Oudercontact

’t Was vanochtend oudercontactavond. Nomaal gezien dienden we vanavond bij het klasje aan te schuiven, maar gezien we vanavond echt-echt-echt niet konden present geven, kregen we bij dankbare uitzondering deze ochtend reeds een audiëntie.

Wij prijzen ons verschrikkelijk gelukkig dat er voorlopig bij Henri geen noemenswaardigheden te vermelden vallen (behalve in positieve zin dan), maar het doet wel raar om in wezen eigenlijk uw eigen karaktertrekken opgesomd te horen. Wat in wezen een compliment is voor mij, maar het laat mij tevens niet geheel onbevreesd de toekomst inkijken. Gelukkig weet ik daardoor ook waar ik op moet letten, en heb ik een gedacht hoe ik dat kan trachten op te vangen. Waar hangt mijn broeksriem hier ergens?

slechte vader, slecht (bis)

Erm… nooit gedacht dat ik hier een vervolg aan zou breien –en al zeker niet zo snel. Edoch: vandaag (gisteren?) was het de 50e verjaardag van Kunsthal Sint-Pietersabdij, en ik heb de indruk dat ik het niet goed genoeg aangekondigd heb. “Dit,” beweerde ik stellig tegen Tessa, “is het meest onderschatte evenement van het jaar.” De dagevenementen hebben we helaas aan ons moeten voorbij laten gaan (we gingen een fiets kopen), maar op het avondfeest gaven we –voltallig– present. Tessa was pas terug van Londen, en we hadden niet meteen zin om Henri onmiddellijk een avondje weg te geven. Alleen thuislaten leek –ondanks het tegen alle verwachtingen in niet dramatisch afgelopen precedent– toch niet meteen zo’n opperbest idee, dus namen we Henri gewoon mee.

Om 18u begon er een aperitiefconcert van een trio troubadours (dat geen trio bleek en wel heel moderne muziek bracht), gevolgd door een concert van Lady Linn (die stond te bibberen in haar korte rokje). Daarna zijn we weg, dachten we, maar we raakten verslingerd aan de tapas (van de fenomenale Piet van tchin), en voor we het wisten stonden we midden de swing dansinitiatie (in de Hemel) en gingen we nadien meewiegen in de funk van de Zondeval, en zelfs even in de Hel.

Rond twee uur zijn we het dan toch afgebold –zeer tot ontsteltenis van Henri, die erop gebrand was zijn Charlatanstempel tot vijf uur te volbruiken. Ik heb hem naar huis gedragen.

it's henri, baby

De volgende keer dat hij zo laat uit mag, is op zijn 21e verjaardag.

[update 29/09/2008 – 12u]

“Allez,” zegt ons Tessa, “pas het nu maar al aan.”

Nog tijdens het optreden van Lady Linn –en na het verorberen van een paar heerlijke tapas– zijn we terug huiswaars gekeerd. “Leg u eens op de zetel,” vroegen we Henri, “en doe ne keer alsof ge uitgeput zijt. Maar zie wel dat we die stempel van de Charlatan goed kunnen zien.”

slechte vader, slecht

Gisteren heeft Tessa mij verlaten. Ze doet dat regelmatig, maar tot nog toe is ze altijd opnieuw terug naar huis gekomen. Een congresachtig iets in Londen is het ditmaal, een soort mix van workshops en lezingen en vergelijkbaar –geheel naar eigen zeggen— met Fashion Week (you wish, darling).Donderdag én zaterdag was Henri al bij iemand anders blijven slapen, en ik zag het echt niet zitten om dat ook voor gisteren nog eens te herhalen.

“Henri jongen,” vroeg ik hem, “ziet ge het zitten om vanavond eventjes alleen thuis te blijven, terwijl uw vader de bloemetjes gaat buiten zetten?”

Hij had vanzelfsprekend alle begrip voor de noden van zijn vader, nu de vrouw des huizes de woning had verlaten. “Als ik later groot ben, zal ik dat nog beter begrijpen hé papa,” besloot hij vol overtuiging. De schat.

Als beloning mocht hij bij mij in het Grote Bed blijven slapen, en op het nachttafeltje van zijn moeder had ik haar wachtgsm gelegd.

“Vlak voor het begint, bel ik u op,” beloofde ik, “maar daarna moet ge wel gaan slapen.”

Zoals steeds was ik nerveuzer dan mijn zoon zelf.

Gisteren stonden Ben Sluijs en Erik Vermeulen op het programma bij Opatuur in De Centrale, twee muzikanten waar ik veel waardering voor heb. Ik had het echter verschrikkelijk moeilijk om ‘in’ de muziek geraken –hoewel het een goed concert was. Toch de eerste set, want dat was de enige die ik heb gezien. Ik heb amper een paar foto’s gemaakt –het licht is totaal anders dan op de oude locatie, en ik moet er nog een beetje aan wennen, maar het ziet er veelbelovend uit. Met ruimte voor vooruitgang: ik kan makkelijker bij de pianist, al is daar voorlopig nog niet de veel ‘gezichtslicht’ te bespeuren.

it's jazz, baby

En Opatuur is rookvrij geworden! Zowel de wekelijkse concerten in De Centrale, als de maandelijkse in Mub’Art, zijn geheel vrij van rookwalm. De Centrale is van hieruit makkelijk bereikbaar –ik heb maar op tram 4 te springen, en van de halte (één halte voor Sluizeken) is het hooguit twee minuten stappen– al blijft het een redelijk lange rit.

it's jazz, baby

Een vreselijk lange rit, als ge u naar huis wilt spoeden, bleek van bezorgdheid om wat er thuis allemaal kan zijn misgegaan. Groot was mijn opluchting toen er geen MUG voor de poort stond, en ook al geen brandweerwagen, en al evenmin politie. Al viel de baksteen pas van mijn hart toen ik mijn engeltje in diepe slaap verzeild terugvond.

“Och,” antwoordde hij vanochtend –enigszins verveeld– toen ik hem vroeg hoe het verlopen was, “ik heb de telefoon dichtgeklapt, mijn Jommeke naast bed gelegd, het licht uitgedaan, en ik ben in slaap gevallen. Waarom misschien?”

Amai da’s straf

Toen ik een jaar of acht-negen was, had ik straf gekregen van de prefect. Totaal onverdiend, dat hoeft niet gezegd. De straf hield in dat ik een blad of twee-drie moest volschrijven met teksten uit het klasreglement, een taak waar ik –en met mij de buurtvriendjes– enorm tegenop zag. Maar hoe ik mijn zaak ook bij mijn moeder bepleitte, zij bleef onvermurwbaar.

“Maar ik heb dit niet verdiend! Ik heb niets gedaan”, schreeuwde ik verbolgen mijn verontwaardiging bij elkaar.

“Dat is dan voor die keer dat ge wél iets gedaan hebt, en dat de meester het niet heeft gezien”, legde mijn moeder uit.

“Maar dat is niet eerlijk”, gaf ik niet op. Ik was toen al redelijk koppig, en er was eenvoudig geen sprake van dat ik die straf zou maken.

“Goed,” vervolgde mijn moeder, “ge kunt kiezen: of ge stopt nu met zagen en ge maakt die straf, of ge maakt erbovenop voor mij nog wat straf bij.”

En tegen zoveel argumentatie kont ge gewoon niet op, dat had ik al geleerd.

Och, ik begrijp dat wel een beetje, zo’n reactie [via]. Maar ik kan mij zeer goed voorstellen dat ik desgevallend net zoals mijn moeder destijds zou reageren. Het leven ís niet (altijd) eerlijk, en ook daar moet ge mee leren omgaan.

Voor de rest ben ik het grotendeels eens met wat Michel schrijft. Ge hebt een vertrouwensrelatie met de school, wat betreft de opvoeding van uw kind. Door een dergelijke reactie hypothekeert ge niet alleen die relatie, maar meteen ook de ganse opvoeding. En dan komt ge pas in de problemen.

vier komma vijfendertig

“Papaaa!”, klinkt het dwingend vanuit de belendende slaapkamer. Henri kijkt naar Karrewiet. Zoals Tessa vaak zegt, zijn Grote Venster op de wereld, zijn dagelijkse toetssteen aan de actualiteit.

“Papaaa! Vijf! Vier! Komma! Vijfendertig! Gemiddeld!” Helemaal verontwaardigd komt het er uit. Een beetje gespeeld, maar toch, zo toch een klein beetje gemeend, u kent dat wel.

“Wat is er jongen?”, verzoek ik hem tot rust, half verwachtend dat hij één of ander gemiddelde van een reeks getallen heeft geleerd.

“Papa!”, hij zet nu zijn meest serieuze gezicht op.

“Papa. Weet jij dat de kinderen tussen vijf en elf, gemiddeld”, en hij benadrukt dat toch even, om te suggereren dat er zijn die méér hebben, “dat die gemiddeld, vier komma vijfendertig euro per week krijgen?”

“Per week!”, voegt hij er nog met grote ogen aan toe.

“En hoeveel krijg jij dan?”, vraag ik onschuldiggewijs.

“Vijf euro. Per maand”, zegt hij snel.

“Van iedereen”, volgt er zo snel als tellen achter. “Vijftien euro per maand dus.” Want ook van de grootouders krijgt hij telkens vijf euro.

“En hoeveel zou dat dan zijn per week?”

Hij haalt zijn schouders op. “Dat zit niet in de tafel van vier, vijftien, maar als het zestien zou zijn, dan kreeg ik vier euro per week”, het komt er maar stilletjes uit, dat laatste.

“Ghôôôh”, brengt hij nog uit, waarop hij stilletjes monkelend naar de rest van Karrewiet gaat kijken.

ontbijkoeken

“Papa, wilde gij dat hier alstublieft naar beneden meedragen?”

Heel even keek ik hem gefronst aan, maar al gauw daagde het. Het is vaderdag vandaag, en hij heeft zijn verrassingen boven op zijn kamer weggestoken. Dat en zijn jommekes naar beneden dragen, zou van het goede een beetje teveel geweest zijn. Eigenlijk had hij heel erg graag ontbijtkoeken gehaald, maar dat zag ik niet echt zitten.

“Kind krijgt steeds minder vrijheid”, las in woensdag in DM (enfin, donderdag, want de krant van woensdag zat pas donderdag in de bus). Waar de speelactiradius –de veilige zonen waarin ouders hun kinderen laten spelen– van een achtjarige in 1970 nog een straal van 840 meter had, is die in 2007 voor 79 procent van de ouders gekrompen tot 20 meter.

En dat klopt. Geen haar op mijn hoofd dat eraan zou denken Henri dezelfde vrijheid te geven die ik had, tijdens mijn preteen jaren. Wij gingen met de fiets de ganse buurt door, de straat uit, de velden in. Nu mag hij ook doen wat hij wil, maar ik moet hem kunnen zien, of weten dat hij bij iemand is die ik vertrouw. “L’enfer c’est les autres“, ruk ik hier maar even uit de context.

Een papieren, zelfgemaakte puppet on a string, twee tekeningen, een kaartje, een brief die hij eerst heeft voorgelezen, en een heleboel knuffels. Geen ontbijtkoek die daar tegenop kan.

diploma 1 – 2 – 3

“Papa,” zo zegt hij aan de telefoon, “ge zit toch neer hé?”

Zijn tongval is nog Gentser. En hij klinkt veel volgroeider ook, door die telefoon, van zo veraf. Hij herpakt zich even.

“Gisteren heb ik u toch al gebeld om u iets te vertellen?”

Want ook gisteren diende ik neer te zitten. En stevig, want anders zou ik wel eens met stoel en al achterover kunnen vallen, had hij toen gezegd.

Henri is goed in wiskunde. Dit schooljaar stonden o.a. de tafels van vermenigvuldiging op het programma, en gedurende het schooljaar kunnen de leerlingen trachten een diploma af te leggen. Diploma 1 heeft hij al een tijd. Daarvoor moest hij uit de tafels van 1 – 5, vijftig sommen uitreken in maximaal 180 seconden (“dat zijn drie minuten, papa”), en moeten ze alle sommen juist hebben.

Gisteren haalde hij DIPLOMA 2 (tafels van 6 – 10). Hij was de eerste van zijn klas om dat diploma te halen.

“Dat is schitterend jongen, en zijn er nog veel klasgenootjes die het al gehaald hebben?”, vroeg ik, om zijn resultaten wat te kunnen plaatsen.

“Alleen Robbe.”

“Ik zit goed neer jongen, en stevig, ja.”

“Ewel, papa, ik heb vandaag mijn DIPLOMA 3 gehaald.”

Wat hij daarvoor juist heeft moeten doen, weet ik niet meer –en ik had geen tijd meer om het te vragen (“want, papa, ik weet dat ge het druk hebt op uw werk, dus ik ga u nu laten hé”)– alleen dat het deze keer over de volledige tafels van 1 tot en met 10 liep.

En dan ben ik toch wel een beetje trots, op die zoon van mij.

een filmpje van Henri

Ware het niet dat de Lijst van Het Project zo actief is, dan werd mijn mailbox heden ten dage overspoeld door e-mails met als onderwerp “een filmpje van Henri”. Dat het jongetje verslaafd is aan Karrewiet, hoef ik u niet meer te vertellen. Acht kansen op tien, dat als hij iets meer weet over een actueel onderwerp, dat hij het daar vandaan heeft gehaald. Maakt niet uit of het nu van de site komt, dan wel of hij het op de televisieversie heeft gehoord.

Via Karrewiet is hij bij Vlieg terecht gekomen, alwaar hij filmpjes kan maken (en versturen), en ecards. (Wie echt benieuwd is naar zijn filmpjes, vindt ze hier: 01 02 03 04 –eerste en laatste laat ik er toch maar af wegens iets te persoonlijk.)

Klein minpuntje: u kan er ook intekenen op de Vliegbrief, een nieuwsbrief die u per e-mail wordt toegestuurd. We hebben hem geleerd dat hij nooit zijn (onze) gegevens zomaar op het internet mag invullen, en dat hij eventueel zijn e-mail adres mag achterlaten als hij ons eerst zegt waarvoor het dient. Zijn e-mails komen vanzelfsprekend in mijn mailbox terecht, iets wat ik nog niet meteen zie veranderen.

Maar als hij wil intekenen voor die nieuwsbrief, moet hij niet alleen naam en e-mail achterlaten, hij moet ook zijn leeftijd ingeven, en straat+nr+postcode+woonplaats. En dan begrijp ik weer niet goed hoe een jongerenzender, die toch van enige bezorgdheid voor de doelgroep mag betuigen, die velden verplicht kan maken voor een e-mail nieuwsbrief.

dusver (bis)

(om verder te gaan)

Henri en de verse pasta (iii)Item 2: zelfgemaakte spaghetti. Hij heeft de pasta (bijna) helemaal zelf gemaakt. De bloem afgemeten, de eieren erbij, nog wat bloem erbij omdat het te vochtig was, en laten rusten. Na een half uurtje hebben we dan het deeg uitgerold, maar dat vergde nog net iets meer kracht dan waarover hij beschikte. Dus heb ik daar maar even een handje toegestoken.

Hij heeft de pastastroken evenwel zelf door de pastamachine gehaald om de tagliatelle te verkrijgen, alle voorbereidingen voor de saus gemaakt (met lamsgehakt, niet meteen mijn favoriet, maar goed), en dan met veel smaak een groot bord naar binnen gesmikkeld.

Geen tijd voor dessert, want we hadden een lijstje af te werken (zijn keuze, overigens). (En dat dessert kwam er later wel bij –zie verder.)

Henri en de verse pasta (i)

Item 1 (revisited): de metronoom. Blazers en Blazers is een winkel om in uw hart te sluiten. Een vriendelijke jongeman (want jonger dan ikzelf, dacht ik) helpt ons met plezier verder. Hoewel hij doorheeft dat mijn technische kennis van muziek eerder beperkt is, zucht hij niet, betuttelt hij niet, en probeert hij mij niet het duurste op te solferen. Wel integendeel. Hij leidt ons door een kleine collectie metronomen, van mechanische tic-tac tot elektronisch gebliep. Geeft gericht advies, suggereert maar dwingt niet, en klinkt instemmend bij onze keuze, een digitale Wittner (MT40). Ja! Ja, ik weet het. Het heeft de charme niet van zo’n houten mechanische metronoom waar ikzelf ook zeer voor gewonnen ben, maar praktisch gezien was dit de beste oplossing (ook de maat kan ingesteld worden, waarbij het begin van elke maatcyclus een ander biepje heeft).

Op de vraag wat het probleem kan zijn met het vastzittend ventiel volgt de wedervraag: “Bent u er al mee in bad geweest?” Dat bleek –tot ons beider verbazing– geen grap te zijn. “Gewoon het ventiel eruit halen, onderaan ook losschroeven, een badje geven, en met een oude tandenborstel of zo goed reinigen.” Nog gauw een kleine flacon ventielolie gekocht, en morgen kunnen we experimenteren.

Item 3: een bezoekje aan de chocoladebar. We hadden blijkbaar het drukste moment uitgekozen, maar de bediening was vlot en vriendelijk. Hoewel de bruisende studenten mij reeds opzij hadden geschoven, was de ‘barman’ mij allesbehalve uit het oog verloren. “Nu is het aan meneer, geloof ik,” zei hij met een knipoog. Een donkere-chocolademilkshake voor Henri, en een ijskoffie voor mijzelf, en die werden een kwartiertje later aangevuld met een chocolademousse en een cola light (u mag raden hoe die verdeeld werden). Heel druk, maar de studenten bleken toch beleefd, want een juffrouw die Henri de loef wou afsteken bij het vinden van een plaats, werd gauw op de vingers getikt. Geslaagde ervaring dus, al zijn de caloriebommen die men daar serveert niet meteen mijn ding.

Item 4: de wandeling naar huis bracht ons eerst naar het Sint-Pietersplein, dan binnen in de nieuwe gebouwen van de Economie (waarvoor Henri’s crèche is moeten wijken), in de Onze-Lieve-Vrouw-Sint-Pieterskerk (“maar hoe hoog is die kerk nu, papa?”), en vervolgens naar de Bilbo (Betty Boop is gesloten voor verbouwingen). Die laatste stop was (surprise!) voor mij, zodat ik eindelijk de platen kon kopen die de very hip kids mij nu al geruime tijd aanraden. Laatste stop was –nee, niet Opatuur— het Citadelpark, waar het zonnenbloemveld nog steeds niets meer is dan een drassige hoop onkruid, maar waar we wel al te vaak op gevulde en soms ongeknoopte latex stootten. Al lieten we dat ons plezier niet vergallen.

Ik heb zo het gevoel dat hij er best van genoten heeft. En ik ook.

dusver

Er zijn wat (kleine) hindernissen bij het dagje vader-zoon. Het is goed begonnen, dat wel. Om acht uur stond hij —zoals voorzien— aan mijn oververmoeide mouw te trekken. Het begint toch een beetje in de kleren te zitten, die korte nachten. Gisteren nochtans tips genoeg gekregen (dichtvallende oogleden en dergelijke –net geen knikkebollen), maar ja, toegeven staat weer niet in mijn woordenboek.

Een rustig ontbijt dus (mag ik u de corn flakes bio van de Delhaize aanraden), en we begonnen aan ons lijstje.

Item 1: een metronoom. Op de Martelaarslaan (vlakbij dus) is de winkel Blazers en Blazers. Wandelafstand, schitterend weer, en de zoon had er schik in. In minder dan geen tijd stonden we voor de winkel, waar we meteen ook advies gingen vragen over een ventiel van Henri’s trompet, dat steeds blijft haperen. Helaas. De winkel is enkel open in de namiddag, dus mochten we –na kort overleg– terug naar huis.

Item 2: zelfgemaakte spaghetti. En daar gaan we nu meteen aan beginnen. We houden u op de hoogte.