gesloten wegens sluitingsdag

Vanavond heb ik hebben we nog eens vrij. Meestal zetten we dan een stapje in de wereld, en daar hoort een restaurantbezoek bij. Wij zijn daar nogal tamelijk conservatief in, d.w.z. dat we –eenmaal goed bevonden– vaak naar dezelfde plek terugkeren. De Martino is zo’n plaats, en de Progrès.

Helaas is het vandaag dinsdag, wat betekent dat niet alleen de Martino gesloten is, maar de Progrès ook! Ik heb nog wel een paar alternatieven in gedachten, maar misschien heeft iemand tips voor gelijkaardige restaurants? Bij voorkeur wel op wandelafstand van de Groentenmarkt. (Niet de Sarabande, want daar zal het nu waarschijnlijk weer vreselijk koud zijn.)

het rode boekje

Het was een geslaagd weekend, achteraf bekeken. Als we even in beschouwing nemen dat ik tegenwoordig stijf sta van de stress, denk ik dat ik mij de voorbije twee dagen redelijk heb kunnen ontspannen. (Het enige waar ik steeds meer mee in zit, is dat ik veel te weinig tijd vrijmaak voor Henri. Eigenaardig, met Tessa die een veel drukkere day time job heeft dan ikzelve, nietwaar.)

We zijn begonnen met een ontbijt bij Bloch. Een halflege zaak op zaterdagochtend vonden wij eigenlijk heel verdacht: normaal gezien zit het daar nokvol op dat moment, maar mogelijks zaten de solden en/of het gure weer daar voor iets tussen. Nadien zijn we achtereenvolgens Zara (een vest voor 35 EUR), AS Adventure (een muts), H&M (ondergoed), en Bellerose (een broek) binnengewandeld, en een controversiële winkel in de Sint-Pietersnieuwstraat. Lunch in de Vooruit, en terug huiswaarts om een nieuw speeltje te installeren (moet ik niet steeds met een koptelefoon opzitten als ik te lui ben om CDs te verwisselen).

Zondag was het zo mogelijk nog rustiger: uitslapen (!) terwijl mijn allerliefsten (jaja, meervoud) ontbijtkoeken haalden, een beetje klooien met het stokje dat ons uit twee verschillende bronnen werd toegeworpen (het komt eraan, het komt eraan), een bourgondische verjaardagslunch voor Tessa’s grootmoeder, een uurke thuis, naar Tuur voor een optreden, en tot 2u20 naar de video gekeken. Die digicorder van Telenet is niet noodzakelijk een zegen!

De belangrijkste aanschaf was evenwel een Moleskine: een Pocket 12 Month Red Weekly Planner Notebook. Exclusief voor (de planning van) Het Project. Tessa had een tijdje geleden voor zichzelf reeds een 12 Month Weekly Planner Notebook 2007 gekocht. Het ding zag er zeer handig uit: links staat de week, rechts een gelijnd blad voor notities. De (pocket) versie die zij gekocht had, was echter voorzien van een soft cover. Zo’n soft cover verputs ik binnen de kortste tijd, dus ik had het boekje links laten liggen, en voor mijzelf een (hardcover) Large Size Weekly Diary (whole week on two pages) aangeschaft.

Toen we zaterdag na het ontbijt bij Bon Marché binnenstapten, ontdekte ik een rode, hard cover (!) versie (die volgens de site een limited edition is). Ik heb geen seconde getwijfeld, en ben ondertussen druk bezig met de ganse planning voor Het Project naar het boekje over te sassen (voor mijn persoonlijke agenda gebruik ik nog steeds mijn grote versie). Want ik ben niet alleen hardhorig, mijn geheugen (vooral het korte-termijngeheugen) is zo lek als een zeef. En ik ben geen fan van PDA’s (die zijn enkel goed als wekker).

(Oh, en ik heb ook zo’n Pocket Ruled Reporter Notebook gekocht. Nog meer street credibility!)

competitie

Het heeft nog lang geduurd. Er hangt een competitiesfeertje in de Albertlaan. Sinds de madam een weblog heeft, brengt ze elke avond langere tijd aan de computer door dan ze zelf gezond vindt, maar “kijk hé, dat webloggen is dus echt wel verslavend.” Einde citaat.

De dagelijkse telefoon- en andere gesprekken worden doorspekt met frasen zoals “ja, gelijk ik op mijn weblog heb geschreven” en een dreigend “mag ik u citeren?” Zelfs de schoonouders doen ijverig mee. Dat ze het al gelezen hadden, van Henri en de kloon, en dat Tessa wel goed bezig was. Bij de schoonzoon is het kalm, want “veel eetsje niet geschreeven é. Wa druug spel van aa lenze.”

Ik zal het nog eens over varkens moeten hebben, me dunkt.

scherpe messen

Vorige week heb ik een set steakmessen teruggevonden. De set lag, geëmballeerd en wel, verstopt langs de zijkant van de koffer met ons ‘schoon bestek’. Ik had het ooit eens cadeau gekregen bij een bestelling van kantoorartikelen, in de tijd dat ik nog zelfstandig was. Het waren ‘gegarandeerd echte laguiolemessen‘, gekarteld en met plastieken heft.

Ze vervangen sindsdien onze (nog veel) oudere steakmessen, en worden gebruikt voor een heleboel snijwerkjes. Vrouw en kind moeten vanzelfsprekend van mijn goede en dure Japanse keukenmessen blijven, tot ze beiden goed beseffen dat ze zo’n messen enkel verantwoord mogen gebruiken. Want neen, er mag niet mee op een glazen of stenen of porseleinen oppervlak gesneden worden (rolt met de ogen).

Scherp zijn ze in elk geval, de ‘nieuwe’.

“Let op”, zei ik nog tegen Henri, voor ik hem zo’n mes liet vastnemen toen hij me vrijdag wilde helpen met eten maken. “Let dus op,” herhaalde ik, terwijl ik één van de tomaten nam die hij zou vierendelen voor de saus, “want ze zijn heel scherp!” En in één vloeiende beweging haalde ik de tomaat open én mijn linkerduim.

karaoke

“Geen nood, vandaag zal ik niet meezingen”, stelde ik Tessa gerust nadat ze mij de koptelefoon zag opzetten toen ik aan de computer plaatsnam.

(Gisterenavond heb ik onbewust aan karaoke gedaan, terwijld The Beatles in mijn oren zaten te fluisteren, en ik kan mij voorstellen dat zulks geen deugd heeft gedaan aan haar oren.)

Om mijzelf niet in verleiding te brengen, heb ik er toch maar snel voor geopteerd om instrumentale klassieke muziek af te laten spelen.

balans

Wij hebben een deal, de madam en ik. Zij is verschrikkelijk fragiel gebouwd –astma, allergieën galore, whiplash, gebroken ribben, pneumonieën, noem maar op– en ik ben zo kloek als een hoender. Zij klaagt nooit (ze heeft ooit –een jaar of twee geleden– een paar weken zonder morren met een longontsteking rondgelopen), en ik neut bij het minste symptoom dat ook maar op een schijn van een verkoudheid zou kunnen wijzen. Bovendien publiceer ik mijn misbaren op mijn weblog –een echte ziekte zou mij maar eens onopgemerkt voorbij kunnen gaan!

Maar zo blijft het allemaal wel weer mooi in balans. Schitterend toch?

vier!

“Maar allez, het is vier uur!”, verweet Tessa mij toen ik zonet de televisie ging uitzetten in de slaapkamer. “Ik wil maar zeggen, wat is de bedoeling eigenlijk? Hoe gaat ge de rest van de week doorkomen?”

– Maar liefje toch, trachtte ik, wat doet gij nog wakker op dit onwezenlijk uur?

“Maar neen,” riposteerde zij, “ik ben van wacht, en ze bellen mij alle vijf voeten uit mijn slaap, dus ik ben mij bewust van alles wat er rond mij gebeurt. Maar gij hebt geen excuus!”

En dan weet ik eigenlijk niks te zeggen dan ‘ik zie u graag’, en als ik in een slechte bui zou zijn geweest –wat niet het geval was– had ik daaraan kunnen toevoegen dat ik tenminste om 17u thuis ben. Maar ik ben zo trots op mijn madam, met haar carrière die haar in 16 jaar –financieel– amper heeft gebracht waar ik mij al ettelijke jaren zonder credentials bevind. Maar waar zij des te meer Vergnügen uit put. Ach, niets stemt mij vreugdevoller dan wie zij is. (Behalve Henri dan.)

lezen

Henri leest graag. Dat heeft hij van zijn vader, die alles wat hij in zijn handen krijgt, doorneemt. (Ge hoeft niet tegen te pruttelen, liefste.) Dat kan gaan van de gazet tot het nonsensikale boekje van BMW dat er vanochtend bij zat. Als het kan gelezen worden, dan wordt het ook gelezen, verdomme. Iemand heeft die letters neergepoot, en dan kunnen we er op zijn minst ook aandacht aan besteden.

Er is natuurlijk ook meer dan letters alleen, en wat papa niet kan, dat zou ik de zoon graag wel zien doen. En het ergste is, hij heeft er zelf goesting in (tot zover mijn rol van tirannieke vader). Dus heb ik hem vanavond zijn partituren in zijn handen geduwd, terwijl ik het eten maakte, met de woorden: “neem en eet gij allen in plaats van die dwaze prentenboekjes zoudt ge beter iets nuttigs lezen”. Ik ben een verantwoorde ouder, ik. Educatie op de eerste plaats. (Straks ga ik het nog zelf gaan geloven ook.)

Maar hij leest dus notenbalken. do-re-mi-fa-sol-la. Al kan hij ondertussen ook (net) de si spelen op zijn trompet, een beetje haperig, maar voorlopig komt die in zijn stukjes nog niet voor. En dat ziet er gemakkelijk uit hé, zo’n trompet. Ik zal ze u eens in uw handen geven, en dan speelt ge mij maar eens een toonladder. Soit. Jingle Bells kent hij al van voor naar achter, en Oats and beans, en dus heeft hij nu Twinkle, twinkle little star meegekregen, en The slow boat (of iets in dien aard).

“Dat staat er toch niet, Henri”, bijt ik hem net iets te heftig toe.

– Ha nee hé, papa. Of eigenlijk, toch wel hé, papa. Maar ik lees het van achter naar voor. Anders wordt het te saai, als het altijd hetzelfde is.

De godverdomse wijsneus.

en wat als ge oud wordt

De tekening op mijn rechterarm begint overal binnen te sluipen. De echte ‘onthulling’ zal –samen met de lente– nog even op zich laten wachten, maar zaterdag, op het Grote Nieuwjaarsfeest van de familie langs Tessa’s kant, wisten haar nichtjes (nichten, ondertussen, want de tijd blijft niet stilstaan op ergens tien-vijftien jaar geleden) mij met Grote Ogen Vol Verwondering te vertellen dat ze over mijn inkt hadden gelezen. Op mijn weblog (zwaait: dag N., dag S.).

Ondertussen doen de (schoon)ouders (dag moeder) mijns overstaans nog steeds alsof hun neus bloedt, dermate dat zelfs een beddelaken niet zal volstaan de rode droppen op te vangen. Al vind ik dat absoluut niet erg. Van Tessa heb ik te horen gekregen dat haar ouders het hebben ontdekt (dag, A. en E.), en dat de eerste reactie geheel binnen de verwachtingen vielen. (1) “Ge hebt er zelf toch gene laten zetten hé?!” (2) “En wat gaat hij doen als hij ouder wordt? We hebben dat gezien op de varkens van Wim Delvoye in China, en dat is geen schoon zicht, zulle.”

Waarmee ik oprecht mijn schoonouders wil danken voor de toch wel treffende vergelijking. Wie weet, hangen ze het vel van mijn rechterarm ooit nog als kunst op het plekje waar nu die mooie tekening van Frans Gentils prijkt en waarvan ik –hoewel ze die eigenlijk zelf iets te gruwelijk vinden– er nog niet in geslaagd ben ze mee naar de Albertlaan te smokkelen.