Auto(af)gekeurd

“Oei. Dat gaat niet dicht hé.” De meneer die mijn auto inspecteerde was niet tevreden.

“Euh, hoebedoeltu?” Vroeg ik wat bedeesd. Ik weet nooit hoe ik mij moet gedragen bij zo’n keuring.

“Ewel, uw motorkap gaat niet dicht. Uwen capot!” Dat laatste sprak hij heel traag uit, alsof ik hem dan beter ging begrijpen.

Maar ik heb helemaal geen problemen met mijn motorkap, dacht ik bedeesd. Een collega kwam ondertussen kijken, en kwam tot dezelfde conclusie. Ze knalden de motorkap herhaaldelijk dicht, maar het ding wou blijkbaar niet dicht. Toen ik ook geen uitleg kon geven, richtten ze verder geen woord meer tot mij. De wagen werd verder geïnspecteerd, en ik mocht gaan betalen.

Met dit als gevolg.

20151006_keuring-003

Ik begreep er niets van.

Thuis zette ik de wagen in de garage, riep de zoon, en samen stelden we vast dat er inderdaad veel speling zat tussen de motorkap en de rest van de auto.

20151006_keuring-001

Toen we de motorkap openden, zagen we dit:

20151006_keuring-002

Een magnetische zaklamp, die ik gisteren op de binnenkant van de motorkap had gehangen, toen ik het allemaal rap eens nagekeken had. Geen van die twee keurders had dat opgemerkt.

Ik zal hem maar stilletjes gewoon opnieuw aanbieden zeker?

Verkeerd geparkeerd in september

Laat ik het eens een maandje bijhouden –maar dan alleen die voertuigen die effectief getakeld worden, en niet alleen die oenders die proberen voor onze poort te parkeren, maar waarvan ik het bij toeval tijdig zie zodat ik ze kan wegsturen. En hun 250 euro kan besparen –zoveel kost het immers, om uw wagen terug te krijgen (boete, takelkosten, etc.). Ik heb het allemaal op instagram gezwierd, maar ik wou wel eens een overzichtje.

Iemand vroeg of mijn poort wel duidelijk genoeg vermeldt dat ge daar niet moogt parkeren, dus ik heb er maar een foto van de poort bij gezwierd ook.

Verkeerd geparkeerd door Bruno Bollaert Verkeerd geparkeerd door Bruno Bollaert Verkeerd geparkeerd door Bruno Bollaert

Verkeerd geparkeerd door Bruno Bollaert Verkeerd geparkeerd door Bruno Bollaert Verkeerd geparkeerd door Bruno Bollaert

Verkeerd geparkeerd door Bruno Bollaert Verkeerd geparkeerd door Bruno Bollaert Verkeerd geparkeerd door Bruno Bollaert

Verkeerd geparkeerd door Bruno Bollaert Verkeerd geparkeerd door Bruno Bollaert Verkeerd geparkeerd door Bruno Bollaert

Goed voor 2.750 euro.
(Misschien moet ik die foto’s laten afdrukken, en dan beneden achter het venster hangen, met het bedrag van de takelkosten erbij…)

Avonturen

Onze wc loopt al een tijdje door. De uwe misschien ook, maar die van ons vertoont de eigenaardigheid van door te lopen ook als we niet doortrekken. Om het milieu te sparen draaiden wij dus al een week (of twee-drie) de wcwatertoevoerkraan open of dicht, naar gelang de nood. Maar kijk, ik moest nog naar de autokeuring, en SBAT in Sint-Denijs ligt vlak bij den Brico, dus ik ging eens binnenspringen. Ik had zelfs de tegenwoordigheid van geest om de flexibel reeds af te koppelen en mee te nemen on zeker te zijn dat die zou passen.

Alles klaar, ik open de poort, stap in de wagen, draai de sleutel in het contact en… niks. Of toch: reutel-reutel-niks. Ik had nog twee dagen om de wagen op tijd bij de autokeuring voor te rijden. Ik heb hem dan maar twee uur aan de druppellader gekoppeld, waarna de wagen de goedheid had om te starten. Het was de eerste keer niet, dat het probleem zich stelde, o.a. in februari en in april had ik hetzelfde voor.

Na twee uur kan ik vertrekken, en ik geraak probleenloos tot aan de keuring, waar ik de auto in de relatief korte wachtrij niet stil. Dat doet de meneer van de keuring wel natuurlijk, voor hij onder de motorkap kijkt. Edoch, wanneer hij de wagen wil verder rijden om op de rol te plaatsen…

Oeps.

Kom, zegt hij, we zullen hem op de rol duwen, en ik zal hem zo wel kunnen starten. De wagen start probleemloos met behulp van de rol, en wordt verder getest. Niet stilleggen als ge gaat betalen, waarschuwt hij nog, want het zou kunnen dat ge anders niet meer weggeraakt. De wagen was gelukkig wel geslaagd voor de keuring, en ondertussen zit er al een nieuwe batterij in.

De wc door Bruno Bollaert De wc door Bruno Bollaert

Thuis heb ik de wc vakkundig onthoofd, en er vervolgens een nieuw reservoir (met nieuwe flexibel) op gemonteerd –mét spaarknop. (Nee, ik ben de loctite draad niet vergeten.)

Grmbl wagen

Daarnet was het weer van dat: ik vervoer een paar stoelen naar mijn moeder, leg de wagen stil, laad de stoelen uit, en als ik weer wil wegrijden: niets. Gelukkig stond ik niet ergens in Hoegaarden deze keer, maar gewoon voorbij de Dampoort. Al had mijn moeder haar huissleutels binnen laten liggen toen ze inderhaast de voordeur achter zich had dichtgetrokken.

Vijf minuten geprobeerd (de lichten en de elektrische ruiten werkten), dan opgegeven. Een kwartiertje gewacht –ik had natuurlijk net nu, bij hoge uitzondering, geen boek bij me– en hopla, de wagen startte opnieuw, alsof er niets aan de hand was. Ik ga toch Cambio eens moeten overwegen (ben ik meteen ook af van dat gezeik over die onbestaande parkeerplaats voor mijn garagevoordeurpoort).

(Cambio = 8 euro / maand vs eigen wagen = 72,5 euro /maand. Zonder ook maar één km te rijden.)

Steeds onderweg

Het is geen goed idee om iemand met jetlag naar Luik te laten rijden. Maar er was een probleem met de trein daarheen, en dus was er niet echt een andere optie dan Tessa toch met de wagen te brengen. Er waren files van Wetteren tot vlak voorbij Brussel (ver na het ochtendlijke spitsuur –aaarrrggghhh), en dan was de tank bijna leeg. In Hoegaarden was een tankstation, maar toen ik de wagen opnieuw trachtte te starten, kwam er niets. En dan bedoel ik wel degelijk niets. De lichten brandden, de ruiten gingen naar beneden (en terug naar boven), maar de motor gaf geen kik. Dus duwden we de auto naar een parkeerplaats, gingen een flesje water halen, en belden naar Europe Assistance. Binnen de 45 minuten zou er een takelwagen zijn. Na een kwartiertje ging ik toch nog eens proberen, en hopla: de wagen startte, en de files glimlachten ons tegemoet. Geen flauw idee wat het probleem was.

…dan: rij veerboot op.

Veerdienst Langerbrugge

Eerst dacht ik dat ze zch weer vergist had, mevrouw gps, maar dan bleek dat wij gewoon nog nooit van de Veerdienst Langerbrugge gebruik hadden gemaakt.

Twee minuten, duurt de overtocht, en het is geheel gratis. Ik had bijna zin om een paar keer over en weer te varen.

Veerdienst Langerbrugge

Foto’s door Henri, die aan de overkant een verjaardagsfeestje had.

Ge hebt het recht niet

Ze zijn soms grappig, de mensen die voor mijn poort komen parkeren. Edoch niet zo de corpulente meneer daarstraks. ’s Vrijdags heb ik muziekles, dus ik moet weg met de wagen; de tram is niet echt een optie. Vandaar dat ik de ruimte aan de voordeur wat in de gaten probeer te houden. Ik had net gedaan met mijn oefeningen, toen ik even uit het raam keek, en –het was voorspelbaar natuurlijk– een oude grasgroen blinkende Audi had zich voor de poort geplaatst. Ik geef het nog vijf minuten, dacht ik, maar toen het ding maar bleef staan, besloot ik eens naderbij te gaan kijken.

Er zat niemand in, en er lag geen parkeerbewijsje –onder het motto “hey, ik sta voor een poort dus ik moet niet betalen” dat zich naar mij dan weer vertaalt als “och, meneer, ik had het echt niet gezien”. Ik had nauwelijks aan de deurklinken gevoeld (ge weet nooit of ik ergens een telefoonnummer vind), of daar kwam een corpulente, kalende oude man met een dunijzeren brilletje aangewaggeld.

“Hela! Wilde wel ne keer van mijnen auto blijven! Ge hebt geen recht om aan mijnen auto te komen.”

“Euh, u staat voor mijn poort, meneer.”

“Ge moet met uw poten van mijnen auto blijven. Ik heb geld hé, veel geld, en ik heb goede advocaten ook. Ik pluk u kaal.”

“Euh…”

“Weg van mijnen auto, zeg ik! Weg! Ge zoudt het niet zeggen hé, dat ik veel geld heb. Ga maar rap terug uw strontkot weer in.”

“Euh, ik moet zo meteen weg, meneer, kan u uw wagen verplaatsen?”

“Van mijnen auto blijven! Ge hebt het recht niet!”

(ad nauseam)

Ik kan zo moe worden van sommige mensen. Ge hebt geen gedacht.

Goedgekeurd

Het blijft altijd spannend, vind ik, zo’n autokeuring. Vooral als uw wagen al een dagje ouder wordt (hij is van eind 2002, onze Y). Boorddocumenten van het voertuig: check; warme motor: check; motordeksel losmaken: check; alle gordels inklikken: check… euh wacht. Ik krijg verdomme de twee gordels links achteraan niet vast. Even overweeg ik om ze gewoon los in het kliksysteem te steken, maar mijn geluk kennende, worden ze net dan uitvoerig getest. Nadenken, niet panikeren. Eens proberen de twee paren te wisselen, en hopsa: vastgeklikt. Blijkbaar zijn die dingen specifiek zender-ontvangersgewijs gepaard –wat daar het nut van is, beats me, maar er zal wel een logica achter zitten?

De vorige keuring was twee jaar geleden; om problemen te vermijden heb ik hem dit jaar aan een grondig onderhoud onderworpen. De wagen moest toch binnen, gezien om één of andere reden de achterruit gewoon had los gelaten. En dan bedoel ik wel degelijk los: de ruit hing enkel nog met de motor van de ruitenwisser vast aan de wagen. Telkens we een deur of de koffer zelf sloten, scheidde de ruit zich –door de tegendruk– een centimeter of vijf van de carrosserie. En ik heb meteen een kapotte wieldop laten vervangen ook. Dat valt niet echt mee, al die kosten. Maar bon, hij is goedgekeurd tot volgend jaar. Juij!

Kies uw wagen

Als het op kiezen aan komt, ben ik niet altijd de rapste. Ik maak mijn keuzes obsessief weloverwogen i, zeker als er andere mensen zijn die gevolgen van mijn keuze moeten (mee)dragen (hoe miniem ook). Als gevolg van mijn onbeslistheid, ben ik ben al bijna twee maanden een auto aan ’t kiezen. Niet dat we ons een nieuwe wagen gaan aanschaffen, maar hebben een huurwagen nodig voor (een deel van) ons verblijf in de USA.

Het zit zo: we beginnen in Houston, dan vliegen we naar Las Vegas, en van daaruit rijden we naar Seattle. Ondertussen doen we een (heel) korte uitstap naar Canada, zodat Tessa opnieuw de USA binnen kan met een ander visum dan datgene waarmee we in het begin aldaar hebben verbleven.

De afstand Las Vegas(-Canada)-Seattle bedraagt goed 1.500 mijl of bijna 2.500 kilometer. Drie personen, drie grote valiezen, drie carry-ons en wat mikmak, moeten er in die wagen kunnen. We rijden door een aantal National Parks, waaronder Death Valley en Yosemite, en langs de kust (Californië & Oregon). In een gewone sedan krijgen we alle bagage niet, dus dacht ik voorzichtig aan een SUV. Midsize is te klein ii; fullsize is mij veel (maar dan ook: véél) te groot (hoe hard Henri ook zaagt), en dus blijft er nog de standaard SUV over.

Ter referentie, midsize zijn speelgoedjes zoals zoals Chevrolet Equinox, Ford Escape, Jeep Liberty, en Toytota RAV4; fullsize zijn monsters zoals GMC Yukon XL, Ford Expedition, Chevrolet Suburban; tot de standaard suv’s behoren Chevrolet Trailblazer, Ford Explorer, Jeep Grand Cherokee, Nissan Xterra.

Bij Hertz staat als voorbeeld standard SUV de Nissan Xterra, bij National staat de Chevrolet Trailblazer, die echter al bijna een jaar niet meer wordt geproduceerd, en dus ook niet meer in het wagenpark zitiii. Bij Hertz wordt in plaats van de Trailblazer tegenwoordig de Traverse aangebodeniv. Edoch, Hertz is 200 euro duurder dan National. Bovendien is er bij National ook Roadside Plus (pechverhelping) inbegrepen.

Is er iemand die ervaring heeft met Hertz of National (of een ander autverhuurbedrijf in de USA)? Iemand die met zo’n standaard SUV rijdt of al gereden heeft? Is dat handelbaar zo’n ding?

  1. Weloverwogen, tot het mij beu is, en ik impulsief dat kies waarvan het browservenster open staat. Nuttig.
  2. A midsize SUV is great if you have oddly shaped items that won’t go in a regular trunk, but beyond that there isn’t much more capacity than a mid to fullsize car. [bron]
  3. The Chevy Trailblazer (and GMC Envoy) has been out of production for more than nine months. Any remaining Trailblazers should be departing the fleet rapidly, just as soon as they get about 32K miles? [bron]
  4. Chevy Traverse (80% of them), Ford Explorer, Jeep Commander, no more Trailblazers in the Hertz fleet. [bron]

Amsterdam: poel des verderfs

Wij waren 72 uur weg. Naar Nederlands (titulaire) hoofdstad: Amsterdam. Met de wagen. Iets langer dan twee uur, zo voorspelde de gps eerst, maar dat was natuurlijk lang voor we tegen Antwerpen zaten. De tunnel zat vol, dus ook de autostrade zat vol. Maar dan is er gelukkig die gps, die ons feilloos langs binnenbaantjes de Waaslandtunnel in leidde, en met ocharme een dik uur vertraging waren we ook daar doorheen. Vier uur hebben we erover gedaan i.p.v. twee, en ik kon de ganse tijd eigenlijk alleen maar blij zijn dat ik zulks niet elke werkdag hoef te doen.

We zijn recht naar onze bestemming gereden, zonder omwegen –behalve die opzettelijke in Antwerpen dus– zonder ook maar één afslag te missen. “Goed gekozen dus,” beloonde Tessa mijn feilloze navigatiekunsten. Geheel in tegenstelling tot het hotel, dat vlak bij het Centraal Station lag, en dus ook pal aan De Wallen: gegrepen tussen de grachtengordel en het IJ en het Noordzeekanaal. De wagen werd vakkundig ondergronds geplaatst via een liftsysteem dat de voertuigen op metalen dienbladen computergestuurd onder het baanoppervlak opbergt.

Met uitzondering van een daguitstap naar Artis, zijn Henri en ik binnen de grachtengordel gebleven, en Tessa zelfs binnen het hotel, waar haar congres in de Sint-Olofskapel plaatsvond. Het hotel, het NH Barbizon Palace, dat dus tot dezelfde keten behoort als het hotel hier wat verder in de straat, biedt een vriendelijke service, maar is totaal overpriced. Ik heb er geen oog dichtgedaan, en dat had niets te maken met eventueel lawaai buiten, maar het voortdurende geroezemoes in de lobby en wisselend geping van de lift, dat tot op de kamer te horen was. Een erbarmelijk kleine kamer –en al zeker voor wat ze kostte– die niet meteen van de properste was (in de badkamer had iemand op de bedampte spiegel blighty beschreven, een woord dat steeds opnieuw opdook als we een douche namen).

In Amsterdam spreken ze overigens alleen maar Engels. Waar we ook binnen kwamen, wij werden eerst in het Engels aangesproken, en pas wanneer wij zelf in het Nederlands volhardden, schakelde men over naar de moedertaal.

Ontbijten doen ze blijkbaar niet, in Amsterdam. Er was het ontbijt in het hotel, dat maar liefst 25 euro per persoon kostte –daar laat ge u ook maar één keer aan vangen– en verder was er een croissant of euh een croissant. Goede koffie mocht ik al helemaal op mijn buik schrijven –ik ben met Henri minstens twintig verschillende zaken binnengestapt, om er koffie te proberen.

Wat hebben we allemaal gedaan?

We hebben de Richard Avedon tentoonstelling bezocht in het Foam (Fotografiemuseum Amsterdam). Interessant, er zitten héél mooie dingen bij, maar ik ben niet zo enthousiast over de foto’s van Avedon die gemaakt zijn op een helwitte achtergrond. Vooral op de erg grote foto’s die op de tentoonstelling hingen, gaf dat een beetje ontgoochelende resultaten. Terwijl (de meeste van) zijn foto’s haarscherp en loepzuiver zijn. (9 + 1,5 euro)

We hebben Nemo bezocht. Normaal gezien 12,50 euro per persoon, dit weekend was het allemaal gratis! Ook een bezoek aan het VOC schip, dat normaal gezien 5 euro per persoon kost. Nemo is vergelijkbaar met Technopolis, wist Henri te vertellen, alleen is het (Nemo ds) groter). Het science center heeft de vorm van een schip, inclusief bovendek (het dakplein) waar zelfs concerten worden gegeven.

Op weg naar Nemo kwamen we De Bunker tegen, een multimediale en gratis toegankelijke expositie over dilemma’s in de Tweede Wereldoorlog. Interessant voor Henri, en interessant hoe men in Nederland toch anders met die wereldoorlog worstelt.

Zondag spendeerden we eerst een voormiddag op zoek naar een brunchadresje (niets deftigs gevonden), en nadien flink wat uren in Artis (18,50 + 15 euro). Zeer de moeite, heel wat volk, maar toch rustig, een verademing tegenover de vunzigheid in de grachtengordel. Henri at er overigens een kindermenu dat bestond uit een krokét, met frites (spreek uit als frittes), fritessaus, en appelkompot. Nou moe.

We hebben gedineerd bij Aneka Rasa (Authentic Indonesian Restaurant); de Haven Texel en Het Melkmeisje. De beste maaltijd was evenwel de lunch bij Frenzi, waar Henri en ik werden bediend door een juffrouw die Merel heet (ik heb dat altijd een mooie naam gevonden).

Opvallend waren: het Engels als voertaal; de gedisciplineerdheid van de gemiddelde Nederlander achter het stuur; de fiets is baas in Amsterdam (als u dacht dat Gent een fietsstad was, dan moet u maar eens daarheen); en fruitsap kan appelsap, perensap, kersensap of suderance zijn. Maar vooral: (het binnenste van) de grachtengordel rond Amsterdam is een poel des verderfs. Het lijkt een pretpark voor mensen die voortdurend op Spring break zijn, en ik voelde me er eigenlijk geheel niet op mijn gemak. Al zaten we waarschijnlijk gewoon ik het verkeerde deel van de stad.