kinders

Een mooie roste zit al een tijdje in onze tuin. Ik denk dat ze van een van onze buren is, maar helemaal zeker ben ik het niet. Ze klimt op het dak van ons achterhuis, lacht gemelijk naar onze gecastreerde kater, en acht zich de koningin van haar lusthof. Een lusthof was het wel degelijk, want een tijdje geleden ontwaarden wij een kluwen van kinders en een angstig gepiep dat uit de takkenverzamelplaats in onze tuin opsteeg, telkens wij het al te dicht benaderden.

Gedurende een tweetal weken zitten er twee kleine katjes in de tuin, dartel met elkaars voeten spelend. Een rostje en een grijsje, en hoewel ik die laatste wel naar de correcte Gentse school kan sturen, weet ik begod niet waar die andere heen moet. Niet dat ik ze zou kunnen grijpen overigens, want bij de minste vreemde aanwezigheid spurten ze ofwel de takkenbossen in ofwel onder de haag. Geen mens die daar bij kan.

Vanochtend troffen wij het rostje aan, langs de kant van die buur, met opengereten gezichtje en dito ribbetjes.

De moeder, die we de afgelopen week niet veel meer hadden gezien, is vanmiddag de tuin terug in gekomen. Ze zit op een paar blokken hout, vanwaar ze de tuin overschouwt, haar grijsje beschermend tussen haar poten getrokken. En zoekt daar, aandachtig maar met bloedend hart en zacht geweeklaag, haar lusthof onophoudelijk af.

spinnenbeet (bis)

Een (veel te) lange tijd geleden vond ik een briefje in de bus van een buur. Het was een zeer vriendelijk, handgeschreven briefje, waarin de buur uitlegde dat er een probleem was met onze dakgoot. De dakgoot in kwestie bevond zich in het bijgebouw achteraan, de buur woonde dan ook in de straat om de hoek (wij hebben vele buren). Ik ben bij hem langs geweest, ben even op zijn (plat) dak geklommen, en heb gezien dat onze dakgoot (ik wist niet eens dat daar een dakgoot was!), boordevol vuil. Bij regenval liep het water er dan ook langs de zijmuur uit, en dat was niet bepaald leuk voor die buurman.

Wij hadden evenwel geen ladder, en ik was vergeten de buurman te vragen ik of soms even de zijne mocht gebruiken (wat zonder twijfel had gemogen). Dus heb ik er één gekocht (welke huiseigenaar heeft nu geen ladder). Dat heeft evenwel een tijd geduurd (tot we een firma vonden die zo’n ladder –gratis– aan huis leverde), en dan was het BNRF, en dan GF, en dan vertrokken we op reis.

Gisteren stond ik evenwel samen met mijn schoonvader op de tot dan toe ongebruikte ladder, die we met enige moeite tussen onze overblijvende spar en de muur hadden kunnen wrikken. Hij stond wel stevig, die ladder.

De bewoners van de safari in mijn tuin, stelden deze intrusie niet echt op prijs. Ik voelde de beestjes al wriemelen in mijn t-shirt. “Henri, er zit toch geen spin op mijn hé!”, vroeg ik hem, en de jongen is heeft er nachtmerrie aan overgehouden. Nat van het zweet kwam hij gisterenavond naar beneden: “Papa, ik droom van spinnen!”

Vandaag heb ik hem dan wijselijk mijn torso niet getoond, dat –net zoals bij hem enige tijd geleden– vol (spinnen-)beten stond. En jeuken dat het doet. Nog een geluk dat de huisdokter (voor eigen gebruik) een antihistaminicum in huis heeft, waardoor de jeuk grotendeels is verdwenen. “Als het toch zou blijven, heb ik hier nog twee zalfkes. Dit is gewoon tegen de jeuk, en dit is in het geval het verergert.” Handig toch wel, zo’n dokter.

(Och, ik zou u een foto tonen van de bobbels op mijn lijf, maar ik heb zo geen digitaal fotoding meer. Benieuw of ik ze vandaag wel ga horen.)

ingebroken en ontploft

“Weet ge ’t al?” De goedlachse buurman (nee, niet die dus) komt net thuis als ik met mijn schoonvader aan de voordeur sta te konkelfoezen. “Dinsdag hebben ze bij mij ingebroken.”

De onverlaat is ’s nachts bij mijn buurman binnengedrongen (terwijl die lag te slapen), is tot achteraan op de koer doorgegaan, en heeft daar de fiets van buurman meegenomen. Toen hij met zijn buit vertrok heeft hij de voordeur ook nog eens laten opstaan. Kwestie van de collega’s ook een kans te geven?

(Nog goed dat wij onze poort vergrendelen ’s nachts, dacht ik al gauw.)

De sympathieke buur langs de andere kant van mijn buurman, wist te vertellen dat hier nog wel eens fietsen die buiten blijven staan, worden meegenomen. Proper. Een eindje verder heeft er net iemand een nieuwe Vespa gekocht, die ook voor zijn deur staat. En daar hopelijk zal blijven staan. (Al heb ik hem gisteren en vandaag niet meer gezien. Laat ons hopen dat hij binnen staat voor de regen.)

Nee, ik heb niks gehoord. Hiervan (Bewoners Meersstraat ’s nachts geëvacueerd) overigens ook niet, en dat is ook al vlakbij.

hier brandt de lamp

Ondertussen heb ik het al op een paar Gentse blogs zien opduiken, en ook ik was nieuwsgierig naar mijn eigen straat op Windows Live Search. Voilà zie:

albertbrug

De foto is ’s ochtends genomen, zo zie ik aan de schaduwen. Bij ons zijn duidelijk de tuin, de serre, en het achterhuis te zien. En zie eens hoe groot (en kaal, zonder die heg in het midden) onze herlegde Albertlaan en -brug eruit zien.

geveld

Kijk, dat komt ervan als men ’s ochtends voor het licht vertrekt, en ’s avonds na het licht (hoewel dat toch nog vroeg is) thuiskomt. Dan staat een mens op zaterdagochtend op –na het licht– en ontdekt men dit op zijn pelouze:

Jawel, ook bij ons heeft de storm een slachtoffer gemaakt. Even spannend, want wij dachten dat deze boom de muur van stabiliteit voorzag.

(Jammer dat het niet een van de zonnerovende bomen van buurman was, die u links in beeld over onze muur ziet sluipen –de boom, niet buurman, al komt die ’s ochtends ook graag binnenpiepen vanop zijn plat dak.)

koud

Het is plots wel erg koud geworden. Gisterenavond heb ik verwoede pogingen ondernomen om de centrale verwarming aan de praat te krijgen, maar helaas raak ik niet verder dan de waakvlam. Alles in werking stellen was niet echt een probleem, maar om een of andere reden weigert de verwarming verder zijn werk te doen. Straks ga ik nog eens proberen de thermostaat te resetten, maar anders zal ik beroep moeten doen op iemand die er echt iets vanaf weet.

Bovendien zat gisterenavond een deel van de stationsbuurt zonder elektriciteit. Een panne die begonnen is rond 18u, en pas opgelost werd rond 20u. Dus kregen wij bezoek van Els en Tessa’s metekind M., die thuis zaten te verkleumen, omdat de pomp van hun verwarming niet werkte. Want hoewel ze op gas verwarmen, is er nog altijd elektriciteit nodig om die warmte het huis rond te sturen. Wij hadden dan weer wel elektriciteit, maar verder geen verwarming, zoals hierboven beschreven.

Een paar houtblokken later zaten we evenwel met z’n allen rond de haard, en is het toch nog een Fijne Avond geworden. Of wat dacht u!

lachen

Toen ik gisterenavond thuiskwam, waren drie van de vier stickers van onze poort verwijderd. Ze lagen ’s ochtends gescheurd op het trottoir toen Tessa naar het UZ vertrok. Een of ander pubertje heeft zijn kans schoon gezien om tussen mijn en haar vertrek die stickers eraf te rukken. Misschien iemand die we ooit eens hebben laten wegslepen (het is al lang geleden ondertussen –hout vasthouden), of anders een echte tiener op weg naar school. In geen van beide gevallen schik ik er evenwel slaap over te verliezen.