Het verlossende telefoontje kwam gisteren. Ik kon nog net de drang onderdrukken om de 23 blocks naar beneden te spurten, maar vooral het besef dat ik de 3,5 km nadien opnieuw moest opklimmen, bezweerden mij dat het al laat op de namiddag was, en dat ik er maar beter een nachtje kon laten over gaan. In mijn redenering was ik inderhaast vergeten dat er vanochtend een run op het programma stond, ik vrees dat er wat spierpijn ligt aan te komen.
Geheel in eerste-meistemming heb ik Henri vandaag dan maar vrijaf gegeven, en vanochtend trokken we –te voet zoals steeds– naar Photo-tronics. Henri had zijn rugzak-met-wieltjes meegenoen, omdat hij liever onmiddellijk daarna ook de boodschappen wou halen. “Anders moeten we eerst nog naar huis, en dat is een omweg.”
Meer dan 7 km hebben we gestapt –met een intermezzo (daarover meer in een volgende post)– en we waren dan ook totaal uitgeput toen we vanmiddag terug hier toekwamen. 386,95 USD armer, maar met een werkend toestel. (Als het nu nog eens kapot gaat, dan zou het wel eens kunnen dat ik de digitale fotowereld voor een tijdje vaarwel zeg.) Ik heb drie maanden garantie op de herstelling, dus ik zit al zeker goed voor de duur van ons verblijf hier.
“Papa,” spraak hij half verontwaardigd toen hij met met het fototoestel zag prutsen, “de eerst foto die je maakt zal er toch wel één van mij zijn, zeker?!” En hij nam onderstaande pose aan. (En dan die op de foto hierboven.)
Och, ik ben maar al te blij dat hij wil poseren. (Ja hij ziet wat bleekjes. Het was slecht en hard middaglicht. En we komen eigenlijk niet zoveel buiten, met al die regen hier.)