bosbessentaart

Terwijl Tessa en Henri gigantische hoeveelheden cadeaus gaan kopen voor vaderdag, buig ik mij over de oogst van hun raid op de Safeway, eerder deze ochtend. Blijkbaar gelden ook tijdens het weekend de Buy one, get one for free tarieven, want de ijskast bevatte opnieuw twee dozen frambozen, en twee dozen bosbessen. Een recept met frambozen hebben we gehad, vandaag vangen we iets aan met die bosbessen. Ik heb een kilo van de blauwe vruchten ter beschikking, en het internet stuurt mij probleemloos richting Chocolate & Zucchini voor een Tarte aux Myrtilles.

Bij Bloch hadden ze destijds ook een bosbessentaart –waar wij slechts met veel moeite aan konden weerstaan en waarvan we dus stiekem blij waren als ze uitverkocht was maar een beetje droevig toch ook, u kent dat wel– maar het recept daarvoor staat nog niet bij de inventarisfoto. (Ze zouden er toch wel eens werk van mogen maken om die recepten online te krijgen. Het lijkt wel dat ze tijdens de sluitingshype rap-rap die site online wouden krijgen, en dat er nu Bloch effectief gesloten is, geen kat meer naar omkijkt. Of misschien wil Bloch gewoon niet langer dat zijn recepten online komen. Of… Of… Of… Misschien weet u het wel, hoe dat komt?)

we're in seattle, baby

Benodigdheden

Voor de taartbodem

  • 170 g boem
  • 85 g suiker
  • 85 g boter
  • een weinig melk

Voor de vulling

  • 400 g bosbessen
  • 1 eetlepel zure room of slagroom
  • 1 eetlepel suiker
  • 1 ei

we're in seattle, baby we're in seattle, baby

Zo gemaakt

Mijn werkwijze verschilt van de instructes van Clotilde, waarschuw ik even.

Verwarm de oven voor op 200°C.

Voeg de suiker, de in klontjes gesneden boter en de bloem in een kom. De boter kan gerust rechtstreeks uit de koelkast komen, of als ze te koud is om te bewerken, laat ze dan even op kamertemperatuur liggen. Meng de drie ingrediënten (met de hand) tot een korrelige substantie (zie foto linksboven).

Voeg een weinig melk toe, en schep alles in lichtjes ingevette een taartvorm (Clotilde had het over een vorm van 22cm diameter, ik had er enkel één van 24 cm). Wat betreft die melk: begin beter met te weinig; toevoegen kan altijd.

Druk alles stevig tegen de bodem en de zijkant van de vorm (zie foto rechtsboven), en bak gedurende 20 minuten in de oven.

we're in seattle, baby we're in seattle, baby

Haal de taart uit de oven, en verlaag de temperatuur naar 180°C.

Verdeel de bosbessen over de taartbodem, en bak gedurende 15 minuten.

Meng in een kom het ei, de suiker en de zure room/slagroom, en klop dat goed dooreen. Als de 15 minuten om zijn, giet u dat mengsel over de taart, en bakt u de taart nog eens gedurende 15 minuten.

Als die 15 minuten om zijn (in totaal zitten we dus aan 50 minuten), zet u de oven uit, en laat u de taart nog eens 15 minuten in de oven staan.

we're in seattle, baby

Laat volledig afkoelen, besprenkel desgewenst met suiker, of plaats er een toefje zure room (of slagroom) op, en serveer.

Smakelijk!

zonovergoten

Al is bovenstaande titel niet meteen een letterlijke omschrijving van de voorbije dag. Ik weet het, u bent het beu van mij over het weer te horen kankeren, en ik kan daar begrip voor opbrengen. U bent het waarschijnlijk net zo beu, als ik het weer zelf. Oops, I did it again.

Zoals op onderstaande foto’s zag het er vorige week nog uit. Zondag, of maandag, of vrijdag –ik zou het moeten weten, want zoveel zonnige dagen hebben we hier nu ook weer niet. Euh, laat ik opnieuw beginnen.

evening sun

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Een waardevolle suggestie, van de naamgenoot van mijn zoon. Ik laat Henri inderdaad wel eens alleen –soms zelfs meer dan een uur aan een stuk– wanneer ik ’s ochtends ga lopen bijvoorbeeld, of als ik alleen boodschappen haal in de vlakbij gelegen Madison Market en de snotneus geen zin heeft om mee te gaan. Geen nood, ik geef hem ondertussen wel extra oefeneningen wiskunde als bezigheidstherapie.

Maar zonder hem een (regen)vest kopen, dat doe ik niet. Ik herinner mij dat mijn moeder dat ooit eens, ergens in mijn lang vervlogen puberteit, heeft geprobeerd, en ik heb het betreffende kledingstuk toen nooit meer aangedaan –behalve die ene keer om te passen en tegelijkertijd te constateren dat het ofwel veel te groot ofwel veel te klein was. Sindsdien sleurde ze mij altijd mee om verse kleding.

Zo ook voor Henri. Niet alleen zou ik totaal verdwaasd in die winkel ronddwalen, ik zou bovendien niet weten welke maat ik voor hem zou moeten meebrengen. In België lukt dat nog, daar kunt ge kopen op leeftijd. Maar dat klopt ook niet helemaal, want niemand met een kind van een bepaalde leeftijd koopt de kledij die volgens het etiket in het kledingsstuk voor het betreffende kind zijn leeftijd zou moeten passen. Minstens één, beter nog twee jaar groter kopen!

In Amerika hebben ze dan bovendien nog serieus rare maten: Tessa bracht voor mij drie onderlijvekes mee van Target, een tijdje geleden. “Medium was het kleinste wat ze hadden, small bestaat zelfs niet zei een verkoopster.” Toen ik er eentje gepast had, vroeg ik haar waarom ze niet meteen een écht slaapkleed voor haarzelf had gekocht.

Dus u begrijpt hopelijk dat ik zonder het pasmodel in kwestie geen kledij koop, niet thuis, laat staan in den vreemde.

solar ring

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Er was overigens niks beschikbaar in de Gap. Het was allemaal zomerkledij wat in de rekken lag. Ze zijn hier overigens nog zotter dan in Gent. Het is zomer –enfin, bijna toch– zo ziet ge ze denken, en ze kleden zich navenant. Ondergetekende loopt in tussenseizoensvest met sjaal en muts –het is hier maar 9°C– naast de onbezorgde Seattelites in tshirt en korte broek en bijpassende zonnebril, olijk onder de grijsbewolkte hemel waar elk moment regen kan uit vallen.

Damn, en nu ben ik toch over het weer herbegonnen.

eindtoetsen

“Ik ben zenuwachtiger dan gij, denk ik”, verzucht ik als ik hem de bladen voor zijn examen geef. Gisteren heb ik hem de eindtoets spelling afgenomen, die hij foutloos heeft afgelegd. “Vergeet de spellingafspraken niet”, zei ik hem nog, “en dan vooral die eerste hé. Wat was die alweer?”

“Ik luister naar wat ik schrijf”, volgde onmiddellijk.

Ik had er tijdens de lessen een groot spel van gemaakt, omdat hij soms te vlug over iets heen gaat. “Dat wil dus ook zeggen,” had ik hem toen op het hart gedrukt, “dat ge uw woordje moet herlezen, als ge het opgeschreven hebt. En niet herlezen zoals ge het van mij gehoord hebt, maar zoals ge het zelf opgeschreven hebt!” En dat heeft blijkbaar toch geholpen.

zen

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Nu is hij bezig met wiskunde. En ik moet mijzelf allerlei bezigheden geven om mijn eigen zenuwen te onderdrukken.

“Goed lezen wat er staat,” had ik hem alweer gezegd, “zoals dat daar.”

Hij kijkt naar vraag 4 en leest: “vermeerder 400 met de helft van 200 is 500”. Het komt eruit in eenzelfde cadans, en zonder de minste aarzeling.

“Huh,” zeg ik verbaasd, “en ik zeg net dat ge goed moet lezen… euh, wacht.” Ik reken gauw uit, en doe daar onnoemelijk langer over dan de korte adem waarmee hij de zin –met de juiste uitkomst– heeft opgezegd. “Euh, ja, juist. ’t Zal wel lukken zeker?”

En als ik hem de bladen met de opgaven geef: “volgens de instructies mag ik ze allemaal voorlezen, die opgaven. Zoudt ge liever hebben dat ik dat doe?”

“Papaaa”, zucht hij, en in die zucht is de eerste helft van het eerste blad al correct ingevuld. Ik zwijg en ga de was opvouwen.

dilemma

springtime

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji PRO400H, 400ASA)

We hadden Henri’s wintervest met de schoonouders meegegeven toen die terug huiswaarts keerden van hun bezoekje. Ondertussen is het hier terug zo koud geworden als begin april –momenteel is het hier 9°C, en het is middag– en bovendien regent het al twee dagen aan een stuk –een niet meteen ongekend fenomeen in België, verneem ik.

Gezien het kouder geworden was en het enige stuk overkledij dat Henri nog rest een zomerregenvestje van vorig jaar (of het jaar daarvoor) is –een kledingstuk dat hem ook zonder warme pull een paar maten te klein is– had ik mij voorgenomen om eerstdaags (lees: vandaag) met hem de Gap binnen te stappen en een aldaar nieuwe vest te kopen.

Maar het heeft niet veel zin om verder onbeschermd en in de gietende regen vijf kilometer te voet af te leggen om een regenvest te gaan kopen zeker?

frambozenmuffins

“Henri jong, wit is uit de mode naar het schijnt.”

Hij kijkt mij even niet begrijpend aan.

“Sinds de middeleeuwen tot lang daarna was een witte huid een teken van adel”, leg ik uit. “Het gewone volk moest immers op den akker noeste arbeid verrichten, en de hofdames beschermden zich met parasols en trachtten op allerhande andere manier hun huid zo bleek mogelijk te houden. Op den duur bepoederden ze hun gezicht tot een bleekheid waarvan een lijk jaloers zou worden.”

So what, vertelt zijn blik mij.

Ik klop kameraadschappelijk op zijn knie en veer recht. “Kom,” zeg ik, “de middeleeuwen zijn voorbij. We gaan boodschappen toen. Dan komt ge ook nog eens buiten.”

“Papaaa”, protesteert hij, onderwijl een half-schalkse maar veelbetekenende blik naar buiten werpend, waar de wolken dik opeengepakt de hemel bedekken. “Er is niet eens zon!”

“Des te beter,” antwoord ik, “dan zijn we op tijd buiten tegen dat de zon er is.”

Een goed kwartier later staan we voor de ingang van de Safeway, als de eerste druppels uit het wolkendek vallen. “Ha!”, roep ik triomfantelijk uit, “ge ziet dat we op het goede moment vertrokken zijn.”

Het is imperatief om niet alleen tijdens het weekend uw inkopen in Safeway te doen. Niet alleen omdat iederéén zijn inkopen in het weekend doet, maar ook omdat Safeway de koopjes voor tijdens de week bewaart. Buy one, get two!, schreeuwt het etiket mij vanuit de versafdeling toe. Ik laad snel twee dozen frambozen en twee dozen bosbessen bij in mijn mandje en begeef mij naar de kassa. “My, that’s one healthy basket,” zegt de man die voor mij twee sixpacks Miller afrekent, en naast het fruit ook mijn romaine, broccoli en wortels voorzichtig monstert alsof hij elk moment door een plots verlangen naar fruit en groenten kan besmet worden.

we're in seattle, baby

2 x 340g (12 oz) frambozen en 2 x 510g (18 oz) bosbessen: dergelijke hoeveelheid fruit vraagt om gebak. Ik ging shoppen op het internet, maar kwam al gauw bij een oude bekende terecht. In mei 2007 postte Deb van Smitten Kitchen een recept voor Raspberry-Topped Lemon Muffins. Citroenen had ik niet in huis, en karnemelk ook al niet, maar ik heb me grotendeels op haar recept gebaseerd voor het maken van mijn frambozenmuffins.

Benodigdheden

  • 225g (1 cup) rietsuiker
  • 225g (2 cups) huishoudbloem
  • 1 koffielepel (1 tspn) bakpoeder
  • 1 koffielepel (1 tspn) baking soda
  • een snuifje zout
  • 115g (1 stick ofte 4 ounces) boter op kamertemperatuur (= zacht, maar niet vloeibaar)
  • 2 grote eieren
  • 120cl (1/2 cup) melk
  • 2 soeplepels zure room
  • 2 cl (2 tspn) vanille extract
  • 1 koffielepel (1 tspn) kaneel
  • 60 frambozen (jawel, ik heb er vijf per muffin gebruikt)

we're in seattle, baby

Zo gemaakt

Verwarm de oven voor op 190°C.

Haal de muffinvormpjes uit de kast, en stel ze klaar met de papiertjes erin. Leg in elke vorm reeds drie frambozen.

Meng bloem, bakpoeder, baking soda, kaneel, en zout in een kom.

Meng de suiker en de zachte boter in een andere kom tot een homogeen mengsel. Voeg de twee eieren toe. Normaal gezien scheid ik de eieren, en dan voeg ik de eigelen nu reeds toe. In een andere kom klop ik de eiwitten stijf (maar niet té), en die voeg ik er pas na de bloem voorzichtig bij.

Voeg de melk bij het mengsel, en de zure room. Meng goed, voeg dan het bloemmengsel toe.

Als u het eiwit van het eigeel hebt gescheiden, dan is nu het moment gekomen om ook het eiwit in het beslag te vouwen.

we're in seattle, baby we're in seattle, baby

Verdeel het beslag over de muffinvormen, en duw dan nog een tweetal frambozen per vorm in het beslag.

Bak de muffins in een dertigtal minuten, tot ze lichtbruin zijn.

we're in seattle, baby

Smakelijk!

iris

iris

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Heidosmat-Rolleinar 1, Fuji Reala, 100ASA)

Op ons terras staan een heleboel irissen –tenminste, zo heten die bloemen toch? De zondvloed van het thuisland heeft ons echter ook hier bereikt, en de mooie bloemen werden bijna allemaal neergeslagen. De aardbeien –i.p.v. geraniums hebben we hier aardbeien in de typische bloembakken gekregen– houden zich evenwel sterk, zodat we rekenen op een gezonde oogst, voor we terug naar huis vetrekken.

U hebt toch geen waterschade opgelopen, daar in België?

cds 200805

Tell you what, ik heb cd winkels ontdekt in Seattle. Waarschijnlijk enkel het topje van de ijsberg (en die in Borders en Barnes & Noble niet meegerekend), en dan nog alleen omdat ze binnen wandelafstand liggen. Dat is belangrijker dan u denkt, gezien wij niet over een wagen beschikken, en ook verder dan u denkt, gezien wij dat toch gewoon zijn van in Gent, al hebben we daar alletwee een abonnement op het openbaar vervoer –en een wagen. Geen twee wagens evenwel.

Edoch: het overzicht, en dat gaat deze keer gepaard met een nieuwe Muxtape, jawel!

Eigenlijk ben ik altijd al een fan geweest van Kate Nash. Ik heb het album nooit willen kopen, omdat ik ervan overtuigd was dat het wel in de aanbieding bij Bilbo zou komen te liggen, maar kijk, hier in Amerika heb ik het gevonden voor ocharme 8 USD. Iedereen kent Kate Nash ondertussen, velen zijn haar beu gehoord, en voor wie dat nog niet het geval is, kijkt waasrchijnlijk uit naar de opvolger van haar debuut. Eentje dat u mogelijks nog niet gehoord hebt, op deze Muxtape: Mariella, ook al voor het bedrieglijk vrolijke never ever ever ever ever ever ever ever ever ever. Commerieel, jawel, maar van het genietbare soort.
Muxtape track: Mariella

The Raconteurs werd mij in maart nog aangeprezen via iTunes. Jaja, dacht ik, ze zijn weer pushy, bij Apple. Maar ik luisterde naar een paar fragmentjes, en het klonk lang niet slecht. Toen ik mijn eerste muziekwinkel vond in Seattle stond de cd op een luisterpost, en ik heb de eerste twee liedjes beluisterd, en meteen meegenomen. Een beetje rondneuzen op internet, en dan blijkt dat o.a. Jack White (van The White Stripes) in de groep speelt.
Muxtape track: Carolina Drama.

Bill Frisell heb ik ontdekt met Good Dog, Happy Man, dat twee jaar na deze Nashville werd gereleased. Frisell speelt voornamelijk jazz, maar dan eerder het soort fusion met elementen uit klassiek en country (zoals op deze cd). Het is een eigenzinnig werk, en voor mij hoefden de vocale stukken eigenlijk niet. De rest is vintage Frisell. Hij is opgegroeid in Denver (vandaar waarschijnlijk ook de country-invloed), heeft zelfs een jaar in België gewoond, en woont sinds de jaren 90 in… Seattle. Plaats Bill Frisell in hetzelfde rijtje als John Scofield en Pat Metheny.
Muxtape track: Go Jake.

Charles Lloyd vergast on na het heerlijke Sangam op deze live cd. Ik had weinig keuze voor de track, gezien muxtape maar een beperkt aantal MB upload biedt. Niettemin, La Colline de Monk is een interessante Monkspielerei, maar niet het beste van de cd. Dat wordt uitkijken naar Jazz Middelheim!
Muxtape track: La Colline de Monk.

Voor Middelheim is er eerst nog Gent Jazz, en daar treedt deze groep op: Pat Metheny feat. Christian McBride en Antonio Sanchez. Alweer een live cd, zodat u goed voorbereid bent.
Muxtape track: Inori.

En een laatste beetje jazz met alweer een live cd. De stap van Metheny naar Brad Meldhau is helemaal niet groot. De keuze van de track was alweer beperkt, maar biedt een geslaagde overgang van jazz naar de volgende artiest.
Muxtape track: Wonderwall.

Third van Portishead is evenwel een beetje een ontgoocheling. Er wordt gewoon verder gewerkt alsof geen 11 jaar zijn voorbij gegaan sinds het vorige album. De beste Portishead blijft overigens nog steeds die Roseland NYC Live.
Muxtape track: Nylon Smile.

Het was vooral de cover die me aantrok tot The Age of Understatement van The Last Shadow Puppets. Maar toen ik de cd aan de luisterpost te horen kreeg, wist ik gewoon dat ik hem –net zoals die van The Raconteurs– moest hebben. Het project met o.a. de zanger van de Arctic Monkeys hebben geleid tot een verzameling korte, gebalde songs met veel energie.
Muxtape track: My mistakes were made for you.

Het beste hebben we wel degelijk tot het laatste bewaard. Richard Swift is een duizendpoot: regisseur, producer, singer-songwriter, en in 2007 ging hij nog met Wilco op tournee. Wie naar Richard Swift as Onasis luistert maakt zich waarschijnlijk net als ik de bedenking dat dit gefundeness fressen is voor de Gentse Vooruit. Fantastische dubbelcd –al is die dubbelcd maar een kleine 40 minuten lang.
Muxtape track: Knee-High Boogie Blues.

Tracks te beluisteren via volume12.muxtape.com

  1. Made of Bricks / Kate Nash / 2008 / **(*)
  2. Consolers of the Lonely / The Raconteurs / 2008 / **(*)
  3. Nashville / Bill Frisell / 1997 / **
  4. Rabo de Nube / Charles Lloyd Quartet / 2008 / ***
  5. Tokyo Day Trip / Pat Metheny / 2008 / ***
  6. Live / Brad Mehldau Trio / 2008 / ***
  7. Third / Portishead / 2008 / **
  8. The Age of Understatement / The Last Shadow Puppets / 2008 / **(*)
  9. Richard Swift as Onasis / Richard Swift / 2008 / ****

0 te vermijden / * slecht, maar beluisterbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(cds vorige maand)

Unizo eist verbod op tabaksverkoop

(Tijd voor wat controversie!)

Unizo roept op om sigaretten te verbieden, zo schrijft De Standaard:

Als het rookverbod wordt uitgebreid tot cafés, roept de zelfstandigenorganisatie Unizo op om de verkoop van tabak te verbieden. ‘Het is het één of het ander’, zegt topman Luc Ardies.

De man beschikt over humor, dacht ik, maar nee, want in GVA is er geen twijfel meer mogelijk: dit is bittere ernst. Overal tabak verbieden als rookverbod wordt uitgebreid:

“Het is het één of het ander”, zegt topman Luc Ardies in Het Laatste Nieuws. “Je kan als overheid onmogelijk een rookverbod opleggen en tegelijk jaarlijks 1,8 miljard euro aan accijnzen op zak steken. Dat is hypocriet. Laat het duidelijk zijn dat wij tégen een rookverbod in cafés zijn, maar als het er toch komt, vinden we dat de overheid consequent moet zijn”, aldus de Unizo-baas.

De man is dus tegenstander van een rookverbod, en wil door zijn –ludiek bedoelde (?)– actie een vermeende absurditeit en hypocrisie van de voorgestelde regel aan de kaak stellen. Ja toch? Of meent hij het echt? Gaat Unizo ijveren voor een verbod op tabaksverkoop als er een rookverbod in cafés komt? De krantenwinkels (etc.) zullen tevreden zijn met het initiatief van hun puike ondernemersorganisatie.

Of is het toch humor? Meneer Ardies, uw boodschap is mij niet geheel duidelijk. Of toch: geld boven gezondheid! Als de ondernemers er maar goed van worden. Of heb ik het alweer verkeerd begrepen?

Many studies using objective measures of economic activity, such as sales taxes, have been done by Smoke Free Groups on the effect of smoke-free policies. The vast majority have found that there is no negative economic impact, with many finding that there may be some positive effects on local businesses. [bron]

Och kijk, ik bevind mij momenteel –zoals u waarschijnlijk wel weet– in Seattle. Die stad maakt deel uit van de staat Washington, die net zoals de staten New York, Connecticut, Maine, Delaware, and Massachusetts [bron], roken heeft verboden in restaurants en cafés. Rookwaren worden hier nog steeds verkocht en geconsummeerd, en de staat steekt nog steeds met evenveel gretigheid als voordien de accijnzen in zijn zak. Die ban gaat ver hoor: in de Zoo mag bijvoorbeeld ook niet gerookt worden –nee, ook niet buiten– en in het station ook niet. In België mag dat ook niet, alleen staat het perron dagelijks vol stomende egoïsten die niet alleen andermans gezondheid, maar ook de wet aan hun laars lappen. (U bent roker, beste zich aangesproken voelende lezer, ik weet het. En u steekt nooit een sigaret op als u op uw trein wacht. Ik weet het. Maar waarom voelt u zich dan aangesproken?)

Califonië is het meest vooruitstrevend:

There are now 35 states with some form of smoking ban on the books. In addition, some areas in California have recently begun making whole cities smoke-free, which would include every place except residential homes. More than 20 cities in California have passed park and beach smoking bans. [bron]

Maar ach, het werkt hoor, hier in Amerika. Rokers roken nog steeds (al is hun aantal sterk verminderd), en de restaurants en cafés hebben nog nooit zo vol gezeten. De kleren hangen de volgende dag niet vol rook, de longen blijven zuiver, en het bier smaakt naar bier en niet naar sigaretten.

Let it go, meneer Ardies. U spartelt als een vis op het droge. Of zijn dat uw rokerslongen die ik hoor reutelen?

boeken 200805

Het gebrek aan film en televisie –die paar episodes van Bones op Hulu even niet meegerekend– zorgt er duidelijk voor dat er meer boeken worden gelezen. Ik kan natuurlijk niet achterblijven op Henri, die er hier het ene na het andere boek van Artemis Fowl doorjaagt.

let me be

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji PRO400H, 400ASA)

Bon. De eerste twee waren van een matige kwaliteit. A Simple Plan is meer slapstick dan spanning, en mogelijks werkt zoiets wel in een film (het boek is verfilmd, maar ik herinner mij niet dat ik hem gezien heb); geschreven is het vooral ongeloofwaardig. La ligne noire was redelijk, behalve dan dat de de lezer de afwikkeling al van mijlen ver ziet aankomen. Ik ben beter gewoon van Grangé, maar het bleef gelukkig ontspannende lectuur.

Over Bad Luck and Trouble hoef ik niet veel te zeggen –zoals gewoonlijk over een boek van Child. Het is goed, volgt het gewone patroon en is dus weinig echt verrassend, maar geruststellend. En in tegenstelling tot wat vaak gebeurt in zo’n series, gaat de kwaliteit voorlopig nog niet naar beneden. Hoe blijft hij het interesant houden, vragen ze zich ook bij de NYTimes af, zie ik net (Tough Guy at the Border of Hope and Despair).

En dan heb ik mij met The Other Boleyn Girl ook maar eens aan een kasteelroman gewaagd. Compleet met historische figuren, al blijkt Philippa Gregory het met de echte gebeurtenissen niet zo nauw te hebben genomen. Dat vinden wij niet erg, faction is leuker, en in een roman moet met de zaken al eens wat naar de hand kunnen zetten. Leuk om lezen, het is ook verfilmd, maar de trailers die ik van de film heb gezien, maken het verhaal tot een heuse farce. Het boek telt dan ook meer dan 700 bladzijden, maar dat mag geen excuus zijn om het geheel te vermangelen.

Hoogtepunt van de maand was zonder enige twijfel The Cement Garden van Ian McEwan. Ook in deze vroege roman is zijn meesterschap al merkbaar; de aanpak is –schrijftechnisch– traditioneler, maar inhoudelijk gedurfd. Zeker in 1978. En ik ben ook benieuwd naar de film (ja, ook dit boek werd verfilmd), met Charlotte Gainsbourg.

Choke was mijn eerste Chuck Palahniuk, en ik ben er nog niet uit hoe goed ik het vond. Slecht was het in geen geval, al was mijn eerste reactie: dude, what are you on? Verfrissend. Ik ben benieuwd –alweer benieuwd; het is goed als boeken u benieuwd maken– naar Fight Club. Waarvan ik dan weer wel de film heb gezien, maar het boek nog niet heb gelezen.

Over Working for the Devil kunnen we heel kort zijn: belabberd is een te groot compliment. Zeer slecht geschreven.

Blasphemy is er één van dertien in een dozijn. Technisch heel goed, maar inhoudelijk nogal mager. En toch, dit is een beetje een belangrijk boek. Het zal door veel mensen worden gelezen, en het rekent op niet-belerende en niet-betuttelende manier af met een aantal vooroordelen. Fanatisme is slecht, of het nu religieus (christelijk) of wetenschappelijk is. Preston gaat in de aanval tegen het radicaal-conservatieve christendom –dat welig tiert in Amerika, weliger dan u denkt– en tegen scientology. Zonder een gematigd christendom te onderschrijven, laat hij evenwel het pad daarvoor open, en hopelijk helpt dat om zijn waarschuwingen te laten doordringen bij het doelpubliek.

De echte ongoocheling was Breakfast at Tiffany’s, dat ik een grotendeels lofty, arty-farty gedoe vond dat meer om stijl dan vorm of inhoud draaide. Ik heb ook In Cold Blood gekocht, dat naar verluidt geheel anders leest. Hopelijk. (De situatie met Holly Golightly, het hoofdpersonage uit de novelle, deed mij sterk denken aan de heisa rond Emily Gould, waar ik toevallig net over had gelezen.)

En dan was er Bond, James Bond. Om Ian Flemings 100e verjaardag te vieren, geeft uitgeverij Penguin niet alleen alle (Fleming) Bondboeken opnieuw uit (presentatie inclusief speciale website). In 2006 werd ook reeds aan schrijver Sebastian Faulks gevraagd een Bondboek te schrijven, en dat werd een paar dagen geleden gepubliceerd. Devil May Care is echter het eerste Bondverhaal dat ik lees –ik moet maar eens op zoek naar eentje van Fleming (of zo’n herdruk kopen). Ik kan Faulks’ Bond dus enkel vergelijken met de filmversies, en naar ik heb gelezen verschillen die nogal wat van de Bond uit Flemings boeken.

Bond blijft voor mij in eerste instantie (maar niet exclusief) Roger Moore, een humoristische maar verfijnde flegmatische gentleman, die onder alle omstandigheden het hoofd koel houdt. Dat beeld past perfect in het boek dat Faulks heeft neergepend, al zien we daar een duidelijk oudere en zachtere Bond. Faulks introduceert bovendien een aantal elementen die laten hopen dat hij nog een Bondboek schrijft –redelijk intrigerend hoe dat verder kan uitgespeeld worden. Het boek is heel aangenaam om lezen, met plenty of verbs, not many adverbs or adjectives –zoals Faulks laat optekenen in de NYTimes (That License to Kill Is Unexpired ).

(Hm –ik haal de NYTimes nogal vaak aan, merk ik. Daar hoeft u niks achter te zoeken.)

  1. La ligne noire / Jean-Christophe Grangé / 2007 / **
  2. A Simple Plan / Scott Smith / 1993 / *(*)
  3. Bad Luck and Trouble / Lee Child / 2007 / **(*)
  4. The Other Boleyn Girl / Philippa Gregory / 2001 / **(*)
  5. The Cement Garden / Ian McEwan / 1978 / ***(*)
  6. Choke / Chuck Palahniuk / 2001 / **(*)
  7. Working for the Devil / Lilith Saintcrow / 2006 / 0
  8. Blasphemy / Douglas Preston / 2008 / **(*)
  9. Breakfast at Tiffany’s: A Short Novel and Three Stories / Truman Capote / 1958 / *(*)
  10. Devil May Care / Sebastian Faulks / 2008 / ***

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

’t Is vertrokken hé!

“Surprise!”, was het onderwerp van de eerste e-mail, een maand geleden. En dat was vergezeld van volgende video (die ik op youtube heb durven posten gezien de persoon er zelf toch niet opstaat).

Dat was een zaterdag, en de maandag erop kreeg ik een tweede: “’t Is vertrokken hé!” Met als bedenking: ben nu toch curieus hoelang het er gaat over doen…. Heel lang, duidelijk, want de milde schenker postte op 22 mei nog dit berichtje: De Post zal haar personeel laten fouilleren, nadat ik hem had gemeld dat er nog steeds geen koffie in zicht was.

Maar kijk! Wat stond er vandaag bovenop onze brievenbus? Het pakje! Proper en wel, stevig verpakt in de originele Mokabon-verpakking –ik denk niet dat er douane of DEA aan te pas is gekomen.

Dankuwel, Huug!
(Dank zij u ga ik net toekomen met mijn koffievoorraad, denk ik.)