Kijk eens wat ik in mijn mesthoop heb gevonden:
Ik denk dat ik weet waar we naar toe zullen gaan, als Henri zijn examens voorbij zijn.
Kijk eens wat ik in mijn mesthoop heb gevonden:
Ik denk dat ik weet waar we naar toe zullen gaan, als Henri zijn examens voorbij zijn.
In elke plaats die ik bezoek (langer dan op doorreis), tracht ik naar de zoo te gaan. Berlijn, Amsterdam, Seattle, Houston, en nu ook Honolulu. This the best Zoo to be found for 2300 miles in any direction, grappen ze er zelf op los. Veel soeps is het echter niet. Wat deze Honolulu Zoo mee heeft, is het klimaat, maar veel meer dan goed weer is er niet echt te vinden.
Veel vogels, wat apen, een olifant of twee, een neushoorn, een nijlpaard, en veel turtles en tortoises.
De Komodo Varaan lijkt deel uit te maken van een diorama. “Look dad, it’s a big lizzard“, schreeuwde een schrille stem tegen het glas toen ik deze foto maakte.
Een wreed wijs uitziend vogelbeest in zo’n gigantische voor bezoekers toegankelijke vogelkooi. Om een of andere reden hadden ze in die volière nog een kooi gestoken, met daarin een serval. Rare keuze.
“Is dit dicht genoeg voor de foto”, vroeg deze meerkat zich ongetwijfeld af toen hij plotsklaps voor mijn lens opdook. Iets té dicht, dankuwel.
Deze schildpad zit al zo lang in het water, dat er zich algachtige dingen op hebben vastgezet.
Er is geen zoo, of ik moet ze bezoeken. Al ben ik nog meer aangetrokken door een aquarium, maar die bezoeken draaien al te vaak op een ontgoocheling uit. De Houston Zoo ligt langs het Hermann Park (waar we gisteren met dat treintje door reden), en is eigenlijk niet zo groot. Planckendael en (zelfs) de Zoo van Antwerpen zijn groter, denk ik. Het eten was dan weer wel véél beter dan Planckendael (niet dat zulks moeilijk is, het zag er om te beginnen al niet uit alsof het al eens eerder opgegeten was).
Het is opvallend hoezeer er rekening wordt gehouden met kinderen. In elk museum is er wel iets, en in de meeste musea is er een heleboel om de kinderen spelenderwijs bij te leren. Het zal u niet verbazen dat er in de zoo een ruime afdeling was voorzien voor kinderen (de John P. McGovern Children’s Zoo, een derde van de zoo ongeveer).
Henri kon er in een arendsnest op eieren gaan zitten (hebt u hem, hebt u hem?) –zie de geslaagde impressie hierboven. Op een meter of twee rechts van hem zat Liberty the Bald Eagle (de Bald Eagle is het symbool van de USA) hem met argusogen in de gaten te houden.
Maar hij kon ook zijn kop door een tunnel steken gelijk een prairie dog (het lijkt een maan- of marslandschap). We zijn dat nog al tegengekomen.
Net zoals het MFAH is de zoo in Houston niets bijzonders (itt tot pakweg Seattle of Berlijn of zelfs Amsterdam). We hebben er evenwel een paar heel aangename uurtjes gesleten (ondertussen een week geleden), en ons op geen moment bekocht gevoeld.
Weet ge nog, die keer dat we Planckendael bezocht hebben, deze zomer? Wel, ik had toen foto’s gemaakt, en Tessa heeft het filmpke ergens laten ontwikkelen.
Dit was de laatste foto in de reeks van de Zoologischer Garten Berlin.
(Zoologischer Garten Berlin –de voorlaatste uit de reeks!)
Het leek een beetje vergane glorie, en er was bijzonder weinig aandacht voor –het lag ook redelijk verborgen– maar het oefende een heel grote aantrekkingskracht op mij uit. Het was een gevangen zee, compleet met bewoners en artificiële golfslag.