Schrijft Agnes Goyvaerts vandaag in De Morgen:
Een geval van struisvogelpolitiek
Ik was in Londen, de voorbije dagen. Ik had me voorgenomen om niet naar handtassen te kijken, maar uit professionele interesse doe je het dan toch. Gelukkig vind ik de meeste ‘It’-tassen lelijk. Potsierlijk groot, met al dat gefrons en die zware, vergulde sluitingen, als waren het plofkoffers. Het is niet aan mij besteed en dat is maar goed zo. Zo liep ik fluitend door Selfridge’s, tot ik ineens dacht, die daar, die zou me nog iets zeggen. Wit struisvogelleder (past bij mijn horlogebandje), eenvoudig van vorm, een beetje als mijn doordeweekse boodschappentas, en zonder bling. Even kijken wat dat moet kosten. Ik land meteen terug op aarde: 1.995 pond, snel omgerekend 2.890 euro of een kleine 120.000 frank. Euh? Zijn er mensen die dat kunnen betalen? Zijn er mensen die dat überhaupt willen betalen? Jazeker. Maar zijn we dan nog wel goed bezig?
Euh? Goyvaerts is ‘lifestylejournaliste’, die zich bezig houdt met het schrijven over luxe-artikelen. Luxe-artikelen, zaken die je dus pas koopt nadat je eerst je zuurverdiende geld hebt uitgegeven aan levensnoodzakelijke dingen zoals voedsel, tandpasta en wc-papier. Luxe-artikelen zijn per definitie duur en overbodig. (Pleonasme, heet de stijlfiguur waar u naar zocht.)
Er zijn ook échte doordeweekse handtassen te koop voor pakweg 8 euro of een kleine 400 frank. Echt wel. Als u serieus goed bezig wil zijn, schrijf dan over de goedkope zaken in uw column, in plaats van de dure. Schrijf over de kringloopwinkels, over rommelmarkten, over betaalbaar design i.p.v. een forum te bieden aan hyper-dure zaken. Niet dat ik daar iets tegen heb overigens, maar wel tegen de schijnbare noodzaak om daar achteraf hypocriet over te gaan doen. Want ik heb geen nood aan een fashionista die een sociaal geweten pretendeert. Dat is overbodige luxe.