nazomer

De nazomer wordt ingezet zoals het hoort: ziek.

Hoewel gisteren een spectaculair goede en interessante dag was, ging het een beetje verkeerd met Henri. Opstaan ging nog, en ook het relaxed en langzaam ontbijt verliep net zoals de omschrijving, en zelfs de boodschappen –blij dat hij eindelijk nog eens kon fietsen– werden gedaan vol energie: Origino, ’t Vitamientje, Limerick, AST, en dan alles afzetten thuis.

Aan de Marimain liep het mis. De schaduw op het plein was er teveel aan, en Henri besliste als een zielig hoopje op de trappen in de zon te blijven zitten, terwijl wij gezellig –als eerste klanten– aan een tafeltje plaatsnamen. Toen al hadden we moeten weten dat er iets niet pluis was, want Henri zit liever niet lange tijd in volle zon. Toen hij na lang aandringen toch bij ons (op schoot) kwam gekopen, voelde hij verschrikkelijk warm aan. Een inderhaast gehaalde pijnstiller bleek te goed werken, en het probleem werd uitgesteld. Een zalige zonnige dag in vrolijk Gent.

Van de bibliotheek ging het vervolgens naar de Vooruit —uitzonderlijk gesloten– en naar het terras van de Backstage: de perfecte lunchplaats voor zo’n dag. Tessa ging verder inkopen doen, en Henri ging met mij terug naar huis (evenwel niet zonder eerst langs De Poort te passeren) waar we konden ‘genieten’ van een volledig in de schaduw verdoken tuin (‘dank zij’ de bomen van de buurman). Op het balkon op de tweede verdieping hadden we nog net wat zon –dus verhuisden we ras naar boven– maar, niet getreurd, beste buurman: als uw bomen nog even groeien, kunnen we het ook daar vergeten.

Toen ging het echt niet meer voor Henri. Bibberend kroop hij in ons bed, en de thermometer toonde ruim 38 graden. Eten ging hem niet goed meer af, en slapen evenmin: hij is minstens vier keer wakker geworden, vannacht. Daarjuist had hij nog 38,7 dus hebben we hem algauw opnieuw iets tegen de koorts gegeven.

Het wordt een gezellig dagje thuis, vandaag.

voor uw begrip en geduld

Eergisteren lagen maar liefst drie berichten van De Lijn op mij te wachten. Drie keer hetzelfde, maar in elk van onze drie brievenbussen één exemplaar daarvan. Dat overkomt ons wel meer, vooral wanneer het gaat over mededelingen van openbaar nut, waaronder helaas ook het verkiezingsafval valt. Spijtig, want twee derde daarvan gaat daardoor rechtstreeks de papiermand in.

Deze keer vond ik het niet zo erg (niet dat ik er mij anders in druk maak). In de Lijn-omslag staken twee briefjes:

Beste bewoner

De Lijn wil u graag bedanken voor uw begrip en geduld tijdens de werken van De Lijn.

Daarom vindt u bij deze uitnodiging voor het instapfeest ook een probeerbiljet voor tram of bus.

Wij zien u graag terug op onze bussen en trams!

Ha! Zeer mooie geste. En dank zij ons veelvoud aan brievenbussen kregen wij dus maar liefst drie probeerbiljetten! Dankuwel.

Op 16 juni, van 17:30 tot 19 worden we bovendien vergast op een In-stap-klaar-feest Albertlaan en Groot-Brittanniëlaan (met receptie en verrassingsact!) in het parkje aan de Albertbrug.

Let op, want onderaan de uitnodiging staat (ik zie het zelf nu pas):

Wij danken u alvast voor het bevestigen van uw komst!

Niet vergeten! Want u komt toch ook naar dit lovenswaardig initiatief!

de conifeer (ii): het verzoek

“Ja!”, klinkt het ongeduldig door de parlefoon.

– Goedenavond mevrouw, ik stoor toch niet? Zou ik u iets mogen vragen?

“Ik moet naar beneden komen zeker?”, klinkt het met een zucht. “Een moment.”

Na ruim vijf minuten wachten wordt de voordeur geopend. “En waarvoor is ’t?”

– Goedenavond. Zouden wij u iets mogen vragen?

“Ge zijt al bezig hé.”

de coniferen de coniferen

– Huh. Ja. Sorry. Toen wij hier kwamen wonen hadden wij de ganse dag zon in onze tuin. Maar dat is elk jaar sterk verminderd, en sinds vorig jaar hebben wij eigenlijk bijna geen zon meer.

“Ge denkt toch niet dat ik mijn bomen ga laten snoeien zeker? Want ik hoor u al afkomen.”

– Dat was inderdaad wat ik u had willen voorleggen. Niet alleen zijn die twee bomen hevig in de hoogte opgeschoten, een groot deel hangt ook over onze tuin, en zelf mogen we daar natuurlijk niet aan snoeien.

“Wel, bij u is dat waarschijnlijk niet zo, maar ik moet dat eerst met mijn man overleggen. Maar ge moet er niet op rekenen.”

– En hebt u enig idee wanneer… begon het nog, toen de deur met een luide knal werd toegegooid.

(Een week later was er een aangetekende zending.)

de conifeer (i): aangetekend

Geachte Mevrouw,

Ik ben de advocaat van de heer en mevrouw Vrijens, wonende te 9000 Gent, Koning Albertlaan 143.

Mijn cliënten delen mij mee dat zij het vermoeden hebben dat U zinnens bent om, zonder hun akkoord en zonder hun medeweten, de conifeer die op hun eigendom staat, te snoeien.

Zij wensen er de nadruk op te leggen dat, indien U daartoe zou overgaan, zij niet zullen nalaten U aan te spreken in het betalen van een schadevergoeding. De plaats waar de conifeer staat ingeplant beantwoordt immers aan alle wettelijke voorwaarden en mijn cliënten kunnen derhalve niet worden verplicht om te snoeien.

Daarenboven zal U voor het snoeien van de conifeer zonder toestemming van mijn cliënten hun eigendom moeten betreden hetgeen op zich reeds een inbreuk vormt.

Indien U de mening bent toegedaan dat dient te worden gesnoeid zal U eerste (sic) wel willen overleggen met mijn cliënten of de tussenkomst vragen van de bevoegde vrederechter.

Met oprechte achting,

Veronique VAN ASCH, Balthazar, Joseph & Van Asch

geklasseerd

Oud zeer, ook alhier.

Volgens mijn catalogus beschik ik over een 800-tal boeken, een 1500 cds, 200-tal strips, en 335 films. Dat zijn allemaal schattingen (op de dvds na), want het aantal strips dat ik ondertussen ín die database heb gestoken is al meer dan geschat (332 –en daar zitten er dus nog een 100 of zo niet in). Die boeken, dat zal ondertussen ook al met grotere zekerheid meer dan 1000 zijn –er zitten er 235 in, maar dat zijn er bijna allemaal die ik in de laatste twee jaar heb gekocht. En de cds, dat weet ik echt niet. Er zitten er nu 798 in de database, d.w.z. alle nieuwe aanwinsten van de laatste twee jaar of zo en alle jazz cds, maar nog bijna niks van de oudere klassieke, popcds of soundtracks. 1500 zal een redelijke schatting zijn, denk ik.

90% van mijn cd collectie is fysiek eenvoudig toegankelijk. Alle cds zitten netjes in drie billy-kasten, voorzien van de cd plankinzetten. De overige cds liggen her en der verspreid in boekenschappen. Elke kast bevat een ander ‘genre’: pop, klassiek, en jazz, gerangschikt op uitvoerder voor pop en jazz, of op componist voor klassiek, met de compilaties telkens op het einde van de collectie.

100% van mijn dvds zijn eenvoudig toegankelijk, opgeborgen in één zo’n billy-kast (voor de dvds die reeds werden bekeken), of op de schoorsteenmantel naast de tv (voor de dvds die nog niet bekeken werden). De dvds zijn gerangschikt op filmtitel (bij voorkeur in de oorspronkelijke taal), of niet gerangschikt (de kinderfilms).

Bijna niks van de boeken is evenwel toegankelijk. Ze staan verspreid over (voornamelijk) de tweede verdieping van ons huis (behalve de kookboeken, die staan op de eerste verdieping, vlak bij de keuken), in een aantal boekenkasten, waar ze vaak twee rijen dik staan, ongeklasseerd. Een uitzondering vormen de boeken van Nederlandstalige auteurs, die in anderhalve billy netjes alfabetisch op auteur werden gerangschikt (en bij voorkeur op eerste verschijningsdatum). Achter ons bed liggen de boeken die we nog moeten lezen in dikke stapels.

De strips staan in een billy, een andere boekenkast en een soort commode op het tweede (waar ook de boeken in staan), en een archiefkast op het derde. Grotendeels toegankelijk.

Voornamelijk de boeken vormen een probleem. Ik zou ze graag klasseren op fictie en non-fictie, en verder per auteur en datum van eerste uitgave. Er zijn twee ruimtes die we graag zouden gebruiken voor onze ‘mediatheek’: de zolder, die momenteel onderbenut, maar verder volledig in orde staat (zij het een beetje stoffig); en ons ‘kot’ vanachter in de tuin (waar vroeger een klein drukkerijtje in zat), en waar we dringend werken in moeten laten uitvoeren (o.a. het dak vernieuwen).

Maar dat kost geld, heb ik mij laten vertellen.

verrassing

Eigenlijk had ik het kunnen weten. Gedurende een dag of twee drie is onze brievenbus leeg gebleven. Er zitten twee brievenbusgaten in onze poort, waarachter brieven(bus)bakjes verscholen hangen, met een glazen deurtje. Op de twee kranten na (DM en DS), bleven die bakjes echter leeg.

Tot vanavond het lumineuze idee bij me opkwam ook maar eens in onze derde brievenbus te gaan kijken, in het bureel op het gelijkvloers, vlak naast de poort, maar in een andere ruimte. Ik heb slechts zelden zoveel post in een brievenbus gezien.

Niet alleen veel post, helaas, maar voornamelijk rekeningen: Electrabel, VISA, TMVW (water), én Telenet. *kuch*

Van een verrassing gesproken.

let it snow

Niet alleen sneeuw op de miserable deze keer (de bestelling voor morgen is al binnen BTW), maar ook op de Albertlaan zelf. De sneeuw lag er nog niet goed, of er kwam al een kleine sneeuwruimer de (nagelnieuwe) fietspaden vrijmaken en bestrooien in dezelfde moeite (et pour les pietons la même chose *grijns*). Dikke pluim voor de mensen van ’t stad.

KA rechts

KA links

de eerste sneeuw

U kunt er uw schoonmoeder op verwedden (al zou ik dat nooit doen) dat de blogosfeer er straks vol mee staat: het heeft gesneeuwd.

Een dikke maand geleden nog had ik het voorspeld. Off-line, want, contrary to popular belief heb ik ook nog een leven buiten dit weblog.

“Deze winter krijgen we pakken sneeuw. En het zal al zeer vroeg in december beginnen.”

Gisterenavond waren het eerst nog fletse snel wegkwijnende sneeuwvlokje, maar naarmate de avond overging in de nacht, werden het heuse sneeuwvlokken en bleef de sneeuw –hoewel nog steeds smeltend– op daken en wegen liggen.

Dikke, dikke pakken, die ook op ons dak werden opgehoopt, laag na laag. Rond zes uur deze ochtend verloor die sneeuw echter haar grip ons dak, en met een gedonder en geraas, aan een lichte aardbeving niet ongelijk –hoewel ik het in mijn ochtendslaap voor een voorbijrazende tram had gehouden– stortte een dik pak sneeuw naar beneden, daarbij zowat de helft van ons dak weer blootmakend.

Helaas stortte de helft van dat pak langs de achterkant op een drie verdiepen lager gelegen plat dak, dat het net niet heeft begeven. Op dat dak staat een lichtkoepel, en die was bijna geheel onder de sneeuw verdwenen. Door het gewicht, en de impact van de val, is er echter wel een scheur ontstaan, waarlangs het smeltwater, dat zijn normale weg naar de afloop door de sneeuw geblokkeerd zag, met graagte wist te ontsnappen. Naar onze benedenplaats.

Dus ben ik de ochtend begonnen met zowat vijftig centimeter sneeuw te ruimen, op een dak van een drie op vier meter, en ik kan u verzekeren, ik was meteen opgewarmd. Want, en alle goede dingen komen in drievoud, de verwarming had het natuurlijk begeven. (Niks onoverkomelijks: de vlam was gewoon gedoofd, en die ging zonder al te veel problemen terug aan.) Het derde ding, zo hoor ik u vragen? Toen we gisterenavond thuiskwamen merkten we dat door de hevige windvlagen van eergisteren, een regenpijp (zo’n twee verdiepen hoog) uit de muur was gerukt.

Er is weer werk aan de winkel.