Star Wars fan

Henri

Heb ik als eens vermeld dat Henri fan is van Star Wars? Mijn moeder heeft hem –onder minutieuze aanwijzingen– een kostuum nagemaakt, inclusief cape overigens (dat toon ik nog wel eens op een volgende foto). Gisteren was het karnavalfeest op zijn school, en ik denk dat hij zich geamuseerd heeft.

(Papa lag helaas met migraine in bed, waardoor hij al dat mooie weer noodgedwongen aan zich heeft moeten laten voorbijgaan.)

Zeebaars met rozemarijn

Des vrijdags durf ik wel eens bij de visman binnen stappen. Aan het (Sint-Pieters-)station in Gent hebben we een heel goede, Gilles, met een man achter de toog die zijn vis met kennis van zaken en liefde voor het dier verkoopt.

“Ik twijfel tussen de zeebaars en die heilbot”, vertrouwde ik hem toe, en uiteindelijk ben ik met allebei buiten gestapt. En een helebol tips over hoe de vis kon bereid worden. Dit is een heel eenvoudig gerecht, dat de smaak van de zeebaars zeer goed tot zijn recht laat komen.

Zeebaars (met chlorofiel)

Benodigdheden

  • een zeebaars (twee, in ons geval)
  • wat verse takken rozemarijn
  • versgemalen peper
  • grof zeezout
  • olijfolie

Verse rozemarijn, dat kunt ge zowat overal kopen. Koop u een struik voor in uw hof of voor op het balkon, in een bloempot. Die dingen groeien gelijk onkruid, en zo bent u immer verzekerd van toch al één verse kruid. Rozemarijn past uitmuntend bij lam, maar dus ook bij sommige vissoorten.

Zeebaars (met chlorofiel)

Zo gemaakt

De visman heeft voor mij de vis ontschubd, de vinnen weggesneden, en de buikholte leeggemaakt. De kop bleef eraan, net zoals de staart.

Verwarm de oven voor op 180°C.

Dep de vis nog even droog, en maak met een scherp mes een tweetal inkervingen dwars op de vis. Snij tot op het bot (de graat), en snij langs weerszijden van de vis. Duw kleine takjes van de rozemarijn in die sneden, en leg de grotere twijgen in de buikholte.

Wrijf de vis in met grof zeetzout en versgemalen peper, en leg in een braadslede of ovenvaste schotel. Besprenkel met olijfolie.

Bak gedurende een 30-35 minuten in de oven. Het vel is knapperig, het vlees wit en sappig, en het zal heel gemakkelijk van de graat loskomen. Ik bracht het op tafel met gestampte patatjes en postelein –maar het was zo lekker dat ik ben vergeten een foto te nemen. Een licht slaatje volstaat, voorzie eventueel een schijfje limoen om de smaak van vis nog beter te laten uitkomen.

Smakelijk!

Et tu…

Zoals Huug (en later ook, in het humaniora, Michel), heb ik mijn broek destijds in Sint-Barbara versleten. Zowel het college als de basisschool vormden het decor voor mijn jeugd–na eerst de drie kleuterklasjes en het eerste jeerjaar op de Nouveau Bois te hebben doorgebracht. Ik heb slechts vage herinneringen aan die basisschooljaren.

Van de Nieuwen Bosch herinner ik mij dat ik een gastje uit mijn (kleuter)klas met mijn boekentas rond zijn oren heb geslagen –zo wordt het nog immer verteld– omdat hij mij erop wees dat “hey, Bruno, kijk: uw moeder is daar”. Waarop ik blijkbaar gevat antwoordde: “ja, ik zie dat zelf ook wel”, gevolgd door die draai rond zijn oren. Ik herinner mij ook dat we daar naailessen hadden –Nieuwen Bosch was in eerste instantie een meisjesschool; jongens werden slechts tot in het tweede studiejaar toegelaten– en dat ik dat best leuk vond. En dat ik –voor die ene keer dat ik daar eens moest blijven middagmalen– ik de soep daar zo lekker vond, dat ik tot grote consternatie van de meiskes aan mijn tafel, mijn bord geheel heb schoon gelikt, zoals de katten dat doen. Maar ook dat de juffrouw van het tweede leerjaar mij uit het eerste leerjaar –aan de overkant van de gang– kwam halen, om bij haar –een jaar hoger dus– de rekensommen te komen oplossen waar haar leerlingen kop nog staart aan kregen. Ik eindigde dat jaar met 99% op mijn rapport.

“Hij heeft meer discipline nodig,” moet mijn moeder gedacht hebben, “en een grotere intellectuele uitdaging.” Dus stuurden ze mij naar Sint-Barbara.

In Sint-Barbara kwam ik ook terecht bij meneer De Vleesschouwer. Bij het eerste rapport waren mijn punten met 4% gezakt. Al stonden daar geen punten op, en prijkten er nog allemaal E’s (van Excellent) op mijn rapport. Niettemin was dat een ramp volgens mijn moeder, die nauwkeurig mijn DP’s (dagelijkse prestatie of toetsen) bijhield en heel bezorgd om een audiëntie met de meester verzocht. Dat ik nog altijd den eersten was van de klas, maakte niets uit, mijn rapport vermeldde tevens dat ik een speelvogel was, en meer aandacht moest geven tijdens de les.

Er heerste discipline, maar ik heb –gelukkig– niets meegemaakt dat mij voor de rest van mijn leven heeft getekend. Al denk ik soms nog terug aan Hendrik V., die zulk een schrik had opgedaan dat hij tijdens de les liever in zijn broek deed, dan zijn vinger op te steken om de meester te vragen of hij naar het toilet mocht. Hendrik zat op de bank vóór mij, en ik kan mij nog probleemloos voor de geest halen hoe langzaam een plas urine onder zijn stoel werd gevormd.

In het derde zat ik bij meneer De Maesschalk, en ook daar was ik genoegzaam PIP (geen nood, in het middelbaar zou dat allemaal veranderen). Enkel als de anderen het echt niet konden oplossen, werd ik aan het bord geroepen. Ik had al lang geleerd mijn voortdurend genegeerde vinger niet langer op te steken wanneer er om een antwoord werd verzocht. Op één zo’n zeldzaam moment dat ik toch aan bord werd geroepen, twijfelde ik een halve seconde om van mijn bank op te staan. Tijd genoeg voor een kort “hebt ge mij niet gehoord, misschien, Bollaert?” Let wel, het was geen plotse opstoot van rebellie die mij deed twijfelen.

“Kijk mevrouw,” heeft meneer De Maesschalk achteraf aan mijn moeder toevertrouwd, “het heeft alle zelfbeheersing gevergd die ik had, om niet in lachen uit te barsten toen Bruno toch naar voor kwam.” Bruno, die zich stierlijk verveelde tijdens de lessen, had er immers niets beters op gevonden dan de inhoud van zijn pennenzak geheel in zijn kousen weg te steken. Met uitgestreken gezicht heb ik de oplossing aangevuld, en ben ik –ijzig kalm en onder de verpletterende stilte van de even gedisciplineerde klasgenootjes– terug naar mijn plaats gewandeld. “Correct zoals gewoonlijk, meneer Bollaert”, verzuchtte de meester.

Steak met frietjes

Is er iets Belgischer dan een steak-frites? Heel eenvoudig om te bereiden en heel lekker ook. Helaas grijpt men maar al te graag naar de meest gekende en overal beschikbare stukken rund zoals die in de rekken van het grootwarenhuis worden uitgestald. De onglet (ook gekend als rundskraai) of de vang zijn jammerlijk onbekend en onbemind, hoewel dit redelijk goedkope en erg smakelijke stukken vlees zijn. Of een stuk uit de zesrib (côte de boeuf), dat beschikbaar is als côte à l’os (met been) of entrecôte (zonder been). Ik ging voor entrecôte uit de zesrib: “twee goeie dikke alstublieft, Bernard.”

Maar hoe maakt ge nu een steak goed klaar?

Regel 1: garbage in, garbage out. Omgekeerd werkt het niet: een goede grondstof staat niet garant voor goed gerecht, maar ik kan u wel garanderen dat als uw vlees niet goed is, dat het niet beter zal worden door het te bakken. Bouw een relatie op met uw (buurt)slager, zeg hem wat ge wilt, en waar ge het voor wilt gebruiken. Dan weet u meteen ook of het een goede slager is, want hij zal –desgevraagd– best wat tips voor u hebben.

Regel 2: een steak moet maximaal saignant zijn. Bleu chaud is in vele gevallen (afhankelijk van de locatie van het stuk in het rund) nog beter, maar alstublieft, alstublieft (behoudens enkele zeldzame uitzonderingen) geen à point.

Regel 3: laat uw vlees rusten. Ge hebt dat stuk vlees zopas aan de meest gruwelijke temperaturen onderworpen, geef het wat tijd om opnieuw op positieven te komen. Dit geeft een merkbaar verschil in smaak!

Benodigdheden

Een schone steak en aardappelen naar keuze. Ik ben zot van krieltjes. Zelfs voor frieten, ja.

Zo gemaakt

We beginnen met de verse frietjes, want dat duurt het langst. Ik ben niet altijd even tuk op de friteuse, maar kijk, Joy the Baker had onlangs een recept gepost voor crunchy oven baked fries.

Verwarm de oven voor op 200°C.

Was de aardappelen (verwijder eventueel de schil), en versnij ze in frietjes (een mandoline is handig maar niet noodzakelijk). Snij ze niet te dik.

Dep de frietjes droog en schik ze op een bakplaat, die u eventueel bekleedt met bakpapier. Besprenkel met olijfolie, en bak gedurende een 25-35 minuten in de oven. Schep de frietjes regelmatig om –ongeveer elke tien minuten.

Zet een (gril)pan op een hoog vuur. En ik bedoel wel degelijk hoog. Opgelet: pannen met een anti-kleeflaag (tefaltoestanden en dergelijke) zijn hier niet voor geschikt. De anti-aanbaklaag is niet bestand tegen hoge temperaturen. Gebruik een pan van goede kwaliteit, met een dikke bodem, die tegen hoge temperaturen bestand is. Tenzij u een heel sterke afzuigkap hebt, zet u overigens best een raam open. Er komt heel wat rook vrij bij deze manier van bakken.

Dep de steaks droog, en wrijf ze vervolgens rijkelijk met (hittebestendige) olie naar keuze in (doe geen vetstof in de pan). Kruid af met peper en zout (maar pas nadat u het vlees met olie hebt ingewreven). Leg de steaks in de gloeiend hete pan, en laat ze minstens twee minuten liggen. Niet aankomen. Ja, er zal veel rook zijn. Draai de steaks om, en laat opnieuw twee minuten liggen.

Bak verder af naar smaak en voorkeur, reken ongeveer een minuut extra per centimeter dikte voor saignant. Laat rusten (onder wat aluminium folie met een keukenhandoek erover om de warmte te bewaren) terwijl u zich om de frieten bekommert.

Serveer met wat sla of tomaat, en sprenkel wat zout en kruiden op de frietjes.

Steak met frietjes

Smakelijk!
(Jawel, dat is zo’n trendy poladroid foto.)

Voor meer inspiratie betreffende rundvlees, raad ik van ganser harte het boek Rund van John Torode aan.

Game over?

http://nikeplus.nike.com/nikeplus/v1/swf/scrapablewidget/challenge.swf

Wel, de strijd is gestreden. Het vrouwenteam heeft een mooie 556,38 km bijeen gelopen, de mannen hielden (met veertien dagen handicap) halt na 378,03 km. Samen hebben we bijna 1.000 km afgelegd!

Een mooie overwinning voor de vrouwen én een puike prestatie van iedereen: Jess, Kaat, Lien, Lies, en Georgina, aaiboek, Ardi XIV, dipfico, en Kristof.

Nike+ Bloggers vs Blogsters

De competitie hield iedereen op zijn scherpst, er zitten mensen bij die het drievoudige hebben gelopen van hun normale training. Zoals Kaat schrijft: het maakt dus wel degelijk iets uit als je met iemand loopt dan wel tegen iemand.

Niet getreurd, deze challenge mag dan wel voorbij zijn, op 13 maart starten de nationale Gunter vs Ann en de internationale Men vs Women challenges waaraan iedereen kan meedoen. Wij hebben ons al aangemeld, u doet toch ook mee?!

cds 200902

Muziek, alstublieft. Want ook in februari hebben we een aantal nieuwe platen in huis gehaald.

  1. Erik Satie: Avant-dernière pensées / Alexandre Tharaud / 2009 / ***(*)
    Voorgeschiedenis: (1) ik ben ‘opgegroeid’ met de Satie van Aldo Ciccolini (Oeuvres d’Erik Satie), en dat is dan ook mijn referentiewerk (2) ik ben fan van Alexandre Tharaud. De grote vraag was dus: zal Tharaud erin slagen mij Ciccolini te laten vergeten? Ja en nee. Tharaud evenaart volgens mij Ciccolini wel degelijk, maar beide werken kunnen mooi naast elkaar in uw collectie prijken (hopelijk om naar te luisteren, en niet om naar te kijken). De Avant-dernière pensées van Tharaud bieden bovendien inzicht in een andere, minder bekende Satie, die destijds enorm en vogue was voor zijn Gymnopédie die in de reclame voor Spa werd gebruikt.
  2. Takes / Brisa Roché / 2007 / **
    Ook deze Takes van Brisa Roché, lijkt iets te dun van consistentie. Leutig, maar vergetenswaardig.
  3. (Duck) / Buffalo Collison / 2008 / ***
    Schitterende plaat. Gekocht/gekregen naar aanleiding van het concert in Vooruit, en met veel plezier en gretigheid naar geluisterd.
  4. Heat Wave / Satoko Fuji’s Ma-Do / 2008 / **(*)
    Nog een concert in Vooruit, en wat u van bijna absurde free jazz zou verdenken, blijkt uiteindelijk toch een harmonieuze basis te hebben.
  5. Vignettes / Marilyn Crispell / 2008 / ***
    De ontdekking van vorige maand. Vignettes is een van de meest toegankelijke platen van Crispell, heb ik achteraf vernomen, en ze is inderdaad zeer genietbaar. Aanrader voor wie van bijna duidelijk gestructureerd pianowerk houdt, ik ben alvast benieuwd naar hoe dit te kaderen valt in haar ander werk.
  6. Tight Knit / Vetiver / 2009 / ***(*)
    Schitterende plaat. Haal die meteen in huis, als ik voor de gedrukte media werkte, zou ik schrijven dat dit één van dé platen van 2009 wordt.

0 te vermijden / * slecht, maar beluisterbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(cds vorige maand)

Worteltaart. Voor uw schoon ogen.

Een tijdje geleden liet ik amazon The Cake Bible van Rose Levy Beranbaum thuisbezorgen. Beranbaum geldt als één van dé referenties wat betreft cake en patisserie in het algemeen. Het boek biedt voor elk recept naast avoirdupois systeem ook metrische maten, wat de bruikbaarheid –hoewel de conversie vanzelfsprekend niet tot op de komma nauwkeurig is– nog vergroot.

Beranbaum doet overigens meer dan alleen die recepten oplijsten. Bij zowat alle recepten volgt een onderdeeltje understanding, waarin ze uitlegt waarom net die ingrediënten in het recept worden gebruikt. Ze heeft ook een afzonderlijke inhoudsopgave met recepten volgens een speciale indeling, zoals recipes using all egg yolks, recipes using all egg whites, cakes better made ahead en cakes for passover (without flour).

Tijdens de kookworkshop vorige donderdag bestond het dessert uit wortelcake, waar nadien eigenlijk nog icing op moest gestreken worden. Wegens tijdgebrek kon de taart echter niet voldoende afkoelen, waardoor we het dan maar zonder icing hebben gesteld (de taart bleef lekker). Het recept kregen we mee naar huis, maar ik dacht toch ook maar eens bij Beranbaum ten rade te gaan. Volgend recept is dus geïnspireerd door de kookworkshop en Beranbaum.

Worteltaart met mascarpone frosting. Beranbaum heeft inspiratie gehaald bij Jean Hewitt die haar recept publiceerde in The New York Times New Natural Foods Cookbook. Deze Carrot Cake is sappig zonder zwaar te zijn, schrijft de auteur, en heerlijk met een frosting of net zo goed au nature.

Worteltaart. Voor uw schoon ogen.

Benodigdheden

Voor de taart i

  • 200 g fijngeraspte wortels
  • 62 g limoensap
  • 225 g bloem ii
  • een halve koffielepel zout
  • een halve koffielepel bakpoeder
  • een koffielepel soda
  • een koffielepel kaneel
  • 2 grote eieren (op kamertemperatuur)
  • 142 g ongezouten boter, gesmolten
  • 175 g rietsuiker iii
  • (optioneel) twee eetlepels geraspte kokos
  • (optioneel) een eetlepel rozijnen
  • (optioneel) twee eetlepels verbrokkelde walnoten

Voor de frosting (geheel optioneel overigens)

  • 500 g mascarpone
  • 23 g fijne kristalsuiker
  • 160 g room

Worteltaart. Voor uw schoon ogen.

Zo gemaakt

Verwarm de oven voor op 175°C.

Meng de geraspte wortels met het limoensap in een kom. Voeg daar de optionele rozijnen en noten aan toe.

Zeef de bloem samen met de andere droge ingrediënten in een mengkom, en meng. Voeg de eieren, de boter en het wortelmengsel toe. Meng alles goed dooreen.

Giet het beslag in een beboterde en bebloemde vorm, en bak gedurende 35 minuten (doe de caketest).

Laat minstens een uur afkoelen.

Worteltaart. Voor uw schoon ogen.

Doe de suiker en de mascarpone in een mengkom, en klop dit flink op met een elektrische mixer. Voeg er voorzichtig de room aan toe, terwijl u blijft kloppen.

Niet panikeren!

Het is best mogelijk dat het mengsel gaat schiften. In dat geval –ik heb het zelf niet voor gehad– moet u volgens Beranbaum blijven opkloppen. Na een tijdje krijgt u terug een mooi glad en homogeen mengsel.

Spreid het mengsel op de taart. (Als u te veel frosting hebt: geen nood, dit bewaart nog vijf dagen in de koelkast, en twee maanden in de diepvries.)

Worteltaart. Voor uw schoon ogen.

Smakelijk!

  1. Dit recept is gebaseerd op het recept van Beranbaum. Het is dus niet identiek.
  2. Beranbaum gebruikt een mengeling van tarwebloem (125 g) en zachtere cakebloem (100 g).
  3. Beranbaum vraagt om 250 g honing. Ik ben geen grote fan van honing –en ik had er ook geen in huis– dus heb ik de hoeveelheid suiker gebruikt die in het recept van de kookworkshop werd vermeld (dat voor de rest gelijkaardige hoeveelheden gebruikte).

Gramschap

“Hoe lang gaat dat eigenlijk nog duren?”

Ik keek verbouwereerd op bij zoveel boosheid. “Euh…”

“Dat lopen. Die challenge. Hoe lang nog?”, klonk het kortaf.

“Euh,” begon ik opnieuw, “euh. Maar ge hebt daar toch nog nooit een probleem van gemaakt? In tegendeel, ge hebt mij al altijd gesteund als ik ging lopen.”

“Wel, nu niet meer. Het is te veel. Als het nog lang duurt, dan weet ik niet meer wat ik ga doen.”

“Nog twee dagen,” pleitte ik, “maandag en dinsdag. En woensdag is gegarandeerd een rustdag.”

“Grmbl.”

Mijn rechterknie is dus boos. En als uw knie spreekt, kunt ge maar beter luisteren. Maar ik heb nog tot dinsdag gekregen, en dan doen we het even wat kalmer aan. Want kijk, vandaag, staan we –mijn knie en ik– (vermoedelijk (heel) tijdelijk) op de eerste plaats op het leaderboard.

Nike+ Bloggers vs Blogsters

27 km gelopen vandaag, en ik ben behoorlijk tevreden over die prestatie. Niet zozeer voor die afstand (ik heb al verder gelopen), maar omdat er een gigantische tegenwind stond aan de Watersportbaan –waar ik vijf keer ben rondgelopen.

Maar goed, de strijd is nog niet gestreden. Nog twee dagen. En hoewel de mannen zeer hun best aan ’t doen zijn, heeft het vrouwenteam nog een zeer grote voorsprong. Het blijft spannend.