Zeg je neen tegen een paar duizend euro? Maar misschien is dat wel het antwoord en ben ik nog op zoek naar een geschikte vraag.
Voor mij was het al langer een uitgemaakte zaak: als men mij aanbiedt mijn contract te verlengen, dan bedank ik vriendelijk maar beslist het aanbod. Ondertussen heeft de werkgever zelf al laten weten dat het contract niet wordt verlengd, om reden van herstructurering. De taken die ik uitoefen, zullen worden verdeeld over een aantal externe bedrijven. Per 6 juni mag ik het bedrijf verlaten, de rest van mijn contract hoef ik niet te vervullen gezien ik nog 31 vakantiedagen heb ‘liggen’, en de rest krijg ik er gratis bij zodat ik naar nieuw werk kan zoeken.
Vriendelijk, ware het niet dat (bijna) iedereen iets over het hoofd heeft gezien.
“Bruno, tu devrais voir S.M. Elle est au troisième. Tu ne devrais pas te contenter de ce que le management veut t’offrir. Tu devrais insister sur tes droits.”
(Ik werk bij een soort overkoepelende vakbondsorganisatie, had ik dat al vermeld?)
S.M. sprak Nederlands: “De wet is duidelijk in uw geval. Als u langer twee jaar ononderbroken voor dezelfde werkgever werkt, en niet ter vervanging van iemand anders, dan beschikt u de facto over een vast contract van onbepaalde duur. En moet u dus ook een navenante opzegtermijn of -vergoeding krijgen.”
De formule Claeys leert mij dat ik recht heb op zo’n vijf maanden opzeg. Mijn werkgever heeft mij van de beslissing –mijn contract niet te verlengen– op de hoogte gebracht door een brief op mijn toetsenbord achter te laten. Rekening houdend met het feit dat ik eigenlijk een vast contract heb, is de werkgever wettelijk gezien al in de fout gegaan. Ontslag –want dat is het nu geworden– dient met aangetekende brief of per deurwaardersexploot te gebeuren.
Wanneer het ontslag niet volgens de wettelijke regels is gebeurd, dan is het ontslag met vergoeding van toepassing, zo vertelt mij de site van het ACV (Algemene regels inzake opzegging, onderaan de pagina). Dat betekent dat ik protest aanteken tegen de manier waarop mijn werkgever mijn ontslag wenst te regelen, en een opzegvergoeding kan eisen voor mijn resterende vakantiedagen, en de rest van de opzegtermijn.
Verder is er het geval van werkgevers die de intentie hadden over te gaan tot ontslag met (gepresteerde) opzeggingstermijn, maar de wettelijke regels in dat verband niet hebben nageleefd: de kennisgeving van de opzegging gebeurde niet bij aangetekende brief, de brief vermeldt de duur van de opzeggingstermijn niet, enz. […]
De verbrekingsvergoeding stemt overeen met het loon dat is verschuldigd voor de duur van de normale opzeggingstermijn. Een voorbeeld: indien je recht had op een opzeggingstermijn van drie maanden, dan kan je, indien geen (geldige) opzegging is betekend, aanspraak maken op een vergoeding die overeenstemt met drie maanden loon […]
Even had ik gevreesd dat mijn werkgever kon eisen dat ik de opzegtermijn zou ‘uitzitten’, maar bovenstaande toont aan dat zulks niet (noodzakelijk) het geval is. Rest de vraag of de werkgever dat zal betwisten, ik daarvoor dus een advocaat in de arm zou moeten nemen, en of het mij dat allemaal wel waard is. Zou dat (laatste) de juiste vraag zijn?
(Voeg daaraan toe dat ik niet graag profiteer –ik geloof niet in een rechtenmaatschappij— en mijn dilemma wordt alleen maar groter. U kan die vraag over dat dilemma overigens enkel beantwoorden als u de hele situatie en voorgeschiedenis kent –maar ik mag doodvallen eer ik die op het internet zet.)