Gisteren heeft Tessa mij verlaten. Ze doet dat regelmatig, maar tot nog toe is ze altijd opnieuw terug naar huis gekomen. Een congresachtig iets in Londen is het ditmaal, een soort mix van workshops en lezingen en vergelijkbaar –geheel naar eigen zeggen— met Fashion Week (you wish, darling).Donderdag én zaterdag was Henri al bij iemand anders blijven slapen, en ik zag het echt niet zitten om dat ook voor gisteren nog eens te herhalen.
“Henri jongen,” vroeg ik hem, “ziet ge het zitten om vanavond eventjes alleen thuis te blijven, terwijl uw vader de bloemetjes gaat buiten zetten?”
Hij had vanzelfsprekend alle begrip voor de noden van zijn vader, nu de vrouw des huizes de woning had verlaten. “Als ik later groot ben, zal ik dat nog beter begrijpen hé papa,” besloot hij vol overtuiging. De schat.
Als beloning mocht hij bij mij in het Grote Bed blijven slapen, en op het nachttafeltje van zijn moeder had ik haar wachtgsm gelegd.
“Vlak voor het begint, bel ik u op,” beloofde ik, “maar daarna moet ge wel gaan slapen.”
Zoals steeds was ik nerveuzer dan mijn zoon zelf.
Gisteren stonden Ben Sluijs en Erik Vermeulen op het programma bij Opatuur in De Centrale, twee muzikanten waar ik veel waardering voor heb. Ik had het echter verschrikkelijk moeilijk om ‘in’ de muziek geraken –hoewel het een goed concert was. Toch de eerste set, want dat was de enige die ik heb gezien. Ik heb amper een paar foto’s gemaakt –het licht is totaal anders dan op de oude locatie, en ik moet er nog een beetje aan wennen, maar het ziet er veelbelovend uit. Met ruimte voor vooruitgang: ik kan makkelijker bij de pianist, al is daar voorlopig nog niet de veel ‘gezichtslicht’ te bespeuren.
En Opatuur is rookvrij geworden! Zowel de wekelijkse concerten in De Centrale, als de maandelijkse in Mub’Art, zijn geheel vrij van rookwalm. De Centrale is van hieruit makkelijk bereikbaar –ik heb maar op tram 4 te springen, en van de halte (één halte voor Sluizeken) is het hooguit twee minuten stappen– al blijft het een redelijk lange rit.
Een vreselijk lange rit, als ge u naar huis wilt spoeden, bleek van bezorgdheid om wat er thuis allemaal kan zijn misgegaan. Groot was mijn opluchting toen er geen MUG voor de poort stond, en ook al geen brandweerwagen, en al evenmin politie. Al viel de baksteen pas van mijn hart toen ik mijn engeltje in diepe slaap verzeild terugvond.
“Och,” antwoordde hij vanochtend –enigszins verveeld– toen ik hem vroeg hoe het verlopen was, “ik heb de telefoon dichtgeklapt, mijn Jommeke naast bed gelegd, het licht uitgedaan, en ik ben in slaap gevallen. Waarom misschien?”