spinnenbeet

Henri heeft een paar hoopjes bobbels op zijn lijf. Een normaal mens kijkt daar over, maar met een dokter in huis dient al gauw molluscum contagiosum te worden uitgesloten (het lijkt er niet op), en wordt een huidarts opgebeld.

Vanochtend ging hij met opa –bij wie hij twee nachten gaat logeren, zodat de dokter zieken kan genezen en de fotograaf zich aan de frontstage van BNRF in het stof kan wentelen– naar de specialist. “Dat zijn typische spinnenbeten, meneer. ’t Is door de koude dat er nu weer meer spinnen zijn.”

Een gedachte die de arachnofoob in mij niet meteen tot de gezelliger wist te rekenen. Vanzelfsprekend vind ik nu ook heelder groepen van die dingen op mijn lijf, en weet ik niet beter of ganse spinnenlegioenen gebruiken mijn lichaam bij nacht om er hun driloefeningen op te houden.

Voor wanneer is die hittegolf nu weer?

vrijaf

Gezien ik gisteren mijn foto’s van eergisteren reeds heb verwerkt, had ik vandaag een dagje vrijaf. Enfin, toch tot 17u, als het spektakel opnieuw van start gaat.

Tijd om –samen met Henri– de paspoorten af te halen, een soepje te slurpen, en koffie te kopen. Mijn voorkeur gaat heden ten dage uit naar de Mysore van de Mokabon, alwaar Henri een kinderijsje binnenlepelde en ik twee heerlijk straffe koffies (met slagroom) mocht drinken. De derde en vierde koffie vandaag overigens, na die bij het ontbijt, en die van het mobiel koffiekraam dat u normaal op de Kouter of op de rommelmarkt Bij Sint-Jacobs kunt aantreffen, maar dat vandaag ook aan het administratief centrum op het Wilsonplein had postgevat.

Vanochtend was het volop zon, dus trok Henri mij al gauw mee naar de speeltuin dieper in het Zuidpark, waar ik over zijn hete chocolademelk mocht waken terwijl hij zich met zijn leeftijdsgenootjes amuseerde. Ik wist dat ik een boek had moeten meebrengen. Och! dat doet er mij aan denken, ik moet dringen mijn boekenlijst aanvullen. Erm, eerst mijn brooddeeg neerslaan, en de was versteken. Ik ben zo meteen terug bij u.

oei. politiek!

Kijk, hoe harder de salondemocratie zich blijft richten tot het vaak zelfverklaarde intellectualistische deel van de bevolking, des te harder ze wordt afgestraft. Laat ons hopen dat ze er deze keer wél een les gaan uit trekken. “We moeten naar onszelf kijken”, laat Johan Vande Lanotte in DM optekenen. En dat is alvast een goed begin.

bloot

Na zowat een maand met de motor naar het werk te zijn getrokken, reis ik sinds gisteren weer met de trein. Dat is een hele aanpassing, want dat betekent o.a. dat ik bijna een uur vroeger moet opstaan, en dat ik niet langer het ontbijt met de madam en de zoon kan nuttigen. Vooral dat laatste speelt mij parten.

Het is ook veel hectischer, want wat ik de avond voordien niet heb klaargelegd of in mijn tas gestoken, moet in zeven haasten ’s ochtends nog worden bijeen gegraaid. Zoals de komkommer die ik gisteren in de ijskast ben vergeten. Of mijn GSM vandaag.

Drie keer ben ik vanochtend van helemaal beneden naar boven geklommen. Eerst tot mijn bureau op de tweede verdieping, dan naar de ijskast in de keuken op de eerste verdieping –waar ik vandaag wel mijn komkommer uit heb gehaald, en waarvan ik vreesde dat ik hem voor mij GSM had verruild– en tot slot naar de badkamer op de tweede verdieping. Waar ik niet ben geweest is de ‘kleedkamer’ op de derde verdieping, en op de trein was ik ervan overtuigd dat ik het onding daar had laten liggen.

Want hoewel ik niet meteen een fervent gebruiker ben van de mobiele telefoon –een ochtendlijke babbel met de madam en een paar smsjes volstaan al ruimschoots voor mij– voel ik mij toch niet ‘compleet’ als ik mijn keitje niet bij me heb. Een beetje bloot, maar dan met mijn kleren aan. Ik ben ervan overtuigd dat u mij begrijpt.

Gelukkig dacht ik eraan –eenmaal op het werk aangekomen– om toch maar eens mijn eigen telefoon te bellen. En voorwaar, helemaal onderaan in mijn tas lag mijn kei geëxciteerd te trillen.

echt populair

Woohoo! Straks word ik dit weblog nog populair ook. Want kijk, in mijn referers duikt dit op (Voornaam surfing), waaruit blijkt dat, wanneer je bij google.be op mijn voornaam zoekt, ik voorwaar op de eerste plaats sta. Voor Giordano Bruno –waarmee ik maar wil zeggen dat ik in slechter gezelschap had kunnen verkeren.

Edoch echt populair wordt ge pas als uw weblog ook commentaren van dit soort aantrekt.

Pfiew. Ik weet niet of ik die druk wel aankan. (Dat, ofwel had ik toch maar beter geen twee Redbull Sugarfrees gedronken op mijn nuchtere maag.)

boem

Oeh. De lichten gingen even uit daarnet. Vijf uur geleden zat ik nog vlijtig achter de computer, en toen moest ik plots het bed in. ’t Is nochtans kalm geweest de laatste paar dagen. Neem nu gisteren: na het concert van de Sioen ben ik proper met de laatste tram naar huis gekomen, en tegen het goed 1 uur was lag ik al te slapen. Vanochtend zijn we op ’t gemak bij Bloch gaan ontbijten, foto’s laten bijmaken voor vriendin E., een paar cds gekocht, toch weer in de Sirena gaan lunchen, en dan naar huis. Daar wordt een mens toch niet moe van?

(Bof. Ik weet waar het aan ligt, niks bijzonders.)

Edoch, ik heb eindelijk een USB-hub gekocht, en een card reader (LaCie imatumi), zodat ik niet steeds mijn fototoestel aan de computer moet hangen. Erm, en het gaat iets sneller zo ook. Eigenlijk. Dus die foto’s van Sioen komen eraan. Maar niet voor morgen. Eerst terug gaan slapen.

dipje

Elke dag, ergens tussen twee en drie in de namiddag, krijg ik een dipje in mijn anders hoog opgeladen energieniveau. Een korte power nap zou daaraan verhelpen, maar net zoals lezen tijdens de uren, is de werkgever daar niet meteen op gesteld.

Caffeïne, of koud water in het gezicht plenzen help niet echt, dus loopt mijn dipje gauw wat langer uit dan de tien-vijftien minuten die ik aan zo’n power nap zou besteden. Wat vroeger gaan slapen zou waarschijnlijk ook helpen.

Hebt u daar ook last van, van zo’n dipjes?

bijna ontsnapt

U was er bijna aan ontsnapt, aan mijn dagelijkse post. Maar we hebben net nog de laatste tram gehaald. En nog een geluk, want ik heb zoveel te vertellen dat ik begod niet weet waar eerst te beginnen. U zal moeten wachten tot morgen.

(Ja, dat geldt ook voor die ene persoon die nog een verhaal te goed heeft.)

f-ing summertime

…en als ik al in het Engels begin, kan u ervan op aan dat het mij hoog zit. Sinds de zomertijd ben ik totaal ontregeld. Enfin, laat ik het daar maar op steken.

Gisteren nog beweer ik op de lijst van Het Project: “ik ga even wat eten, een beetje televisie kijken, en dan ben ik weer paraat.” Dat eten is nog net gelukt, maar eenmaal terug thuisgekomen, ben ik met kleren en al voor de televisie in slaap gevallen. Ik ben minstens vijf keer wakker geschoten, terug ingedommeld, en een dik kwartier geleden is deze nieuwe dag voor mij begonnen. Alle lichten waren nog aan, de muziek stond nog op, en op de televisie was Het Journaal aan de zoveelste loop bezig. En waren er 48 nieuwe berichten op de Projectlijst.

Grmpf. Ik ben een beetje zenuwachtig ook, daar niet van. Om een ganse waslijst redenen waar ik u niet te veel mee ga vervelen. Over minstens één ervan heb ik u al gesproken, en dan heb ik het nog niet over de backlog aan werk waar ik momenteel mee worstel. Het wordt tijd dat het geheim uit mijn publiek geheim mag.

(Hey, het is half vijf ’s ochtends. U verwacht toch geen coherentie op dit ontiegelijke uur?)