Vandaag lanceert boek.be een website voor e-boeken en e-readers: e-boek.org. U vindt er meer dan 3.000 Nederlandstalige e-boeken beschikbaar voor download, die gemiddeld vijf euro goedkoper zijn dan de geprinte versie. Die prijsstelling kan (veel) beter, maar breed bekenen is het algemene principe achter de verschuiving van het (gedrukte) analoge, naar een digitaal aanbod, niet noodzakelijk een slechte zaak. Tegenwoordig zijn er zelfs al digitale boeken te leen in de bibliotheek (Libraries and Readers Wade Into Digital Lending, Motoko Rich in The New York Times, 14/10/2009). Het eindpunt –of zelfs de apex– van die verschuiving is overigens nog lang niet in zicht –enkel al op louter kwalitatief vlak bekeken– en het is trouwens helemaal niet zeker dat er ooit een eindpunt komt –kijken we maar naar vinyl vs cd en iTunes.
Vorige donderdag verscheen er nog een opiniestuk van Geert Joris (directeur boek.be) en Kurt Van Damme (gedelegeerd bestuurder Ruit cvba) in De Morgen, getiteld De boekensector: schaduwboksen in een dwangbuis (DM, 15/10/2009). De auteurs stemden daarbij in met de kritiek van de Duitse kanselier Angela Merkel op de parktijken van Google Books (met of zonder fingerspam).
Kort samengevat komt het hierop neer. Het auteursrecht een hinderpaal? Geen probleem, we draaien de zaken gewoon om. Als een boek niet langer in de handel is, dan digitaliseren we het en het is aan de auteur of de uitgever om zich daar nadien tegen te verzetten. Opt-out, heet dat in newspeak (in tegenstelling tot opt-in, waarbij Google netjes vooraf moet vragen of het mag digitaliseren).
Nog wat verder wijst het auteursduo op de gevaren van digitale piraterij, en wijzen ze op het bestaan van illegale websites waar hele collecties van Suske & Wiske of Kuifje, of de volledige Harry Potterreeks, in pdf-vorm kunnen worden downgeload.
Gratis weliswaar, maar geheel illegaal.
Het zijn twee gedeeltelijk verschillende problemen. Over het downloaden van illegale kopieën ter ontduiking van een aankoop kunnen we kort zijn: het is een verwerpelijk gegeven. Dat geldt overigens net zozeer voor muziek, foto’s en films als literatuur.
In Europa geldt het auteursrecht tot 70 jaar na de dood van de auteur. Theoretisch is het dus mogelijk dat een uitgeverij de werken van een auteur voor een periode van minimaal 70 jaar gijzelt. In de praktijk komt dat ook voor, al zitten er daarom niet meteen slechte bedoelingen per se achter. Vaak is het voor de uitgeverij economisch oninteressant (of zelfs niet haalbaar) om bijvoorbeeld een niet langer voorradig boek, te laten bijdrukken voor een economisch gezien veel te kleine groep afnemers. Het auteursrecht is niet helemaal slecht, argumenteren de auteurs in hun opiniestuk.
Want, vergis u niet, zonder auteursrecht droogt de boekenproductie op termijn gewoon op. Uitgevers zullen niet langer investeren in kwalitatiefhoogstaande producten, auteurs zullen niet meer worden vergoed voor hun inspanningen (tenzij ze zo naïef zijn te denken dat ze een behoorlijk inkomen kunnen halen uit rechtstreekse verkoop via het internet – niet iedereen heet Radiohead), er zal niemand meer zijn om het vele kaf van het schaarse koren te scheiden, en de boekhandel om de hoek kan zijn deuren sluiten als iedereen beschermd materiaal gratis op zijn smartphone gooit.
Vergeet ook niet dat het succes van de SOS Pieten en de Vaginaboeken van deze wereld uitgevers toelaat om ook minder evident werk uit te geven. En laat het nu precies die megasellers zijn die massaal illegaal (zullen) worden verspreid en gedownload.
Vergeten we in deze echter niet dat boek.be de koepelorganisatie van de Vlaamse boekuitgevers, boekhandels en importeurs is, en dat de cvba Ruit de beheersvenootschap is van de Vlaamse uitgevers (een organisatie vergelijkbaar met SABAM dus), en dat zij dus het boekenbedrijf vertegenwoordigen. Waar verder niks mis mee is. Het weze de auteurs dan ook vergeven dat zij zich enigszins vergalopperen in hun betoog, en laten we vooral hopen dat zij hun economische successen inderdaad ook zullen aanwenden voor het uitgeven van minder evident werk. (Waarom waren er tot voor kort van de 24 werken van Herta Müller amper een zestal vertaald –het laatste in 1999– en staan, nu ze door de Nobelprijs opnieuw economisch interessant is, de vertalingen ondertussen in de coulissen te drummen?)
Laat ons even voorbij gaan aan enige economische motivatie, en rekening houden met wat Joris en Van Damme Google Books aanwrijven: als een boek niet langer in de handel is, dan digitaliseren we het.
Dat is vanzelfsprekend geen nieuwe gedachte. In 1951 schreef Boris Vian dit:
Dans ce Record Changer (janvier 1951), on évoque un grave problème: celui des bootleggers du disque. Ce sont de méchants animaux qui éditent clandestinement des tirages de disques épuisés dont les matrices appartiennent pourtant à de grandes maisons comme Columbia ou Victor.
[…] En toute logique, d’ailleurs, le seul commentaire que l’on puisse faire, c’est que les grandes maisons n’ont qu’à ne pas laisser épuiser des disques qu’on demande toujours. En toute équité, on peut ajouter, d’après leurs propres commentaires, que les les grandes maisons s’en foutent.
Et en toute bonne foi, on pourrait souhaiter qu’il existe un domaine public du disque –au bout de vingt ans par exemple. Parce que sans ça, on va encore rester un bout de temps sans les Armstrong Brunswick de 1935 et alentour, alors qu’on peut trouver du Jimmy Dorsey à tous les coins de rue. Et je suis pas vache.
Boris Vian, Jazz Hot, n° 53, mars 1951, uit Oeuvres de Boris Vian, tome sixième, Fayard 1999, ISBN 2-213-60234-4
Waarom, stelt Vian, zouden we platen, waarvan de platenmaatschappijen de matrijzen (nu: de master tapes) nog steeds bezit, maar niet meer uitgeeft, zelf niet mogen uitgeven? De uitgever is niet meer geïnteresseerd, maar het publiek wel. Waarom zouden we geen termijn in het leven roepen, waarna die opnames terecht komen in het pubiek domein? Na twintig jaar bijvoorbeeld.
Geheel verkeerd is dat niet. Kijken we bijvoorbeeld naar de farmaceutische industrie, dan geldt daar een octrooirecht van –dat is toevallig– twintig jaar. Gedurende die twintig jaar heeft het farmaceutisch bedrijf alleenrecht op de productie van een geneesmiddel. Wanneer die termijn verlopen is, en als er aan drie andere voorwaarden is voldaan, mag een ander bedrijf een generisch alternatief op de markt brengen.
Waarom kunnen we zulks niet toepassen op het auteursrecht? Wanneer een boek of plaat of film twintig jaar na creatie niet langer beschikbaar is (een strengere voorwaarde dan bij geneesmiddelen), komt het automatisch terecht in het publiek domein. In e-tijden van digitalisatie is het voor uitgevers immers maar een schijntje om van een nieuwe publicatie naast een analoge versie ook een digitale versie ter beschikking te stellen (dat geldt zowel voor boeken als voor cd’s). Op die manier kan de uitgever desgewenst de publicatie nog digitaal verkopen, ziet de auteur de vrucht van zijn arbeid verspreid (als hij nog leeft), en kan het publiek van de publicatie genieten. Iedereen content!