bloch

Op 28 maart sloot Patisserie Bloch finaal de deuren. Een tijdje geleden werd een ereblog voor de laatste dagen uit de grond gestampt (het Bloch-blog), maar ondertussen pakt Gent Cultuurstad /Erfgoedcel Gent onder impuls van Gudrun de Geyter uit met patisseriebloch.be. Daar vindt u onder andere een complete inventaris van broden, patisserie, en de bakkers zelf. De site is nog in opbouw.

Niet alleen is het de bedoeling dat de broden en zoetigheden worden opgelijst en afgebeeld, er zouden ook overal recepten bij worden geplaatst (al moeten die eerst nog worden uitgeschreven). Voorlopig staan er nog maar drie, maar u kan zich nu reeds naar de keuken reppen om er Witte Provence 1050gr, drie verschillende soorten Bara Brith, en Bananuts (recept voor 28 hartjes) te maken.

Het is nog even wachten dus op de Gentse confituurbol, de mastellen, de Mayette (waar een verkeerde foto bij staat), het Zondagsbrood, de Pizza artisjok zonder vlees, en andere heerlijkheden die zeer zullen worden gemist. Maar ze komen eraan!

voeding

Wel, kader dat eens in het geheel van de voeding, zoals: in de eetgewoontes van de volwassen mens. Wat laat vermoeden dat iemand die gewoon is enkel opwarmmaaltijden te eten, plots verse groenten aan zijn kind zal serveren?

Wie dit blog met enige regelmaat leest, weet dat ik een groot voorstander ben van gezonde, verse voeding. En daar hoeft ge echt niet vreselijk veel tijd voor uit te trekken (zoals i. ook al suggereerde). Het probleem zit hem in de perceptie. De mens gaat ervan uit dat hij elke dag een hoeveelheid voedsel (calorieën) nodig heeft om te blijven functioneren. Dat klopt ten dele, maar het concept voedsel moet worden vervangen door gezond voedsel.

Allez, neem nu de bij kinderen en volwassenen populaire spaghetti. Ik ga u niet proberen te overtuigen om telkens verse pasta te maken –dat doe ik zelf ten andere ook niet. Maar deel uw hoeveelheid pasta eens door twee. En vervang dat deel, en het aandeel van de potjes- of door-de-slager-bereide saus, door dit recept.

Voor drie personen:

  • een-twee ajuinen
  • drie tomaten (verse, niet uit blik)
  • drie wortels
  • verse groente naar keuze, zoals broccoli, mangetouts, of –waarom niet– een zakje voorgesneden juliennesoepgroenten uit uw grootwarenhuis

Breng water aan de kook voor de spaghetti. Zodra uw water kookt, gaan we van start.

00:00 Zet een tweede pan op het vuur en giet er een geut(je) olijfolie in.
00:15 Versnipper de ui(en) en gooi in de pan.
00:50 Schil de wortels (met een dunscheller dunschiller), hak ze fijn (zoals de ui)
01:30 Doe de broccoli in stukken of pak mangetouts uit hun verpakking of open het zakje groenten
02:00 Doe de spaghetti in het kokend water
02:10 Voeg de groenten toe in de pan; zorg dat het vuur niet te hoog staat
04:40 Roer in de groentenpan
07:10 Roer in de groentenpan
09:40 Voeg zout en peper toe en roer in de groentenpan
12:00 Draai beide vuren uit; giet de spaghetti af en verdeel over de borden
12:30 Verdeel de groenten over borden; klaar

Eh voila: een maaltijd met verse groenten. En neen, dat is geen fictie. De versie met mangetouts hebben we hier net met veel smaak verorberd.

(Wees niet bang die portie vlees eens over te slaan. En als u insisteert, doe dan geen olijfolie in de pan. Begin met het gehakt te bakken –zonder vetstof (niet te hoog dus, dat vuur)– en voeg pas daarna de ui en de rest toe. Reken drie-vier minuten extra.)

Melly’s bananenbrood

Ach, ik ben geen nieuwe man. Al kijk ik op tijd eens stond wel eens naar zo’n wijvenfilms, mijn voorkeur gaat eigenlijk nog net iets meer uit naar wijvenboekskes. Vaak staan er recepten in, en al zijn die niet altijd interessant om klaar te maken, de prentjes die erbij staan, maken vaak veel goed. In de Elle Eten (nr.1 2008) vond ik op pagina 83, in een piepklein kadertje naast een verheerlijking van de Amsterdamse Melly’s Cookie Bar, een recept voor bananenbrood.

Volgens het magazine maakt Guillermo Mellicovskty die cake nu al negen jaar op dezelfde manier. En volgens hun website kost de cake er 1,80 euro per plak, of 14 euro voor de hele cake. Maar of die dan zo groot is als wat we hier volgens dit recept klaarmaken, durf ik toch te betwijfelen. Misschien moet ik maar eens naar Amsterdam om het zelf uit te zoeken. Het is al járen geleden dat ik naar nog eens geweest ben, maar het zal tot na Seattle moeten wachten.

Benodigdheden

  • 300g tarwebloem (witte bloem dus)
  • 200g suiker
  • 240 ml zonnebloemolie
  • 3 eieren
  • 1 zakje bakpoeder
  • 2tl vanillesuiker
  • 3tl kaneel
  • 4 in plakjes gesneden bananen

Melly's bananenbrood Melly's bananenbrood

Op twee dagen tijd (zaterdag en zondag) heb ik deze cake al twee keer gemaakt –echter in twee variaties. Zaterdag had ik geen zonnebloemolie in huis, dus heb ik hem met gewone (gezouten) boter gemaakt. Tessa heeft echter zonnebloemolie meegbracht toen ze zaterdag toch de stad in trok, en zondag heb ik de cake dan met zonnebloemolie gemaakt. En er is wel degelijk een verschil.

Er is niet alleen een verschil in smaak, het doet ook heel raar om zo 240ml vetstof in een beker uit te meten, en dan te gebruiken. Boter ziet er gewoon anders uit, minder vet, terwijl zonnebloemolie eigenlijk gezonder is. Boter bestaat immers voornamelijk uit verzadigde vetten, en plantaardige oliën, zoals zonnebloemolie, bevatten grotendeels onverzadigde vetten en zijn daardoor ‘gezonder’. Beide varianten zijn evenwel heel lekker.

De eerste keer heb ik inderdaad vier bananen gebruikt, de tweede keer heb ik mij tot drie bananen beperkt. Ik vind de tweede versie beter, Henri vond de eerste versie beter. Ook de andere ingrediënten heb ik een beetje aangepast naar mijn eigen smaak. De ingrediënten voor het aangepast recept:

  • 300g tarwebloem (witte bloem dus)
  • 200g suiker, waarvan 2 zakjes vanillesuiker, 150g bruine suiker en de rest rietsuiker
  • 240 ml zonnebloemolie
  • 3 eieren
  • een half zakje bakpoeder
  • kaneel
  • speculooskruiden
  • 3 in plakjes gesneden (rijpe) bananen

(De bruine suiker die ik gebruik is kandijcassonade bruin van Candico.)

Zo gemaakt

Een recept stond er niet echt bij, in het kadertje. Meng de ingrediënten en bak ze in ongeveer een uur tijd in een oven van 180°C, zo werd vermeld. Niet goed.

Meng eerst de suiker met de vetstof. Indien u boter gebruikt, moet u die flink met de suiker(s) opkloppen; in het geval van de –vloeibare– zonnebloemolie is er van opkloppen niet echt sprake, maar mengt u alles gewoon goed door.

Voeg er dan de eierdooiers aan toe, en bewaar de eiwitten afzonderlijk. Snij de bananen in plakjes, en nijp ze eens goed samen in uw hand als u ze bij de suikermengeling voegt. Opnieuw goed roeren.

Meng in een andere kom de droge ingrediënten: de bloem met de specerijen en het bakpoeder. Klop de eiwitten in een derde kom flink stijf.

Verwarm de oven voor op 190°C.

Melly's bananenbrood Melly's bananenbrood

Voeg –beetje bij beetje (ongeveer in drie keer)– het bloemmengsel bij het suikermengsel, en meng dit goed. U bekomt een redelijk plakkerige en ’taaie’ mengeling. Als dit alles goed gemengd is, voegt u ook voorzichtig het opgeklopte eiwit toe. U zal zien dat het mengsel plots veel luchtiger wordt.

Giet het mengsel in een licht ingevette en met bloem bestoven vorm. Plaats de vorm in de oven en verminder de temperatuur naar 180°C.

Na ongeveer drie kwartier vermindert u de temperatuur naar 170°C; nog een kwartier later vermindert u de temperatuur tot 160°C.

In totaal heb ik de cake zo’n anderhalf uur laten bakken. De baktijd is ten dele ook afhankelijk van uw bakvorm. Ik gebruik mijn gewone springvorm, en die is eerder smal en hoog, waardoor het langer duurt eer ook het midden van de cake volledig gebakken is. Als uw bakvorm breed is, zal de laag beslag dunner zijn, en dus ook sneller gebakken worden. Om zeker te zijn dat uw cake klaar is, kan u steeds een brei- of brochettenaald in de cake steken. Als die er weer droog uitkomt, is de cake klaar. (De cake zal donker van kleur worden. Denk niet te snel dat ze aanbakt, de verkleuring is ook te wijten aan de bruine kandijsuiker.)

Laat afkoelen, en serveer. Let op, dit is echt geen lichte kost. Wij hadden er bovendien nog een portie slagroom bij, kwestie van maar meteen goed te kunnen zondigen. Ik loop het er wel af.

Smakelijk!

broodpudding

Ha! Een verzoekje. Mijn recept voor broodpudding. Niets zo gemakkelijk, en niets zo lekker. Ook Homarus heeft er een recept voor, en het bakboek van de boerinnenbond waarschijnlijk ook. Ik maak mijn pudding al langer dan ik een van beide boeken heb, maar ik kan mij niet herinneren van wie ik het heb gekregen. Bij ons in de familie was er altijd een soort van ‘strijd’ tussen de mensen die graag broodpudding eten, en de mensen die graag vlaai eten. Want vlaai is iets geheel anders. Tante Margriet uit Waasmunster had een goed recept voor vlaai, maar ik at vele keren liever de broodpudding van Tante Maria. Daar zat altijd een smaakske bij –zoals bij al haar desserts– en dat was een flinke scheut van één of andere alcoholhoudende drank. Mijn recept is zonder smaakske.

De benodigdheden staan (bijna) allemaal op de foto. Van links naar rechts geeft dat:

  • overschot van brood en andere deegwaren (koffiekoeken bijvoorbeeld); ongeveer 4-500g (ik doe dat uit de losse pols, maar speciaal voor dit recept heb ik het nagewogen)
  • drie zakskes vanillesuiker
  • kaneel
  • speculaaskruiden (optioneel)
  • 1 liter melk
  • koekskes –in dit geval speculoos, maar dat kan evengoed ‘overschot’ zijn van koekskes die ik zelf gebakken heb

broodpudding

Niet op de foto:

  • een beetje bakpoeder
  • een beetje bloem (niet altijd)
  • (optioneel) chocolade
  • (optioneel) ei
  • (optioneel) rozijnen

Breek het brood in stukken, verkruimel de koekskes, en voeg de andere droge ingrediënten in een kom (met uitzondering van de bloem). Als u er rozijntjes bij doet (doe ik normaal gezien altijd, maar ik had er geen in huis), voegt u ook die nu toe, zodat ze kunnen weken. Met chocolade wacht u nog wat.

broodpudding

Giet er vervolgens een liter melk over, en roer alles goed onder. Dek af, en laat een dik half uur rusten, zodat de melk goed door het brood wordt opgenomen. Dit is vooral van belang als er wat ouder, verdroogd brood tussen zit, waarbij het wat langer duurt eer het de melk heeft opgenomen.

Na een half uur, roert u alles nog eens goed door, en als het brood in een brokkerige pap is veranderd, dan is uw ‘deeg’ klaar. Indien niet, dan wacht u wat langer.

Soms voeg ik er ook een ei aan toe, en dan voeg ik dat er nu aan toe. Net zoals de chocolade (die zat er nu ook bij). Vooral rond pasen en sinterklaas verdwijnt er behoorlijk wat chocolade in de pudding.

Hebt u te weinig brood, of is het deeg nog al te vochtig, voeg dan gerust wat bloem aan het mengsel toe. Niet overdrijven, het deeg mag niet droog worden. trouwens als u te veel bloem toevoegt, dan krijgt de pudding een bloemsmaak.

Giet het mengsel in een springvorm.

broodpudding

De springvorm die ik gebruik komt van Kaiser, en heet La Forme. Ik vermeld dit expliciet, omdat ik verschrikkelijk tevreden ben van die springvorm. Hij is behoorlijk prijzig, maar fantastisch goed. (Er zit vijf jaar garantie op.)

Het ding heeft een (goede) anti-kleeflaag, en vooral: het is krasvrij. Echt waar. Ik heb die vorm nu al een paar maanden, die wordt minstens één keer per week gebruikt. Ik snij rechtstreeks met een gekarteld mes op die vorm, en daar is nog geen krasje op te zien. Ook schoonmaken is enorm gemakkelijk.

Erm, mja, ik kan het maar zeggen hé. Ik word niet betaald voor reclame noch ontvang ik enige andere gunsten van één of ander bedrijf dat rechtstreeks of onrechtstreeks iets met die bakvormen te maken heeft.

Allez, verwarm uw oven voor op 180°C.

broodpudding

Oeps, waar is de pudding. Ah juist, in de oven.

Nog een tip: verwarm uw oven altijd wat warmer voor dan de temperatuur die u nodig hebt. Ik heb mijn oven voorverwarmd op 200°C, en de temperatuur teruggedraaid naar 180 toen ik er de pudding in stak. De temperatuur zakt immers want (1) u opent de ovendeur en (2) u steekt een koud(er) iets in de oven.

Bak uw pudding in 45 minuten.

broodpudding

Bon, er zijn allemaal trucjes met breinaalden die ge in de pudding kunt steken om te zien of hij niet te veel kleeft (pas dan is hij zogezegd klaar), maar ik heb eigenlijk nog nooit een pudding langer dan 45 minuten in mijn oven gehad.

Wel belangrijk (maar moeilijk) is dit: haal uw pudding uit de oven, en laat hem minstens een uur (met de springvorm nog steeds gesloten) rusten. Een uur, jawel. Langer mag ook.

broodpudding

Verwijder de springvorm voorzichtig. Ga eventueel eerst met een lange dunne spatel (of een mes) rond aan de binnenkant van de vorm. Het resultaat is iets zoals op de foto hierboven.

De pudding zal waarschijnlijk nog niet volledig gekoeld zijn; laat die gerust eerst volledig afkoelen. En eigenlijk hé, eigenlijk moet de broodpudding koud zijn voor u hem kan (nee: mag) aansnijden.

broodpudding

Eenmaal aangesneden, is het hek van de dam. Dit langharig tuig wou graag een testen of de chocolade bij zo’n afgekoelde broodpudding nog genoeg gesmolten was.

(We zijn nu overigens 12 uur later –een tijdsperiode waarvan het grootste gedeelte slapend werd doorgebracht– en de pudding is reeds volledig op.)

broodpudding broodpudding

Smakelijk!

Mignon croustillant, carottes

Ergens, in een knipsel, was ik onlangs een recept tegengekomen voor varkenshaasje in een zoutdeegkorst. Maar toen ik dinsdag zo’n varkenshaasje van Bernard (de buurtslager) meebracht, zocht ik tevergeefs naar het blaadje met instructies. Vermoedelijk heb ik het tijdens een recente papiersorteerbui weggegooid. Geen nood, woensdag opende ik mijn befaamde vertaling Cochon & fils (Van het varken), alwaar ik op pagina 304 het recept Mignon croustillant, carottes (Knapperige mignon met worteltjes) vond. Mijn eindresultaat geleek in de verste verte niet op de foto die op pagina 305 staat afgebeeld. Lekker was het wel.

Benodigdheden

  • een varkenshaasje (één exemplaar, een kleine halve meter lang, was genoeg voor ons gedrieën)
  • een zestal middelgrote aardappelen
  • drie eieren
  • (verse) kruiden: bieslook en rozemarijn
  • drie (ultra-)dikke wortels
  • twee rode ajuinen

Mignon croustillant, carottes Mignon croustillant, carottes Mignon croustillant, carottes

Zo gemaakt

Breng een grote pot water aan de kook. Zet die pot op het vuur voor u aan de rest begint, want dat duurt een tijdje.

Kruid de varkenshaasjes met peper en zout, en bak ze goed bruin. (Varkenshaasjes, want ik heb het varkenshaasje eerst nog in twee gesneden, want in vond het een onhandelbaar groot stuk.)

Schil de aardappelen (optioneel, ik doe dat nooit –maar borstel ze wel natuurlijk), en rasp ze. Haal de blaadjes rozemarijn van de takken, en hak ze fijn, samen met de bieslook. Roer dat samen met de eieren door de geraspte aardappels. Voeg de eieren er stuk per stuk aan toe, zodat het mengsel niet te prakkerig wordt. Als twee eieren genoeg zijn, hoeft u vanzelfsprekend geen derde toe te voegen.

Wikkel de varkenshaasjes met de aardappelen in vershoudfolie. Gebruik vershoudfolie (die tegen kooktemperaturen kan), en geen zilverpapier/aluminiumfolie, zoals ik heb gedaan, want dan mislukt het gegarandeerd. Zorg dat de varkenshaasjes niet meer zichtbaar zijn door de aardappelen. Zorg er ook voor dat de rolletjes hermetisch afgesloten zijn (zodat er geen water kan in lekken). Kook dit nu gedurende een tiental minuten.

Mignon croustillant, carottes Mignon croustillant, carottes Mignon croustillant, carottes

Maak ondertussen de wortels klaar zoals u dat gewoon bent. Ik heb ze in ringetjes gesneden, net zoals de ajuin. Fruit de ui, voeg er de wortelen aan toe, en eventueel wat honing. En wat tijm –tijm is lekker bij honing en wortelen.

Haal de varkenshaasjes uit het water, laat even (denk: vijf à tien minuten, terwijl u zich nog wat met de wortelen bezig houdt) rusten. Haal dan de folie eraf, en bak ze bruin in een braadpan. (Gezien bij mij de aardappelen aan de aluminiumfolie bleven kleven, heb ik enkel de aardappelen nog eens krokant bijgebakken.) Snij het varkenshaasje in twee of drie stukken, en serveer er de worteltjes bij.

Smakelijk.
(Binnenkort probeer ik het zelf ook nog wel eens op de goede manier. En zo ziet u maar, het is niet omdat het gerecht anders uitdraait, dat het niet lekker zou zijn.)

brood is seks (*)

(Ziet ge, een suggestieve titel doet het altijd wel.)

Rond de jaarwisseling is mijn favoriete bloemfournisseur –die ik amper een maand voordien had ontdekt hoewel hij al x tiental jaren op die plaats was gevestigd en een reputatie genoot om ‘u’ tegen te zeggen (wat ik ook deed, ik ben van den uwen stempel die beleefdheid nog hoog in het vaandel draagt)– ermee opgehouden. Moeilijke bereikbaarheid was de belangrijkste reden die mij werd voorgehouden, en om de aanhoudend vraag van de klandizie tegemoet te komen, werd achter het vensterglas niet alleen een bericht van sluiting opgehangen, maar tevens een adres waar men zich nog deftige molenaars bloem kon aanschaffen. Dat adres bevond zich ergens in Evergem of –vreest niet, wij zijn van– Ertvelde.

In de rapte heb ik mij eind december nog 20 kilo tarwe trio en 20 kilo 8 granenbloem aangeschaft, zonder daarbij rekening te houden dat de gewone witte (tarwe trio) er veel sneller door vliegt dan de 8 granen. Zeker als ge plots ook koekskes begint te bakken. Och, ik kom zeker toe tot we naar Seattle vertrekken, had ik bij de aankoop gedacht, maar begin deze maand was mijn voorraad witte geslonken tot een een drietal kilo. Van die 8 granen had ik evenwel nog anderhalve zak, waarvan ik er ondertussen een volle aan mijn schoonvader –die ook brood bakt– heb meegegeven, kwestie dat die zak niet zal opraken voor we vertrekken, en hij er dus maar beter nu al het genot van kan hebben.

We zullen dat landelijk adres eens in Google steken, dacht ik, maar de combinatie molen+bloem of molen+meel bracht mij niet veel verder dan Levende Molens vzw, MOLENecho’s, Molenwacht, en een heus molenforum. Maar de molen die ik zocht, heb ik niet gevonden. (Ik kan natuurlijk ook gewoon nog eens langsgaan en het adres opschrijven.)

Het internet bezorgde mij evenwel Stavero en het Gents Bakkershuis. Omdat het niet eens zo veraf was, heb ik het Bakkershuis als eerste proefkonijn genomen. Ik ben ervan teruggekeerd met een koekjesmat in silicone, een grote zak maanzaad, een zakje chocoladedruppels (voor de koekjes), tien kilo extra tarwebloem en drie kilo Waldkorn. Bij het naar buiten gaan kreeg ik een klantenkaart én een A4’tje met een lijst van hun bloemsoorten.

De Waldkorn bakt perfect. Ik krijg een brood met dezelfde structuur als zou ik het bij de bakker kopen, maar laat dat nu net niet de bedoeling zijn. Het brood is heel mals, maar droogt echter sneller uit dan mijn ‘eigen’ brood. Mogelijks komt dat door de broodverbeteraar die erin zit vermengd (ik ben geen fan van broodverbeteraars). Op het lijstje dat ik heb meegekregen zie ik dat ze ook Cereform en Zwarte woud hebben, en daar zit geen verbeteraar bij, dus misschien probeer ik dat wel eens.

De gewone witte is totaal verschillend van het tarwe trio van Goethals. Veel wolliger en tegelijkertijd droger en grover aanvoelend, maar het bakt goed –ik heb wel minder water nodig voor dezelfde hoeveelheid bloem (dus zal het wel niet droger zijn).

Eind vorig jaar had ik nog overwogen om een kneedmachine aan te kopen, maar uiteindelijk ben ik blij dat we dat niet hebben gedaan. Ik houd er echt wel van om met mijn handen in dat deeg te zitten. Ondertussen voel ik bij het kneden al aan of het brood goed of minder goed gaat worden.

De ingrediënten voor de leest recente versie van mijn broodrecept(**): 300g witte bloem; 300g andere bloem (8 granen of Waldkorn); 300ml water; 25g gist; snuifje zout; kleiner snuifje suiker; 150g yoghurt.

(*) Die titel: ik ging nog iets zeggen over hoe een mengeling van water en bloem tot een soepel en zacht deeg kneden, echt wel iets erotisch heeft, maar u moet het zelf maar eens proberen. Het is heus niet moeilijk.

(**) gist in handwarm water oplossen, dat mengsel gieten bij 300g bloem + zout + suiker en roeren tot een papje; met bord afdekken en een uurtje laten staan; rest bijvoegen, flink kneden, terug in kom leggen, bord erop en een uurtje of twee laten staan; neerslaan, in bakvorm/op bakplaat leggen, in plastic zak steken en een anderhalf uurtje laten staan; 35 minuten in een voorverwarmde oven op 220°C

bah, slecht

Middageten tijdens het weekend is soms niet vanzelfsprekend. Waar ik aan het begin van de week mijn inkopen doe, blijven er aan het einde –tijdens dat weekend dus– hooguit nog wat restjes over. De diepvries heeft tegenwoordig ook al weinig te bieden –met het oog op langer ongebruik, schik ik het spul af te leggen, en om te vermijden dat heelder hopen diepgevroren voedsel dat zouden verhinderen, trachtten we de dieprvriesvakken zo leeg mogelijk te krijgen (en te houden).

Een ui in ringen gesneden, een tomaat in ringen gesneden (zegt men dat eigenlijk wel van tomaat), die vervolgens zachtjes gefruit in een pan, vier eieren bijgekruid, licht samengeklopt en erover gegoten. En terwijl dat op het gemak staat te garen, heb ik net tijd genoeg om mijn brood te kneden. Morgen moet er immers ook gegeten worden.

Ik geef Henri twee derden van de maaltijd, schep een derde op mijn bord, neem een hap, en zet de rest opzij voor Tessa die straks van haar UZ-rondes terugkomt.

“Eet ge niet alles op, papa?”, vraagt Henri verwonderd.

“Oh, ik bewaar gewoon een beetje voor mama straks. Als je het niet lekker vindt hoef je niet álles op te eten hoor jongen”, begrijp ik hem verkeerd.

“Papa,” kijkt hij me aan, “ik denk niet dat er ook maar één iemand is die uw eten niet lekker vindt.”

Is het geen schatje?

biscuits chocolat canelle

In Parijs kreeg ik van Tessa een klein boekje cadeau. Ik was al een tijdje aan het klagen over hoe moeilijk het precies was om een receptenboekje voor koekjes te vinden, en in één of andere Parijse librairie kwam ze met Petits Gâteaux aanzetten. Er staat o.a. een recept voor soezen en eclairs in, dat ik binnenkort eens wil proberen, maar deze biscuits chocolat canelle schreeuwden me onmiddellijk tegemoet.

biscuits chocolat canelle

Benodigdheden

  • 125 g boter op kamertemperatuur (zacht dus, maar niet gesmolten)
  • 115 g poedersuiker (heb ik niet, dus ik heb kristalsuiker gebruikt
  • 1 groot, licht losgeklopt, ei
  • een snuifje zout
  • een weinig vanille-extract
  • 220 g bloem (een deel van de bloem kan door maïszetmeel worden vervangen)
  • 30 g ongesuikerde cacaopoeder
  • een weinig bakpoeder
  • kaneel naar smaak

I.p.v. kaneel heb ik speculaaskruiden gebruikt (gekocht bij Vits-Staelens, Bij Sint-Jacobs).

Zo gemaakt

biscuits chocolat canelle biscuits chocolat canelle

Meng de suiker en de boter, en klop ze stevig door elkaar, zodat het mengsel wit wordt. Voeg er vervolgens het reeds lichtjes losgeklopt ei bij en wat vanille-extract, terwijl u alles goed ondereen blijft mengen. In een tweede kom mengt u de gezeefde bloem, de cacao, het bakpoeder en de kaneel (of speculaaskruiden).

biscuits chocolat canelle biscuits chocolat canelle

Voeg het bloemmengsel bij het botermengsel, en meng dat tot een soepel deeg. Plaats het deeg gedurende minstens een half uur in de koelkast. Ik heb de gewoonte om het deeg eerst op wat vershoudfolie te plaatsen, dat te sluiten, en dan met de hand plat te drukken.

Verwarm de over voor op 190°C.

Na een halfuurtje haalt u het deeg uit de koelkast, en plat het verder af tot zo’n halve centimeter dikte (nee, ik gebruik geen liniaal). Gezien het deeg wat nu opgesteven is, gaat dat platdrukken gemakkelijker met een deegrol (laat het deeg in de vershoudfolie).

biscuits chocolat canelle biscuits chocolat canelle

Nu het plezante werk: de vormpjes. De eerste keer dat ik de koekjes maakte, had ik er Henri’s naam in gesneden. Ik had het deeg evenwel te dik gelaten (bijna een volle centimeter, i.p.v. een halve), waardoor de letters een beetje dicht waren gebakken.

Deze keer heb ik gewoon ronde vormpjes met uitgeduwd.

Leg de gevormde koekjes op bakpapier, en zet ze maximaal 10 minuten in de oven. Let op, de baktijd is sterk afhankelijk van de dikte van de koekjes. Dunne koekjes moeten minder lang bakken.

biscuits chocolat canelle

De overschot heb ik platgeduwd tot een grote ronde en dikkere koek, die we daarna hebben verdeeld. De koekjes blijven een week goed in een luchtdichte container. Smakelijk.

beyond basics

Een tijdje geleden las ik in een of andere krant –waarschijnlijk de weekend editie– dat de nieuwste trend in food (trends klinken Engels of ze zouden meteen veel minder trendy zijn, weet u wel) een terugkeer naar de basis is. Niet zomaar een basis overigens, maar een naar herkomst aantoonbare basis. De boterham met vers geplette aardbeien waar Henri zo zot van is (en ik ook wel), kan nog net. Maar echte basis-adepten eten geen zuiver rundsvlees meer, maar Japans Wagyu of Spaanse Rubia. De basis is niet zomaar basic, maar beyond basics.

En ik was al zo verheugd dat mensen opnieuw meer zelf begonnen te koken. Of was dat ook een hype?

schuim op de lippen

Dat ik verslingerd ben aan koffie, dat wist u onderhand wel al. Liefst neem ik het brouwsel zwart, redelijk sterk, maar ook een goede cappuccino sla ik niet af. Ik heb een hekel aan de weense variant (met slagroom) al ben ik dan wel weer bijzonder tuk op het toefje (zeg maar: de toef) slagroom die bij de Mokabon op een afzonderlijk schaaltje wordt meegeserveerd.

Vanmiddag ging ik lunchen in de k.roes.l (het was de eerste keer niet, en het zal bij lange de laatste keer niet geweest zijn ook). Ik had al half beslist om eindelijk een dessert te proberen (warme appeltaart), maar na mijn boekweitpannenkoek –met witloof, broccoli en tomaat– was ik meer dan voldaan. Dus besloot ik enkel nog een koffie te nemen, en meteen –waarom niet– de cappuccino eens te proberen.

Op de cappuccino die onder mijn boek op tafel wordt geschoven, prijkt evenwel een enorme toren slagroom. Daar had hij me wel even voor mogen waarschuwen. Het kleine beetje ambetantigheid (nah, ik had er eigenlijk al zin in gekregen) verdween helemaal toen ik de eerste koffielepel schuim proefde. Dit was de lichtste slagroom die ik ooit al heb geproefd. Zo licht dat ik dacht dat het een mengsel was van eiwit en melkschuim. Er moest wel eiwit in zitten, want er was geen mogelijkheid dat opgeklopte melk zo stevig kon zijn. Maar neen, het was wel degelijk slagroom. Dezelfde room die ze in de keuken gebruiken, met bijna geen suiker, en een vetgehalte van slechts 20%. Lekker!

Mag ik van mijn verlangenlijstje schrappen:

  • Dirk: een tweede snelkoppelingsplaat voor mijn tripod. Ik was het beu telkens die plaat van mijn Hasselblad naar mijn Canon te moeten versteken, en voor 12 euro kunt ge niet sukkelen.
  • Rogge: twee room-/deeg-/spuitzakken (dúur: 4,50 euro ’t stuk); drie metalen spuiten: een 12, een 10 met karteltjes, en een 8; en een siliconen bakmat (koekvormpjes)
  • Vits-Staelens: vanille-essence

Jawel: morgen bak ik koekjes.