net geen twee weken

Het was net geen twee weken geleden dat ik nog eens gelopen had. Geveld door verkoudheid, griep en migraine, had ik de raad uit de boekskes ter harte genomen, en gerust. Nu ja, niet gelopen. Ge kunt u niet voorstellen hoe content ik was vanochtend toen ik eindelijk terug de loopschoenen aantrok.

Veel te hevig gestart natuurlijk, met een *glups* gemiddelde hartslag van 171 bpm (waar die twee weken geleden eerder 150-155bpm bedroeg). Niettemin herpakken we ons kalm, en ik neem mij al voor om vrijdag heel rustig te joggen.

Oh, terwijl u dit toch leest, klik even door naar de KUL om er hun Vragenlijst Loopsport in te vullen. (Ik had het eerder al gezien bij Yptucide –en meteen ingevuld– en ondertussen leest u het ook bij Dikkie).

opzij

Ferm aangenaam, dat lopen. Niet dat ik vandaag de weergoden al heb getrotseerd –ik mag ondertussen al wel een beetje gehard zijn, maar om nu meteen in vriesregen te gaan lopen vond ik dan net van het goede een beetje te veel. Maar het doet deugd, wolkjes adem voortstuwend door de kou, de ene voet voor de andere, met de gedachten precies waar ge ze hebben wilt. Het is al een hele tijd dat ik zonder muziek loop overigens –dat leidt af, zowel de gedachten als het ritme van de loop.

Het gaat ook sneller al, een beetje toch, en de afstanden worden langer. Van 5’30”/km gemiddeld naar bijna 5’/km, van 5 km naar 15 km –en ik ben nog maar deftig bezig sinds juni, een mens zou van minder content zijn. Het duurt gemiddeld twee jaar voor uw (loop)conditie een beetje op peil is om vorderingen te maken, en weet ge wat? Ik heb tijd zat.

Met de fotografie lijkt het ook in orde te komen, de 5D komt terug, ik (her)ontdek de analoge wereld, en ook daar begin ik de zaken een beetje door te krijgen. Dat is met vallen en opstaan, met soms een ganse filmrol waar geen half deftige foto op te ontdekken valt, met idote fouten zoals dat betaamt, maar ook dat gaat gestaag vooruit. En ik heb tijd zat.

En dan de muziek! Ik kan weer luisteren, en als ik niet vergeet mijn ticket te bestellen, ga ik volgende week voor de eerste keer in lange tijd opnieuw naar een klassiek concert. En er is de jazz waar ik ook al (langzaam) in groei, en het gevoel blijf hebben dat ik leer en ontdek. En ik héb tijd zat.

Soms schaam ik mij wel, omdat ik het zo goed heb. Niet dat het allemáál van een leien dakje loopt, maar ik heb het gevoel dat ik mij mag ontplooien, en niet dat ik móet leven. I’m out of the rat race, niets moet en alles mag, en het is fantastisch om te zien waar mensen zich druk om kunnen maken. Zonder leedvermaak, maar met diezelfde verwonderde blik die ik (nu) herken in Henri’s ogen.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=EpsU_VgxV60&rel=1]

Ach vergeef mij, ik wil mij echt niet verkneukelen (en ik hoop dat u dat er ook niet in hebt gelezen). Maar het was een tijd geleden dat ik mij nog zo fantastisch had gevoeld. (En zo beschaamd daarover –maar interpreteer dat maar positief. Dat doe ik ook.)

you’ve been challenged

Het leuke aan een community zoals Nike+ is dat je er ook kan meedoen aan ‘wedlopen’. Zo doe ik momenteel mee in de 17 Provinciënstrijd der lage landen (voor de naam alleen al zou ik het doen) en de Nederland-België (Belgique) herfstkampioenschap.

Onlangs kreeg ik een nieuwe challenge in mijn inbox. Een uitdaging om mee te doen aan de Europe countries teams: Team with most kilometres over 365 days. Wijs. Tot ik wil deelnemen aan de uitdaging en onder join challenge de volgende landen zie: benelux, Spain, France, Italy, Germany, Scandinavia, Greece, Rest of europe, Eastern europe, UK.

Run for your own country staat er bovendien nog bij. Komaan, voor een wedstrijd die een jaar duurt kunnen we toch wel meer landen opnemen? Als we 17 provinciën in de lage landen kunnen vermelden, kunnen de Belgen toch wel zonder de Nederlanders of de Luxemburgers lopen in een Europese landenmatch? Doen!

herfst

“W of B”, vroeg ik vanochtend toen we opstonden. Twee paar ogen keken vragend terug. “Het zal waarschijnlijk weer heel mooi zijn om rond de Blaarmeersen te lopen, met al die mist’, legde ik uit. “En als we er lang genoeg over doen, zien we hem waarschijnlijk geleidelijk wegtrekken.”

Het eerste rondje, waartijdens Tessa en Henri respectievelijk meeliepen en -fietsten, volstond niet natuurlijk, maar een tweede wel, en tegen de tijd dat ik dat had afgelegd voelde ik me zo goed, dat ik maar aan een derde ben begonnen. De juffrouw met het vuurrode herfsthaar en het van inspanning gelijkgekleurde gezicht, die mij wel drie of vier keer in tegengestelde richting is gepasseerd, glimlachte bij onze laatste ontmoeting voorwaar even breed als ik zelf. (Al wist ze toen niet dat het onze laatste ontmoeting was, dus daaraan kan het niet gelegen hebben –ben ik u even voor.)

De zon die door de takken verstrooid op het looppad werd geworpen, het zeldzame groen dat al vlug in bruin en rood en allerlei tinten daartussen overgaat, de kilte die niet koud is, de mist die voor de warmte plaats maakt, en de rijp die van het schaarse bladerdak in dikke trage droppen op de paddestoelen valt. Het is herfst, een echt seizoen, en ik heb er veertien kilometer van genoten.

ik loop graag met u

“Ik loop graag met u”, klonk het spontaan als een liefdesverklaring, zondagochtend.

Tessa tracht al een tijd met lopen te beginnen via het start to run-programma. Nu ja, beginnen: ondertussen kan ze al dertig minuten voluit lopen. Niet echt vanzelfsprekend als je aan luchtwegaandoeningen lijdt, en eigenlijk maar maximaal twee keer per week (lees: eerder één keer) kan trainen.

Sinds ze die dertig minuten aan kan, lopen we de zondag samen. Goed voor een toertje rond de Blaarmeersen, op een rustig tempo, zodat ik meteen ook mijn onvermijdelijke neiging tot overtrainen een beetje in de hand kan houden. Het is een half uur pure tijd voor ons, om te praten en te puffen en tot spontane uitspraken te komen. Ik kijk altijd uit naar mijn volgende training, maar al helemaal naar die op zondag.

rond de blaarmeersen

Loopt gij eigenlijk nog wel, Bruno? We horen daar de laatste tijd niet veel meer over, en we lezen alleen maar dat ge het druk hebt.

Ewel, ik volg nog steeds mijn zelfde schema: vier keer per week ga ik lopen, op ma, wo, vr, en zo. Minstens twee keer per week loop ik een afstand van 10km, de andere keren is het er 5 of 7. Vooruitgang is traag, al merk ik dat mijn pols een paar tikjes durft te zakken als ik mijzelfde snelheid aanhoud.

Het 10km parcours vind ik eigenlijk het leukste. Na een korte opwarming van een kilometer of twee, ga ik twee keer de Blaarmeersen rond. De eerste keer redelijk kalm (hartslag onder 160bpm), de tweede keer op een hoger tempo. En, dat wil lukken, vandaag heb ik net mijn record gebroken. Rond de Blaarmeersen in net geen kwartier (14’58”) met een hartslag –tijdens die ronde– van gemiddeld 170bpm.

De volledige 10km heb ik afgelegd in 52’28”, dat is inclusief warming up en cool down, met een gemiddelde hartslag van 162bpm. (Bij een rustiger training zit het gemiddelde rond de 155bpm.)

We gaan Beter trainen met de hartslagmeter (Paul Van Den Bosch) eens goed doornemen, en stilletjesaan eens een wat gefundeerder trainingsschema opstellen.

vanalles wat

Er werd eerst half afgesproken tijdens Jazz in ’t Park (dat morgen overigens herbegint), en vanochtend werd het bevestigd: vanmiddag hebben we (Henri en ikzelf) gelunched met Opa T. In de Progrès vanzelfsprekend, en in het verder charmante gezelschap van A. en B. Vier stoverijtjes, en een steak voor de jongeheer.

Een lekkere stoverij-met-frieten, én een heerlijk malse steak voor Henri –ik heb zijn vlees voorgesneden en daarbij vanzelfsprekend ook voorgeproefd! De mayonaise heb ik overgeslaan, maar ik heb wel van de pickles geproefd die onder zachte dwang van Opa T. alsnog op tafel werden gebracht –anders gelooft hij (onderwijl druk naar mij wijzend) weer niet dat er wel degelijk pickles op het menu stonden.

harry potter overdoseAchteraf ging elk zijn weg, wat wil zeggen dat wij nog gauw even de mokabon binnenstapten voor koffie en een gróót glas melk (en een ijsje en nog een koffie –ssst). En om onze buit te overlopen. Henri heeft gisteren namelijk boek twee van Harry Potter zowat in één ruk uitgelezen Ik heb hem gezegd dat hij eerst vijftig bladzijden in een leesboek moet lezen voor hij aan een Donald Duck of een Jommeke mag beginnen, en sindsdien heeft hij al drie leesboeken verslonden. Gisteren was evenwel overdaad –“ik zou willen stoppen, maar ik kan niet want het is zo spannend”. Hij heeft er dan ook de ganse nacht over gedroomd, en ons twee keer uit bed gehaald (telkens hij er zelf wakker van werd).

Maar goed, vandaag zijn we dus deel drie gaan halen, in de Standaard Boekhandel (ge denkt toch niet dat ik de Fnac nog binnenstap), en daar begint hij dan morgen in te lezen (op Jazz in ’t Park inderdaad). Binnenstappen in die Standaard Boekhandel is een kleine ramp voor mij, want strategisch vlakbij de kassa’s geplaatst, bevinden zich de sportboeken. Wij hebben dus meegebracht: Harry Potter III, Marathonloper (Abdelkader Benali), Beter trainen met de hartslagmeter (Paul Van Den Bosch), en Groot handboek lopen (Herbert Steffny). We gaan weer bijleren.

En dan zou ik nog niet iets over fotografie (en mijn motor) ook willen vertellen, maar ik moet nog een aankondiging schrijven voor Het Project, en straks komt mijn boekhouder. ’t Zal voor een volgende keer zijn.

‘grmbl’ en ‘juij’

Toen ik vanochtend om 7u30 de deur wou uitstuiven, weigerde mijn iPod deel uit te maken van mijn tweedagelijkse looptraining. Verwoede pogingen om het ding –dat even daarvoor nog mooi werkte– leven in te blazen, haalden niets uit. Dus heb ik mijn Suunto GPSpod opgediept, en ben ik dik twintig minuten later dan voorzien vertrokken.

Amper acht minuten later trachtte een fietser mij van de baan te rijden –vraag mij niet waarom, ik heb het mij ook niet afgevraagd– wat mij een adrenalineshot bezorgde waardoor ik onverwacht in een iets hoger tempo terecht kwam. Resultaat: mijn tocht ronde de Watersportbaan en de Blaarmeersen (goed voor 12 kilometer) heb ik in minder dan een uur afgelegd –59’50” om precies te zijn. Een persoonlijk record, want ik had er tot dan toe telkens minstens vijf tot tien minuten langer over gedaan (met een iets lagere hartslag, dat wel).

(De iPod heb ik ondertussen opnieuw aan de praat gekregen, maar de statistieken staan dus niet bij de rest op Nike+)

relatief

Een bijwerking van mijn loopavontuur, is dat ik nu voorwaar durf stil te staan bij het sportgedeelte in de krant. Al moet ik mijn schoonvader ontgoochelen, ik ben er nog steeds van overtuigd dat Joop Zoetemelk meespurt in de Tour, en dat Jan Ceulemans spits is bij Brugge –Club, niet Cercle.

Maar zo weet ik nu wel dat (volgens Hans Vandeweghe in DM) een honderdste seconde gelijk staat met negen centimeter –op de 100 meter althans. En dat de afstand tussen Kim Gevaert (vijfde) en Torri Edwards (vierde) minder dan dat bedroeg. En dat Veerle Dejaeghere naar eigen zeggen niet te hard van start is gegaan op de 3.000 meter steeple. “3.10 per kilometer of zo.”

Mijn hartslag schiet mooi voorbij de 160 als ik sneller dan 4.59 per kilometer loop. Of zo.