concerten 200608

0 te vermijden / * slecht, maar beluisterbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch

  1. Pierre Anckaert Project / 24-08-2006 / Jazz in ’t Park / **
    Altijd ambiance; ik had het PAP recent nog aan het werk gezien tijdens Jong Jazz Talent.
  2. Frederik leroux Quartet / 24-08-2006 / Jazz in ’t Park / ***
    Zeer goed; Frederik groeit door. En ik ben eigenlijk ook wel fan van Peter Ehwald. Zoals eerder vermeld heeft het FLQ een CD uit; later meer daarover.
  3. Andy Declerck & Kari Antilla Group / 25-08-2006 / Jazz in ’t Park / **
    Was goed, op elkaar ingespeeld, maar niet onmiddellijk overweldigend.
  4. Michel Paré & MP4 / 25-08-2006 / Jazz in ’t Park / ***
    Yummie! Vergeet vooral hun CD niet aan te schaffen.
  5. Electric Miles Project / 26-08-2006 / Jazz in ’t Park / ***
    Verrassing van de maand. Schitterend concert, met Peer Baierlein, die u misschien kent van Jazzisfaction.
  6. John Snauwaert Project / 26-08-2006 / Jazz in ’t Park / **
    Mja, mij kon het zo niet bekoren.
  7. Bert Joris Quartet / 26-08-2006 / Jazz in ’t Park / ***
    Hier hoef ik niks over te zeggen; de namen lossen hun verwachtingen ruimschoots in: Bert Joris, Philippe Aerts, Dado Moroni, Dré Pallemaerts. Méér alstublieft dankuwel.
  8. Fabien Degryse Trio / 27-08-2006 / Jazz in ’t Park / **
    Zeer goede gitaarmuziek, maar hij had beter niet gezongen, dacht ik zo.
  9. Ewout Pierreux Trio / 27-08-2006 / Jazz in ’t Park / ***
    Geef Ewout een piano, zet u neer, en geniet. Voeg daarbij dan nog Yannick Peeters (en Steven Cassiers) en jawel, u geniet nog meer.
  10. Brussels Jazz Orchestra / 27-08-2006 / Jazz in ’t Park / ***
    Ongelooflijk dat zoiets nog kan bestaan. Ongelooflijk dat zoiets dan nog werk van dergelijk niveau kan presenteren. Al zijn het natuurlijk –laten we eerlijk zijn– niet meteen de minsten die mogen meespelen. Als u er niet was, hebt u wel degelijk iets gemist.

(concerten vorige maand)

koffie en over

Vandaag lazen we in De Standaard (Dit is het meest stresserende moment van het jaar) de volgende zinsconstructie:

Wanneer Tamara iets over half negen met grote tred en haar jongste dochter aan de hand het kleuterschooltje in Ardooie binnenwandelt, is ze al enkele minuten te laat.

Een mooi voorbeeld van een zeugma (al kan u aanvoeren dat de tweede ‘met’ verzwegen is ipv in de zin samengetrokken, maar dan nog blijft het een slordigheid). Een zeugma (Grieks: ‘juk’) is een ongrammaticale samentrekking.

Het typevoorbeeld is “hier zet men koffie en over”, waarbij het werkwoord ‘zetten’ in ‘koffiezetten’ en ‘overzetten’ een duidelijk verschillende betekenis heeft (klaarmaken vs verplaatsen).

Tussen ‘Tamara wandelt met grote tred’ en ‘Tamara wandelt met haar jongste dochter aan de hand’ zit duidelijk een betekenisverschil. In het eerste geval zegt het iets over de manier waarop Tamara loopt, in het tweede geval specifieert het haar gezelschap. Een taalkoe dus.

(Esther en Tom zijn er in juli mee opgehouden, maar hun omschrijving voor taalverwondering –de taalkoe— is blijven hangen, zodat ik het af en toe wil gebruiken om taaleigenaardigheden te signaleren.)

kleine chirurgische ingreep

Donderdag onderging Henri een kleine chirurgische ingreep. Niks bijzonders, wel noodzakelijk. De timing kon beter natuurlijk, een dag voor school herbegon. Een fikse jump start om opnieuw op tijd te beginnen opstaan, want we werden om 7u30 op de dagkliniek van het UZ verwacht. De nodige tijd incalculerend voor Murphy en andere vertragingen, stelden we de wekker in op 5u45. Henri diende nuchter te zijn, maar dat bleek voor hem, net zoals voor zijn vader, niet het minste probleem op te leveren. Het zou weer niet het enige vergelijkingspunt blijken, die dag.

Aan de kassa’s van het UZ verliep alles uitermate vlot. Op het werk zijn we sinds 1 juli bij een nieuwe groepsverzekering aangesloten (DKV) en het einige wat we dienden te doen, was de mediCard afgeven opdat de verzekering alle kosten op zich zou nemen. Handig is dat.

Om 7u45 mocht hij naar het OK –vergezeld van zijn moeder, die tenslotte zelf dokter is, al opteerde ze ervoor tijdens de operatie zelf, niet in het OK te blijven. Een goede keuze, dacht ik, want hoewel ook ik tegen heel wat kan, zou ik liever niet mijn eigen kind halfdood van de narcose op de operatietafel zien liggen. Het bloed en gesnij zou veel minder effect hebben dan de wijze waarop hij daar ligt.

Een uurtje later mocht hij al naar de PACU. Helemaal zijn vader: door de effecten van de narcose was alle zelfbeheersing weg. Men waarschuwt ouders daar vaak voor, en vooral voor Tessa was het een grote verrassing. Ik herkende er vooral mijzelf in, in het ongecoördineerde doen, de vertwijfeling, en de woede omdat je de controle kwijt bent. Helaas mocht ik er amper vijf minuten bij blijven –slechts één van de ouders mag het kind begeleiden. Tessa dus, om evidente redenen.

Mijn grootste vergissing was toch op de gang te blijven wachten, en ik kan u verzekeren dat er geen grotere marteling bestaat dan uw kind te horen roepen van pijn en angst (“maar wáár ben ik”), en er niet bij te kunnen gaan om het te troosten. Ik ben dan ook binnen de kortste keren weggevlucht naar de cafetaria, om na een fikse koffie, op de kamer zijn terugkomst af te wachten.

Hij is al verschrikkelijk flink geweest. Amper gejammer, en gisteren is hij naar school getrokken, zoals al zijn vriendjes. Wij bleven de ganse dag op stand by, de nieuwe meester verzekerend dat hij niet moest aarzelen ons te bellen in geval van de minste problemen.

Vandaag houden we het rustig, en morgen mag het verband er reeds af. Verder geen gepruts, want er zitten subcutane hechtingen in, die niet moeten worden verwijderd.

(Hij zou niet te veel pijn mogen hebben, zo vertelde men ons achteraf. We hebben hem product X en Y en Z gegeven, waarbij Tessa een groot koppel ogen opzette, gezien de kracht van de vermelde farmaceutica. Net zoals zijn vader blijkt hij dus weinig gevoelig te zijn voor pijnstillers.)

Vanochtend vonden we een berichtje op ons antwoordapparaat, van het UZ. Of alles in orde was met Henri, en of hij niet te veel pijn had. Wij waren ten zeerste onder de indruk.

Gent voor de buurtbewoners

Een fijn interview/artikel met Vera Dua in De Morgen (02/09/2006): Gent moet een solidaire en groene stad zijn

Ze spreekt ware woorden wanneer ze het over de mobiliteit heeft:

Als de verbindingen vanuit de rand beter worden, hoeft de Gentenaar ook niet in de auto te stappen om in het Sint-Pietersstation de trein te nemen. Het stadsbestuur wil daar een groot parkeerterrein aanleggen, maar dan moedig je mensen aan om de auto te nemen. Er mag een parkeerterrein komen, maar als dat zo groot is dat er ook een nieuwe verbindingsweg met de R4 nodig is, dwars door een woonwijk en tegen de zin van de buurtbewoners, dan ben je op een te grote schaal bezig bent.

Gent is een relatief kleine, gezellige stad, en de meeste van haar bewoners willen dat ook zo houden. Geef Gent de overroepen metropole ambitie van Brussel of Antwerpen, en je verwelkomt meteen ook de samenlevingsproblemen, de criminaliteit, en de onpersoonlijkheid. De aantrekkingskracht van Gent schuilt net in dat dorpsgevoel, met daaraan gekoppeld alle voordelen van een stad. Laat dit alstublieft niet de zoveelste stad worden die in handen valt van de projectontwikkelaars.

(Aanschouw, een PDF ter referentie. Kopen, die krant!)

tussenseizoen

Iedereen heeft altijd wel iets over het weer te vertellen. Te warm, te koud, te vochtig, te droog; het is het perfecte gespreksonderwerp in de rij naar de kassa van uw grootwarenhuis.

Zelf maal ik er niet al te veel om; ik houd nogal van een duidelijk merkbaar klimaat. Maar laat dat nu net het probleem zijn. Augustus was zomer noch herfst, en voor september en de rest van het najaar wordt een gematigde nazomer voorspeld. Zeer goed, dan kan ik de motor nog een paar keer van stal halen, maar minder goed voor mijn gezondheid (niet de nazomer, maar de aarzeling tussen zomer en herfst). Het tussenseizoen is mijn nemesis.

Tijdens het tussenseizoen raakt er in mijn lichaam immers ‘iets’ in de war, en dat uit zich voornamelijk door een batterij aften die zich geestdriftig in mijn mond –en als het écht tegenzit ook keel en slokdarm– nestelt. Zo ook nu.

Lippen, de huid aan de scharnieren van mijn kaaksbeen, tong, kaakwanden, ze mogen er allemaal aan geloven. Niet dat ik veel ga klagen, het zijn gewoon die vervelende symptomen (de foetor en de pijn) waaraan zo weinig te verhelpen valt. We hebben weer een aantal nieuwe pijnstillers geprobeerd: naast pakweg Brufen en Dafalgan Codeïne kennen we nu ook Apranax, Mesulid, Arcoxia (het helpt allemaal niets), en binnenkort waarschijnlijk ook Tradonal –de tussenstap tussen het voorgaande en Morfine, zo wordt mij verteld (van Morfine kreeg ik alleen maar een kater, dus neen, dank u).

(Donderdag hebben we overigens ontdekt dat Henri mijn ongevoeligheid voor pijnstillers heeft overgeërfd –maar daarover vertel ik morgen nog wel.)

Weg met het tussenseizoen, dát wou ik u nog meegeven.

vraag en aanbod

In het artikel Ook kleinere biljetten uit de automaat (DS 31/08/2006) peilt (kdr) naar de reactie van de banken op het initiatief van Dexia dat, net zoals bij de ING, het mogelijk zal maken om voortaan ook biljetten van 10 euro uit de automaat te halen.

“Onze automaten hebben weliswaar ook drie laden,” zegt de woordvoerster van KBC, “maar er is toch nog het meeste vraag naar biljetten van twintig en van vijftig euro.”

Het aanbod bepaalt bij KBC duidelijk de vraag.

geen warm hart

– Hallo, met Bruno Bollaert, met wie spreek ik alstublieft?

“Spreek ik met Bruno Tessa?”, klonk het van de andere kant. Duidelijk niet, dacht ik, ik heb u net mijn naam gezegd. Want als ik de (vaste) telefoon beantwoord, ben ik altijd zeer beleefd. En ik verwacht van u hetzelfde, met als minimumvereiste dat u zichzelf identificeert, vooral wanneer de caller IDwithheld‘ vermeldt.

– Nee, met Bruno Bollaert, maar met wie spreek ik alstublieft.

“Dan heb ik de verkeerde naam gekregen, sorry daarvoor. Mag ik u iets vragen, Bruno?”

Oeps. Dubbele fout mevrouw. Ten eerste hebt u mij nog steeds niet verteld wie u bent, en ten tweede, ondanks het feit dat ik niet weet wie u bent, spreekt u mij bij de voornaam aan. Noem mij oudbollig ende conservatief, maar voor de rest van uw verhaal zal u van goeden huize moeten komen als ik u nog ter wille zal moeten zijn.

– Dat mag u, mevrouw, maar wie bent u?

“Wel, Bruno, misschien kent u de organisatie Child Focus?”

En dan steekt ze van wal:

“Kan ik u optekenen voor een post-it pakket, Bruno?”

– Nee, mevrouw, dank u.

“Of misschien heeft uw bedrijf CDs nodig?”

– Nee, mevrouw, dank u.

“Of misschien briefpapier?”

– Nee, mevrouw, dank u. Ik denk niet dat ik op uw verzoeken ga ingaan.

“Of een muismat, misschien, Bruno?”

– Nee, mevrouw, echt niet.

“Dat begrijp ik hoor, maar misschien dat het volgend jaar wel zal lukken, Bruno?”

– Nee, mevrouw, ik zou liever hebben dat u niet meer belt.

“Het is natuurlijk wel voor het goede doel hé Bruno. Draag je het goede doel geen warm hart toe?”

Waarop ik toch maar de verbinding heb verbroken.

eindelijk

Dag één en twee van Jazz in ’t Park staan eindelijk on-line (in deze flickr set).

Maar voor de rest bestond de dag opnieuw uit over en weer geloop –al kan dat ook leutig zijn. We hebben Henri gedropt bij Sandra voor het verjaardagsfeestje van Zelie –benieuwd hoe hij het er heeft vanaf gebracht tussen die vrolijke bende vrouwenvolk. Tessa heeft een paar (kleine) centimeters van haar kapsel laten afknippen bij Ronny (aan het pleintje op het einde van de Vlaanderenstraat) –wreed goeie kapper, en de eerste die ook Henri’s haar naar volle tevredenheid wist te knippen.

En daartussen zijn we in de Chinese/Aziatische supermarkt op de Vrijdagmarkt binnengestapt, om er (ge)ruime tijd daarna buiten te komen met drie zakken waarin onder andere stak: een fles pruimenwijn (voor Tessa); allerlei soorten noedels en (rijst)pasta; een kilo basmatirijst; Tepanyaki saus; All Purpose soja saus (beide van Kikkoman); Wasabi; opgelegde gember (heerlijk); zeewier; en een gratis pakje cherry flavoured kauwgom. ’t Was nochtans geen dag van de klant.