ik zat met mijn gedachten of met mijn gehoor –ik heb een fantastisch gehoor, moet u weten. Ik hoor het gepiep van een televisie met het geluid uit. Ik hoor het dichtslaan van een autodeur aan de overkant van de straat als ik in de tuin achter het huis zit. Ik kan blind een straat oversteken omdat ik het verkeer hoor aankomen. Behalve daarnet.

“Het was een bus”, leg ik hem uit. “Ik stond op het voetpad, stak over, en plots was daar een luid getuut, een bus die voorbij raasde, en ik die terugsprong op dat voetpad. Allemaal tegelijk.” Hij zucht opnieuw.

“Ik was bijna dood”, herhaal ik.

Of ik had dood moéten zijn. Het heeft geen seconde gescheeld of ik was dood, pleegt men wel eens te zeggen, en in mijn geval kon dat niet dichter bij de waarheid zijn. De bus, het getuut, de wind, de sprong, ik weet niet eens meer in welke volgorde het zich allemaal heeft afgespeeld. Was ik geen boek aan het lezen? Werd ik niet net opgebeld?

“Die bus ging door mijn lichaam heen”, probeer ik. “Ik heb hem gevoeld. Zoals een wind, maar dan niet langs maar wel dóór mij heen. Tastbaar.” Hij zucht zelfs niet meer.

“Ik wás bijna dood”, zeg ik nadrukkelijk.

Mensen lopen hysterisch door elkaar, de chauffeur twijfelt, geheel in schok, of hij de ruitenwissers zou gebruiken om bloed en hersenen van zijn voorruit weg te vegen. Onder de bus –het is zo’n lang harmonica-onding vanzelfsprekend– ligt mijn lichaam, helemaal vermangeld. De meest dichtsbijzijnde omstaanders draaien zich kotsend om, enkelen hebben zelfs bloed op hun jas. Het begint te regenen, eerst zachtjes, dan een steeds heviger neerslag en in de verte zwelt de donder aan en dan verschijnt een bliksemschicht.

“Maar ge zijt niet dood”, klinkt het plots, nuchter én slaapdronken naast mij, terwijl zijn hand mij zoekt. “Ge zijt een god en gij kunt niet sterven.”

Eames

Het gebeurt niet vaak (zelfs zo uitzonderlijk weinig dat ik er nu over bericht), maar daarnet had ik toch een redelijke shopping primeur. Vanaf morgen kan u bij Vitrapoint Gent terecht voor een (obligaat) uitzonderlijke stockverkoop. “’t Is binnenkort uw verjaardag,” vond mijn moeder (een beetje gelijk het bijna sinterklaas is, maar dan nog een extra week later), “dus we gaan eens kijken.”

Enkel open op afspraak, las ik op het briefje aan de voordeur, maar voor mijn moeder was dat geen beletsel. De mevrouw –en achteraf ook twee meneren– van de winkel herkenden haar ogenblikkelijk, en wij mochten de winkel binnen. Een uurtje voordien hadden we afgesproken, maar mijn moeder troonde mij eerst mee naar een etablissement naar keuze (de Borsalino is vlakbij) voor lunch. De cannelloni waren voortreffelijk.

Fantastische spullen allemaal, maar voor mij gaat er niets boven Eames. Ik ben absoluut verknocht aan de Eames Lounge Chair & Ottoman, er is geen zitmeubel dat beter zit. Al zijn ook de Lobby Chair (ES 104 / oorspronkelijk gemaakt voor de lobby van het Rockefeller Center) en de Soft Pad Chair (EA 222) uiterst geslaagd. Maar toch, die Lounge Chair…

De kortingen zijn overigens aanzienlijk, ik kan mij voorstellen dat de meubels de deur gaan uitvliegen, voor wie er het geld voor over heeft (of er zou voor over hebben maar een dergelijke korting afwachtte). Zaterdag zal u er over de hoofden kunnen wandelen, denk ik.

Generatiekloof

“Wie kent Peter Ustinov niet”, vroeg de man verbouwereerd toen niemand lachte met de grap die hij zopas had gemaakt. Pinkish had Ustinov op het douaneformulier ingevuld bij de vraag naar zijn skin color toen hij de Verenigde Staten binnen vloog. “A simple white or black would have done, Sir“, had de beambte naar verluidt zuur geantwoord.

Even daarvoor had hij het gehad over de parafix van Napoleon, maar ook daar was geen reactie op gekomen. “Parafix? Napoleon? Merlina? Nee?”, stuurde hij de zaal in. “Echt niemand?”

“Quo vadis? Spartacus? Topkapi? Hercule Poirot?” Dat laatste werd gevolgd door een lichte verzuchting. “UNICEF ambassadeur?” Stilte. “Maar allez, zo oud ben ik nu toch ook niet!”

Jazz, met Scandinavische inslag

Sinds Joachim Badenhorst gesignaleerd is met Han Bennink, is hij een hot commodity geworden. Never mind dat hij eerder al te horen was op een paar schitterende albums, zoals War (Rawfishboys), (Mógil), en Os Meus Shorts, Equilibrium (Mikkel Ploug, Sissel Vera Pettersen, Joachim Badenhorst). Nu is daar dus ook Parken (Han Bennink Trio) bijgekomen, dat door de pers bijzonder lovend is onthaald, en dat we dringend in huis moeten halen. Voor een kleine 78 euro kon u zondag bij Opatuur het grootste deel van die discografie in huis halen — misschien wel mét korting, als u alles ineens kocht.

Net zoals Robin Verheyen (die u komende zondag bij Opatuur kan treffen), is Badenhorst ondertussen verkast naar New York om daar het muzikale geluk te zoeken. Misschien is het een initiatierite en moeten we nog maar wat meer jazzmuzikanten eerst wegjagen voor ze hier wat erkend worden. Dat treft overigens, want zondag zat in het publiek menig zo’n muzikant, zoals Frederik Leroux, Christian Mendozza en Teun Verbruggen, bij wiens Rat Records Label Badenhorst twee cd’s uit heeft (met Os Meus Shorts en Red Rocket).

Joachim Badenhorst by Bruno Bollaert Robin Verheyen by Bruno Bollaert

Het optreden, zondag bij Opatuur in De Centrale, eindigde visueel en auditief een beetje zoals het begon: met Badenhorst op klarinet, zonder mondstuk. Dat hoeft geen belemmering te zijn, Badenhorst experimenteert wel meer. Al moeten we misschien niet meer van experiment spreken, maar veeleer van een methodiek die de muzikant deel heeft gemaakt van zijn repertoire. Hij gebruikte ook het mondstuk alleen, dat hij dan op een lange gele darm aansloot, waarmee hij (met die darm dus) begon rond te slingeren. Dat was géén gimmick, benadruk ik maar even voor de sceptici, maar maakte integraal deel uit van een wonderbaarlijke sound die hij al de hele avond had uitgewerkt. Die sound, het geluid dat eigenlijk de ziel vormt van de muzikant, is bij Badenhorst — zoals hij zelf verklaart — sterk beïnvloed door Michael Moore, bij wie hij les heeft gevolgd.

Badenhorst blijft deze week nog in België, daarna gaat het via Kopenhagen onverbiddelijk opnieuw richting USA. Wij hebben ervan genoten, zondag, maar voor wie zich graag ook nog eens zou laten onderdompelen, is er goed nieuws. Dinsdagavond speelt het Badenhorst / Soniano / Vercampt / Thielemans Quartet vanaf 22 u. (sommigen beweren reeds 21.30 u.) in El Negocito. Volgens ons niet te missen, zelfs al gaat u achteraf met een rokershoest naar huis.

Wie heuse soundscapes wil, kan niet beter dan zich donderdag richting Vooruit begeven. Van Scandinavische country tot nu-jazz met een vleugje punk, folk, repetitieve klassiek én — het woord van 2009 — americana; Mary Halvorson & Jessica Pavone spelen er in double bill met Huntsville, vanaf 20u in de balzaal. Het gaat er allemaal redelijk relaxed aan toe, tenminste toch na de bekroonde post (-rock, -folk, -jazz, -punk) festijnen van Halvorson en Pavone. Hunstville vraagt om impro(visatie), al kan u dat niet identificeren met het gepiep en gesteun waarmee u dat normalerwijs vereenzelvigt. Denk Sidsel Endresen; die stond vorig jaar rond deze tijd in Vooruit op de planken, en bood een perfect rustmoment in een toen verschrikkelijk drukke filmfestivaltiendaagse.

We sluiten af met het begin: zondag 1 november speelt saxofonist Robin Verheyen in duo met pianist Aki Rissanen bij Opatuur in De Centrale. Dat concert kadert in een cd release tour van het duo (het album Semplice is net uit), en op 30 oktober verschijnt ook een nieuwe cd van het Robin Verheyen Quartet (Starbound).

Chocolate Espresso Sandwich Cookies

Vorige dinsdag had ik voor Henri Star (Wars) Cookies gebakken, naar een recept van Joy the baker, Chocolate Espresso Sandwich Cookies. Ik had erbij vermeld dat ik ze ook nog wel eens met vulling zou maken, en toen Tessa koekjes wou om na haar feest gisteren, met de gasten mee naar huis te geven, wist ik dat die tijd gekomen was.

Chocolate Espresso Sandwich Cookies based on a recipe by Joy The Baker Chocolate Espresso Sandwich Cookies based on a recipe by Joy The Baker

Benodigdheden

voor de vulling

  • 120 ml slagroom (heavy cream i)
  • 225 g chocolade (ik gebruikte fondant van cote d’or) ii
  • een koffielepel instant koffie (poeder)

voor de koekjes

  • 150 (super) fijne kristalsuiker
  • 235 g bloem (gewone huishoudbloem is goed –géén zelfrijzende!)
  • 100 g (ongezoet!) cacaopoeder
  • een halve koffielepel bicarbonaat (baking soda)
  • anderhalve koffielepel zout
  • een kleine koffielepel instant koffie
  • 215 g boter, in blokjes gesneden, en op kamerteperatuur

Zo gemaakt

Chocolate Espresso Sandwich Cookies based on a recipe by Joy The Baker

De vulling — Smelt de chocolade in de microgolf (laag vermogen). Verwarm de room, en giet ze bij de chocolade. Voeg de instant koffie toe, en meng alles goed dooreen. Laat afkoelen. Plaats het gerust in de koelkast, als de vulling te veel is opgesteven, kan u die even in de microgolf terug opwarmen (heel korte tijd, laag vermogen).

De koekjes — Voeg de suiker, de bloem, het cacaopoeder, de soda, het zout en de koffie in een mengkom, en meng alles goed door (elektrische mixer lage stand). Terwijl u de mixer laat draaien, voegt u beetje bij beetje de stukjes boter toe. Het mengsel zal eerst een zanderige structuur krijgen, en zal vervolgens grotere klonters beginnen vormen. Eens de klonters groot genoeg zijn, zet u de machine af.

Chocolate Espresso Sandwich Cookies based on a recipe by Joy The Baker

Verwarm de oven voor op 175°C.

Chocolate Espresso Sandwich Cookies based on a recipe by Joy The Baker

Rol het deeg uit (verdeel het eventueel in twee, om een werkbaarder hoeveelheid te verkrijgen), tot een dikte van ongeveer 2-3 mm. Snijd rondjes uit het deeg, leg die op een met bakpapier bedekte bakplaat, en bak de koekjes in 12-15 minuten. Haal uit de oven, laat even afkoelen op de bakplaat, en laat dan verder afkoelen op een rooster. In onze oven gingen maar 12-14 rondjes per keer, dus wij waren een tijdje zoet.

Samenstellen — Leg de helft van de koekjes omgekeerd op een werkvlak. Schep voorzichtig wat vulling op elk van die koekjes (of gebruik een spuitzak). Duw een droge helft zachtjes op zo’n koekje, zodat de vulling tot bijna aan de rand komt.

De koekjes bewaren tot drie dagen in een afgesloten container.

Chocolate Espresso Sandwich Cookies based on a recipe by Joy The Baker

Smakelijk!

  1. Heavy cream, schrijft Rose Levy Beranbaum in The Pie and Pastry Bible, bevat 36 tot 40% vet.
  2. Het oorspronkelijke recept vraagt om witte chocolade, die ik schaamteloos én probleemloos door donkere heb vervangen.

Waardeloos

Belg bezit gemiddeld 159.000 euro, zo kopte De Morgen dit weekend niet alleen haar katern De Financiële Morgen, maar ook op de voorpagina van de krant had de redactie een rood vakje voorzien met daarin die informatie. Non-informatie, kan u gerust stellen.

159.000 euro gemiddeld, dat is immers volgens de krant, 802,5 miljard euro ‘geld’ plus 901 miljard euro onroerend goed, gedeeld door een bevolking van 10,7 miljoen. Als uw vermogen beduidend lager uitkomt, vermeldt de krant er in het artikel nog bij, dan hoeft u zich niet meteen zorgen te maken. De statistieken geven niet aan hoe de rijkdom over de bevolking verdeeld is.

Duh. Double-duh. Lies, damned lies and statistics gaat hier zelfs niet op. Er zit geen enkele waarde in deze bewering. Niets. Nada. Noppes. Het cijfer beantwoordt aan geen enkele realiteit. Om het in perspectief te plaatsen, is deze kop even waardevol als Is prins Laurent dan toch de papa van Clément? (Ja, ik ben dat voorbeeld speciaal voor u gaan zoeken.)

Croissants niet geschikt voor consumptie

Het kwam als een donderslag bij heldere hemel, edoch: croissants bevatten te veel verzadigde vetten i. Test-Aankoop analyseerde de croissants die werden gekocht bij vijftig bakkers, wegrestaurants en warenhuizen, en aan de hand van hun conclusie, raadt de organisatie af om elke dag croissants te eten.

Meer dan de helft bevatte meer dan 20 gram verzadigde vetzuren per 100 gram. “Eet men er daarvan twee, dan heeft men het maximum verzadigde vetzuren binnen voor één dag”, zegt Test-Aankoop. “Het ging bovendien doorgaans nog over de drie verzadigde vetten met de grootste negatieve impact op de cholesterolwaarden”, zegt Test-Aankoop.

Binnenkort op gezondheidsnet:

  • Test-Aankoop voert analyses uit in vijftig frietkoten en raadt sterk af om elke dag gefrituurde voeding te eten.
  • Test-Aankoop analyseert hamburgers die werden gekocht bij vijftig fastfood restaurants, wegrestaurants en frietkoten, en komt tot de conclusie dat dagelijkse consumptie van fastfood leidt tot aanzienlijke risico’s voor de gezondheid.
  • Test-Aankoop vergelijkt veertien soorten (échte) boter, en concludeert dat boter niet geschikt is voor dagelijkse consumptie.

Wie graag zelf eens croissants maakt, kan terecht bij La Cerise: Croissants, Recap of Trials and Tribulations

  1. In The Pie and Pastry Bible vermeldt Rose Levy Beranbaum de percentages van bloem (40%), water of melk (25%) en boter (35%) in croissantdeeg. Voor zestien croissants hebt u in haar recept Whole wheat croissants 255 g boter, 180 g melk en 290 g bloem nodig. Alleen bladerdeeg kent een hoger percentage (39%)

Met de e van generisch

Vandaag lanceert boek.be een website voor e-boeken en e-readers: e-boek.org. U vindt er meer dan 3.000 Nederlandstalige e-boeken beschikbaar voor download, die gemiddeld vijf euro goedkoper zijn dan de geprinte versie. Die prijsstelling kan (veel) beter, maar breed bekenen is het algemene principe achter de verschuiving van het (gedrukte) analoge, naar een digitaal aanbod, niet noodzakelijk een slechte zaak. Tegenwoordig zijn er zelfs al digitale boeken te leen in de bibliotheek (Libraries and Readers Wade Into Digital Lending, Motoko Rich in The New York Times, 14/10/2009). Het eindpunt –of zelfs de apex– van die verschuiving is overigens nog lang niet in zicht –enkel al op louter kwalitatief vlak bekeken– en het is trouwens helemaal niet zeker dat er ooit een eindpunt komt –kijken we maar naar vinyl vs cd en iTunes.

Vorige donderdag verscheen er nog een opiniestuk van Geert Joris (directeur boek.be) en Kurt Van Damme (gedelegeerd bestuurder Ruit cvba) in De Morgen, getiteld De boekensector: schaduwboksen in een dwangbuis (DM, 15/10/2009). De auteurs stemden daarbij in met de kritiek van de Duitse kanselier Angela Merkel op de parktijken van Google Books (met of zonder fingerspam).

Kort samengevat komt het hierop neer. Het auteursrecht een hinderpaal? Geen probleem, we draaien de zaken gewoon om. Als een boek niet langer in de handel is, dan digitaliseren we het en het is aan de auteur of de uitgever om zich daar nadien tegen te verzetten. Opt-out, heet dat in newspeak (in tegenstelling tot opt-in, waarbij Google netjes vooraf moet vragen of het mag digitaliseren).

Nog wat verder wijst het auteursduo op de gevaren van digitale piraterij, en wijzen ze op het bestaan van illegale websites waar hele collecties van Suske & Wiske of Kuifje, of de volledige Harry Potterreeks, in pdf-vorm kunnen worden downgeload. Gratis weliswaar, maar geheel illegaal.

Het zijn twee gedeeltelijk verschillende problemen. Over het downloaden van illegale kopieën ter ontduiking van een aankoop kunnen we kort zijn: het is een verwerpelijk gegeven. Dat geldt overigens net zozeer voor muziek, foto’s en films als literatuur.

In Europa geldt het auteursrecht tot 70 jaar na de dood van de auteur. Theoretisch is het dus mogelijk dat een uitgeverij de werken van een auteur voor een periode van minimaal 70 jaar gijzelt. In de praktijk komt dat ook voor, al zitten er daarom niet meteen slechte bedoelingen per se achter. Vaak is het voor de uitgeverij economisch oninteressant (of zelfs niet haalbaar) om bijvoorbeeld een niet langer voorradig boek, te laten bijdrukken voor een economisch gezien veel te kleine groep afnemers. Het auteursrecht is niet helemaal slecht, argumenteren de auteurs in hun opiniestuk.

Want, vergis u niet, zonder auteursrecht droogt de boekenproductie op termijn gewoon op. Uitgevers zullen niet langer investeren in kwalitatiefhoogstaande producten, auteurs zullen niet meer worden vergoed voor hun inspanningen (tenzij ze zo naïef zijn te denken dat ze een behoorlijk inkomen kunnen halen uit rechtstreekse verkoop via het internet – niet iedereen heet Radiohead), er zal niemand meer zijn om het vele kaf van het schaarse koren te scheiden, en de boekhandel om de hoek kan zijn deuren sluiten als iedereen beschermd materiaal gratis op zijn smartphone gooit.
Vergeet ook niet dat het succes van de SOS Pieten en de Vaginaboeken van deze wereld uitgevers toelaat om ook minder evident werk uit te geven. En laat het nu precies die megasellers zijn die massaal illegaal (zullen) worden verspreid en gedownload.

Vergeten we in deze echter niet dat boek.be de koepelorganisatie van de Vlaamse boekuitgevers, boekhandels en importeurs is, en dat de cvba Ruit de beheersvenootschap is van de Vlaamse uitgevers (een organisatie vergelijkbaar met SABAM dus), en dat zij dus het boekenbedrijf vertegenwoordigen. Waar verder niks mis mee is. Het weze de auteurs dan ook vergeven dat zij zich enigszins vergalopperen in hun betoog, en laten we vooral hopen dat zij hun economische successen inderdaad ook zullen aanwenden voor het uitgeven van minder evident werk. (Waarom waren er tot voor kort van de 24 werken van Herta Müller amper een zestal vertaald –het laatste in 1999– en staan, nu ze door de Nobelprijs opnieuw economisch interessant is, de vertalingen ondertussen in de coulissen te drummen?)

Laat ons even voorbij gaan aan enige economische motivatie, en rekening houden met wat Joris en Van Damme Google Books aanwrijven: als een boek niet langer in de handel is, dan digitaliseren we het. Dat is vanzelfsprekend geen nieuwe gedachte. In 1951 schreef Boris Vian dit:

Dans ce Record Changer (janvier 1951), on évoque un grave problème: celui des bootleggers du disque. Ce sont de méchants animaux qui éditent clandestinement des tirages de disques épuisés dont les matrices appartiennent pourtant à de grandes maisons comme Columbia ou Victor.
[…] En toute logique, d’ailleurs, le seul commentaire que l’on puisse faire, c’est que les grandes maisons n’ont qu’à ne pas laisser épuiser des disques qu’on demande toujours. En toute équité, on peut ajouter, d’après leurs propres commentaires, que les les grandes maisons s’en foutent.
Et en toute bonne foi, on pourrait souhaiter qu’il existe un domaine public du disque –au bout de vingt ans par exemple. Parce que sans ça, on va encore rester un bout de temps sans les Armstrong Brunswick de 1935 et alentour, alors qu’on peut trouver du Jimmy Dorsey à tous les coins de rue. Et je suis pas vache.

Boris Vian, Jazz Hot, n° 53, mars 1951, uit Oeuvres de Boris Vian, tome sixième, Fayard 1999, ISBN 2-213-60234-4

Waarom, stelt Vian, zouden we platen, waarvan de platenmaatschappijen de matrijzen (nu: de master tapes) nog steeds bezit, maar niet meer uitgeeft, zelf niet mogen uitgeven? De uitgever is niet meer geïnteresseerd, maar het publiek wel. Waarom zouden we geen termijn in het leven roepen, waarna die opnames terecht komen in het pubiek domein? Na twintig jaar bijvoorbeeld.

Geheel verkeerd is dat niet. Kijken we bijvoorbeeld naar de farmaceutische industrie, dan geldt daar een octrooirecht van –dat is toevallig– twintig jaar. Gedurende die twintig jaar heeft het farmaceutisch bedrijf alleenrecht op de productie van een geneesmiddel. Wanneer die termijn verlopen is, en als er aan drie andere voorwaarden is voldaan, mag een ander bedrijf een generisch alternatief op de markt brengen.

Waarom kunnen we zulks niet toepassen op het auteursrecht? Wanneer een boek of plaat of film twintig jaar na creatie niet langer beschikbaar is (een strengere voorwaarde dan bij geneesmiddelen), komt het automatisch terecht in het publiek domein. In e-tijden van digitalisatie is het voor uitgevers immers maar een schijntje om van een nieuwe publicatie naast een analoge versie ook een digitale versie ter beschikking te stellen (dat geldt zowel voor boeken als voor cd’s). Op die manier kan de uitgever desgewenst de publicatie nog digitaal verkopen, ziet de auteur de vrucht van zijn arbeid verspreid (als hij nog leeft), en kan het publiek van de publicatie genieten. Iedereen content!