einde schooljaar (of bijna toch)

Sinds vrijdag zit het erop. Het ganse schema is afgewerkt, alle lessen zijn erdoor. Er staan nog een paar lessen W.O. op, maar ik denk dat we kunnen aannemen dat we deze maand nog wel naar het Seattle Aquarium zullen geraken.

next up: exams

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Heidosmat-Rolleinar 1, Fuji PRO400H, 400ASA)

“Dit is dus echt wel mijn laatste blauwe blaadje”, vroeg Henri om heel erg zeker te zijn dat ik geen onaangename verrassing meer achterhield.

Een paar weken geleden had hij me nog verzekerd dat die groene en blauwe blaadjes niet gelijk moesten oplopen, en dat die blauwe soms niet allemaal worden ingevuld. Yeah right, had ik toen gedacht, en op nog geen twee dagen tijd hadden we de blauwe achterstand ingehaald.

Oh man!

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Heidosmat-Rolleinar 1, Fuji PRO400H, 400ASA)

Vandaag kijk ik eens na hoe het juist zit met de toetsen/examens, en dan werken we ook dat af, zodat we de rest van de maand vrij hebben. Dan heeft hij bijna drie maanden vakantie –het zal nog een tijdje duren eer hij dat dan nog eens meemaakt.

Oh man! Wij hebben wel geen examens hé papa!”

Yeah right, zoon.”

Quadrat

Quadrat is –om met de deur in huis te vallen– de nieuwsbrief van Franke & Heidecke.

(Even wat achtergrondinformatie, die u gerust kan overslaan.)

Tenzij u zich toegewijd bezig houdt met fotografie (pakweg als fotograaf of collectioneur) –of een zekere leeftijd hebt bereikt– is de kans groot dat geen van deze beide namen u bekend in de oren klinkt. Die kans vergroot lichtjes als ik u erbij vertel dat Paul Franke en Reinhold Heidecke de oprichters zijn van Rollei, een Duits bedrijf dat onberispelijke maar verschrikkelijk dure analoge camera’s maakt. Rollei zelf werd aan het begin van deze eeuw opgekocht, teruggekocht, en uiteindelijk opgesplitst in een aantal subbedrijven. Eén daarvan maakt rolleifilm, een ander maakt nog steeds fototoestellen met de merknaam Rollei(flex), maar onder de bedrijfsnaam Franke & Heidecke. Volgt u nog?

Het meest bekende toestel uit de Rollei-stal is waarschijnlijk de Rolleiflex, een twin lens reflex (TLR) camera, bestaande uit twee vaste lenzen, eentje om door scherp te stellen, een tweede waardoor de eigenlijke foto genomen wordt. Deze manier van werken heeft als voordeel dat er zich geen spiegel bevindt tussen de zoeker en het negatief (zoals bij de analoge SLR en de digitale fototoestellen als de Nikon D300 en de Canon 5D). Bij het maken van een foto klapt zo’n spiegel naar boven, dat zorgt voor trillingen, wat dan weer voor bewegingsonscherpte kan zorgen.

Wie denkt dat Franke & Heidecke enkel oudbollige analoge camera’s maakt, moet maar eens een blik werpen op de Hy6, een autofocus middenformaat camera die ontwikkeld werd in samenwerking met Sinar om zowel analoge als digitale backs te gebruiken. Over de prijs van zo’n toestel zullen we het even niet hebben.

Terug naar Quadrat. Het magazine wordt samengesteld door Urs Bernhard, een Zweeds fotograaf. Voor de eerste nieuwsbrief, Portrait (PDF, 12 MB), bezocht hij Steve Pyke en Inta Ruka. Pyke kent u misschien van zijn werk voor en met Peter Greenaway; hij is momenteel vast fotograaf voor The New Yorker. Beide fotografen werken vanzelfsprekend met Rollei(flex) camera’s.

Het resultaat van de eerste nieuwsbrief is redelijk traditioneel, een beetje voorzichtig en met weinig kwaliteit in de bindteksten.

Full_bloom vivre III

(Mamiko Konishi, Full Bloom & Toshihiro Oshima, Vivre III)

Voor de tweede nieuwsbrief, Urban poetry (PDF, 5,9 MB), trekt Bernhard naar Japan, waar hij Mamiko Konishi (clarice & simon op flickr) en Toshihiro Oshima (TommyOshima op flickr) opzoekt. Beide fotografen zijn zo goed als onbekend in het Europa en de Verenigde Staten, maar genieten redelijk wat bekendheid op flickr, mede door de revival van analoge fotografie en de TLR toestellen (zoals de Rolleiflex) in het bijzonder.

De bindteksten blijven erm… weinig geïnspireerd, maar de nieuwsbrieven zijn zeer de moeite om te downloaden. Bovendien ben ik redelijk enthousiast over dit initiatief, dat toont dat een bedrijf zoals Rollei –sorry: Franke & Heidecke— behoorlijk mee kan zijn met de tijd. Bernhard laat zich met zichtbaar genoegen door zijn collega-fotografen portretteren, en dat voegt alleen maar toe aan de charme van de nieuwsbrief. Gaat dat zien!

het schema

Een nieuwe maand, een nieuw begin (met excuses aan Gorter). Na een jaar aanmodderen, beginnen we deze maand volgens een schema te lopen. Ik had eerder al verwezen naar het artikel uit de de Amerikaanse Runner’s World (Fast Results), waarbij wordt vertrokken van een wekelijkse basis om gelijk wanneer tijdens het jaar binnen de vier weken klaar te zijn voor een race. En wel als volgt:

Mon: 3 to 5 miles easy, plus 4 x 10-sec. hill sprints
Tue: 1 mile easy; 2 to 3 miles at half- marathon (or tempo) pace; 1 mile easy
Wed: Rest
Thu: 2 to 4 miles easy, plus 2 miles moderate
Fri: 5 miles easy with 6 x 30-sec. fartlek intervals at 5-K pace or slightly faster
Sat: Rest
Sun: 9 miles easy

Vertaald geeft dat (juni begint op zondag):

  • zondag: 15 km rustig
  • maandag: 5 tot 8 km rustig; 4 heuvelsprints van 10 seconden
  • dinsdag: 1,5 km rustig; 3 tot 5 km tempo; 1,5 km rustig
  • donderdag: 3 tot 6 km rustig; 3 km gematigd
  • vrijdag: 8 km rustig met 6 x 30 seconden fartlek (snel)

De eerste 15 km zitten erop in 1u17 (11,7 km/u gemiddeld). Iets te snel, denk ik, maar het hart bleef er rustig onder –al kon ik dat niet meten gezien mijn hartslagmeter niet meer werkt (maar ik voel mij niet meteen oververmoeid). Het is van september geleden dat ik nog eens zo’n lange afstand had afgelegd. Op naar de volgende, ik laat u volgende week weten hoe dat voelt.

flux

Iets na vieren had mijn lichaam genoeg van de slaap waar ik luttele uren voordien zo naar had verlangd. Ik werd wakker, traag maar onherroepelijk zoals zou blijken uit de verwoede pogingen mijn ogen gesloten te houden en mijn gedachten te verdringen. Eenmaal het bed verlaten zou er van slapen helemaal geen sprake meer zijn, maar mijn blaas drong aan en voor ik het wist stond ik over het toilet gebogen en wedijverde de straal van mijn urine met de regen die in een constante stroom door het dak trachtte te tikken. In de verte zag ik de oververlichte silhouetten van de torens van de binnenstad, en ondanks de regen opende ik de grote terrasdeuren en stapte ik buiten. Hoewel het nog slechts een paar dagen achtereen had gezomerd hing de warmte van de vorige dag er nog steeds. De regen voelde lauw aan en had in de weinige momenten dat ik binnen voor buiten had ingeruild mijn pyjama aan mijn lichaam gekleefd. Er zijn zo van die dagen.

summer in seattle

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Pro400H, 400ASA)

avondgloren

“Wat eten we vanavond”, vroeg mijn doktertje die morgen weer een nachtwacht krijgt geserveerd.

“Salade,” was het afgemeten antwoord, “we eten altijd veel te zwaar ’s avonds, vind ik.” En onder beteuterende blik verliet ik het terras om in de keuken te gaan rommelen.

In de voormiddag was ik Henri naar downtown afgedaald, om er in Pike Place Market een flank steak (ik blijf dat verschrikkelijk lekker vinden) te kopen, en bij de groentenboer aan de overkant een krop romaine, wat verse lente-uitjes, en een handvol crimini’s te kopen.

we're in seattle, baby

In de ijskast had ik nog een vleestomaat en wat frambozen. Per bord een crimini in schijfjes gesneden, bij de tomaat en de sla gelegd, wat frambozen erbij en wat balsamico erover. Een schepje wilde rijst ernaast, een lap saignant vlees, en daarover wat in de boter gebakken crimini’s (die in mijn haast een foto maken op het bord hierboven naast het vlees zijn gevallen). Meer moet dat niet zijn. (En mijn doktertje was heel content –en voelde zich meteen geïnspireerd tot het schrijven van een heleboel medical candy.)

we're in seattle, babyBovendien was ook de zon van de partij, vanavond, nadat het de ganse dag vooral overtrokken was geweest. Een half uur voor Tessa thuiskwam, was ze definitief doorgebroken. Voeg daarbij het microklimaat op ons terras, en het was één en al avondwamte.

Tijd om te planten water te geven, en meer heeft Henri niet nodig. Erm, wel, voeg daar aan toe dat hij de miststand op de sproeier van de tuinslang (terrasslang?) heeft ontdekt. Wat dan begint als toevallig downwind te staan en beneveld te worden, eindigt vanzelfsprekend in dolle waterpret.

Hij vond het helemaal niet erg om nog even voor de camera te poseren (analoog, even wachten tot de film ontwikkeld is), maar ik kon het niet laten nog gauw ook zijn afdroogdansje vast te leggen –al mocht ik alleen deze foto publiceren.

(Vandaag heb ik overigens –bij de sympathieke juffrouw van gisteren– een verse batch ingescande foto’s afgehaald. Die hebt u nog van mij te goed. Al kan ik moeilijk de hele tijd foto’s van Henri posten.)

(25 + 5) x fuji

Vandaag belde Larue mij op. Larue is de UPS-guy die mijn pakjes aan huis brengt. Dezelfde persoon als de vorige keer, maar toen had ik zijn naam niet begrepen. Vriendelijke mens, die Larue, en ik blijf versteld staan van de service dat ze bellen om te horen of ik thuis ben. Fantastisch.

Hi, is this Bruno? I’m Larue from UPS. Are you at home, because I’m at your front door and I have a package here for you.

we're in seattle, baby

In de doos zat: 25 keer Fuji Reala (amper 2,99 USD per filmpje, heb ik dat al vermeld?) en een 5-pack Fuji Pro400H. En terwijl ik toch bezig was: een korte (30 cm) en een lange (20 feet ofte 6 meter) cable release. Ik had thuis al een korte kabel voor de Hasselblad, maar nu heb ik er ook één voor de Rolleiflex. En met die lange kabel kan ik bijvoorbeeld ook gemakkelijk(er) een zelfportret nemen –ik zeg maar iets.

Die lange kabel werkt overigens op luchtdruk –i.t.t. de korte waar effectief een stuk kabel in zit– en vraagt dus wat meer inspanning, zodat Henri de balg dan maar met twee handen samenkneep om de angel aan de andere kant tevoorschijn te laten komen.

De timing kon niet beter zijn: vanochtend had ik net mijn laatste twee filmpjes binnengebracht.

I always forget your last name“, verontschuldigde de vriendelijke juffrouw zich toen ik de twee rolletjes afgaf. En toen ik mijn naam spelde schreef ze er –voor ik hem zelf kon uitspreken– gauw mijn voornaam achter. “Just developing, low res scans, and.. it’s ok for us to cut the film afterwards?“, glimlachte ze lief en niet geheel zonder trots.

Alweer twee schitterende mensen ontmoet.

de euro

“Wilt ge nu eens wat weten”, vraag ik aan Henri, op weg naar de Safeway. Waarop hij steevast “nee” antwoordt maar eigenlijk “ja” bedoelt, en ik hem dus fronsend aankijk tot ik het goede antwoord hoor.

“Ik heb geen idee meer hoe de euro’s eruit zien, en welke muntstukken we allemaal hebben.”

Hij slaakt een kreet van verbazing. “Maar, maar… en ik moet tijdens de lessen wiskunde juist altijd het gepaste geld berekenen en zo weinig mogelijk geldstukken uitgeven. En mijn… mijn… meester weet zelf niet eens welke stukken dat allemaal zijn.”

De ganse terugweg –en deels thuis– heb ik het mogen aanhoren. Bjzonder uitgebreid heeft hij me onderhouden over de munstukken, de koperen en de gouden en dan die van één en twee euro –“dat zijn bij ons zo geen briefkes gelijk hier, de briefkes beginnen maar bij vijf”– en hoe die respectievelijk zilver vanbinnen en goud vanbuiten zijn en omgekeerd.

“Papa toch”, besluit hij hoofdschuddend zijn betoog.

“Grmbl. Ge zoudt beter wat rapper eten”, mompel ik hem tussen twee happen door toe.

op zijn muile

“Niet. Lopen. Op. De. Trap. Allez. Ga maar weer traag naar boven, en kom dan maar weer traag naar beneden.” Duizenden keren heb ik het hem al gezegd.

prelude

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Vandaag had ik mijn tweede migraine-aanval sinds we hier zijn. Niet dat hij al over is, dus als de coherentie wat te wensen over laat, weet u meteen waar het aan ligt. Mijn filmpjes zijn op (ik heb nog één frame over), maar ik heb maandagavond een nieuwe voorraad besteld bij B&H Photo. 25 rolfilmpjes Fuji Reala zijn –terwijl ik dit schrijf– naar mij onderweg. Aan 2,99 USD per filmpje: moins cher, c’est illégal (weet u nog waar die slogan vandaan komt).

Gisterenavond daalde Henri neer voor het avondeten. Hij had net gelezen of drukdoende iets op het internet opgezocht, maar herinnerde zich toch nog dat ik hem had gevraagd zijn glas melk mee naar beneden te brengen. (“Nee, ge moet niet eerst volledig leegdrinken.”)

De afdaling verliep snel, maar niet geruisloos. Ik ben een Jedi, moet hij hebben gedacht, en The Force brengt mij waar ik zijn moet. Mijn kleine Icarus daalde vleugelloos de trap af, het glas melk trots maar leeg nog in de hand. De inhoud was gedeeltelijk de sacoche van de dokter binnengelopen en voor de rest in ruime boog de trap en muren opgekletst.

“Hoezo ge hebt nog niets genomen?”, vroeg diezelfde dokter hedenavond toen ze thuiskwam en naar mijn pijnen informeerde. “We hebben die halve apotheek toch niet voor niets naar hier meegesmokkeld!” Waardoor onze voorraad met twee dafalgan codeïnes geslonken is. Niet dat het de mirgaine of de aften vooruit helpt. Over aften gesproken, hebt u het relaas al gelezen van Grant Achatz (A Man of Taste, The New Yorker, 12 mei 2008), de chef die zijn smaak heeft verloren aan tongkanker?

Achatz believes that the dishes that the team at Alinea is producing are very good. But a doubt remains in his mind. What, exactly, are his customers tasting? “I can articulate it, and I can explain it,” he says. “But I wonder. When I close my eyes, I know what it should taste like, and I wonder how close it is to that. People love it, so I know it’s O.K. He did fine. But I wonder how far off it is for me.”

Zeer de moeite. Ik overwoog een abonnement te nemen, ware het niet dat een abonnement in de USA 47 USD kost, en overseas 117 USD. En dat de inhoud geheel gratis op de website te lezen valt.

Oh, met Henri is alles goed. We hebben hem de kleren van het lijf gerukt en overal geduwd en geklopt om te zien of hij overal nog gevoel had en nergens te veel pijn. Vanochtend heb ik nergens blauwe plekken of anders dan porceleinwit kleine-jongensvel gezien. We moeten dringend wat meer buiten komen. Als het weer eens meezit misschien.

originaliteit

Hm. Ik ging met veel bravoure iets poneren over originaliteit en hoe dat niet bestaat omdat alles minstens al één keer door iemand anders is gedaan, maar ik ben ervan overtuigd dat ik daar al eens iets over heb geschreven, in ongetwijfeld eenzelfde pompeuze wijze als ik nu van plan was.

Aanleiding deze keer was Doing Stuff First. Or Not., een stukje tekst van Chase Jarvis –een op het internet enorm bekende fotograaf uit Seattle– over ideëen, en de uitwerking daarvan. Of niet.

So three morals: 1) Go check out Jackson’s new book; 2) People are going to beat you to ideas. Get used to it and do not lament it. Work through/beyond it; 3) Go shoot that winning concept that is in your head TODAY. I guarantee that somebody else has the same idea and they’re planning their shoot right now. Remember: Ideas? Worth very little. Actions on those ideas? Priceless.

Ook daarin schuilt de kracht van de creativiteit (1% inspiratie & 99% transpiratie, volgens Einstein). Of gelijk Nike zegt: Just do it.