Nog even over sport, ja. En ik ben er mij bewust van dat ik dingen schrijf die door (ervaren) sporters mogelijks hoofdschuddend worden gelezen. Lopen is nieuw voor mij, en ik wil niet doen alsof ik het warm water heb uitgevonden. Maar ondanks alle hype die er momenteel –nog steeds– over lopen bestaat, vond ik het niet evident om aan informatie over looptrainingen te geraken. Schema’s van beginner tot 5k of 10k zijn er met hopen op het internet of in de informatiebrochures te vinden, maar waar je nu precies op moet letten tijdens het trainen, en hoe lang je jezelf maar beter als beginner beschouwt, wordt er niet bij vermeld.
Luister naar je lichaam, lees je overal, maar hoe kan je in godsnaam naar iets luisteren dat je niet kent. Of anders gezegd, gesteld dat je hoort dat er iets wordt gezegd, hoe kan je het interpreteren? Ik heb een paar weken getraind met een hartslag die veel te hoog lag, en het enige wat mijn lichaam me vertelde, was dat het aan het einde van de training vermoeid was. De recuperatie kwam –volgens mijn interpretatie– snel genoeg, maar kennelijk was ik toch verkeerd bezig. Train als beginner niet te hevig, wordt je vanop de zijlijn toegeschreeuwd. Maar wat is te hevig?
Hele hopen internetsites heb ik erop nageslaan, en twee boeken –die alom werden aangeprezen– heb ik uitgelezen. Maar zowel Loop! van Mieke Boeckx als het gelijknamige boek van Gerard Nijboer en Kees Koman handelen over het belang van voeding en kledij en hartslagmeters en zones en stretchen en krachttraining, maar er is –op die standaard trainingsschema’s na– niks in terug te vinden over hoe je nu best aan zo’n loopcarrière begint. Langzaam aan (hier zijn we weer), maar wat betekent dat in godsnaam.
Gisteren vond ik dan in De Slegte het boek Ren je fit, een vertaling van Jamie Bairds Running Fit. Ondertussen heb ik het uitgelezen, en ik kan het aan iedereen aanraden (te koop in de kelderverdieping van De Slegte voor iets meer dan 5 €). Het bevat de standaard uitleg over voeding en stretchen en krachttraining (deze keer met duidelijke foto’s, en oefeningen waarvoor je niet naar de gym hoeft), maar tevens de broodnodige uitleg over hoe je je conditie –en daarmee gelijktijdig je training– opbouwt.
Vandaag heb ik dus de raad van Mike, Bru, Gryzo, en Jamie Baird opgevolgd. De Suunto t3 is daarbij een fantastisch werkinstrument (ongetwijfeld net zoals hartslagmeters van andere merken met dezelfde functies). Ik heb de HR limits ingesteld tussen 140 en 155 bpm, wat mij in het aerobe gedeelte van de training moet houden. Het toestel piept wanneer de onder- of bovengrens wordt overschreden, zodat je meteen weet of je sneller dan wel trager moet lopen. En kijk, mijn gemiddelde hartslag is plots maar 151 bpm meer (met een piek van 156). Ik heb in 32 minuten 5,66 km gelopen aan een gemiddelde snelheid van 10,5 km/u. Aan het einde voelde mijn lichaam alsof ik nog een hele tijd kon doorgaan, maar ook de duur van je runs bouw je beter geleidelijk op.
In elk geval ben ik al een stuk verder op weg. Bedankt voor tips, en als u er meer hebt, laat ze gerust komen.