Zelfgemaakte pasta (des pâtes, des pâtes, oui mais des…)

Ach, ik ben helemaal gehersenspoeld door de reclame die ik in mijn jeugd heb opgeslorpt. Als ik in het grootwarenhuis pasta koop, is de kans groot dat het van Panzani is –al ben ik eigenlijk ook zeer tevreden van het huismerk van Delhaize. Zo’n droge pasta laat zich vanzelfsprekend absoluut niet vergelijken met verse –en nee, de pasta uit het ‘versvak’ is geen verse pasta. Verschrikkelijk moeilijk is het nochtans niet; het belangrijkste is om de rusttijd van minstens één uur te respecteren.

Vergeet uw kneedmachine. Laat die KitchenAid of andere elektrische mixer voor wat hij goed is, en dat is mengen en opkloppen: alles voor uw patisserie. Pasta maakt u met de hand, enfin, het deeg toch. Giorgio Locatelli zegt er, in Made in Italy, dit over:

Maak de pasta liefst met de hand –zeker als u een relatief kleine hoeveelheid maakt als deze, die eigenlijk niet goed in een foodprocessor kan worden gemengd.

De relatief kleine hoeveelheid waarnaar hij verwijst, vraagt om 500 bloem en resulteert in 600 g pasta –dat krijgt u met twee of drie man niet op, zelfs niet als hoofdmaaltijd.

Reken per 100 g bloem op één ei, en ongeveer één eetlepel koud water. Uw bloem is bij voorkeur van een harde tarwesoort (zoals durum); ik gebruikte AVEVE bloem voor frans brood (Frans Krokant), maar til daar niet te zwaar aan. Tracht eerst het proces goed in de hand te krijgen, en ga dan eventueel op zoek naar ‘geschiktere’ bloem. Locatelli gebruikt vaak extra eigelen want, zo legt hij uit, dat zorgt ervoor dat de pasta meer beet krijgt. Probeer het eerst met hele eieren.

pasta

Benodigdheden

(Reken op ongeveer 100 g per persoon.)

  • 200 g bloem
  • 2 eieren
  • koud water

Zo gemaakt

Meng de bloem met de eieren. Dit wordt vaak verromantiseerd, waarbij u de bloem op een werkoppervlak stort, daarin een kuiltje maakt, en vervolgens met twee vingers voorzichtig de eieren de bloem laat opnemen.

Vergeet dat. Doe gewoon de bloem en de eieren in een kom, en meng beide samen tot een redelijk homogene massa (foto links).

pasta pasta

Heel eenvoudig, maar nu begint het echte werk. Kneed die bal gedurende een tiental minuten. Het is belangrijk dat u dit met de hand doet, zodat u het deeg kan aanvoelen (zowel letterlijk als figuurlijk). Voelt het te droog, dan steekt u de handen even onder de koudwaterkraan. Schud ze goed af, en kneed verder. Dat is een glibberige bedoening, maar kneed verder, tot het deeg niet meer plakt. Kneed nog eventjes, en als het deeg nog te droog lijkt, kan u deze procedure herhalen. Een goede vuistregel is dat u uw handen één keer bevochtigt, per honderd gram bloem die u hebt gebruikt.

Zeer belangrijk is dat het deeg niet vochtig –en al helemaal niet plakkerig– mag zijn. Het deeg wordt/is stug, en dat is wel degelijk de bedoeling. Na een tiental minuten stopt u met kneden (in de laatste vijf minuten voegt u bij voorkeur geen water meer toe). Plaats de deegbal onder de omgekeerde kom, of onder een vochtige keukendoek, gedurende ten minste één uur.

pasta

Tijd voor de pastamachine, die u destijds hebt gekocht/gekregen, maar veel te weinig/nooit hebt gebruikt. Als u deeg van onder de kom of handdoek komt, is die stugge deegbal veranderd in een gewillige hoop zachtheid. Kneed eventueel nog eventjes, en duw de bol plat.

Zet uw pastamachine op de stand met de grootste opening (dat was stand 1 bij mij). Haal het deeg door de machine. Herhaal. Schakel naar de volgende stand, en haal het deeg er opnieuw door. Herhaal. Doe verder tot u tot de gewenste dikte komt. Pasta moet eigenlijk dun zijn; en al zeker voor lasagne. Als u een vel pasta tegen het licht houdt, moet u duidelijk uw hand kunnen zien.

Hoeveel keer u moet herhalen, is niet absoluut. Het deeg moet steeds elastisch blijven. Als het te vochtig is, of blijft kleven aan het machine, bestuif het dan voorzichtig en dunnetjes met wat bloem. Snijd het deeg geregeld in twee; te lange vellen zijn moeilijk handelbaar. Wees ook niet bang om het deeg te hervouwen en te herbeginnen.

pasta

Vervolgens versnijdt u –met de hand of in de machine die u nu toch hebt uitgehaald– de pasta tot de gewenste vorm, van tagliolini tot pappardelle tot lasagne.

Hoe u de pasta kookt, is net zo belangrijk als hoe u de pasta maakt. U hebt veel water nodig. Ik herhaal: u hebt veel water nodig –reken 1 liter water per 100 g pasta. De pasta moet ruimte hebben om te zwemmen, en als u daarvoor zorgt, dan zal uw pasta niet aan elkaar kleven. Dit is minder belangrijk bij droge pasta die u in het grootwarenhuis koopt, maar des te belangrijk bij verse pasta. Gebruik een grote pot, en zorg dat het (licht gezouten) water goed kookt.

Verse pasta moet niet lang koken, net lang genoeg tot de pasta warm is. Haal er een stukje uit, en proef. Te serveren met uw favoriete, bij voorkeur ook versgemaakte, ragù.

pasta

Smakelijk!
(Lees ook dit eens: How to Make Homemade Tagliatelle.)

Bloedappelsien in een jasje

Deze taart wou ik al lang maken. Het zag er ongelooflijk lekker uit, maar ik was een beetje bezorgd om de smaak. Ik eet verschrikkelijk graag appelsien, maar ik ben niet zo’n fan van appelsien in confituur (tot ik ze zelf maakte), of in een warm gerecht. Maar dit moest ik gewoon proberen. Het deeg is zowat hetzelfde als het deeg van de supereenvoudige appeltaart, maar het duurt iets langer om deze taart te maken. En het is nogal messy. Maar zeer de moeite i.

Ook deze keer komt het recept van Smitten Kitchen: flaky blood orange tart.

Benodigdheden

  • 1 cup (ongeveer 125 g) huishoudbloem
  • een paar eetlepels (fijne) kristalsuiker
  • een koffielepel bakpoeder
  • een koffielepel zout
  • 110 g + 25 g koude (ongezouten) boter, in blokjes
  • 3 eetlepels ijswater
  • 7-8 bloedappelsienen
  • één eigeel, losgeklopt met wat water

Bloedappelsien in een jasje Bloedappelsien in een jasje Bloedappelsien in een jasje Bloedappelsien in een jasje

Zo gemaakt

Doe de bloem, twee eetlepels kristalsuiker, het bakpoeder, het zout, en de 110 g boterblokjes in een kom. Verkruimel tot u een (grof) zandkorrelig deeg hebt (dit kan ook in een foodprocessor), voeg dan twee tot drie eetlepels koud water toe. Maak van et deeg een bal, wikkel dat in vershoudfolie, en duw het plat. Leg gedurende minstens een half uur in de koelkast.

Rol na een half uur het deeg uit op een lichtjes met bloem bestoven werkopperlak tot –ongeveer– een lap van een 25 centimeter diameter. Leg het op een bakpapier, en plaats dat in de koelkast.

Schil de bloedappelsienen ii. Snijd van twee appelsienen (dwarse) dunne schijfjes. Snijd met een scherp keukenmesje het vruchtvlees van tussen de vliesjes bij de andere appelsienen. Vang het sap dat vrijkomt op in een kom, en drink dat straks met veel genoegen op.

Schik het vruchtvlees op het deeg, maar laat nog een brede rand vrij aan de buitenkant. Besprenkel de appelsien met wat kristalsuiker. Snijd dunne stukjes van de overgebleven boter, en schik die op de appelsien. Vouw het deeg dicht, maar laat het grootste deel van de appelsienen onbedekt.

Borstel het deeg met het eigeel. Schik nu de schijfjes appelsien op het deeg, en besprenkel opnieuw met wat suiker. Steek de taart in de diepvries, tot ze hard is (minstens vier uur) iii.

Bloedappelsien in een jasje

Verwarm de oven voor op 190°C.

Bak de taart (zonder ze eerst te ontdooien) in een dik uur iv, tot de taart mooi gebruind is, en het sap borrelt. Als u op een bakplaat bakt, is de kans zeer groot dat het vrijgekomen sap, dat naast de taart op de bakplaat drupt, verbrandt. Geen erg, uw taart ondervindt daar geen last van.

Haal de taart uit de oven, en laat minstens dertig minuten afkoelen.

Bloedappelsien in een jasje

Smakelijk!

  1. Ik citeer Tessa even: “Dit is de lekkerste taart die ge al gemaakt hebt. Allez, ik denk dat elke keer eigenlijk, en (bijna) elke keer is de volgende nog lekkerder.”
  2. Dat grote mes op de foto, dat eruit ziet als een kapmes, is een Chinees keukenmes. Het ziet er een beetje uit als een kapmes, maar is veel lichter, en wordt door de Chinezen gebruikt als chef’s knife. Perfect voor groenten, of om citrusvruchten te schillen.
  3. Geen idee eigenlijk, waarom die taart de dievries in moet. Misschien om het deeg zo hard mogelijk te maken, dat het niet klef wordt van het sap van de appelsienen?
  4. 1 uur 15 minuten, volgens het oorspronkelijke recept. Maar aan één uur had ik genoeg. Eigenlijk denk ik dat de taart beter op 180° of 170°C wordt gebakken, en dan inderdaad een uur en vijftien minuten in de oven spendeert.

Geïnternetwerkt

Huh. Door al dat genikeplus raak ik weer meer geïnternetwerkt (ik voel mij helemaal retro). Mijn facebook is wat actiever, ik heb twitter geheractiveerd (met Tweetdeck) en meteen per abuis een oude run via Twiike gepost (edoch bedankt voor de suggestie, Ardi XIV).

Mijn boeken staan op Goodreads en bij LibraryThing; mijn links op delicious; en mijn muziek op last.fm. Ik heb een myspace, en een Linkdin profiel, en smijt mijn foto’s op Flickr. Op twee accounts zelfs. En ze komen ook nog eens allemaal op mijn tumblr. (En dan heb ik nog niet eens over de hopen minder actieve of inactieve accounts.)

Och, geef maar toe: het is bij u net zo erg!

Gezocht: Jong Jazztalent

Goed nieuws: jonge jazzers hebben nog tot 15 maart tijd om hun demo in te sturen voor deelname aan het Jong Jazztalent Gent concours, editie 2009. Jong is hier te nemen zoals de kuifjelezer, van 7 tot 77 jaar. De jury is vooral op zoek naar ontluikend talent (nog voor het van de bomen valt), en daar staat –gelukkig– geen leeftijd op.

Voor wie twijfels heeft over Jong Jazztalent, vermelden we even een aantal muzikanten die het schavotje onder de Duvel Droomschiptent zijn gepasseerd: Jef Neve, Isolde Lasoen, Carlo Nardozza, en Robin Verheyen. Om maar iets te zeggen.

Naast roem en onvergetelheid zijn er ook prijzen die u daarnaar op weg helpen. Aan het concours is geen geldprijs verbonden, maar wel een aantal (betaalde) concerten op bepaald interessante plaatsen: een tournee met JazzLab Series, een concert op Gent Jazz Festival 2010, het slotconcert van Jong Jazztalent 2010 en concerten op Dinant Jazz Nights en Jazz Maastricht.

Er zijn geen beperkingen qua bezetting: van solo tot big band, van geheel akoestisch tot geheel elektronisch, en alles daartussen. 8 kandidaten worden uit de inzendingen geselecteerd, en die zullen dan van zondag 19 tot zondag 26 juli (jawel, tijdens de Gentse Feesten) optreden in het Duvel Droomschip in het centrum van Gent. Op maandag 27 juli wordt de winnaar bekend gemaakt.

Insturen vóór 15 maart, naar Gent Jazz Festival / Jong Jazztalent Gent, Abrahamstraat 9, 9000 Gent. Meer info, alsook het reglement, in het nieuwsonderdeel van de Gent Jazz site. Doén!

Kabeljauw met aardappel en olijven

Zo’n schoon dik boek, Made in Italy van Giorgio Locatelli. En ik heb er nog bijna niks uit klaargemaakt. Ik heb het wel al gebruikt als inspiratie, en om eens te zien hoe de man verse pasta aanpakt –daarover is hij zeer lyrisch– en pizza –daarover is hij zeer kort. Maar ziet, ik had zin in vis, en dus vroeg ik Tessa gisteren zonnevis of zeeduivel of kabeljauw mee te brengen –en geheel op aanraden van onze vismeneer, kwam ze met kabeljauw terug naar huis. “Ge gaat nog nooit zo ne goede kabeljauw gegeten hebben, mevrouw.”

Het recept vroeg dus om zonnevisfilets en witte wijn en visbouillon en groene olijven mét pit, ik deed het met kabeljauw, grappa, water en ontpitte groene olijven. Glasrijk geslaagd evenwel, zelfs zieke Henri at zijn bordje leeg.

Eenvoudig om te maken, en bijna geen wachttijd terwijl u kookt. Het –aangepaste– recept gaat als volgt:

Benodigdheden

  • 9 krieltjes (kleine nieuwe aardappelen; ik rekende 3 per persoon)
  • olijfolie
  • een rode ajuin
  • een twintigtal (stevige) groene olijven
  • een half glas grappa (of een vol glas witte wijn)
  • een (kleine) 500 g kabeljauwfilet
  • peterselie
  • een citroen

Zo gemaakt

Kook de aardappelen gedurende een 10 (max. 15) minuten in kokend en gezouten water. Halveer ondertussen de olijven, en verwijder desgevallen de pit.

Giet de aardappelen af, en verdeel in kwartjes. Opgelet: warm!

Doe een beetje olijfolie in een ietwat hoge pan, en bak de versnipperde ajuin op halfhoog vuur. Voeg de gevierendeelde aardappelen toe, en bak tot ze een korstje krijgen. Voeg de olijven toe, en schep ze een minuutje door de aardappelen. Blus met de grappa of witte wijn, en voeg ten slotte een half tot een volledig glas (warm) water toe. Laat even pruttelen, en zet dan het vuur af –laat de pan op het vuur staan.

Zet een grote bakpan op het vuur, en verwarm daarin wat olie (olijfolie of zonnebloemolie). Kruid de visfilet met peper en zout. Als de olie begint te roken, verlaag dan het vuur tot tweederde of de helft, wacht nog eventjes, en leg dan de kabeljauwfilet in de pan (bij voorkeur eerst met de velkant naar beneden).

De vis wordt geleidelijk aan glazig, en als de bovenkant ook bijna glazig is, keer dan de vis om.Voeg een beetje boter toe, en zet het vuur onder de aardappelen opnieuw aan (niet hoger dan halfhoog). Bedruip de vis regelmatig met wat boter.

Schik op de borden, doe een weinig peterselie op de aardappelen, en serveer er partjes citroen bij.

Kabeljauw met aardappel en olijven

Smakelijk!

10 kilometer plus vijf minuten

Grmbl. Ik ben een dikke vijf minuten trager dan een maand geleden, toen mijn winterstop begon. Daarnet heb ik er 55 minuten over gedaan om ocharme 10 kilometer af te leggen. Maar bon, op de iets te hoge hartslag na ging het nog steeds vlot. Mja, ik heb nog veertien dagen om weer op niveau te geraken, dus dat zal wel lukken zeker? Tijd om mijn schema van vorig jaar terug uit de kast te halen, en dan kunnen we per 1 maart hopelijk opnieuw een versnelling hoger.

Er staan voorlopig twee wedstrijden op het programma: de 10km van Gent, en de 20 km door Brussel. Zuiver recreatief overigens, en geheel volgens het Olympische motto.

Buizen

Vier jaar na aanschaf waren de lampen van mijn versterker op. Gekraak was mijn deel, en er zat niets anders op dan op zoek gaan naar nieuwe. Het internet is uw vriend, en na enig zoekwerk vond ik betaalbare lichtjes voor mijn versterker. Betaalbaar, want die dingen kunnen —redelijk gemakkelijk blijkbaar– tot 1.200 EUR voor een gepaard setje van vier gaan.

buizenversterker

Euh ja, de B&O is (opnieuw) naar de woonkamer verhuisd, en ik heb een Cambridge Audio DacMagic in huis gehaald (dat zilver ding links op de foto) om de (losless) muziek van de computer (iTunes) van digitaal naar analoog om te zetten en door de versterker te sturen. Ja, het verschil is duidelijk hoorbaar.

Waardoor mijn last.fm account weer wat actiever gespijsd wordt.

Lopen! Verder lopen!

Of ik niet wil meedoen met een challenge, vroeg iemand mij niet zo heel lang geleden. “Gelijk gij zo veel loopt en omdat ge ook blogt, past ge eigenlijk zo goed als perfect in het profiel dat we zoeken.”

De challenge gaat uit van Nike. Vijf mannen komen uit tegen vijf vrouwen, om zoveel mogelijk kilometers af te leggen. De vrouwen –maak zelf uw geslachtsbevooroodeelde opmerking– mogen veertien dagen voor de mannen beginnen. Die mannen, dat zijn aaiboek, Ardi XIV, dipfico, Kristof Nizet, en ikzelve. Langs vrouwelijke kant gaat het om Jess jogt Jess sport, Kaat loopt, Lien Braeckevelt, Lies Deruddere, en mijn naam is Georgina. Wie nog niet in mijn RSS lezer zat, zit er bij deze in. Kwestie van de concurrentie en de teamgenoten wat in de gaten te houden.

We krijgen de nodige tools en gear, en de enige echte voorwaarde die eraan verbonden was, is dat we alles bijhouden op Nike+. Alles zijnde datgene wat de Nike+ sensor registreert. Vroeger heb ik zelf nog zo’n sensor gehad, maar mijn iPod nano heeft het vorig jaar laten afweten. Sindsdien loop ik met Suunto, maar zo’n Nike+ kan daar zeker bij. Mijn gebruiksnaam bij Nike+ is volume12, het mannelijke team gaat van start vanaf 1 maart. Ga ondertussen toch maar al eens kijken bij al die vrouwen, dat gaan wij mannen immers ook doen.