Vorige week heb ik een set steakmessen teruggevonden. De set lag, geëmballeerd en wel, verstopt langs de zijkant van de koffer met ons ‘schoon bestek’. Ik had het ooit eens cadeau gekregen bij een bestelling van kantoorartikelen, in de tijd dat ik nog zelfstandig was. Het waren ‘gegarandeerd echte laguiolemessen‘, gekarteld en met plastieken heft.
Ze vervangen sindsdien onze (nog veel) oudere steakmessen, en worden gebruikt voor een heleboel snijwerkjes. Vrouw en kind moeten vanzelfsprekend van mijn goede en dure Japanse keukenmessen blijven, tot ze beiden goed beseffen dat ze zo’n messen enkel verantwoord mogen gebruiken. Want neen, er mag niet mee op een glazen of stenen of porseleinen oppervlak gesneden worden (rolt met de ogen).
Scherp zijn ze in elk geval, de ‘nieuwe’.
“Let op”, zei ik nog tegen Henri, voor ik hem zo’n mes liet vastnemen toen hij me vrijdag wilde helpen met eten maken. “Let dus op,” herhaalde ik, terwijl ik één van de tomaten nam die hij zou vierendelen voor de saus, “want ze zijn heel scherp!” En in één vloeiende beweging haalde ik de tomaat open én mijn linkerduim.
en Henri was u weeral maar eens te slim af…
Grinnik.