300 euro gespaard

Die zucht, die u eerder vanochtend in Gent hebt gehoord, kwam van mij, en was er één van verlichting. Het werd nu wel eens dringend tijd dat ik de tickets voor ons Seattle-avontuur aankocht, vond Tessa (al een tijdje).

Dus gaf ik gisterenavond de magische termen airline tickets online bij Google in, en de eerste link bracht mij bij ebookers.be. Ik heb een aantal sites geprobeerd, maar die ebookers.be kwam met de goedkoopste resultaten, goedkoper zelfs dan de .de en .nl regionale afdelingen van hetzelfde bedrijf. We waren (Tessa was) toch een klein beetje onzeker over de site, dus gingen we ook maar even bij de luchtvaartmaatschappijen zelf kijken. Niet de Amerikaanse (slechte ervaringen mee), niet SN (veel te duur), maar wel Lufthansa en British Airways (BA).

Bij de Duitsers vertrok onze vlucht om 7 uur des ochtends. Gezien het avontuur ons naar de paranoïde Verenigde Amerikaanse Staten brengt, betekende zulks dat we rond 4-5 uur op de luchthaven moeten zijn, dus de facto dat we die nacht niet zullen slapen. Goed voor (tegen) de jetlag, mag u denken, maar nefast voor de gezondheid.

De Britten gaven ons de mogelijheid om pas rond de middag te vertrekken. Het kostte ons –op het totaalbedrag (drie tickets heen en terug)– een (kleine) honderd euro meer, maar goed, dat behoorde nog steeds tot de goedkope(re) opties. Verkocht!

Tot we de datum uitrekenden (vanzelfsprekend pas nadat we de bestelling vervolledigd hadden), en we uitkwamen op meer dan 90 dagen. Dat klinkt zeer triviaal, edoch wanneer men meer dan 90 dagen in de USA verblijft, komt men niet meer in aanmerking voor het Visa Waiver Program. De rompslomp om een visum te verkrijgen is verschrikkelijk, en nogal duur. Zo moet men o.a. eerst een telefonische afspraak maken met de embassade (dat kost 15 euro), en daarna een visum kopen (net geen 100 euro). In ons geval een dikke 300 euro dus.

Gelukkig beschikt BA over een zeer handige website met een Manage My Booking gedeelte. Onze vlucht wijzigen zou evenwel ook 300 euro kosten. Liever dat dan die rompslomp, maar ik dacht: laat ik eens bellen met die mensen.

En kijk, vanochtend had ik een zeer behulpzame Paul aan de lijn, aan wie ik het probleem heb uitgelegd, en die mij nikske van kosten heeft aangerekend. Onze terugvlucht is vervroegd, en we blijven nu 88 dagen in USA (jaja, ik heb meteen een marge ingebouwd).

Dankuwel Paul, om mij een stap dichter bij mijn lens te brengen. Fly BA!

eindejaarslijstjes

Het is blijkbaar een aanvaard maatschappelijk fenomeen, net zoals klaaskoeken in oktober en kerstvitrines in november. Maar waarom is iedereen zo gebrand op de publicatie van een eindejaarsoverzicht in december? Hoe zit het met de rest van het jaar? Of gaat u in langverdiende hibernatie?

Ah! Levensvragen!

taalarmoede

Bokitoproof

bestand tegen (de gevolgen van) vernielzuchtig gedrag (van dieren) en vandalisme (van mensen) · genoemd naar de zilverruggorilla Bokito, die op 18 mei 2007 uit zijn dierenverblijf in Blijdorp ontsnapte en een vrouw ernstig verwondde

…is woord van het jaar 2007. Ik mocht het vernemen op Mezzo, toen ik mij met de wagen tussen Fotoshoppen Dirk en de Media Markt in Oostakker bevond.

Niet dat het om een belangrijk evenement gaat –als we niet uitkijken wordt die woord van het jaarverkiezing al net zo belangrijk als die van de site van het jaar. Niettemin wordt het dringend tijd eindelijk die Nederlandse afsplitsing (zoals B-H-V) te overwegen, afgaande op de winnaar van dit woordconcours. Alleen formatiemoeheid en reltoerist konden mij min of meer bekoren. Een samengesteld woord dat in dit prille stadium van nieuwgevondenheid zoveel uitleg nodig heeft, heeft maar weinig kans op overleven. Overigens, zo vraag ik mij net als Koen Fillet af:

Hét Nederlandse Woord van het Jaar 2007 is dus Engels?

Maar ach, het is niet meer dan een kanttekening. Wie zijn woordenschat en -spel wil uitbreiden, slaat er Carmiggelt of Bomans of Toonder maar eens op na. Laat ze daar bij Onze Taal maar verder epibreren.

…om er zelf te vergaren

Het snot (dat klinkt een beetje als The Blob) had mij nog danig in zijn macht, dat ik gisteren een deel van het betoog was vergeten. De nuancering was gestopt bij

Wie zijn vak zelf goed wil beheersen, is niet bang om zijn kennis te delen.

…en daar was ik niet verder op ingegaan dan dat het beheersen van uw vak een gevolg is van een voortdurende bijscholing. Daar zijn een aantal interessante reacties op gekomen, o.m. betreffende het systeem achter Open Source, en hoe daar toch geld mee te verdienen valt. Dat financiële aspect is echter slechts een fortuinlijk –en in de maatschappij helaas noodzakelijk– bijeffect van die vakkennis (*). Ik nuanceer verder:

Wie kennis deelt, vergaart er ook.

Du choc des idées jaillit la lumière, al wordt die zegswijze vaak gebruikt om ook aan het meest heftige dispuut een positieve weerklank te geven. Veel meer gaat het hier om een vriendschappelijke uitwisseling, een kameraadschappelijk opzwepen, motiveren, stimuleren, een aanzet tot (ver)beteren. Wie zijn ideeën deelt, zal ze ook moeten uitleggen, en in die uitleg vaak tot verfijning van het reeds vertrouwde principe komen. Omdat het principe wordt uitgedaagd, (liefst op positieve manier) in vraag wordt gesteld, en nieuwe impulsen en invloeden krijgt. Bijscholing is gebonden aan interactie en externe invloed(en).

(*) Betreffende vakkennis: ik geloof heel sterk in het principe van de ambachten, en ik denk dat het verkeerd is ambachtelijkheid tot handwerk –in de letterlijke betekenis– te beperken. Maar dat is misschien stof voor een ander betoog.

deel uw kennis

De ogenschijnlijk meest ongeïnspireerde, maar tegelijkertijd ook belangrijkste vraag op de uitreiking van de Site van het Jaar awards, stelde Célia Bogaert aan Bert van x-pose. Of hij niet bang was minder werk te krijgen omdat hij al die tips zomaar weggeeft aan de concurrentie?

Het is een pertinente vraag die Bert (natuurlijk) al zelf heeft beantwoord. (Bert is een van de mensen die ook op mijn fotografendoorverwijslijstje voorkomen –zijn antwoord is één van de redenen daarvoor.)

Simpel gezegd komt het hier ergens op neer:

Wie zijn vak beheerst, is niet bang om zijn kennis te delen.

Nuance/correctie:

Wie zijn vak zelf goed wil beheersen, is niet bang om zijn kennis te delen.

Goed zijn in wat ge doet, vraagt meer dan kennis alleen. Goed zijn in wat ge doet, vraagt ziel en passie, en vooral tijd. Uw vak beheersen –of dat nu uw broodwinning of een liefhebberij is– vraagt een voortdurende bijscholing. “Genius is one percent inspiration, ninety-nine percent perspiration“, liet Thomas Alva Edison optekenen (in de september editie van Harper’s Monthly in 1931 1932 –foei Wikipedia).

Of nog: there’s no subsitute for experience. Dat klínkt alleen maar als een holle, al te vaak misbruikte, slogan. Feit is: ervaring kán niet vervangen worden; niet door het papiertje dat diploma heet, niet door de heerlijke branie van de jeugd aan wiens voeten de wereld ligt, niet door de talrijke anonieme epigonen die –vaak uit winstbejag– anderen zonder begrip nabootsen. Kennis is een continue accumulatie van ervaring, geen tip of trucje.

(Ach, vergeef mij dit wat onsamenhangend geratel –mijn gedachten zijn nog steeds niet snotvrij.)

adrie-moment

“Mag ik u binnen vijf terugbellen? Ik ben net aan ’t toeren.”

“Euh, ja tuurlijk, maar ’t is eigenlijk al in orde.”

“Jamaar ik wil gerust terugbellen hoor.”

“Neenee, ’t is al ok.”

“Wat was er misschien?”

“Euh…”

“Lang om uit te leggen?”

“Neuh, niet echt. Erm. Ik was mijn GSM kwijt en ik belde eigenlijk om u te vragen om mij eens op te bellen zodat ik hem kon lokaliseren.”

De conversatie klopt, maar de context niet. Ik had mijn GSM al lang gevonden, was echter met 27 dingen tegelijk bezig, en vroeg me af waarom ik mijn telefoon zo krampachtig vasthield. “Juist, ik moest Tessa bellen”, dacht ik, niet meer wetende waarom. De telefoon ging al over, toen ik mij herinnerde wat er aan de hand was.

dilemma

Ik sta dubbel geboekt. Het is u ongetwijfeld allemaal al overkomen: agenda slecht of niet ingevuld of bijgehouden, of uw partner boekt een avond bij X terwijl u diezelfde avond bij Y hebt gereserveerd. Het kan gebeuren.

Op tien december worden de Site van het Jaar awards uitgereikt in de Gentse NTG. Dat ligt al een tijdje vast, en ik ging mijn neus daar binnensteken, gezien mijn eigen nominatie en die van Het Project. (En omdat het leutig is met de mensen van Het Project ergens heen te gaan. En andere bloggers nog eens te ontmoeten.)

Edoch, daarnet tuimelde volgend bericht mijn inbox binnen:

Clouseau: bingo!

Jaja! Je bent erbij op 10 december, gefeliciteerd. Eén van de volgende dagen vind je je duoticket in de brievenbus. We wensen je heel veel plezier met Clouseau20.

Een week of twee geleden had ik deelgenomen aan de betreffende Telenet wedstrijd, en ik was totaal, maar dan ook totaal, vergeten dat ik die dag al iets anders te doen had. Clouseau interesseerde mij bovendien niet eens zo erg (lees: geheel niet), maar ik wist dat Tessa enorm blij zou zijn als ze naar dat concert kon.

Maar goed, ik sta dubbel geboekt. En zo komen we bij de titel van deze post.

caveat (lector)

Onlangs viel er bij Pietel iets te lezen over argumentatie: Tien vuile truuken om een discussie te winnen, en Michel pikte daar graag op in met Ook tien truken van de foor, en truken tegen vuile truken in discussies.

Die lijsten zweven al langer rond op het internet, en zijn veelal terug te brengen naar Schopenhauer’s Die Kunst, Recht zu behalten (The Art of Controversyhelemaal te lezen via Project Gutenberg; er is ook een tweetalige versie). In het hoofdstuk Kunstgriffe (Stratagems) worden een aantal technieken geïllustreerd. Zie ook deze tamelijk exhaustieve uitleg in het Duits: 38 Kunstgriffe kommentiert, en –iets minder uitgebreid– in het Engels: Thirty – Eight Ways to Win an Argument.

Die zaken worden vaker toegepast dan u vermoedt.

Neem nu Artemis, die meende mij eergisteren op een fout te betrappen. Iets wat ik overigens helemaal niet erg vind, ik kan er alleen maar uit leren. Artemis had zich evenwel vergist, zie ook de theeregels van gisteren. In eerste instantie geeft ze dat ook toe: Je hebt gelijk. Maar in plaats van dan het daar dan bij te laten, wil ze toch nog haar gelijk halen.

De propositie, herinner ik u even, was deze:

Sorry, ik vond nog een dt-fout:
“Het was helemaal anders geweest als ge u hadt beperkt…”

Die werd (door mij) weerlegd met een taalregel:

Gij neemt altijd t
…ook in de verleden tijd!

En hoewel correct, werd die regel schijnbaar weerlegd in Artemis’ daaropvolgende reactie

Je hebt gelijk, enkel en alleen als je het oubollige “gij” of “ge” gebruikt. In jouw stukje worden “gij” en “u” door elkaar gebruikt.

Deze oude vormen worden in het onderwijs al lang niet meer toegepast.

Wie één van de Controversy-bronnen heeft gelezen, merkt meteen dat hier wordt gezondigd tegen Kunstgriff 3, Kunstgriff 24 en/of Kunstgriff 29 (links verwijzen naar de tweetalige versie)

Kunstgriff 3:

Another trick is to take a proposition which is laid down relatively, and in reference to some particular matter, as though it were uttered with a general or absolute application; or, at least, to take it in some quite different sense, and then refute it.

De ganse reactie is eigenlijk een schoolvoorbeeld van deze Kunstgriff. Het ging over een zeer specifieke materie (gij hadt), die in het ’tegen-‘argument wordt opengetrokken naar een irrelevante algemene stelling (vanaf enkel en alleen als), die vervolgens wordt aangegrepen om de oorspronkelijke stelling tegen te spreken (Deze oude vormen worden in het onderwijs al lang niet meer toegepast.).

Kunstgriff 24 en/of Kunstgriff 29 zijn op gelijkaardige manier toepasbaar.

Nog even over wat Artemis in haar tweede reactie schrijft:

In jouw stukje worden “gij” en “u” door elkaar gebruikt.

Ja, en dat is correct taalgebruik. De “gij” is de nominatief (onderwerpsvorm) tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord; de “u” is de accusatief en datief (voorwerpsvorm) tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord. Dat is dus zoals de taalregels dat voorschrijven.

Let wel: u bent (misschien met uitzondering van de paragraaf hierboven) verkeerd als u in bovenstaande tekst leest dat ik Artemis wil terecht wijzen. Veeleer wil ook ik u duiden op de truken van de foor, en zachtjes benadrukken dat die zaken meer worden gebruikt dan u misschien dacht. Hou met die eventualiteit zoveel mogelijk rekening, als u een tekst leest of wanneer u informatie uit slechts één onafhankelijke (!) bron verneemt.

stukske? welk stukske?

Soms ben ik een een kip. Want zo’n stukske, dat is niet meer dan een ei. En eens dat ei gelegd, mag het voor mijn part haar eigen leven gaan leiden. Of in een omelet eindigen. Ik heb het gelegd, ik ben ervan af, ge kunt ermee doen wat ge wilt. Hoogst waarschijnlijk had ik er een bedoeling mee, en mogelijks –met niet geringe zekerheid– was die bedoeling anders dan de interpretatie die iemand anders er achteraf inlegt.

Mensen die mij daags nadien over zo’n schrijfsel aanspreken, kijk ik meestal aan met verwarde blik. “Waarover heeft die mens het in godsnaam”, en op dat exacte moment is die gedachte trouwens echt en gemeend.

Moment. De man met Tourette fietst net weer voorbij. “Godvernondedju. Woo! Woo! Tok! Tok! Godver!”, fietst hij de straat door, zonder zich tot iemand te richten. Hij heeft meestal een donkerblauwe skifrak aan, en ik beeld mij in dat het schuim op zijn lippen staat –een totaal foute voorstelling van mijnentwege. Ik vraag mij af wíe hij is.

Op dat stukje van gisteren ging ik niet meer terug komen. Ware het niet dat ik eddie graag een hart onder de riem wil steken. Als ik u meteen gerust kan stellen, eddie, ik heb nog over niemand enige banbliksems uitgesproken. Ge zijt hier allemaal welkom, op mijn weblog. Maar vergeet dat wel niet, dat het mijn weblog is.

Bovendien moet ge zo bescheiden niet doen. Ge zat er recht op, met uw analyse. Elitair, hoogdravend en agressief., zo schreeft ge, en laat nu net dat één van de interpretaties zijn die ik in mijn stukje wou steken. Het is niet omdat dit blog –en vanaf nu gaat het niet meer over u, eddie, maar eventueel wel, indien u mij de arm omdraait om een aanspreking, de gerda’s van deze wereld– het is niet omdat dit blog aan de Site van het Jaar wedstrijd meedoet, dat dit feit aan jan en alleman een vrijgeleide betekent om hun pijlen op mij te richten.

Vanzelfsprekend denk ik er niet aan iemand tegen te houden zijn(*) impressies over mij –en bij uitbreiding mijn weblog– neer te pennen. Maar als ge de grote jan wilt uithangen, moet ge daarna niet komen bleiten als ik u lik op stuk geef. Want vergeet niet, dit is een persoonlijk weblog (zie ook de categorie waarin ik ben genomineerd), een egodocument. En ik heb aan niemand rekenschap over mijzelf af te leggen.

Een aantal dagen zit ik nu al met het nummer 294 in mijn hoofd. Zopas herinnerde ik mij waarom. “The pure present is an ungraspable advance of the past devouring the future. In truth, all sensation is already memory.Henri Bergson, geciteerd in Kafka on the Shore (Haruki Murakami). Wat rommelig Frans in Google ingeven, levert het volgende citaat op:

Votre perception, si instantanée soit-elle, consiste donc en une incalculable multitude d’éléments remémorés, et, à vrai dire, toute perception est déjà mémoire. Nous ne percevons, practiquement, que le passé, le présent pur étant l’insaisissable progrès du passé rongeant l’avenir.

Schoon hé. Wel, zo denk ik dus over mijn stukskes.

Dank u, eddie, voor uw reactie. Ik hoop dat er nog mogen volgen. (En in deze laatste twee zinnen mag u zich allemaal aangesproken voelen.)

(*) ‘zijn’ wordt bij mij steeds in historisch-generische betekenis gebruikt. U zoekt hier vergeefs naar PC-heid.

much ado

…en de rest van dit stukje Shakespeare kan u zelf wel aanvullen, neem ik aan. De Site van het Jaar popularity contest begint al gelijkaardige proporties aan te nemen als het Metatale verhaal (hoe zit het daar eigenlijk mee, Bart?), een goed half jaar geleden. En dan vraag ik mij (opnieuw) af, waarover hebben we het in godsnaam.

Het is leutig om een beetje gade te slaan, dat wel. Zo is dit blog beland bij De Blogoloog (De week in blogs 2007/11/16 –de directe link werkt niet Maarten), Adhese (Jobat Site of the Year), Random Knowledge (Belgian Site of the Year Awards), Dikkie (svhj: My favorites), en ik ben zeker dat ik er heb gemist –vul gerust aan in de reacties. (Let ook op hoe ik zorgvuldig heb vermeden ook maar iemand van de GB scene te vermelden.)

Twee speciale gevallen –u hebt er elders al over gelezen– zijn Sven en Gerda. Sven komt hier wel eens langs, als ik mij niet vergis, Gerda doet haar ronde nog.

Sven kon ik in zijn analyse nog een beetje volgen, d.w.z. hij geeft een persoonlijke indruk over de genomineerde blogs, en pretendeert niet meteen één of andere (pseudo-)wetenschappelijke methode te hebben gevolgd voor zijn beoordeling. Gelukkig maar, want als je dit blog min of meer als een filmblog bestempelt, sla je de bal toch wel goed mis, zou ik denken. Maar goed, hij vindt de blog op geheel subjectieve manier goed of niet, en er is geen mens die daar kan tegen ingaan.

Gerda is een ander paar mouwen. Gerda gaat in tegen de algemene kritiek, en wil zich, bij haar eigen gratie, enkel moeien nadat ze een aantal criteria heeft vastgelegd. Waarmee ze dus de schijn van een zekere mate van objectiviteit wil wekken. Ze heeft het over gebruiksvriendelijkheid, lay-out, taalgebruik, inhoud, actie en reactie, en lengte van de artikels. Gerda geeft les, leid ik af uit haar commentaar bij Vuur (gerda (dedie van “Evaluatieleer” van ‘t zesde HSO)), al kan het ook zijn, aan haar schrijfsels te oordelen, dat ze maar net dat zesde HSO achter de rug heeft. Edoch laat ons op de bal spelen, en niet op de man. (Dat is een uitdrukking, Gerda, en dat verdraagt geen geslachtswijziging, of hooguit in saaie en hypocriete PC kringen.)

Pfft. Daarnet was ik naar een redelijk saaie film aan ’t kijken op de digicorder (Honey, met de navel van Jessica Alba), maar de onweerstaanbare drang, die ik tot dan toe had kunnen vermijden, om iets over bovenstaande zever te schrijven, was net iets groter dan de slaap die mijn verkouden hersenen bij het zien van die film tegemoet gleed. Maar ik ben plots niet meer overtuigd van mijn keuze.

Soit, Gerda. Ik ga mij beperken tot een aantal al te grote stukken gezwam in uw criteria. Of ze van toepassing zijn of niet, interesseert mij in het geheel niet. Ten andere of gij mijn blog goed vindt of niet, interesseert mij ook in het geheel niet. Als u denkt dat ik dit weblog voor u schrijf, dan verontschuldig ik mij meteen voor de indruk die ik heb mogen wekken, want ik schrijf dit weblog enkel voor mijzelf. Ook dit epistel schrijf ik niet voor u, maar enkel voor mijzelf. Therapeutisch schrijven, is de gangbare term, en het was dat of de hoofdrol spelen in een snuff movie (als acteur dan wel, niet als objet patient –bonuspunten overigens als u zonder Google weet waar ik het over heb).

Waar zaten we. Ik laat mij voortdurend afleiden, een eigenschap die ik verfoei in gesproken communicatie, maar die mij dolenthousiast maakt in de geschreven vorm. Leest gij eigenlijk, Gerda, of beperkt uw creativiteit zich tot het ontwikkelen –of eerder navolgen waarschijnlijk– van Theorieën der Evaluatieleer? Ik verwacht namelijk niet meteen een grote hoeveelheid creativiteit in uw leven, Gerda. En ik zal mijn these staven, voor u mij van argumentatie ad hominem beschuldigt. U schrijft namelijk, beste Gerda, en sta mij toe u even te citeren:

Taalgebruik – Beoordeel ik streng. Verzorgde taal is zeer belangrijk voor mij. Blogs in verkavelingsvlaams, half-dialect, tussentaal, Gents, Thuis- en Familietaal kunnen voor mij écht niet. Tenzij het er helemaal over is natuurlijk en het de bedoeling is hierdoor een bepaalde sfeer (oilsjterse carnavalblog) of typetjes (Jèhan en Petrick!!) te creeëren. Of tenzij je Herman Brusselmans bent.

Hieruit leid ik twee zaken af. Ten eerste dat ge vastgeroest zijt in de Vlaemsche klei. Met ‘ae’ en ‘sch’ jawel. Verandering is slecht en al zeker als die verandering ontstaat vanuit Vlaanderen zelf. Het was helemaal anders geweest als ge u hadt beperkt tot echte fouten zoals “dagdagelijks” en anglicismen zoals “kids”, maar er is niks mis met verkavelingsvlaams, tussentaal of Gents. Ik weerhoud mij van verder betoog, wat baten immers kaars en bril? Ten tweede –want er waren twee zaken, Gerda– bent u zonder enige vorm van twijfel het soort mens dat Brusselmans in de jaren 80 waarschijnlijk als de grootste zever had (of heeft) bestempeld. Tegenwoordig is Brusselmans gemeengoed en dus kan hij zoveel zeveren als hij wilt zonder nog iemand voor het hoofd te stoten anders dan voor publicitaire doeleinden. Hem is zowat het ergste overkomen wat een scheenschopper kon overkomen: hij is –geheel volgens de vereisten van het cliché– door het establishment, dat ook wel eens wild, maar dan geaccepteerd wild, om zich heen wil stoten, omarmd. Een beetje if you can’t beat them join them, maar eigenlijk nog net een tikje meer Borg (Resistance is futile. You will be assimilated!).

Maar goed, men kan zich ook taalvaardige uitspattingen permitteren zonder Brusselmans te zijn (gelukkig maar).

Sorry, ik moest nog eens geeuwen. Het is dan ook echt onwaarschijnlijk saai, uw criteria bespreken. Een germanist kon er een dissertatie aan wijden, aan elk punt afzonderlijk. “Gaatjeskaas”, had een van mijn professoren aan de Blandijnberg geroepen, had hij het onfortuinlijke genoegen gesmaakt uw schrijfsels onder ogen te krijgen. En daarmee moet u het dan maar doen.

Vergeet overigens niet Gerda: hoewel ik u herhaaldelijk lijk aan te spreken, doe ik dat niet. Voel u vooral niet geroepen om aan de onweerstaanbare drang (ook u ontsnapt er niet aan), die u momenteel bij de keel grijpt, gehoor te geven, en het vitriool in uw aderen in mijn commentaren binnen te kotsen. Het staat u evenwel vrij natuurlijk. The floor is yours, maar vergeet nadien niet te vegen.

Ach, en als ik mag, wil ik graag met nog een citaat eindigen. Martinus Nijhoff, als ik mij niet vergis, heeft geschreven: “Lees maar, er staat niet wat er staat.” (M.a.w., wie denkt dat dit ook maar iets met de Site van het Jaar of Gerda te maken heeft, vergist zich deerlijk.) Hou dat maar even in uw achterhoofd, ingeval u zich zou aangesproken achten mijn waarheid te weerleggen.