objectief bekeken

Het is goed om u kritisch op te stellen tegen berichtgeving. Twee, bij voorkeur zelfs drie, onafhankelijke bronnen brengen u dichter bij de waarheid. Ga er evenwel nooit van uit dat u op een conventionele manier –via de traditionele media bijvoorbeeld– tot de waarheid zult komen.

Bloggers zijn geen journalisten. Ga er niet van uit dat een blogger objectiviteit nastreeft. Indachte bovenstaande paragraaf: ga er niet zomaar van uit dat een ‘echte’ journalist objectief is.

Ook Het Project is in eerste instantie een weblog, en niemand van de medewerkers hoeft ermee in te zitten, laat staan zich te schamen, voor zijn of haar subjectiviteit. Gentblogt is drie jaar geleden begonnen als weblog door een aantal mensen die gepassioneerd zijn door Gent. Passie veegt per definitie de vloer aan met objectiviteit, en ik zie niet in wat daar problematisch of verkeerd aan zou zijn. Noch Gentblogt als geheel, noch elk lid van redactie als individu, claimt objectiviteit.

Meer zelfs, Gentblogt haalt zijn kracht uit de passie van de medewerkers en de manier waarop ze hun onderwerp op een persoonlijke manier benaderen. Net daar bevindt zich een groot verschil met de traditionele media die, gebonden door allerlei criteria –zoals die vermeende objectiviteit en de noodzaak aan reclame-inkomsten– zich op allerlei manieren kunnen beknot voelen.

Gentblogt is totaal onafhankelijk. Dat betekent dat de medewerkers aan niemand, die aan de redactie vreemd is (en dan nog), rekenschap hoeven af te leggen over de stukken die zij willen gepubliceerd zien. De medewerkers zijn onbezoldigd, waardoor we meteen ook kunnen voorbij gaan aan de nood tot inkomsten (geen reclame of subsidies) en de afhankelijkheid daarvan. De redactie streeft een zekere vorm van feitelijkheid na, maar kleurt de interpretatie van die feiten geheel in naar eigen goeddunken.

En daar is nog nooit een geheim van gemaakt.

fijn feestje

Maar mensen was dat een plezant verjaardagsfeest. Het Project is een gemeenschap van allemaal mensen die de website draaiende houden, van schrijvers over fotografen, organisatoren, commentatoren en trouwe bezoekers tot sympathisanten, en ik had zo de indruk dat iederéen zich gisteren wreed geamuseerd heeft.

Wij lagen om half vijf vanochtend in ons bed, en om half negen waren we er al opnieuw uit. Fris als een hoentje, maar daar schiet nu niet veel meer van over. Bedankt aan iedereen die op de uitnodiging is ingegaan, het was heel aangenaam jullie (nog eens) te zien! Jullie hebben er een fijn feestje van gemaakt.

(Tijd voor ons schoonheidsslaapje.)

hoogstpersoonlijke uitnodiging

Gentblogt Feest op 15 februariMijn excuses. Ik ben slecht in sociale toestanden waarvoor ik zelf moet uitnodigen. Hm. Who am I kidding? Ik ben slecht in sociale toestanden.

Edoch, Gentblogt Feest! Het Project viert zijn (haar?) derde verjaardag en, ik zal het maar toegeven, het Groots Feest zou hetzelfde niet zijn zonder u erbij. Serieus. Ik zou u dolraag (nog) eens zien, al is de kans alweer niet onbestaande dat ik met mijn vol tanden blijf staan terwijl u aanhoudende pogingen onderneemt om een conversatie gaande te krijgen.

Euh.

Wacht. Niet echt motiverend zeker? Heb ik al gezegd dat ik slecht ben in sociale toestanden?

Maar kijk, mijn madam zal er ook zijn, en die is dokter doctor, en die weet altijd wel wat te vertellen! En ik zou u echt graag (nog) eens zien.

En als dat niet volstaat, dan is er nog de voltallige –en bevallige– Gentblogt ploeg en met grote zekerheid zijn er ook veel vrienden! En als dat nog niet volstaat, dan is er de locatie! Het Feest vindt plaats in Au Bain, met zicht op Gent en het zwembad Van Eyck! En om middernacht zijn er frieten. In een puntzak. En er is een DJ!

De toegang? Die is Geheel Gratis!

Gentblogt Feest op vrijdag 15 februari vanaf 20u30 in Au Bain (boven zwembad Van Eyck).

U komt toch ook?!

gemis. of net niet (iv)

Het tweede Grote Evenement in Parijs beleefde Henri op dinsdag. We hadden ’s ochtends een dagticket voor de metro gekocht, en toen het donker begon te worden, vonden we dat we nog niet genoeg waar voor ons geld hadden gekregen. Zo’n dagticket kost toch wat geld, en als je niet minstens drie ritten maakt, kon je beter individuele tickets (of een carnet van tien) gekocht hebben. Dus gingen we naar de Arc de Triomphe.

De Arc bevindt zich op de Place Charles de Gaulle – Étoille, waar alle grote invalswegen van Parijs samenkomen. Eén daarvan is de Avenue des Champs Elysées. Ik was juiste locatie even vergeten, en in plaats van aan l’Étoille uit te stappen, reden we door naar La Défense, waar zich la Grande Arche bevindt. Dat ligt allemaal op de axe historique, vertrekkende van het Louvre en (voorlopig) eindigend in La Défense.

Vanuit de wagon in de metro tot boven is het een hele klim. Henri was eigenlijk vreselijk vermoeid, en had vooral zin om terug naar het hotel te keren. Elke trap werd met tegenzin genomen, tot we uit de metro op het plein vlak voor de Grande Arche stapten. In één klap kwam al zijn energie terug, rende hij het plein op, eerst weg van de Arche, en vervolgens als een vliegtuig met zijn armen gespreid, de trappen op naar het tentzeil onder de boog. Het enige wat hem deed stoppen was een stevige “niet lopen op de trappen!” die mogelijks tot aan de Champs Elysées hoorbaar was.

Grande Arche

(Yashica-Mat, 80mm f/3.5, Fujicolor Pro400H, 400 ASA)

Boven toonde ik hem in de verte de Arc de Triomphe, en na eerst vruchteloos te hebben gevraagd om het geld neer te tellen om de Arche met de lift te bestijgen, insisteerde hij de weg naar de Arc te voet verder te zetten. Eén metrostop verder hebben we hem uiteindelijk toch gedwongen om opnieuw ondergronds te gaan, iets waar hij alleen maar bereid was in toe te stemmen op voorwaarde dat we toch wel honderd procent zeker bij de Arc terug bovengronds zouden komen. De Champs Elysées zelf hebben we wijselijk bewaard voor een ander moment.

todo

“Ge zijt een chaoot”, vertelde iemand mij een tijd geleden. Het is een citaat dat ik nog wel een paar keer zal aanhalen, want het klopt wel: ik ben allesbehalve georganiseerd. Als het verder dan een paar dagen in de toekomst is gepland, dan weet ik begod niet dat het moet gebeuren. Vandaar dat ik hier regelmatig eens zo’n todo lijstje post. (GTD is aan mij niet besteed, vrees ik.)

Eens zien, in chronologie van uitvoeren, ben ik aan het volgende toe: (1) highlights van de persco van vrijdag op De Lijst smijten; (2) mijn bureau opruimen; (3) review + foto’s Mâäk’s Spirit; (4) mensen uitnodigen voor vrijdag en er iets over posten op dit weblog; (5) vrijkaarten aanvragen voor mensen van Het Project (incl. mijzelve); (6) een blauw briefke tekenen en in een brievenbus gaan steken; (7) beginnen aan het ontwerp voor de website van BS; (8) verder doen aan 9000; (9) wo 13/02 naar t-unit 7 gaan luisteren en achteraf bespreken; (10) die personal finance software voor mac implementeren (ik ben er al uit wat het wordt, denk ik); (11) feest vrijdag; (12) fotoshoot met BS

…en (een paar keer) gaan lopen natuurlijk.

Daar, dat is meteen al overzichtelijker zie.

Mintzkov

Mintzkov

(Canon EOS 5D, EF 70-200mm f/2.8L IS USM @70mm, f/2.8, 1/60s, 1000 ASA)

Toen ik las dat Mintzkov naar de Vooruit kwam, had ik meteen “Dit wil ik zien” aangeklikt op mijn kalender. Dat The Go Find in het voorprogramma zat, maakte het alleen nog maar beter. Wegens vaderschap werd het voorprogramma gewijzigd naar General Mindy, maar dat mocht de pret van de main act niet drukken.

Josie was er ook bij (en Dimi), en zij pende volgend verslag neer voor Het Project: Mintzkov @ Vooruit.

Mintzkov Mintzkov

gemis. of net niet (iii)

Wat ik wreedaardig heb gemist in Parijs is mijn Hasselblad (en mijn tripod). Wat meteen ook al het probleem ten dele oplost van “wat pak ik mee naar Seattle qua fotodinges?” Die Yashica is wel leutig, en compacter dan de ‘blad, maar ondertussen ben ik al vertrouwder met die Hasselblad in mijn handen dan dat leuke doosje. (De lenskwaliteit scheelt een pak, dat ook natuurlijk.)

Op onze laatste dag in Parijs zijn we in de Boulevard Beaumarchais verzeild geraakt. Niet alleen is dat de straat van de Harley Davidson, Buell en Triumph dealer(s), maar aan de overkant daarvan bevinden zich drie winkels: La Maison du Leica, Le Moyen Format en Le Grand Format. (Gans die Boulevard Beaumarchais is overigens bekend voor de fotowinkels.)

Een paar voorbijgangers keken raar op toen ik er, aan de etalage van Le Grand Format, voor Tessa, Henri en oma N. de geneugten van de tilt en shift voor de architecturale fotografie uit de doeken stond de doen. Toen ik er eindelijk in slaagde mijn ogen van de toestellen weg te halen en we in de metro onderdoken om onze reis richting Belville (en middagmaal) verder te zetten, zag ik nog net de gerant met emmer en zeemvel de winkel uit stappen om mijn kwijl van zijn vitrines af te wassen. (Wat wilt ge, ze hadden er zelfs een 203FE, en een Linhof Master Technika 3000 en een pak andere groot formaat goodies.)

gemis. of net niet (ii)

la tour eiffel

(Yashica-Mat, 80mm f/3.5, Fujicolor Pro400H, 400 ASA)

La Tour Eiffel was hét monument waarvoor Henri naar Parijs was gekomen. Op zijn kamer prijkt nu een schaalmodel van de Eiffeltoren in drie verschillende stadia van opbouw. Dinsdag is hij met zijn oma N. met de lift tot de tweede verdieping gegaan –de derde was gesloten wegens hevige rukwinden– alwaar hij een “toch wel schitterend” zicht op Parijs had.

gemis. of net niet (i)

Het zal lang geleden zijn dat ik nog eens vier-vijf dagen zonder internet zat. Vrijdagavond heb ik nog gauw alle postjes klaar gezet die hier de laatste dagen zijn verschenen, en zaterdagochtend –veel vroeger dan ingeschat– zijn we met de trein naar Parijs vertrokken. Toen ik vanochtend mijn inbox opentrok zaten daar een duizendtal mails op mij te wachten, waarvan een dikke vierhonderd spam, en goede vijfhonderd van de interne Lijst van Het Project (à ratio van 100 per dag, dat is zowat het gemiddelde van januari, inderdaad), en de rest waren min of meer serieuze e-mails waarvan er nog zo’n 10% een antwoord moet krijgen (tien dus). In de nieuwslezer stond de teller op 1.948, waarvan een groot deel foto’s van de paar flickr group feeds waarop ik ben geabonneerd.

Parijs is groot, maar kleiner dan verwacht. Het was weeral een paar jaar geleden dat ik nog eens in de binnenstad was getrokken –de laatste keren dat ik er heen was getrokken, was voor een businesstrip die niet langer dan een dag duurde, en waarbij ik enkel een metro en de binnenkant van een bedrijfsgebouw aan La Défense had gezien. Nu zaten we vlakbij de Tour Eiffel, van waaruit we redelijk wat afstand te voet hebben afgelegd, via Trocadéro, Clemeceau, Tuileries naar het Louvre bijvoorbeeld. De toegang is er gratis op de eerste zondag van de maand (meevaller), maar het is er dan ook eivol mensen die liever via hun fototoestel naar elkaar kijken dan naar de vele kunstwerken die er hangen. De Mona Lisa is het enige wat hen interesseert, en dus stappen ze snel voorbij Le Radeau de la Méduse en zelfs La Liberté guidant le peuple op de eerste verdieping van de Denon vleugel. Vlak voor ze dan links afslaan, ondergaat ook La Jeune Martyre hetzelfde lot als al die andere schitterende werken. Niet dat ik heiliger ben dan de Paus, want wij zijn het gedoe dan maar snel ontvlucht.

Tijd voor een koffie, en wie graag koffie drinkt, komt hier zeker aan zijn trekken! Un express –een gesmaakte samentrekking van een inderhaast geserveerde en geconsumeerde espresso– geniet de voorkeur in Parijs. 2,20 euro als u aan een tafeltje wil zitten, 1,10 euro als u hem aan de bar drinkt. Waar we hier liefst naar de mokabon trekken voor een goede koffie, moet men in Parijs al zoeken naar een plaats waar hij niet goed is (pas op, ze zijn er wel degelijk). Water krijgt u overal gratis bij, op voorwaarde dat u om une carafe d’eau vraagt tenminste –anders loopt de prijs snel op.