adrie-moment

“Mag ik u binnen vijf terugbellen? Ik ben net aan ’t toeren.”

“Euh, ja tuurlijk, maar ’t is eigenlijk al in orde.”

“Jamaar ik wil gerust terugbellen hoor.”

“Neenee, ’t is al ok.”

“Wat was er misschien?”

“Euh…”

“Lang om uit te leggen?”

“Neuh, niet echt. Erm. Ik was mijn GSM kwijt en ik belde eigenlijk om u te vragen om mij eens op te bellen zodat ik hem kon lokaliseren.”

De conversatie klopt, maar de context niet. Ik had mijn GSM al lang gevonden, was echter met 27 dingen tegelijk bezig, en vroeg me af waarom ik mijn telefoon zo krampachtig vasthield. “Juist, ik moest Tessa bellen”, dacht ik, niet meer wetende waarom. De telefoon ging al over, toen ik mij herinnerde wat er aan de hand was.