Ge hebt het recht niet

Ze zijn soms grappig, de mensen die voor mijn poort komen parkeren. Edoch niet zo de corpulente meneer daarstraks. ’s Vrijdags heb ik muziekles, dus ik moet weg met de wagen; de tram is niet echt een optie. Vandaar dat ik de ruimte aan de voordeur wat in de gaten probeer te houden. Ik had net gedaan met mijn oefeningen, toen ik even uit het raam keek, en –het was voorspelbaar natuurlijk– een oude grasgroen blinkende Audi had zich voor de poort geplaatst. Ik geef het nog vijf minuten, dacht ik, maar toen het ding maar bleef staan, besloot ik eens naderbij te gaan kijken.

Er zat niemand in, en er lag geen parkeerbewijsje –onder het motto “hey, ik sta voor een poort dus ik moet niet betalen” dat zich naar mij dan weer vertaalt als “och, meneer, ik had het echt niet gezien”. Ik had nauwelijks aan de deurklinken gevoeld (ge weet nooit of ik ergens een telefoonnummer vind), of daar kwam een corpulente, kalende oude man met een dunijzeren brilletje aangewaggeld.

“Hela! Wilde wel ne keer van mijnen auto blijven! Ge hebt geen recht om aan mijnen auto te komen.”

“Euh, u staat voor mijn poort, meneer.”

“Ge moet met uw poten van mijnen auto blijven. Ik heb geld hé, veel geld, en ik heb goede advocaten ook. Ik pluk u kaal.”

“Euh…”

“Weg van mijnen auto, zeg ik! Weg! Ge zoudt het niet zeggen hé, dat ik veel geld heb. Ga maar rap terug uw strontkot weer in.”

“Euh, ik moet zo meteen weg, meneer, kan u uw wagen verplaatsen?”

“Van mijnen auto blijven! Ge hebt het recht niet!”

(ad nauseam)

Ik kan zo moe worden van sommige mensen. Ge hebt geen gedacht.

11 gedachtes over “Ge hebt het recht niet”

  1. Muziekles?

    Een week geleden ofzo was ik broodje aan het eten in een straat parallel aan de Nieuwstraat, auto met raam open maar wel mooi op slot. Gewoon recht gestaan, slot open, raam dicht en deur opnieuw op slot. Maar in dit geval zou ik ook wel bellen denk ik

  2. Hij heeft nog wat staan wortelen over zijn geld, zijn advocaten en zijn rechten, en is dan weggereden, waarschijnlijk bezorgd dat ik toch nog te dicht bij zijn wagen zou zijn gekomen.

    (@patricia: ik speel tenor sax)

  3. Stel u voor dat ge dus 24 uur per dag in die gast zijn vel opgesloten zit… Horror!

  4. Bruno, ge zijt een goed mens. Ik zou, om die gast wat te tarten, nog eens aan zijn auto geweest zijn. En als hij dan iets zei, nog eens 🙂

  5. Wij hebben al eens hetzelfde voor voor onze garage. Hier overlaatst iemand met een parkeerkaart voor handicap voor onze garage op het moment dat ik toekom. Ik rij even de blok rond en toeter dan eens… Komt een ietwat oudere man vrolijk aangewandeld (zonder een of andere zichtbare handicap, buiten wat overgewicht) en ik vraag hem of hij zijn auto wil verplaatsen want dat hij voor onze garage staat. Dan begint het meestal: juffrouwtje, ik heb wel een handicaptebordje. Dat kan meneer, maar dan nog mag u niet voor iemand anders zijn garage parkeren. Juffrouwtje, ik stel mij waar ik wil, ik mag overal parkeren mee mijn bordjen, ge moet nie zo neuten. Tis altijd tzelfde met die jonge wijven die peinsen dat ze alles mogen…. etc etc… Ik ben dan altijd veel te overdonderd om ad rem te reageren en laat het meestal gebeuren. Maar mijn aarzelen om de politie te bellen wordt toch ook alsmaar kleiner als er iemand voor de garage staat.

Reacties zijn gesloten.