scherpe messen

Vorige week heb ik een set steakmessen teruggevonden. De set lag, geëmballeerd en wel, verstopt langs de zijkant van de koffer met ons ‘schoon bestek’. Ik had het ooit eens cadeau gekregen bij een bestelling van kantoorartikelen, in de tijd dat ik nog zelfstandig was. Het waren ‘gegarandeerd echte laguiolemessen‘, gekarteld en met plastieken heft.

Ze vervangen sindsdien onze (nog veel) oudere steakmessen, en worden gebruikt voor een heleboel snijwerkjes. Vrouw en kind moeten vanzelfsprekend van mijn goede en dure Japanse keukenmessen blijven, tot ze beiden goed beseffen dat ze zo’n messen enkel verantwoord mogen gebruiken. Want neen, er mag niet mee op een glazen of stenen of porseleinen oppervlak gesneden worden (rolt met de ogen).

Scherp zijn ze in elk geval, de ‘nieuwe’.

“Let op”, zei ik nog tegen Henri, voor ik hem zo’n mes liet vastnemen toen hij me vrijdag wilde helpen met eten maken. “Let dus op,” herhaalde ik, terwijl ik één van de tomaten nam die hij zou vierendelen voor de saus, “want ze zijn heel scherp!” En in één vloeiende beweging haalde ik de tomaat open én mijn linkerduim.

begrijpend lezen

Als u dit ziet staan, in de maandagse “deze week gratis in Gent“-nieuwsbrief van Use-It

Opatuur > zondag 21 januari > 20:00
Vijf tickets voor jazz bij Tuur: gitarist Frederik Leroux en Christian Mendoza (de pianist van Lady Linn). Mail met de groeten van Use-it: “Opatuur Opatuur Opatuur! Oe A! Opatuur Opatuur Opatuu-uur!” naar opatuur [apedinges] volume12 [punt] net

…wat zou u dan gebruiken als subject line van de e-mail die u sito presto verstuurt?

Dacht ik het niet.

oud nieuws

Donderdag, 4 januari.

Persoon X: “Iemand zou naar dat concert van Isobel Campbell & Mark Lanegan moeten gaan. Dat is dus wel neig goed hé.”

Ikke: “Ahja? Is daar een fotopas voor, en is dat ook goed qua wijze van ‘naar toe gaan’?”

Persoon X: “Bah ja gij. Dan moet ge gewoon XXXXXXX contacteren, en die zorgt dat het in orde komt.”

Ikke: “Uhuh. Enne, wat voor muziek is dat?”

Persoon Y: “Ewel, dat is juist Damien Rice, maar dan minder commercieel.”

Ikke (die nog nooit van Damien Rice heeft gehoord): “Ah ja? Wow! Dat is wel wijs dan!”

Woensdag, 10 januari

13u15

Geen commentaar.

21u30

Tessa: “En hebt ge dat allemaal (01 02 03 04 05 06 07 08 09 10) vandaag gekocht of zo?”

Ikke: “Neuh, natuurlijk niet. Dat zijn allemaal oude CDs, die ik gewoon op mijn iPod wil zetten.” (Kijkt als de onschuld zelve.)

karaoke

“Geen nood, vandaag zal ik niet meezingen”, stelde ik Tessa gerust nadat ze mij de koptelefoon zag opzetten toen ik aan de computer plaatsnam.

(Gisterenavond heb ik onbewust aan karaoke gedaan, terwijld The Beatles in mijn oren zaten te fluisteren, en ik kan mij voorstellen dat zulks geen deugd heeft gedaan aan haar oren.)

Om mijzelf niet in verleiding te brengen, heb ik er toch maar snel voor geopteerd om instrumentale klassieke muziek af te laten spelen.

blufpoker

Collega J-P heeft een contract van bepaalde duur, bij de organisatie waar ook ik voor werk. Zijn (en mijn) directe chef is een sehr sympatischer Typ (zeer in tegenstelling tot mijn ex-Chef), die zijn ‘ondergeschikten’ niet als dusdanig beschouwt, maar ze het volste vertrouwen schenkt. Helaas hangt die chef op zijn beurt af van een überchef (dat moet met hoofdletter zeker?), en eens op dat niveau spreken we bij ons van het Management. En het Management neemt de (politiek) beslissingen. Zo gaat dat nu eenmaal in een bedrijf.

Deze zomer vindt –ergens in het buitenland– het Tweejaarlijkse Congres plaats van onze organisatie. Het is meteen de laatste keer, want tijdens de Executive Board Meeting vorige herfst werd beslist het Congres niet langer twee- maar driejaarlijks te laten doorgaan. Een goede zaak, neem ik aan. Voor collega J-P is het evenwel niet vanzelfsprekend om aan het Congres deel te nemen. Door familiale omstandigheden kan hij immers niet langdurig afwezig zijn. Dat heeft o.a. te maken met het soort werk dat zijn partner uitoefent, en er moet nu eenmaal iemand aanwezig zijn voor de kinderen.

Van bij zijn aanwerving heeft collega J-P duidelijk gemaakt dat hij niet op de congressen aanwezig zal kunnen zijn. Management zag dat toen niet als een hinderpaal, al blijkt het beleid terzake recent te zijn gewijzigd. Aan collega J-P wordt redelijk onverholen duidelijk gemaakt dat hij –indien hij zijn tijdelijk contract wil omzetten in een permanent– toch maar beter meereist deze zomer. Voor collega J-P is dat een non-issue, want liever dan zijn (vrouw en) kinderen aan hun lot over te laten, gaat hij goedschiks op zoek naar nieuw werk, deze zomer. En dus wordt er een partijtje blufpoker gespeeld ten kantore. Tenminste, door Management, want voor collega J-P is zijn congressionele afwezigheid een uitgemaakte zaak. Ik ben alvast ten zeerste benieuwd naar de uitkomst.

druk vandaag

Grbml. En daar bovenop is het nog een beetje druk ook, vandaag (eigenlijk al de ganse week, maar kom).

A. Dagtaak 1: Het Project

  1. Van planning en eindredactie en al. (Dat klinkt alsof het twee minuten werk is, vindt ge ook niet?)

B. Dagtaak 2: de blogs (heb ik al de ganse week voor mij uit geschoven)

  1. Aankondigingstekstjes schrijven over jazz
  2. Server- en andere dinges (cryptisch, ik weet het, maar ’t is nodig én dringend)
  3. imaginaryJazz-update (mogelijks lumis Gallery installeren als frontend/gateway voor flickr)

C. Dagtaak 3: het (betalend) werk

  1. CRM contactdatabase nakijken op fouten (alle gegevens van 300+ contactpersonen één per één aflopen en vergelijken met drie verschillende bronnen)
  2. Exceldoc met landen maken, en indelen in regio’s (1 regio per sheet), die –hoewel ze wel dezelfde naam hebben– afwijken van de geografische regio’s
  3. Feedback krijgen vragen eisen ivm offerte IT-infrastructuuranalyse
  4. Voorlopig rapport over badge-probleem congres opstellen

En dat heb ik al een heleboel gedaan (al bezig sinds 7u45), maar bovenstaande moet eigenlijk allemaal afgewerkt raken vandaag. Deel C zelfs vóór 16u. (En er is nog, maar ik heb geen tijd meer over om lijstjes te maken.)

Requiem

Goed, ik geef het toe. Ik heb het te lang uitgesteld om een bespreking te schrijven over deze film. Dat ik het alsnog doe, op het moment waarop de film hoogst waarschijnlijk bijna uit roulatie wordt gehaald, spreekt alleen maar in het voordeel van de prent.

Er zijn minstens twee invalshoeken om aan deze bespreking te beginnen. Enerzijds is er de vergelijking met The Exorcism of Emily Rose, en anderzijds is er de wel waanzinnig weinig commerciële titel van de film. Requiem? Requiem! Op zijn best doet het mij denken aan Mozart, maar als ik eerlijk mag zijn, deze film stond helemaal onderaan op mijn lijstje gemarkeerd tijdens het voorbije Filmfestival. Ik had de keuze tussen twee uur niks doen om de tijd te doden tussen El Método (bespreking volgt) en The Black Dahlia (bespreking volgt niet, maar die hebt u toch al gezien, mag ik hopen), of alsnog een extra drieënnegentig minuten doorbrengen in het comfortabele duister van de Kinepolis filmzalen.

Zowel Requiem als The Exorcism of Emily Rose zijn gebaseerd op het (korte) leven van Anneliese Michel. Na het fictieve The Exorcist, gebaseerd op de gelijknamige roman van William Peter Blatty, is het verhaal van Michel (nee, niet die) zonder twijfel het meest bekende recente exorcisme. (Al wil ik best toegeven dat ik er niet van had gehoord vóór beide films –u wel?)

Exorcisme in zijn meest bekende vorm is toe te schrijven aan de film The Exorcist uit 1973, gebaseerd op het gelijknamige boek uit 1971. In 1970 was Anneliese Michel al overtuigd van haar demonische possessie. Ze kreeg medicijnen voorgeschreven die niets aan haar toestand verbeterden, en in 1973 –toen de Exorcist film verscheen– werd ze behandeld met Tegretol (carbamazepine), een medicijn dat afgeraden werd voor ‘vruchtbare’ vrouwen. Niettegenstaande, bleef Anneliese het medicijn nemen tot bijna een jaar voor haar dood.

De Kerk stond initieel weigerachtig tegenover een exorcisme, omdat de bewijzen niet sluitend genoeg zouden zijn. Tot de bisschop van Würzberg, Josef Stangl, overtuigd door een locale priester, Ernst Stalt, in 1975 alsnog toestemming gaf. Iets minder dan een jaar voor haar dood werd het exorcisme voorbereid –met stopzetting van verdere medische begeleiding.

Anneliese Michel is overleden. Hetzij aan de stopzetting van haar medicatie, hetzij aan uitputting door het exorcisme, hetzij door de demonen die bezit van haar hadden genomen. Eigenaardig genoeg heb ik –als agnosticus én echtgenoot van een medische doktor– het minste moeite met de aanvaarding van dat laatste. Maar dat is een persoonlijke inschatting.

Requiem is alvast een (veel) betere film dan The Exorcism of Emily Rose. Laatstgenoemde film valt immers vooral te catalogiseren onder de noemer horror, waarbij de nadruk ligt op de demonen en het spectaculaire gedeelte van het exorcisme. Bij Requiem ligt de nadruk op Michaela Klingler, het gefictionaliseerde personage dat representatief is voor Anneliese Michel.

Regisseur Hans-Christian Schmidt benadrukt dat, hoewel Requiem is gebaseerd op feiten, de personages en hun daden niet vrij zijn van verbeelding. Voorzeker zijn er duidelijke parallellen met Michels leven, maar deze film is noch een documentaire, noch een biografie. Schmidt toont een eigen interpretatie van de feiten, een interpretatie die nochtans veel dichter bij de waarheid aanleunt dan die van zijn Amerikaans-commerciële penchant.

De hoofdrol in de film wordt vertolkt door Sandra Hüller, voor wie de rol van Michaela de eerste hoofdrol in een langspeelfilm was. Het was meteen raak ook, want ze heeft –verdienstelijk– de Lola van 2006 voor Beste Hoofdrolspeelster weggekaapt, en de Zilveren Beer voor Beste Actrice in Berlijn. Schrijven dat Hüller goed speelt in deze film is een understatement. Hüller overtuigt én belichaamt de gekweldheid zelf, en slaagt er zelfs in de meest onwaarschijnlijke momenten voor waar te laten doorgaan –zonder nood aan de speciale effecten die in The Exorcism of Emily Rose een essentieel deel uitmaken van de belevenis.

In Requiem draait alles rond Michaela, en hoe ze in conflict raakt met zichzelf. In het begin lijkt het vanzelfsprekend dat haar toestand medisch te verklaren valt, maar naarmate de film vordert, wordt het duidelijk dat ze door meer wordt gegeseld dan door logica valt te verklaren. En toch blijft de kijker te allen tijde zijn willing suspension of disbelief behouden.

Requiem draait niet rond effecten, maar rond de prestaties van de acteurs (hoofdrolspeelster) en de regisseur. Geloofwaardig is het in elk geval, en het enige echt negatieve wat over deze film valt te vertellen is de wel zeer ongelukkige keuze van de titel. Schmidt heeft met Requiem een pareltje afgeleverd, en ik hoop dat ook zijn ander werk op de Belgische markt valt te ontdekken.

Requiem, van Hans-Christian Schmid met Sandra Hüller. Te zien in de Sphinx (Sint-Michielshelling)

(Deze recensie verscheen eerder al bij Gentblogt.)

balans

Wij hebben een deal, de madam en ik. Zij is verschrikkelijk fragiel gebouwd –astma, allergieën galore, whiplash, gebroken ribben, pneumonieën, noem maar op– en ik ben zo kloek als een hoender. Zij klaagt nooit (ze heeft ooit –een jaar of twee geleden– een paar weken zonder morren met een longontsteking rondgelopen), en ik neut bij het minste symptoom dat ook maar op een schijn van een verkoudheid zou kunnen wijzen. Bovendien publiceer ik mijn misbaren op mijn weblog –een echte ziekte zou mij maar eens onopgemerkt voorbij kunnen gaan!

Maar zo blijft het allemaal wel weer mooi in balans. Schitterend toch?