opzij

Ferm aangenaam, dat lopen. Niet dat ik vandaag de weergoden al heb getrotseerd –ik mag ondertussen al wel een beetje gehard zijn, maar om nu meteen in vriesregen te gaan lopen vond ik dan net van het goede een beetje te veel. Maar het doet deugd, wolkjes adem voortstuwend door de kou, de ene voet voor de andere, met de gedachten precies waar ge ze hebben wilt. Het is al een hele tijd dat ik zonder muziek loop overigens –dat leidt af, zowel de gedachten als het ritme van de loop.

Het gaat ook sneller al, een beetje toch, en de afstanden worden langer. Van 5’30”/km gemiddeld naar bijna 5’/km, van 5 km naar 15 km –en ik ben nog maar deftig bezig sinds juni, een mens zou van minder content zijn. Het duurt gemiddeld twee jaar voor uw (loop)conditie een beetje op peil is om vorderingen te maken, en weet ge wat? Ik heb tijd zat.

Met de fotografie lijkt het ook in orde te komen, de 5D komt terug, ik (her)ontdek de analoge wereld, en ook daar begin ik de zaken een beetje door te krijgen. Dat is met vallen en opstaan, met soms een ganse filmrol waar geen half deftige foto op te ontdekken valt, met idote fouten zoals dat betaamt, maar ook dat gaat gestaag vooruit. En ik heb tijd zat.

En dan de muziek! Ik kan weer luisteren, en als ik niet vergeet mijn ticket te bestellen, ga ik volgende week voor de eerste keer in lange tijd opnieuw naar een klassiek concert. En er is de jazz waar ik ook al (langzaam) in groei, en het gevoel blijf hebben dat ik leer en ontdek. En ik héb tijd zat.

Soms schaam ik mij wel, omdat ik het zo goed heb. Niet dat het allemáál van een leien dakje loopt, maar ik heb het gevoel dat ik mij mag ontplooien, en niet dat ik móet leven. I’m out of the rat race, niets moet en alles mag, en het is fantastisch om te zien waar mensen zich druk om kunnen maken. Zonder leedvermaak, maar met diezelfde verwonderde blik die ik (nu) herken in Henri’s ogen.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=EpsU_VgxV60&rel=1]

Ach vergeef mij, ik wil mij echt niet verkneukelen (en ik hoop dat u dat er ook niet in hebt gelezen). Maar het was een tijd geleden dat ik mij nog zo fantastisch had gevoeld. (En zo beschaamd daarover –maar interpreteer dat maar positief. Dat doe ik ook.)

lachen met taal

Het was even schrikken toen ik van de Taalschrift-redactie de vraag kreeg: “Wat vindt u: is Belgisch-Nederlands een volwaardige variëteit van het Nederlands?” Dit leek wel een vraag uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Toen kon je wellicht nog voor controverse zorgen als je zei: “Ja, natuurlijk is Belgisch-Nederlands een volwaardige variëteit van het Nederlands”.

Nederlands en Belgisch Nederlands zijn evenwaardig. Toch? door Johan De Caluwe op taalschrift.org [via]

Muhahaha. Ik herinner me nog goed mijn lessen taalkunde aan het begin van de jaren 90, op dezelfde Gentse universiteit waar Johan De Caluwe toen assistent was, en Prof. Taeldeman nog niet emeritus. Nederlands zal (Noord-)Nederlands zijn, en alles wat naar Vlaams riekt is tussentaal en dus slecht. Behalve als uw tongval een Antwerpse afkomst mocht verraden, dienden we overigens net zozeer Noordnederlandse klanken uit te braken, en verder ook ons vocabularium en de rest van onze eigenheid aan de Noordnederlandse norm aan te passen.

En dat is zo typisch Vlaams. Terwijl Vlaanderen in het buitenland vaak een zekere faam geniet, wordt de geringste hint van Vlaamse persoonlijkheid in eigen regio tot op de grond afgebroken. De Vlaming gunt zichzelf het licht in eigen ogen niet.

luiheid is

…als uw ogen pijn doen van zes uur naar uw beeldscherm te staren terwijl ge eigenlijk moet brillen, maar dat die bril net buiten handbereik ligt en ge dus zoudt moeten opstaan om hem te kunnen opzetten.

(Nog goed dat ik *nu* weg moet en ik hem niet meer nodig heb. Idioot, ik weet het, en dat doet mij denken aan die lol die ik gisteren in de K.roes.l een moeder tegen haar tienerdochter heb horen vertellen terwijl ik er de lunch aan het nuttigen was. “Twee pizza’s zitten in de oven. Zegt de ene tegen de andere: ‘Amai het is hier warm.’ Waarop de andere hem vol ongeloof aanstaart: ‘Gij kunt praten, gij?!'”)

postnummers

We gaan eens van afkijkerken doen. Kathleen had begin dit jaar een schitterend voornemen gemaakt:

1000 tot 9000
Alle steden met als postcode een duizendtal bezoeken. Dat wil zeggen Brussel (1000), Antwerpen (2000), Leuven (3000), Luik (4000), Namen (5000), Charleroi (6000), Bergen (7000), Brugge (8000) en Gent (9000). Mwahaha… Dit is echt een leuke. Of het gaat lukken is natuurlijk een andere vraag. Oh en het hoeft niet in die volgorde, anders lukt het zeker niet!

Dat zweeft al lang ergens in mijn onderbewustzijn rond, dat idee (lees: ik zal het wel al eens van ergens anders willen pikken hebben), maar vraag mij niet hoe ik nu vandaag net op die pagina ben terecht gekomen. Leuk. Dat is dan al het tweede project dat ik mijzelf stel. Transportmiddel: de trein vanzelfsprekend –hm, moet ik dan voor 9000 van ’t Sint-Pietersstation naar de Dampoort sporen? (O, en ik warm alvast mijn fototoestel op, Clopin.)

Zou Henri dat een leuk project vinden denkt u?

marathonvermoeidheid

Het is niet meer voor mij, zo’n marathonfilmzittingen. Enfin, misschien wel, maar ik loop een beetje te gestresseerd om er echt van te kunnen genieten. Dus zijn we gisteren rond 16u –na zes uur cinemazalen dus– huiswaarts getrokken. Even gestopt in de Greenway voor een (gigantische) portie (vegetarische) ratatouille –een berg rijst en daar bovenop een dikke schep (of twee) groentensaus, wat me liet terugdenken aan de rijst-met-gehakt-met-sambal maaltijd die ze begin jaren 90 in de resto van de Overpoort serveerden.

Voor de rest heb ik mij thuis in bed gesmeten, mij ogen gesloten, naar Phileine zegt sorry gekeken, naar Bones, naar Topmodel (waar de jury dringend iets over fotografie moet leren), en bij Undercover Lover (de eerste keer dat ik daar iets van zag) in Tessa’s armen (ze was tijdens Topmodel thuisgekomen) in slaap ben gevallen.

Slechts één film vandaag, en als ik straks terug thuis ben weet ik u over die van gisteren nog even te onderhouden. En al heb ik er maar drie gezien, ze behoorden in elk geval tot de betere van het festival!

een vijsje los

Toen ik gisteren thuis kwam, zat mijn bril zo in mijn brillendoos:

bril

Het probleem doet zich al langer voor. Bij het minste geschok komen de vijsjes los die het metaal waarin de glazen vervat zitten, samenhouden. Tot nog toe heb ik die vijsjes altijd in mijn doos teruggevonden, maar gisteren waren ze nergens meer te bespeuren.

Hoewel het laat was, heb ik toch maar even de doe-het-zelver in mij wakker gemaakt, en met wat ijzerdraad en loodgieterstape heb ik de eindjes opnieuw met elkaar verbonden. De glazen zitten nu wel losser dan voorheen, maar ik ben tenminste van de tirannie van die vijsjes af.

Mijn nerd-gehalte is meteen wel een grote factor gestegen.

bril

Maar werkbaar is het niet –de glazen zijn er al drie keer uitgevallen toen ik zat te tikken. Misschien moet ik toch maar eens een nieuwe bril overwegen.

(O, en ik weet het: een bril nooit met de glazen naar beneden leggen. Maar ik denk niet dat het nog veel uitmaakt.)

feestje

Er was een feestje gisteren, en het was redelijk vroeg, vanochtend. Het is overigens reeds verbazingwekkend koud, zo ’s nachts, als de zon niet schijnt en zelfs de net-niet-volle maan zich ergens achter een pak wolken wegsteekt en de stappen op de straatstenen klinken vol en luid.

Er was een feestje gisteren, en het was redelijk vroeg, vanochtend. Alles was al gesloten maar we zijn toch nog ergens in één of ander nieuwsoortig yuppie druppeldrankding binnengeraakt, waar de drank van de avond pastis was (en cola light) en waar de rook mijn ogen heeft uitgedroogd, maar dat nam ik er graag bij in ruil voor het gezelschap waarin we ons mochten bevinden want dat was goed, dat gezelschap, maar dan toch gingen die ogen plots maar met moeite nog open. We zijn geen 33 meer, zoals sommige jongeren.

Er was een feestje gisteren, en het was redelijk vroeg, vanochtend. We hebben de fuifzaal gesloten, en we gingen alleen maar weg omdat de meneer er zo droevig uitzag omdat we na de vijfde keer dat hij kwam zeggen dat ze nu echt wel gingen sluiten nog niet opstonden en dat de tranen groot biggelend over zijn wangen bolden omdat hij zeven bloedjes van kinderen had die hij in geen vijf dagen meer had gezien omdat hij al de ganse week het fuifkot openhield. En dat was geeneens waar.

Er was een feestje gisteren, en het was redelijk vroeg, vanochtend. En er was redelijk veel volk, maar niet te veel zodat het manageable bleef en je iedereen kon zien die je wou, en dat heb ik ook gedaan, alleen heb ik er niet mee gesproken, want dat durf ik niet, maar ik heb jullie wel allemaal gezien en in het vervolg doet ge gerust maar een klapke met mij want ik bijt niet al zal ik soms wel niet weten wat gezegd maar als gij dan net zo zijt dan valt het even stil, maar dat geeft niet want ge zijt dan net zoals ik en wij weten dan dat die stiltes er zijn omdat we gewoon op dat moment niet het juiste aansluitingspunt vinden dat we anders zevenhonderd keer in gedachten als die andere er niet bij is wel vinden en ook als die persoon net weg is plots weer opnieuw, maar ik spreek wel graag met u en al nochtans en het was al zeker helemaal wijs om u daar te zien en ge komt allemaal toch terug op het volgende feest, en dat zal dan ergens in februari zijn. Hou die maand dus al maar vrij, want de exacte dag weten we nog niet.

Er was een feestje gisteren, en het was redelijk vroeg, vanochtend. En dat begon met aperitief en eten en daarna taart. Maar wij kwamen iets later dan voorzien.

Er was een feestje gisteren, en het was redelijk vroeg, vanochtend. Ik ga nog een beetje slapen.

rood

Hij ziet rood, de rand rond het keuringsbewijs van onze wagen. Voorlopig keuringsbewijs, mind you. Rood als schaamrood op de wangen, alsof onze Ypsilon (het vorige model) met droefenis in de te laag afgestelde lichten, haar blik licht verwijtend naar mij heeft trachten op te slaan.

Het heeft iets te maken met de vering achteraan, en hoe er een verschil van meer dan zoveel procent tussen de afstelling links en rechts zit, en hoe dat nefast is voor de stabiliteit. Na twee uur wachten, tien minuten onderzoek, en een kleine dertig euro, was dat gisteren het verdict. Niettegenstaande is Tessa er vandaag mee naar Brussel, waar ze gastdocent speelt aan de VUB. (Als u het mij zou horen zeggen, zou u de nauwelijks verscholen trots in mijn stembtimbre meteen opvallen.)

Er is niks mis mee, met onze Ypsilon, dat weet ik. Maar ik zal toch geruster zijn als Tessa straks weer heelhuids thuis is.

druuuuuuuuuuuuuuuuk

Hm. Ik wou schrijven dat het een drukke dag is, vandaag. Maar eigenlijk is het gans september al druk geweest. Verschrikkelijk druk gewoon. Eens kijken, voor vandaag geeft dat:

  • Afwassen: we zijn de dag begonnen met de afwas van gisteren. Wegens koppijn gisteren. Of geen goesting. Vrouwen zullen zeggen dat dat hetzelfde is, maar dan hebben ze het eigenlijk over iets anders, denk ik.
  • Henri naar school brengen.
  • Mail beantwoorden (voor Het Project).
  • Plannen: Ik ben van corvee deze week. Artikels nalezen (een klein beetje); foto’s zoeken; foto’s verwerken; artikels inplannen (voor Het Project).
  • Naar de Vooruit om een foto te nemen van Peter Van Den Eede voor een artikel (voor Het Project).
  • Afspraak met een organisatie (voor Het Project).
  • De actua van vandaag gepubliceerd (voor Het Project).

Dat klinkt mogelijks als niet veel, maar ik ben er al mee bezig sinds zeven uur vanochtend. Als dit afgewerkt is ga ik maar eens ontbijten lunchen een vieruurke pakken voedsel tot mij nemen, denk ik.

Nog te doen (liefst vandaag):

  • Henri van school afhalen
  • Eten maken
  • De krant lezen
  • Bewijs hypothecaire afbetalingen voor belastingen zoeken
  • Foto’s doorsturen naar E.
  • Aankondigingstekst schrijven voor T. en doorsturen naar W.
  • Vergadering voorbereiden (voor Het Project)
  • Verslaggeving Filmfestival verder voorbereiden (voor Het Project)
  • Concertfoto’s zondag (Opatuur) bewerken

Gewoon wijs maat, zoveel dat ik te doen heb.

perspectief

“Wat ik mij dan afvraag hé, is of ge hem dat in zijn gezicht zoudt durven zeggen.”

– “Dat hij gelijk ne kleuter speelt? Dat is geen kwestie van durven, maar natuurlijk zou ik hem dat niet in zijn gezicht zeggen.”

“En tegen een recensent?”

– “Natuurlijk wel.”

“…”

– “Maar dan niet zo h�. Ik zou waarschijnlijk zeggen dat ik zijn spel te klinisch en te koud vind, dat hij elke noot afzonderlijk speelt zonder samenhang, of misschien zou ik het zelfs te veel staccato durven noemen. Dat is hetzelfde, maar dat geeft meer autoriteit als ge daar zo’n moeilijke woorden voor gebruikt.”